schrijven vastgesteld, hetwelk door de Hceren G. Vrolik, G. J. Mulder, J. van Geuns, IV. Vrolik, Cl. Mulder, J. TV. Ermerins C. J. Glaviraans, J. C. Rijk, A. H. van der Boon Mesch, J. van der Hoeven en C. Pruys van der Hoeven geteekend, aan Z. M. gezonden is. Er wordt de verklaring in gegeven, «dat het steeds de wensch der onderteekenaren zal zijn, in over eenstemming met Zr. M9. verwachting, den werkkring der Academie tot cene krachtige ontwikkeling te hrengenwaardoor zij waardig zij den grondslag te vormen van eene toekomstige instellingwelke ook andere dan alleen na tuurkundige wetenschappen in zich zal opnemen." Aan den Heer Miquelals Voorzitterhebben gemelde Ileeren van hunne toetreding tot de Academie in de volgende bewoordingen kennis gegeven TV ij ondergeteekendenbenoemde leden der Koninklijke Academie van Wetenschappenhebben bezwaren gevonden in het aanvaarden van het lid maatschap dier inrigting, en aan u van onze niet-toetreding kennis gegeven. »Die bezwaren zijn door ons eerbiedig aan Z. M. den Koning in een adres medegedeeld. De even verpligtende als hcusche wijze, op welke de Koning dit adres beantwoord heeft, hij kabinetschrijven van 30 Januarij 11., heeft ons genoopt op ons besluit terug te komen, en ons thans bereid te verklaren aan eene inrigting deel te nemenwier w ijze van ontstaan wij steeds zullen blijven betreurenwier bloei slechts een deel van het heil stichten kanhetwelk het Vaderland van wetenschappenletteren en sclioone kunsten behoeft en verwacht, cn wier pogingen alzoo eenzijdig en gebrekkig blijven, indien zij niet geschraagd wordt door zuster-inrigtingenwaarin andere wetenschappen dan natuur- cn wiskunde vertegenwoordigd zijn. Een doel kan ons slechts vervullen het zij wij ons eerst nu het zij reeds vroeger aan de nieuwe inrigting gesloten hebben bevordering van den bloei des Vaderlands door wetenschappenletteren cn schoone kunstenwant zamen waren wij verbonden aan het Koninklijk Nederlandsch Instituut, eene inrig ting, wier geest, wier strekking voor het Vaderland, mits zij doelmatig ge vestigd en gehandhaafd zij, met hare opheffing niet is verloren gegaan; want die geest blijft voortleven in de harten dergenen, die het voorregt hadden daarvan eenmaal doordrongen te zijn. «Onze toetreding tot eene instelling, waarin slechts een gedeelte vertegen woordigd is van hetgeen in het belang des Vaderlands gebiedend gevorderd wordt, schijne alzoo gcene verandering in onze beginselen, in onze wenschen, in ons streven uit te drukkendie toetreding is het gevolg van den uitge- drukten wensch des Konings, wien wij dankbaar vereeren. «Het is Z. M.die ons tot de nieuwe instelling doet toetreden." Dezer dagen werd door eenen reiziger, van Antwerpen komende, bij zijne aankomst alhier in het Logement bespeurd, dat hij eenen ruwen zwar ten diamant van eene grootc waarde, dien hij los 'in den zak droeg, had verloren. Na vergeefsche pogingen om het verlorene terug te vinden, na zelfs vruchteloos de reis naar Antwerpen te hebben gedaanis eindelijkna verloop van twaalf dagen, de verlorene steen teruggevonden. Hij was, als iels zonder waarde, bij het schoonmaken der spoorwagens op den Rijnspoor weg geworpen, daar later opgeraapt en ter hand gesteld aan den Stations- Chef, die hem ter bewaring had weggesloten. (Hbl.) ZWOLLE, 10 Fehrnarij. Gisteren heeft de Procureur-Generaal bij het hof van Overijssel conclusie genomen in de belangrijke zaak van het domeinbestuur tegen de stad Kam pen, over eene door den staat tegen Kampen ingestelde reclame van gronden, welke in 1811 door aanslibbing uit de Zuiderzee zouden zijn ontstaan. Hij heeft geconcludeerd tot het