BUITENLANDSCBE BERIUTEN.
ten zeer dringende gevallen daartoe zijn overgegaan, hetgeen voor de zoo
even genoemde provinciën door onsvoor de andere door Gedep. Staten wordt
verklaardkomt de schadeloosstelling ten laste der gemeentekas.
In elke provincie worden door Gedep. Staten zooveel Veeinspectenrs aange-
„steld, als, ter behooorlijke uitvoering dezer wet, blijken noodig te zijn.
Zij zijn, vergezeld van een dienaar der poiicie, bevoegd, ter uitoefening
hunner functie, alle stallen, weiden of andere verblijfplaatsen van vee binnen
te treden.
De bezoldigingen der Veeinspecteursdoor Gedep. Staten te bepalenkomen
ten laste der provincie, de overige kosten van uitvoering dezer wet, ten laste
der gemeente.
De overtredingen worden met gevangenisstraf van 7 dagen tot 2 maanden
en geldboete van 25 tot 200 guldente zamen of afzonderlijkgestraften
gelden ook hendie de merkteekenen hebben weggenomenvernietigd of
onkenbaar gemaakt, die beenderen of andere overblijfselen van begraven vee
hebben opgedolven, verkocht of verbruikt, of de Veeinspecteurs in hunne
ambtsverriglingen belemmerd.
In de Memorie van Toelichtingwordt onder anderen gezegddat rijpe
overweging van bet gewigtig onderwerp eindelijk de Regering geleid beeft
tot bet tegenwoordig voorstel van wet, waarvan bet hoofddoel is, verspreiding
der smetstof, bij alle besmettelijke veeziekten door gestrenge afzondering van
besmet en verdacht vee, tegen ie gaan.
Het waarmerken van besmet cn verdacht vee is bet eenig middelwaar
door de naleving van bet gebod tot afzondering kan worden verzekerd, en
bet openlijk aanduiden der besmette plaatsen, zal het best het middellijk
voortplanten der smetstof beletten terwijl ook bet hersteld veedoor een
afzonderlijk waarmerk, kenbaar zij, opdat de eigenaar daarmede, zonder
eenige belemmering, kunne bandelen naar goeddunken.
De verpligting om bet gestorven vee te begravenbehoeft wel geene ver
dediging. De noodzakelijkheid der toepassing van dit gebod op afgemaakt
vee scheen meer betwistbaar. Er zijn er immersdie beweren dat het vleesch
van longzieke runderen aan de gezondheid van den mensch niet schadelijk
is. Het schijnt een erkend feitdat zoodanig vleesch tot dusverreals
voedsel dikwijls is en nog wordt verbruikt en dat stellige bewijzen van na
deel daardoor toegebragtontbreken. Het Gouvernement acht dezen grond
slag, waarop alléén bet genoemd beweren steunt, niet hecht genoeg om,
daarop voortbouwendehet bedoelde vleesch ter beschikking van den eigenaar
te laten, terwijl de beste schrijvers over gezondheidspolicie het verbruik van
vleesch van ziek vee, in bet algemeen, ontraden. De verspreiding der be
smetting door middel der uiterlijke bekleedselen schijnt, na enkele ziekten,
met inachtneming van de noodige voorzorg, niet te duchten. De bepaling
dat onder toelating van den Inspecteur de huid aan den eigenaar kan gela
ten worden komt wenschelijk voorten einde nietzonder noodzaakeene
niet onbeduidende waarde te vernietigen.
AMSTERDAM, 31 December.
In de vergadering van bet committé van het Kon. Nederl. Instituut van
AVelenschappenLetterkunde en Sclioone Kunstenden 22sten dezer alhier
gehouden, is vastgesteld bet volgende adres aan Z. M. den Koning:
Sire De leden en correspondenten van bet Koninklijk Nederlandsche
Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten, voor de
laatste maal vergaderdhebben de Eer Uwe Majesteit biernevens het verslag
aan te bieden hunner werkzaamheid sedert de 34ste algemeene vergadering,
gehouden den 3ien April 1850.
