LEYDSCHE
COURANT
1852.
\&.-
BINXENLANDSCIIE BERIGTEX.
iUÏi u
&/.F.GEU
N *21.
^\<7>
De Courant wordt Maandag Woensdag en
Vrijdag Uitgegeven Die van Maandag komt WOENSDAG, 18 FEBRUARIJ.
*<i/ 7/t duf/l/t er sfimnn
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, 17 Februarij.
Z. M. heeft benoemd tot Ontvanger der in- en uitgaande regten en accijnscn
alhierden Heer N. G. Servatiusthans Arrond.-Directeur der directe belastin
gen. in- en uitgaande regten en accijnsen te Assen.
Z. M. heeft een pensioen verleend van 153, aan P. de Blauw of de
Blaauw, gewezen portier in liet Iluis van Militaire Detentie bij Leyden.
De N. Rotterd. Cour. van gisteren discht een verhaal op, van eene
bedelaarster die een kind schreeuwen liet, door het bijten van een spinnekop
in een notendop op de huik gebonden.
Die historie werd al sedert eenige dagen onder 'tvolk verteld; de Doctor
zelf echter die dat wreede wijf in zijn huis zou hebben laten komen en
't kind doen ontkleedenweet er niets van Onderwijl gaat nu dat praatje
liet gansche land door en de stem der L. Cour. klinkt hij lange na niet ver
genoeg om bij zijne Landgenooten dergelijke dwaze historietjes onmiddelijk
tegen te spreken. Mogten toch bladen die hier Correspondenten hebben,
toezien dat deze hun niet zulke grollen mededeelen.
De Officier van Justitie alhier, maakt hekend dat gelijk vroeger meer
malen plaats vond, onlangs weder 2 brieven met den post naar het semina
rium Hageveld, onder de gemeente Voorhout, verzonden, schijnen vermist
te zijn; 1 was den 21sten of 22sten Jan. jl.met 1 bankbiljet van ƒ40, uit
Oldenmark in Friesland afgezonden, de ander 2 of 3 Febr. jl. uit Amsterdam
met een muntbiljet van ƒ10, zijnde N°. 122128, waarop de naam des af
zenders II. M. Bannenberg staat aangeleekend. Gaarne zag hij mitsdien in
het algemeen belang de aandacht van alle ambtenaren van justitie en policie
bijzonder op dit muntbiljet gevestigd; zullende iedere mededeeling dienaan
gaande hem aangenaam zijn. {Pol. Blad.)
De jeugdige vrouw, wier lijk vóór eenige dagen in een der vijvers van
het Haag-che Bosch is gevondenwas te Schiedam in het Proveniershuis woon
achtig, genaamd Geertruida M. en naaister van beroep.
Uit Botterdam wordt gemeld, dat eergister avond drie mannen zich
naar het brikschip Abeona begaven, hetwelk op sleephelling, aan het Nieuwe
"Werk aldaar, ligt te timmeren vermoedelijk met het doel om het te beroo-
vcn. liet schip gezwaveld zijnde, was het ruim, waar het doel van hunnen
togt geborgen was, gesloten. Terwijl twee der dieven den waker, die volgens
zijn verhaal overrompeld was, vasthielden, slaagde de derde er, na eenige
moeite, in, om een der luiken te openen. De oogenhlikkelijk uitstroomende
zwavellucht bedwelmde hem echter en deed den dief stikkende naar beneden
storten. Zijne makkershem een gil van smart hoorende slakennamen
de vlugt. Een echter geraakte bij het mede in de boot springenin het
water en verdronk onmiddelijk; zijn lijk is heden morgen opgeviseht. Om
trent het lot van den derden is men onzeker.
De Directeur van Policie van 't 4C district (Noordholland en Utrecht)
heeft dezer dagen onderscheidene circulaires aan de hoofden van policie in
de gemeenten van zijn district gezondenwaarin onderanderen wordt herin
nerd aan het belang voor de openbare orde, dat bedelarij en landlooperij
worden geweerd, waarvan het straffeloos dulden niet alleen ten ongerieve der
ingezetenen strekt, maar tevens eene vruchtbare bron is van zedeloosheid en
grootere misdrijven.
Te Ilendrik-Ido-Ambacht zijn van drie knechts welke zich in eene schuit,
waarin zij gestookt haddenter slapen hadden gelegdtwee 's morgens ge
stikt gevonden, en de derde den dood nabij. Beiden laten vrouwen met
6 en 8 kinderen achter.
Naar de laatste berigten omtrent den staat der rivieren in Gelderland,
was op de Waal, den Neder-Rhijn en den IJssel bij Westervoortgedurende het
laatste etmaaleene belangrijke daling van het water waargenomen. Ook de
Beneden-IJssel was dalende. Langs den geheelen loop van de Maas was het
water sedert den 12de" vallende.
Uit Groningen wordt geschrevendat er eene commissie uit den Raad
benoemd isom ook te dezer stede te onderzoekenwat het beste voor de
stad Groningen zou zijnom of zelve eene fabriek van gazverlichting aan te
leggenof zulks aan bijzondere personen over te latendoor de firma's de
Brnyn en Enthoven waren reeds aanbiedingen gedaan.
