11 IJ IT F\LV xII sc i i e P,e¥|GTK¥.
nadir, bij wijze van verdere proefneming, in stand gehouden, bij besluit j|
dezer Vergadering, te stellen in banden van uwe geachte commissiedie
met het ontwerpen van dat Reglement is belast geweest, met vriendelijke
uitnoodiging daaruit te ligten de verschillende artikelen, die betrekking heb
ben tol de zelfstandige rapporteurs, en de vroegere bepalingen omtrent de
voorloopige beraadslagingen daarvoor in de plaats te stellen, opdat liet gewij
zigd Reglement van Orde voorloopig in werking kunne blijven. Hierover
zal morgen ten 2 ure worden beraadslaagd. Daarna is de zitting opgeheven.
TTelegrajBSsiscI» Sïeivigt. 5 uur 31 min.
Volgens geruchten zou de Minister van Oorlog zijn ontslag hebben verzocht.
De Tweede Kamer heeft haar reglement weder in werking doen treden.
GORINCHEM, 12 Fchruarij.
De Regtbank heeft gisteren L. de Ruyter, Kapt. der stoomboot Admiraal
de Ruyter, varende van Tiel op Rotterdam, beschuldigd van door nalatig
heid en onvoorzigtigheid op den 27sten October 11.liet vaartuig van den
zandschipper D. den Breijen, waarop zich deze, met zijn knecht, huisvrouw
en twee kinderen bevondenhij Papendrechtzoodanig te hebben overvaren
dat het onmiddelijk is gezonken, hij welke ramp de kinderen het leven heb
ben verloren en de knecht is gekwetst, na eene zitting van ruim 7 uren,
hij een zeer gemotiveerd vonnis, veroordeeld tot eenzame opsluiting voor zes
weken en in twee geldboeten als van ƒ25 en van ƒ8 met de kosten.
LEEUWARDEN, 13 Februarij.
Vel leden Zaturdag avond is cene poging tot diefstal in de Bank van Leening,
alhier, gelukkig verijdeld geworden. Een man had zich in het kantoor, j
zonder dat dit bemerkt was geworden laten insluiten. Toen de concierge j
'savonds nog de gewone huiszoeking deed, ontdekte hij den man bij het
licht eener lantaarn. Ilij sloot terstond de deur, ten einde hulp in te roepen,
denkende hierdoor den dief gevangen te hebben. Bij zijne terugkomst met jl
eenen nachtwacht vond men echter niemand. De hinnengedrongene had
door middel van valsche sleutels, zoowel als door het wegschuiven van eenige
grendels, zich reeds uit de voeten gemaakt.
ENCELAN».
LONDEN, 14 Februarij.
In de Kamer der Lords heeft gisteren een lid ophelderingen verlangd en
opgaaf van de hoeveelheid wapenen en buskruid, die in de laatste jaren door
Rritsche handelaren uit Engeland voor de Kaffers was uitgevoerd. De Minister
van Koloniën beloofde het een en ander te zullen geven, en kon niet ont
kennen, dat gewetenlooze lieden zeiven de middelen aan de Kaffers verschaffen
om hunne landgenooten tc vermoorden. Er waren daartegen nu maatregelen
genomen.
Het staatsinkomen heeft in het jaar, geëindigd met den 5dcQ Januarij,
bedragen 52,233,006 en de uitgaven 49,506,610 zoodat er een overschot
van 2,726,396 bestaat. Het saldo in de schatkist op 5 Januarij 1. 1. be
droeg 8,381,637, tegen 9,245,676 op den 5den Januarij 1851.
De bevolking des Rijks bedraagt 20,936,468 personen, van welke
10,192,721 van het mannelijk en 10,743,747 van het vrouwelijk geslacht.
In cene dezer dagen alhier gehouden vergadering van de Koninklijke
Maatschappij van Aardrijkskunde, werd het berigt medegedeeld der ontdek
king door twee Zendelingpredikers in Zuid-Afrika, van een nijver volk in het
zuidoosten van dat werelddeel, veel noordelijker dan het meer Nyamitot
hetwelk de slavenhandel eerst kortelings van de Westkust doorgedrongen
was, dat gemakkelijk van de oostelijke zee langs cene bevaarbare rivier kon ge
naderd wordenzoodat daarmede een handel in Britsche fabriekgoederen ter
verdringing van den slavenhandel, zon kunnen worden aangeknoopt.
