LEYDSCHE
COURANTS
m
m >4F.oeu«
N°. 45. J
WOENSDAG, 14 APRIL.
BIXXEXLAXDSCHE BERIGTEX.
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
i.
ff.:
Lïti? Y
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
'-r-fj, igajffljggggggjggragBWWg
LEYDEN, 13 April.
Z. M. heeft het algemeen reglement voor het bestuur der Nederl.
Hervormde kerk, in 1851 door de Synode vastgesteld en aan de Regering
ter bekrachtiging aangeboden goedgekeurd.
De Kerkelijke Cour. zegt van dit reglement: «Hiermede begint een tijd
perk van zelfstandigheid voor de Nederl. Hervormde kerk, gelijk sedert de
eerste jaren der Hervorming voor haar nooit bestond. Immers wil zij dit
algemeen reglement voortaan veranderenzij behoeft daartoe geene nieuwe
goedkeuring der Regeringalleen die van drie vierde der provinciale kerkbe
sturen. AA'il zij nieuwe reglementen over vacaturen, kerkeraden, beroepin
gen, tucht, enz. maken, zij behoeft ook daartoe geene goedkeuring meer van
de Regering, alleen van de volstrekte meerderheid der provinciale kerkbesturen.
A'oorls is dit reglement met veel zorg en naauwkeurigheid bewerkt>. bevat
vele beginselen, die een echt Christelijk leven in de kerk kunnen bevor
deren, en is over het geheel de vooruitgang daarin met bedachtzaamheid, de
vrijheid met orde gepaard.
Innig verheugen wij ons, dat de Hervormde kerk eindelijk tot deze Grond
wet, in overeenstemming met de Slaatsgrondwetis gekomen."
Men verneemt dat de tweede Tooneel-Voorstelling alhier op Maandag
den 19(ien April aanstaande zal plaats hebben.
De Overlandmaal uit Oost-Indië is den 10,lcn dezer te Triest aangeko
men berigten medebrengende tot 25 Februarij.
AA'ij vernemen, dat de Eerw. Pater T. J. van den Broek, die vóór bijna
20 jaren zijn vaderland verliet, om in de grenzenlooze wildernissen van
Noord-Amerika aan de Indianen het Evangelie te verkondigen, vóór eenigen
tijd, tijdens zijne zending van Litle-Cliute,overleden is. Volgens een schrijven
uit Mitwaukiewordt die zending thans bediend door Priesters van de orde
der Kruisheeren.
Negende Vervolg van het Aderslag der Regering, nopens het Beheer en
den Staat der Kolonie Suriname over 1849, (zie ons n°. van 10, 12, 17, 19,
24, 29, 31 Maart en 9 dezer).
Onder de belastingen is vooreerst het hoofdgeld; eene belasting geheven op
alle blanken, vrije lieden en slaven, welke op den eersten dag van elk jaar
zich binnen de kolonie bevinden. Het hoofdgeld iszonder onderscheid van
staat, ouderdom of sekse, bepaald op ƒ5.
A'an deze belasting is niemand ontheven dan a. militaire officierenge-
pensionneerde militairen en al degene, die tot het garnizoen der kolonie be-
hoorenh. alle behoeftigenc. de slaven toebehoorende aan de kerkgenoot
schappen der onderscheidene gezindten, behoudens echter de verpligting der
kerkbesturen om van deze slaven jaarlijks opgave te doen; d. alle personen,
sedert welker aankomst nog geen jaar en zes weken verloopen zijn. Deze
belasting heeft opgebragt: 1847, 218,232.424 1348, ƒ189,220,255,
1849, ƒ202,362.30.
Quota van suiher-plantagien en houtgronden. Deze belasting wordt
geheven voor ongeveer J gedeelten van de opbrengst der verkochte melasse
en dram van de suiker-plantagienwaarvan (na aftrek van 14 pCt. van het
bruto bedrag) 6 pCt. wordt betaald, gelijkstaande met 5J pCt. van de bruto
waarde dier artikelen, en voor gedeelte van de opbrengst der verkochte
houtwaren van de houtgronden, waarvan (na aftrek van 20 pCt,. van het
bruto bedrag) 8 pCt. wordt betaald, gelijkstaande met 6i pCt. van het
bruto bedrag. De opbrengst dier belasting was: 1847, ƒ17,798.55, 1843,
19,G86.044 1849, ƒ18,389.82.
Landtaksen of akkergelden. Deze belasting wordt geheven1°. tegen
4 centen per akker van de landerijen, na het jaar 1749 uitgegeven, gelegen
achter reeds gecultiveerde gronden, en derhalve achterlanden genaamd;
2°. tegen 3 centen per akker, van de sedert voormeld jaar uitgegevene
landerijen, welke aan de oevers van rivieren of krecken gelegen zijn; en
3". tegen 20 centen per akkergedurende de eerste 12 jaren na den
datum der uitgifte en vervolgens tegen 10 centen per akker. De opbrengst
dezer belasting bedroeg: 1847, ƒ3,915.33', 1848, ƒ8,673.685 1849,
ƒ8,037.80.