admitteren van een getuigenbewijs en eene gereg- telijke plaatsopnemingvermits deze zullen kunnen leiden tot beslissing der hoofdvraag, of namelijk die gronden door aanslibbing uit de Zuiderzee en of zij na 1811 zijn ontstaan. De uitspraak is bepaald op 5 April e. k. MAASTRICHT, 9 Februarij. Het Prov. Geregtshof in Limburg heeft heden uitspraak gedaan in de zaak van G. S. Mollinger, beschuldigd van moedwillige brandstichting en bedrie- gelijke opligting. De voorlezing van het arrest heeft ruim 2 uren geduurd. Het Hof heeftin overweging nemendedat er geene volkomen regterlijke zekerheid en dus geen wettig bewijs ten processe aanwezig is, dat de besch. den brand in zijne woning heeft aangestoken hem van die aanklagte vrijge sproken, en heeft hem daarentegen schuldig verklaard aan het misdrijf van bedriegelijke opligting, en hem veroordeeld in eene gevangenisstraf van 5 jaren cn eene geldboete van 1500, maximum der straf bedreigd hij art 405 van het Wetboek van Strafregt en in de kosten van het regtsgeding. De veroor deelde heeft deze uitspraak met zeer veel kalmte en blijkbare onverschillig heid aangehoord. BUITEiMLANDSCHE BERIGTEN. ENGELAND. LONDEN, 9 Februarij. De Regering heeft aan het Parlement stukken voorgelegd betrekkelijk de Kaapkolonie, met eene depêche van den Minister van Koloniën, van den 14den Januarij 11. aan den Gouverneur, Sir Harry Smith, waarin zijne maat regelen afgekeurd en hij van zijnen post ontzet wordt, terwijl voor het ver volg eene nieuwe handelwijze tot beteugeling der Kaffers wordt voorgeschre ven het banen namelijk van groote heirwegen dwars door de digte bosschen waarin de Kaffers thans hunne voornaamste sterkte vinden. Dit plan is door het gouvernement aangenomen op raad van den Hertog van Wellingtonvol gens wien het banen van die wegen wel veel moeite, veel tijd en veel geld zou kostendoch tevens het eenige middel was, om ooit weder vrede in Zuid- Afrika te hebben. Het gevoelen van den Hertog van Wellington heeft in krijgszaken hier te lande een onwraakbaar gezag. Men betwijfelt dan ook niet, dat de Kaffers weerloos zouden zijn, zoodra er dwars door hunne bosschen groote heirbanen aangelegd waren. Maar men twijfelt of dit uitvoerbaar is, en of, zoo het middel met magt van geld en arbeid ware te werk gesteld, het doel zoo groote opofferingen waardig zoude worden bevonden. Het Parlementslid O'Connor is wegens onbetamelijk gedrag in den schouwburg en het toebrengen van slagen aan een' policiedienaardoor de Regtbank veroordeeld tot 7 dagen gevangenschap. De twist tusschen de fabriekanten en werklieden in onderscheiden plaat sen des lands schijnt langzamerhand ten einde te loopen, althans hebben de arbeiders van de fabriek der HH. Mandslay in Lambeth alhier, ten getale van 400 het werk hervat. Er was uit nieuwsgierigheid eene massa volks in den omtrek verschenen, om het werkvolk te zien binnentrekken en er werden eenige kreten van afkeuring gehoord onder hen, die de arbeiders in hun ver zet hadden willen zien volharden; overigens liep alles rustig af. Er ligt thans te Queenstown in Ierland een Fransch vaartuigwaarin 200 tonnen buskruid en 5000 geweren worden geladenzoo men verzekert bestemd voor de Kaffers aan de Kaap de Goede Hoop. BBLGIB. Zondag voormiddag zijn te Zevendonk onder de gemeente Turnhout, op eene eenigzins afgelegene boerderijterwijl man en vrouw afwezig waren twee knapen van 15 en 12 jaren jammerlijk om het leven gebragt en daarna in het water geworpen, terwijl een kind van 2 jaren is gespaard gebleven. De daders zijn ontvlugt zonder iets te hebben medegenomen. Te Turnhout worden alle pogingen aangewend om hen op te