BEL.&S
BRUSSEL, 15 Februarij.
In de zitting der Kamer van Vertegenwoordigers van den 12den kwam eene
petitie ter tafel van JIir. R. L. Andringa de Kempenaer, waarin gevraagd
werddat aan de Kamer inlichtingen zouden worden gegeven nopens de
redenen, waarom aan adressant bet verblijf in België werd ontzegd. De Mi
nister van Justitie antwoordde hierop, dat de adressant die redenen wel wist,
en bij daarover aan hem Minister had geschreven, namelijk, dat hij door de
Belgische pers het Huis van Oranje beleedigde. Dit stelde een misdrijf daar,
tegen eene bevriende mogendheid, en wettigde des adressants uitdrijving. De
Kamer ging nopens deze petitie over tot de orde van den dag.
FRANKRIJK.
PARIJS, 15 Februarij.
De President heeft hij besluit de organisatie bevolen van zijn militair-
huis. De Ordonnans-Officieren zullen zonder onderscheid uit al de corpsen
van het leger worden gekozen.
De President heeft maatregelen genomen om het bestendig in Algcrië
blijvend gedeelte der krijgsmagt te vermeerderen.
De inrigting van den Senaat en van den Staatsraad zal overeenkomen
met de gebruiken van het Keizerrijk.
Er zal een Staatsblad worden opgerigtwaarop alle gemeenten zich
moeten abonneren, en hetgeen dienen moet ter vervanging van het Bulletin
des Lois.
De vorige week was de staat der Bank niet gunstig. De hoop op ver
levendiging van handelsbeweging heeft zich nog niet verwezentlijkt.
Uit Toulouse worden op last der Regering, alle Spaansche uitgewe
kenen verwijderd.
Uil de redevoering van den Heer Huizot, hij de Fransche Academie,
in antwoord op die van den Heer de Monlalembcrt gehouden, ontleenen wij
hier (zie ons Nonnner van 11. Vrijdag) liet volgende
Nadat de lieer Guizot eerst had opgehaald, hoe Jiij den lieer de Monlalcm-
bert reeds op zijn 19Je" jaar te Stokholm, waar zijn vader, Gezant was,
had leeren kennen, en hoe hij toen reeds den uitstekenden aanlen- van de
Montalembcrt had bewonderdzijn hoogen ernst van gemoedbij zoo veel
gloed van verbeelding, zijn diep en eenvoudig geloof; zijne jonkheid, die met
onstuimige onervarenheid al den rijkdom zijner natuur deed schitteren, al
hetwelk hem een oorspronkelijk karakter gaf vol aantrekkelijkheid; wees hij
vervolgens op do vele sedert verloopen jaren, hoe de Montalembert een der
ijverigste verdedigers der R. Kerk was gewordenen Guizot Protestant was
geblevenhoe zij dikwijls elkander in het openbaar leven hadden bestreden
maar hoe Guizot dikwijls te midden van dien strijd gevoelde, hoe eene ge
heime overeenstemming hunne wensclicn en pogingen tot hun innerlijk en
hoogste doel, in den grond vereenigde.
Na deze inleiding gaat hij aldus voort
»Het zou mij bevreemdenindien de loop der jaren en de onderwijzing des
levens, op u niet dezelfde uitwerking hadden, als die ik er van heb onder
vonden. Hoe meer ik in het begrip en de ondervinding der zaken der men-
schen en van mij zei ven hen doorgedrongen, zoo veel te meer heb ik tevens
mijne algcmcene overtuiging bevestigd, mijne persoonlijke indrukken meer
kalm en verzacht bevonden. De billijkheid, ik wil niet zeggen de verdraag
zaamheid omtrent het godsdienstig of staalkundig geloof van anderen
heeft plaats genomen en zich uitgebreid naast mijne rust in mijn eigen ge
loof. De jeugd, hare natuurlijke onwetendheid en bartsloglclijke vooroordce-
len maken ons uitsluitend en scherp in onze oordeelen over een ander. Naar
mate ik mij losmaak van mij zeiven, en dat de tijd mij verder verwijdert
van onze slrijdvoeringentreed ik, zonder moeite in eene heldere en zacht-
gestemde waardering van denkbeelden en gevoelens die de mijne niet zijn.