Elk hunner ontving, onder dagteekening van 27 October 1851, met be
geleidende missive van den Minister van Binnenl. Zakeneen afschrift van het
Kon. besluit, waarvan het eerste artikel luidt: liet Koninklijk Nederlandsch In
stituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunslen wordt ojigeheven.
Zij hebben van dit besluit kennis genomen, en onderwerpen zich daar
aan met betamenden eerbied.
«Heeft Uwer Majesteits Regering de voorkeur gegeven aan eene slooping
van het Instituut boven eene reorganisatie, door baar toegezegd, en door bet
Instituut verlangd maar niet verkregen, zoo blijft bun niets over dan daarin
te berusten.
«Aan zich zelve echter zoowel, als aan bunnen Koninklijken Bescherm
heer, aan de Natie, aan de geleerde Wereld, en meer bijzonder aan hunne
buitenlandscbe medeleden meenden zij verschuldigd te zijn, door eene eenvou
dige optelling van feiten te doen blijkendat de vier Klassen van bet Insti
tuut eendragtig en zonder wankelen de rigting hebben gevolgd, door de han
delingen van 6 December 1848 aangewezen, en hunne bereidwilligheid heb
ben getoond, om mede te werken tot eene ook door de Regering gewensebte
en herhaaldelijk toegezegde hervorming dezer rijks-instellingwaartoe sommi
gen hunner zelfs den leiddraad hebben aangegeven. Zij bragten deze feiten
in nevensgaande memorie bijeen.
«Uwe Majesteit gelieve baar met bet verslag der werkzaamheden goed-
gunstiglijk aan te nemen.
«Terwijl de leden en correspondenten des Instiluuts met innig leedgevoel,
ook voor den glans Uwer Majesteits regering, betreuren, dat hunne pogingen
slechts geleid hebben lot den val eener instelling, die gedurende bijna de
helft eener eeuw den storm der omwentelingen had verduurd cn waaraan de
beroemdste geleerden en kunstenaars in bet buitenland bet zich tot hooge eer
rekenden verbonden tc zijn, eindigen zij met den wenscli dat, zoo al de
band tusschen Wetenschap en Kunst moge verbroken zijn in de vertegenwoor
diging, welke bet Instituut daarvan aanbood, het behoud echter daarvan
elders, en de zorg bierdoor voor de verstandelijke krachten des Volks, daarom
niet mogen ophouden een deel te zijn van de Staatszorg der Nederlandsche
Regering."
Eene bij dit adres gevoegde Memorie bevat eene uitvoerige opgaaf van het
geen sedert November 1848 tusschen het gouvernement en het Instituut is
voorgevallenmet betrekking tot de vermindering van liet Rijkssubsidie en
ten aanzien van eene hervorming der instelling.
Van deze memorie zal eene vertaling in bet Fransch vervaardigd en daar
van een afdruk aan de buitenlandscbe Geassocieerden en Correspondenten toe
gezonden worden.
Voorts blijkt uit een verslag der laatste handelingen van het Instituut, dat
in de buitengewone vergadering van 15 December jl. eene Commissie benoemd
is, om te zijner tijd de eigendommen des Instituuts af te geven met de ver
klaring, «dat men een Koninklijk besluit eerbiedigende, dit doet zonder
krenking der regten van ben, die later mogten blijken billijke aanspraak te
kunnen maken op eenig van die eigendommen."
In 1851 zijn alhier uit zee aangekomen 1877 schepen teven 1962
in 1850.
Alhier zijn thans de hoofdpoortendes avond en des nachts, alsmede
bet hek bij de Nieuwe Stadsherberg open; de andere poorten worden met
middernacht gesloten.
SOEST, 29 December.