Erfpachten. Met deze belasting zijn bezwaard eenige in de stad Parama
ribo gelegen erven. De opbrengst beliep1847, 527.79, 1848, ƒ407.88,
1849ƒ885.28.
Huurwaarde van huizen. Van de huurwaarde der huizen en gebouwen
binnen de stad Paramaribo en haren omtrek wordt, na aftrek van j voor
hel onderhoud, eene belasting van 4 pCt. geheven. Deze heeft opgebragt
1847, ƒ18,761.20, 184817,774.26s1849, ƒ20,065.78.
Brug- en weggelden. Deze belasting wordt geheven van gronden of con
cession ter grootte van 50 akkersdie beoosten de stad gelegen zijntegen
ƒ6.en van die welke bewesten de stad gelegen zijn tegen ƒ12.De
opbrengstwelke bestemd is tot onderhoud van twee ten oosten en westen
der stad Paramaribo gelegen bruggen, was: 1847, 320, 1848, 440,
1349, 522.
Plezier-paarden en rijtuiggelden. Deze belasting wordt geheven tegen
bepaalde sommenzijnde voor een paard 12.voor een rijtuig op 4 wie
len 20.en voor een rijtuig op 2 wielen ƒ15.De opbrengst was:
1847,ƒ381, 1843,ƒ340, 1849309.
Patentregt. Dit heeft opgebragt1847 .ƒ40,786.335 1848 .ƒ38,197.50,
1849, ƒ33,310.015.
Het zegelregt heeft opgebragt: 1847, 66,564.891848, 58,998.394
1849, ƒ50,911.07.
Inkomendeuitgaande en entrepót-regten. Deze hebben opgebragt:
1847, ƒ212,669.234 1848ƒ234,472.745 1849 ƒ238,705.464
Lastgeld der schegten. Dit heeft opgebragt: 1847, ƒ35,438.50, 1848,
ƒ40,047.00, 1849, ƒ38,823.00.
Het haak-, los- en steiger geldheeft opgebragt: 1847, ƒ2,960, 1848,
ƒ2.980, 1849, ƒ2,755.
Venduregten. Deze hebben bedragen1847, ƒ16,696.05,1848. ƒ21,579.17,
1849, ƒ17,864.16.
Transportregten. Deze worden tegen 3 pCt. gelieven van de verkoopprij
zen, of de te regelen waarde bij eiken overgang van eigendom van vaste
goederen. Zij bragten op: 1847, 17,548.15, 184813,854.621849
ƒ12,914.45.
De collaterale successie- en overgangsregtenhebben te zamen opge
bragt: 1847, ƒ13,756.21, 1843, 34,648.101849 12,127.85.
De waag- en rooigeldenhebben opgebragt: 1847, ƒ6,258.84, 1848,
ƒ8,675.28, 1849, ƒ5,674.23.
Aan diverse inkomsten is ontvangen: 1847, ƒ48,765.45 1843,
ƒ39,293.73, 1849 100,164.25.
De inkomsten van de houtveilingwelke voor Regeringswege aan de
rivier Coppename plaats hebben, bedroegen: 1847, ƒ25,333.99, 1848,
ƒ17,725.49, 1849, 12,414.29.
De begraafplaats- of kerkhofsregtenhebben opgebragt1847ƒ3,790,
1348, ƒ2,023, 1849, ƒ1,737.
Opbrengsten van de Regerings-plantagien. Deze spruiten voort uit de
suiker, melassie, rum en banannen enz., welke van de Regerings-plantagien
Catharina Sophia en Mijn Vermaak worden verkregen. De opbrengst beliep
in 1849 ƒ40,961.64.
Het getal plantagien en bebouwde gronden bedroeg, met inbegrip der
beide Regerings-plantagien, op ultimo December nog slechts 276. Onder
deze telde men 92 suiker-, 82 koffij-, 3 koffij- en katoen-, 7 koffij- en
cacao-, 3 cacao-, 30 katoen-plantagien23 hout-, 1 rijst- en 35 kostgron-
dendie te zamen een getal van 389,382 akkers concessie haddenwaarvan
50,70O) akkers in bewerking. De Regerings-etalilissementen bestaan uit
1°. De plantagie Catharina Sophia aan de Saramakka, welke volgens de
statistieke tabellen van 1 Januarij 1850 eene uitgestrektheid van 2000 ak
kers heeft, waarvan 283 in bewerking. A'an de slavenmagt, op dezelve ten
getale van 246, zijn 169 hoofden lot werken geschikt. De opbrengst van
dit etablissement gedurende 1849 was: aan suiker 630,000 pond, aan proef
houdende rhum '10,530 gallons, aan proefhoudende dram 11,836 gallons,
aan melassie 23,870 gallons, banannen 5,225 bossen, aan maïs 80 vaten;
uitmakende, naar den gemiddelden prijs, door het Gouvernement quartaals-
gewijze voor de heffing van de uitgaande regten vastgesteldeene gelds
waarde van ƒ63,565.41.
2°. De plantagie Mijn A'ermaak, met ccne uitgestrektheid van 1000 akkers,
namelijk: koffij met banannen 15, cacao 5,
waarvan 100 in bewerking