'sGRAVENIIAGE, 17 Februarij.
Z. M. heeft benoemd tot Burgemeester der gemeente Stad Almelo, Mr.
A. M. Dikkers; Bathmen, B. Pakkert; Blankenham en Kuinre, J. II. Hart
kamp; Borne, J. Bussemaker Bzn.; Dalfsen, F. H. Baron Mulert; Stad Del
den en Ambt Delden, Mr. R. B. Visser; Denekamp, H. WarnaarsDeventer,
Mr. II. van Loghem; Diepenheim, G. Thin van Keulen; Diepenveen, R. J.
SmijterEnschedéL. ten CateGiethoornF. C. Th. KaempffGoor en
Markelo, W. Götte; Grafhorst, Wilsum en IJsselmuiden, Ch. H. A. Enge
lenberg HaaksbergenII. Verheekden HamJ. A. HeldermanHeino
G. J. G. de Vidal de St. Germain; HellendoornR. Campbell; Hengelo,
G. D. Raedt; Halten, J. Vincent; Kampen, Mr. II. A. Wttewael van Stoet
wegen; Kamperveen, J. D. van Hasselt; Losser en Oldenzaal, Ch. W. Eek
hout Jr.; Oldemarkt, K. Koning; Olst, L. Nilant; RijssenG. J. H. Jans
sen; Schokland, G. J. Gillot; SteenwijkerwoldA. J. Scriverius; Tubbcr-
genTh. E. J. SchaepmanStad Vollenhove en Ambt VollenhoveMr. G. E.
Vos de Wael; WanneperveenJ. II. Kaempff; Weerselo, II. WilminkWier
den, J. W. Putman Cramer; Wijhe, G. Schouten; Zwartsluis, J. van Set
ten; Zwolle, Mr. A. J. Vos de Wael, en Zwollerkerspel, J. Chr. Baron van
Haersolle van Haerst.
Z. K. II. Prins Frederik heeft voor de kerk te Assendelft, eene som
van ƒ300 geschonken.
In de residentie is aangekomende Wel-Eerw. Heer II. D. Lacordairc
beroemd Kanselredenaar en lid van de Orde der Preekbroedersvan Parijs.
De Minister van Financiën heeft van een onbekende onder het postmerk
Utrecht ontvangen ƒ1000 ten behoeve van het Rijk.
De Minister van Marine zal Vrijdag geen gehoor verleenen.
Tweede ïïiumer dee S tuten - f.' eneeu u l.
Zitting van Maandag 16 Februarij.
Na vermelding van eenige ingekomene stukken is aan de orde van den dag
de beraadslaging over het ontwerp, houdende bepalingen omtrent het bouwen
en planten in den omtrek van vestingen.
De Ileeren Blaupot ten Cate, Zijlker en Reinders, hebben de voordragt
bestreden.
De Heer Dirks is er voor, de lieer van Lynden tegen, hij wil niet optre
den om de grondwettelijke magt des Konings, om voor eene behoorlijke ver
dediging des Lands te zorgenof de uiloefening dier magt eenigermale
bemoeijelijken of belemmeren maar de uitvoering van die magt in overeen
stemming brengen met de algemeene beginselen van regt. Spr. heeft twee
hoofdbezwaren als: 1°. het door de Regering aangenomen stelsel nopens de
niet verpligting tot schadeloosstelling in het algemeen; 2®. de toepassing van
dat stelsel op de vestingen na 1814 gebouwd.
De Heer Storm van 's Gravesande spreekt niet als lid der commissie van
rapporteursmaar als lid der vergadering. Hij deelt in het eerste bezwaar
door den vorigen Spr. ontwikkeld.
De Heer van Goltstein verdedigt de voordragt, namens de meerderheid der
commissie van rapporteurs.
De Heer Mackav merkt op dat het hier niet zoo zeer de vraag gold, of de
Regering bevoegd was voor te stellen wat in dit ontwerp is vervat, als wel:
of de ingezetenen verpligt kunnen worden zonder schadevergoeding een zooda
nig offer aan het algemeen belang te brengen.
De Minister van Oorlog verdedigt het ontwerp.
Nadat nog de Ileeren PoortmanWintgens en Jongstra hadden gesproken
zijn de algemeene beraadslagingen gesloten.
Behalve art 21 is er over geen der 60 artikelen afzonderlijk gesproken
doch ten slotte de geheele wet verworpen met 31 tegen 23 stemmen.
Tegen de Ileeren: Anemaet, Hengst, v. Wij lickJespers, v. Zuylen
Meeussen, Mackay, Borret, Groen, HugueninPoortman, Dullert, de Man,
van NispenSloet, Bots, v. Lynden, MetmanLom de Berg. Reinders, v. d.
Veen, Zijlker, v. d. Linden, de Limpens, v. Eek, ten Cate, Westerhoff,
v. 's GravesandeHugenholtzJongstra en Dommer.
In den loop der zitting was door de Ileeren Sloet en v. Dam het volgende
voorstel gedaan
De ondergeteekenden hebben de eer voor te stellenhet gewijzigd Regle
ment van Orde voor de Tweede Kamer der Staten-Generaalbij besluit van
den 7^™ Mei 1851 ingevoerd tot het einde der zitting van 18501851, en