het noodzakelijk is, voor ultimo December van het jaar 1854 de gekapita
liseerde schuld aan de Nederlandsche Handelmaatschappij geheel af te lossen."
Wsveede Kamer der Sta te n -Gien e r a a
Zitting van Vrijdag 6 Februarij.
In deze zitting is ingekomen eene Kon. boodschap ten geleide van 10 ont
werpen van wet tot het verleenen der hoedanigheid van Nederlander aan even
zoo vele personen. Drukkenronddeelen en verzending aan de afdeelingen.
Daarna zijn de beraadslagingen voortgezet over de jagtwet. Men is gevor
derd tot het laatste of 54ste artikel. De Minister stelt echter daarvoor een
nieuw artikel in plaats, met het oog op het beklemregt in de Prov. Gronin
gen. De beraadslagingen daarover worden tot morgen verdaagd.
Zitting van Zaturdag 7 Februarij.
In deze zitting is het nieuwe art. 54 der jagtwet, na beraadslaging
goedgekeurd, nadat een amendement van den Heer Ypeystrekkende om
de 2C alinea van dat art. te doen vervallen (betrekkelijk het beklemregt)
was verworpen met 33 tegen 21 stemmen. Nadat art. 55 was goedge
keurd zijn de beraadslagingen over het ontwerp ten einde gebragt. Het
ontwerp is met 47 tegen 12 stemmen aangenomen. Tegen de Ilecren v. Dam,
v. Heiden Reinestein, Hoffman, v. Zuylen v. Nyevelt, v. GoltsteinGroen
v. Prinstercr, v. d. Linden, Mackay, v. d. Ileyden, Ypey, Taets v. Ame-
rongen en v. Lynden.
Daarna zijn de beraadslagingen geopend over het ontwerp van wet no
pens de Amortisatie van schuld.
De zitting duurt voort.
NI EU AVE DIEP, 5 Februarij.
Heden middag is alhier door eene loodsboot aangebragt de equipage, be
slaande uit drie man, van bet kofschip de Twee Gebroeders, Kapt. Baumann, j
van Leer met eene lading haver naar Londen bestemd. Bedoelde kof was
door eene Deensche brik, Dannebrück genaamd, zoodanig aangezeild, dat de
equipage door laatstbedoeld vaartuig moest worden opgenomen. Gezegde kof J
schijnt daarna in de Eijerlandsche Gronden te zijn vervallen en is, zoo als i|
reeds gemeld werd, geheel verbrijzeld en zijn slechts enkele zeilen en eenig
touwwerk daarvan kunnen geborgen worden. I
taal der dagbladpers in het begin dezer eeuw belet had dat de in Amiens tot
stand gebragte vrede lang duurde. Hij verheugde zich dat Lodewijk Napoleon,
met Engeland door verblijf aldaar beter dan zijn oom bekendde stem der
Engelsche dagbladpers van de publieke opinie en van het gevoelen der Brit-
sche Regering zoude weten te onderscheiden. Hij twijfelde niet aan de vre
delievende bedoelingen van den President, en hoopte dat men bem niet door
aanwakkering van oude volksveetcn het bewaren des vredes moeijcijk zoude
maken. Schier algemeen werd in beide Huizen deze berisping der dagblad
pers door de leden uitdrukkelijk of door toejuiching beaamd.
Dc noodzakelijkheid van toerustingen tot betere weerbaarheid des lands,
werd door geen der leden betwistal zag men ook geen dadelijk gevaar van
oorlog, hij de mogelijkheid daarvan achtte men het pligt den staat van En-
gelands verdedigings-middelendie in vergelijking met andere landen zoo
achterlijk was, te verbeteren; de Vereenigde Stalen zelfs, hoe weinig ook
voor oorlogsgevaar blootstaande, hadden, zoo als een der Ministers deed opmer
ken, eene militie van meer dan 1,500,000 man. Ook de woordvoerders der
oppositie verklaarden zich bereid, aan de Regering de noodige geldmiddelen
voor betere krijgstoerusting te verleenen.