sporen. Gisteren zijn reeds 6 personen onder zware verdenking in verzekerde bewaring genomen. FK A.VKI1EJ H. PARIJS, 11 Februarij. De Telegraaph deelde heden middag van daar de volgende benoemingen mede Cambacérès oud Prefect tot Secretaris-Generaal van het Ministerie van Policie. Rolland en Tonnet tot Secretarissen-Generaal bij 't zelfde Departement. Voorts nog negen Inspecteurs-Generaal bij dat Ministerie, onder welke gcene bijzonder bekende namen voorkomen. De Regering zal binnen kort overgaan tot de omsmelting der koperen mnnt, die reeds sedert meer dan 10 jaren in overweging is. Uit een artikel van den Constitutionnel blijkt wat daaromtrent thans besloten is. De tegen woordige koperen munt is versleten en geschonden en daardoor ligter na te makenvan velerlei verschillende soort en stempelen niet naar het aange nomen tiendeelig stelsel ingerigt. De nieuwe munt zal niet van zuiver koper zijnmaar van een mengsel gelijksoortig aan dat der antieke bronzen medail les die sedert eeuwen den invloed van den tijd en van de slijting weerstaan hebben, terwijl de hardheid van het brons tevens het namaken moeijelijkcr maakt. Hoewel de innerlijke waarde van het koper of brons slechts 25 cen times de honderd grammen is, zal het muntstuk van 10 centimes slechts 10 grammen wegendaar een gewigt evenredig aan de metaalwaardehet ge bruik belemmeren zou; de waarborg tegen het namaken zal in fraaije bewer king en zuivere stempeling gezocht wordenzoo zal ook de vernieuwing dezer munt aan de schatkist niets kosten. De thans in omloop zijnde hoeveelheid koperen munt, naar raming 50 millioenschijnt te groot voor de behoefte van het verkeer, daar hier en daar eene premie voor de verwisseling van ko pergeld tegen zilveren munt wordt betaaldde Regering schijnt zich derhalve tot het munten van 40 millioen te willen bepalen. De directe belasting heeft in December 1851, millioen fr. minder opgebragt dan in die zelfde maand in 1850. Naar de menigte jonge groenten te rekenendie hier ter markt worden gebragt, zou men meenen reeds in den zomer te zijn. Aan de overheid alhier is mededeeling gedaan dat binnen 24 uren twee pogingen lot moord tegen soldaten van een der forten nabij de hoofdstad wa ren gepleegd. Men vreest voor eene zamenzweering onder een deel der be volking tegen het leger. Uit de redevoering bij de Fransche Academie van den Heer de Monta- lembert (zie ons vorig nommer) deelen wij hier enkele proeven mede Gewagende van het werk van zijn' voorganger: «Geschiedenis der Regering van Lodewijk XVI, in die jaren dat men de Fransche omwenteling had kunnen voorkomen of leidenzegt de RedenaarDroz meende dat hij slechts eene geschiedenis schreef; hij vond zich in moeilijkheid gebragt door een onderwerp van zijnen tijd. Toen vóór eenige jaren een roemruchtig perso- naadje, tot eene der Klassen van het Instituut sprekende, zich van deze uitdrukking bediende: «De Fransche omwenteling duurt nog voort...", herinner ik mij de beweging van verwondering en ongeloovigheiddie dit zeg gen bij het publiek veroorzaakte. Men geloofde toen dat de omwenteling geëindigd was; vele hielden met 1830 haar werk voor gansch voltooid. Zoo was het steeds sedert 1789; bij ieder te boven gekomen crisis, iederen dag, zeide en meende men dat de omwenteling was geëindigd. Wij kennen heden de nietigheid dier begoochelingen. Wat onze vaderen en wij, voor 'tgeheel des werks hieldenwas er slechts een hoofdstukeen enkel punt van. De revolutie heeft haren loop genomen, zij heeft zich nog eens vertoond om alle opvattingen te boven te gaande voorzigtighcid zoo wel als de stout-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 2