Gij weet het Mijnheer: »In het huis mijns Vaders zijn vele woningen," heeft
onze Heer Jezus Christus gezegdook hier beneden zijn vele wegen voor de
braven midden door de moeiten en duisterheden des levens; en zij kunnen
zich aan den grenspaal vereenigen, schoon zij elkander bij hun vertrek niet
gezien haddennoch ontmoet op den weg.
Gij, Mijnheer, en uw deugdzame voorganger (Droz), zijt er treffende en
schoone voorbeelden van. Nooit misschien hebben twee brave en talentvolle
mannen meer van elkander verschild, en bij hun optreden in het leven, en
gedurende hunne loopbaanen in 't gebruik dat zij langen tijd gemaakt heb
ben van de gaven die God hun had geschonken."
Na aangetoond te hebben wat vurig verdediger de Montalembert was van
de R. Kerkhoe hij tevens de vrijheid voorstondtot dat zijne eigene rede of
het oppergezag der Kerk hem op het gevaar heeft gewezen en hij zich terug
trok en onderwierp, gaat de Heer Guizot aldus voort:
»Wat waart gij ver van elkander verwijderdgij en uw voorganger en bij
uw punt van vertrek en op uwe verdere loopbaanWat verschil van denk
beelden en werken!" Hier wijst de redenaar zulks verder in bijzonderheden
aan en vervolgt: »Maar nu vergeet ik het verledene. Ik sla nu slechts het
oog op het heden, op 'tgeen de Heer Droz was toen hij ons verliet, en op
't geen gij nu zijt, die zijne plaats inneemt. Het contrast is verdwenen, in
plaats van twee mannen zoo verschillend van oorsprong, gewoonten en denk
beelden, zie ik twee mannen die elkander naderen en zich innig aan elkan
der hechten: in godsdienst twee Christenen; in staatkunde twee behouders.
Wat heeft die uitkomst kunnen te weeg brengen? hoe is die herschepping
voltooid? Iloe hebben twee zoo onafhankelijke en regtschapene mannen na
jaren lang, zoo uileenloopend te hebben geleefd, elkander in zulk eene een
heid teruggevonden.
Er zijn tijden die God voor zulke wonderen schijnt te hebben bestemd;
tijden waarin Hijdoor den klank der gebeurtenissendie lessen zijnzulke
stroomen van licht over de menschcn uitstort, dat zoo onze beuzelachtige
zorgeloosheid en onze hoogmoedige hardnekkigheid er geen hinderpalen tegen
opwierpenalle geesten er door zouden verlicht en bedwongen worden. Wij
hebben geleefd, en leven in een dier plegtige tijdstippen.
Het zedelijk en staalkundig leven van Frankrijk heeft zich sedert 15 eeu
wen aan de Monarchie en aan de Christelijke kerk als aan zijn midden- en
brandpunt gehecht.
Het is gemakkelijk om onvolkomenheden en gebreken op te sporenwaarin
die instellingen vervallen zijn; maar dat is slechts het werk van oppervlak
kigheid en dwaling. Alle menschelijke instellingen zijn onvolmaakt; alle
mensclielijke magt begaat foutendat is onvermijdbaarhet is pligt om die
zwakheid in alles te erkennen, en de volken door krachtige waarborgen cr
tegen te verdedigen. Maar dit toegegeven, bestaat toch het karakter en dc
algemeene uitwerking dier instellingen, al heeft men er al de dwalingen
van aangetoond, zal de geschiedenis van Frankrijk er niet om veranderd zijn,
en de Kerk en het Koningschap toch niet minder de beschermende invloed
blijven, die de Fransche maatschappij in zijn roemrijke ontwikkeling hebben
beschermd en geleid."
Na verdere uilweiding over Koning Lodewijk XVI en de Kerk en heider
toestand in 1789; over dc omwenteling zelve, hare beginselen, hare
misstappen en hare gruwelenover de beschouwing daarvan door het over
leden Lid Droz, en over de gevaren die de Heer de Montalembert had geloo-
pen en de klippen, waarop hij zou hebben kunnen stooten door de Kerk tot
uitsluitend bondgenoot van het onbepaald gezag te maken en in voortdurende
vijandelijkheid te brengen met die dierbare en zoo noodzakelijke vrijheden,