De Times meldt dat dc toeneming der briefwisseling ten gevolge der
portverlaging thans zoo ver gekomen is, dat de onzuivere opbrengst der pos-
terij het hoogste bedrag te boven gaat, hetwelk zij vóór de posthervorming
ooit bereikt heeft. Het blad voegt er bij dat de zuivere opbrengst, bij de
groote vermeerdering der uitgaven voor het brievenvervoer, nog in langen tijd
eene zoo gunstige uitkomst niet zal opleveren.
FRANKRIJK.
PARIJS, C Februarij.
Do Moniteur bevat een besluit van den President waarbij de wets
bepalingen die de oprigting van godsdienstige vereenigingen en genootschappen
van vrouwen belemmeren, grootendeels worden opgeheven, om reden dat het
in het belang des volks dienstig isde wettelijke erkenning der godsdienstige
vrouwenvereenigingen, die zich aan de opvoeding der jeugd en aan de ver
pleging van onvermogende zieken toewijden, gemakkelijk te maken.
De Regering, verlegen met het heirleger zoogenaamde staatsgevangenen,
heeft de Prefecten aangeschreven om terstond diegenen in vrijheid te doen
stellen, die huns oordeels alleen misleid waren geworden en zonder gevaar
voor de openbare veiligheid konden worden ontslagen. Dan zullen er nog
overblijven, ten opzigte van welke insgelijks een snelwerkend besluit dient
genomen te worden. De uitspraak over deze wil de Regering in elk depar
tement opdragen aan eene regtbankzamengesteld uit ambtenaren van onder
scheiden klassen, die, zich nabij het tooneel van het gebeurde bevindende,
daarover met juistheid kunnen oordeelen. Ten einde de uitspraak dezer
departementale Commissien geheel vrij zij, wordt het aangevangen onderzoek
gestaakt, en de stukken aan die Commissien afgegeven. De Prefect van het
departement, de bevelvoerende Hoofdofficier en Procureur-Generaal of Procu
reur der Republiek in de hoofdplaats van elk departement, zullen de Com
missie van onderzoek uitmaken. Zij zal, uiterlijk vóór het eind der loopende
maand, omtrent de beklaagden beslissen tot vrijstelling, of tot verwijzing
naar den krijgsraad, tot overbrenging naar Cayenne of naar Algerië, tot uit
zetting uit Frankrijk of kortstondige verwijdering van het grondgebiedtot
gedwongen verblijf in een bepaald oord, tot verwijziging naar de correction-
nele policie, of eindelijk tot plaatsing onder toezigt de rijks-policie. De
overbrenging naar Cayenne zal alleen wegens moord of poging daartoe en
tegen reeds crimineel gevonnisden worden uitgesproken. Deze maatregel is
echter op Parijs en het overige der eerste militaire divisie niet toepasselijk.
Omtrent de organisatie van het Ministerie van algemeene policie, welks
uitgebreide magt geene algemeene goedkeuring schijnt te vinden zegt de
Patrie: »De publieke opinie heeft deze nieuwe instelling juister dan eenige
dagbladen beoordeeld; zij heeft begrepen dat het staatsgezag voortaan in het
burgerlijke een even krachtig en bewonderenswaardig hulpmiddel zal heb
ben als het in het krijgswezen door de rangordening, de krijgstucht en de
eenheid des legers bezit; zij heeft dit veelomvattende plan van verdediging
en behoud met erkentelijkheid en eerbied begroetals eene welbedachte en
noodzakelijke vernieuwing eener instelling van een glorierijk tijdperk. Al
te lang hebben de elkander opgcvolgende regeringen hier te lande in negali-
ven geest gewerkt en zich bepaald tot voorkoming van het kwade, zonder
het goede voort te brengen. Hoeveel goed zaad is niet verloren gegaan bij
gemis van een weinig bescherming cn behartiging van de zijde des gouver-
nements. De oprigting van een Ministerie van algemeene policie breekt met
dien ouden slendergang; zij is niet alleen een doodelijke slag voor alle te
genwoordige cn toekomstige pogingen tot volksberoering, maar zij wijst de
blijken van vaderlandsliefde en deugd aanwaar zij zich maar voordoen
zij lokt de edele daden uitzij prikkelt den wil tot het goedezij brengt
alle nuttige pogingen aan het licht; zij roept de tusschenkomst der over
heid in, allerwege waar die voor de grootheid en de welvaart der natie noo-
dig is, waar gelegenheid is om op de regte wijze, dat is door wel te doen,
de volksgunst voor het gouvernement te winnen. Is er, om een land als
Frankrijk te regeren beter middel dan het onophoudelijk te raadplegen in
alles waardoor het zijne denkwijze en zijne behoeften aan den dag legt."