In de afgeloopene week beeft de commissie van weldadigheid dezer ge
meente namens II. M. de Koningin-weduwe der Nederlandenwederom de
zeer aanzienlijke uitdceling gedaan van 150 mannen- en vrouwen-hemden
benevens een gelijk getal jongens- en meisjes-hemdenen even zooveel paren
koussen en klompen voor de behoeftige kinderendie voor rekening van II. M.
onderwezen worden. Twaalf ouden en armoedigen ontvingen bovendien ieder
een deken.
BELGIË.
BRUSSEL, 31 December.
Tusschen onzen Gezant en den Minister van Buitenl. Zaken te Berlijn is
een nieuw handelsverdrag tot stand gebragtdat morgen in werking zal
komen.
Het besluit van de Eerste-Kamer der Staten-Generaal in Nederland
om bare beraadslagingen over het handelslractaat met Belgie vooreerst te
schorsen heeft bier nog al indruk gemaakt. Tewijl de Afgevaardigden reeds
hunne zitting tot het laatst van .Januarij hadden verdaagdis deze aangele
genheid gisteren al dadelijk in de zitting van den Senaat ter sprake gebragt.
Omdat de beraadslaging van de Nederlandsche Eerste Kamer met geslotene
deuren heeft plaats gehadmeende de Minister van Buitenl. Zaken nader te
moeten afwachten op welken grond het genomen besluit tot schorsing ge
vestigd wras; maar bij dacht niettemin, dat dit besluit geene reden hoege
naamd kon opleveren aan den Belgischen Senaatom de zijne niet voort
te zetten.
De Senaat beeft daarop het besluit genomen omzonder zich verder te
verbinden, bet verdrag naar de commissie voor de buitenlandsche aangele
genbeden te verzenden. Daar echter reeds morgen het verdrag in werking
zoude hebben moeten komen en het ook alhier van belang wordt gerekend
dat er geene belemmering in bet wederzijdsch verkeer plaats hebbeheeft
men deswegens inlichting gevraagd cn beeft de Minister van Buitenlandsche
Zaken verklaarddat het kabinet van 's Gravenhage zich genegen bad be
toond om den termijn tot den eersten Februarij te verlengenen dat in
middels te vereischte instructien aan de grens-kantoren zouden worden gege
ven opdat de handel zoude weten, waaraan bij zich te houden beeft.
Er komen hier nog gedurig personen uit Frankrijk overwelke er vóór
den 2dcn Dec. hoog geplaatst warenzij zullen zich bier vooreerst op een' zeer
burgerlijken voet vestigen.
Victor Hugo, die ouder den naam van Ganvin bier zijn verblijf hield,
is door de poiicie gevangen genomen en voor den Procurer des Konings ge
bragt, bij wien hij beweerde, met eenen valschen pas te hebben moeten
vlugten, omdat hij als lid van bet Comité van verzet te Parijs, zeker ge
vangen zou zijn genomen.
FRAWÏiltfjrïi.
PARIJS, 30 December.
De President tracht bet Keizerlijk bewind na te volgenbetreffende de
concentratie van de hoofddirectiëndaar alles wat jaarlijks in de schatkist
wordt gestort, slechts door éénen ambtenaar zal bestuurd worden. De Presi
dent heeft door bet vereenigen van twee hoofddirectiën een blijk gegeven van
zijne zucht, om een stelsel van belasting, hetgeen in bet naauwste verband
staat met de welvaart en den voorspoed des lands, standvastig te blijven
handhaven.
Op de receptie van 1. 1. Maandag beeft men vele Republikeinen opge
merkt, die plotseling Bonapartisten zijn geworden. Die receptiën zullen
ondertusschen zoodanig worden gewijzigddat er regtens alleen leden van
het Corps Diplomatique en hooggeplaatste ambtenaren zullen worden toegelaten.
De stad Parijs zal aan den President den 4deu Jannarij op bet Raad
huis een groot feest geven.