Een Correspondent in de Brusselsche Indépendancevermeldende dat
een artikel van het besluit ter reorganisatie van het Ministerie van Policie
aan de Inspecteurs-Generaal gelast, om vooral valsche tijdingen tegen te
sprekenverhaalt dat hij met een oud ambtenaar van het Keizerrijk over dat
onderwerp sprak, en dat deze zeide dat zulks eveneens toen ter tijd plaats
had, en haalde een zeer vertrouwelijken rondgaanden brief aan de Prefecten
van den 25sten October 1810, voor den dag, waarvan er welligt geen drie
exemplaren meer bestaanvan den Hertog van Otrante, J. Foucher, het beruchte
hoofd der policiewaarbij deze de prefecten aanschrijftdat hij ten einde het
verspreiden van valsche geruchten tegen te gaan, ze niet zal tegenspreken in
de officiële bladenmaar hun wekelijks brieven zal zendenmet tijdingen
waarvan zijzonder die brieven aan te ludenin hunne betrekking en
omgang konden gebruik makenen gaat dan over om te vertellen dat de
verheffing van den Prins van Ponte-Corvo tot Koning van Zweden een ver
zinsel is; dat men spreekt van een oorlog met Rusland, waarmede Frankrijk
in de beste verstandhouding staat. A'oorts weidt hij uit over de Spaansche
zaken cn schrijft dat de oorlog in Spanje allergunstigt staat. Daarna weder-
legt hij dat men papieren-geld zon willen makendat de geldmidddelen
geen nieuwe belasting noch papier behoevendat er steeds 100 millioen in
voorraad in de schatkist is, en verklaart de meeste der geruchten, die hij
tegenspreekt, voor praatjes van onwetenden en ledigloopers.
De troonrede van de Koningin van Engeland, die den 3tcnte 2f ure
was uitgesprokenwerd door den onderzeeschen telegraaph dadelijk overge
maakt en was hier te 4 ure reeds gedrukt en rondgedeeld.
De expeditie naar Algiers zou uit 17,000 man bestaan, onder bevel
van den Generaal Randon.
SPANJE.
MADRID 2 Februarij,
Volgens eene telegraphisch tijding van daar was cr dien dag een moordaan
slag op de Koningin gesmeed bij haren eersten kerkgang na hare bevalling.
BUITENLANDSCIIE BERIGTEN.
ENGELAM®.
LONDEN, 5 Februarij.
Lord John Russell heeft in de zitting van het Lagerhuis, nadat het adres
van antwoord op de troonrede aangenomen was, tc kennen gegeven, dat het
ontwerp betrekkelijk de Parlementsliervorming Maandag den 9,lcn dezer door
hem zou worden ingediend.
Voorts heeft hij korte maar belangrijke inlichtingen gegeven omtrent de
aftreding van Lord Palmerston. Daaruit bleek dat hij gemeend had de verwij
dering van Lord Palmerston uit het Ministerie te moeten aanraden, omdat
deze aan den Franschen Gezant, Graaf AValcwskizijne volledige goedkeuring
van den coup d'état van den 2lll:n December betuigd, en in dezen gehandeld
had zonder vooraf het welmeenen der kroon te hebben gevraagd. Lord Pal
merston heeft toegegeven dat hij het bedoelde gesprek gehouden had, maar
den officiëlen aard er van ontkend.
Voor het overige heeft Lord John Russell verklaarddat Prins Lodewijk
Napoleondoor zoo te handelen als hij den 2den December gedaan heeftde
belangen van Frankrijk allezins bevorderd had.
De Ministers hebben in beide Huizende bittere cn heftige uitvallen
gelaakt der meeste Engelsche dagbladen tegen de tegenwoordige Fran-
sche Regering, als niet zelden onredelijk en altijd nutteloos, ja gevaarlijk
van strekking. Lord John Russell herinnerde, dat zoodanige verbitterende