LEYDSCHE COURANT. YRIJDAG, 2 JANÜARIJ. BIMENLANDSCI1E BERIGTEN. I Vee, te dier zake afgemaakt of gestorven, moet, in tegenwoordigheid van I een dienaar der policie, worden begraven nadat de uiterlijke bekleedselen I onbruikbaar zijn gemaakt. Indien de Veeinspecteur verklaart dat daartegen I geen bezwaar bestaat, kunnen de uiterlijke bekleedselen, onder de noodige I voorzorg, ter beschikking van den eigenaar worden gelaten. I Besmet of verdacht vee wordt, op publiek gezag, niet afgemaakt, noch I worden andere besmette of verdachte voorwerpen op dat gezag vernietigd, I dan na, bij gebreke van minnelijke schikking, te zijn onteigend op de wijze I voorgeschreven bij de artt. 6972 der wet van 28 Augustus 1851. I Tot die onteigening wordt in provinciën waar geen provinciale belastingen I tot bet te keer gaan der besmetting worden gelievendoor Gedep. Staten I geen besluit genomen ten ware door ons zij verklaarddat bet gevaar slechts I voor hunne provincie in het bijzonder te duchten is. De Courant wordt MaandagWoensdag cn Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt vil Zaturdag Avond. iS S: De Prijs der Courant is f\'i in het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN, 1 Januarij. Den 2den zal voor het Prov. Geregtshof in Zuidholland de zaak behan- I deld worden van R. Suiker, oud 25 jaren, laatstelijk gevangene in de inili- I taire strafgevangenis onder Oegstgeestbeschuldigd van op 26 Aug. in gen. I gevangenis den hellebardier W. Bezie en den bewaarder P. van Dijk, terwijl deze in eene der werkzalen dienst deden, moedwillig met een mes verwon- I dingen te hebben toegebragt, die bloedstortingen, en ten aanzien van laatstge- I melde, den dood binnen 24 uren hebben ten gevolge gehad. De besch. was I reeds vroeger tot de straf des doods met den kogel veroordeeld, welke straf I is verwisseld in die van 7 jaren kruiwagenslraf en vervallen verklaring van I den militairen stand. Het is voor ons Nederlanderszegt bet Handelshl.eene zeldzame ver- I schijning, wanneer bet buitenland zich onpartijdig en regtvaardig jegens ons I betoont. Het is daarom streelend voor ons gevoel eene omstandigheid te I kunnen vermelden, waarin die onpartijdigheid ons niet wordt ontzegd. Twee I Fransche schrijvers van naamde Heeren Mery en Gerard de Nervalhebben I een tooneelspel in vijf bedrijven geschreven, hetwelk te Parijs veel opgang I maakt en groolen toeloop vindt. Dit tooneelspel voert ten titelVImagier I de Harlemen deze imagier is geen ander dan onze onsterfelijke Laurens I Coster, en bet gehcele drama beeft tot hoofddoel om te bewijzen, dat Coster I de eerste uitvinder der boekdrukkunst is geweest. De schrijvers erkennen de verdiensten van Guttenberg en anderen doch deze zijn slechts geweest voort zetters yan het groote werk, dat Coster tot vader bad. De Utrechtsche Hoogleeraar Mr. G. W. Vreede deelt in de Utr. Cour. van gisteren eene bijdrage mede tot de geschiedenis der Russische schuld. Uit bet vierde deel der door den geleerden Arcbivarius Pertz, uit echte bron- j nen bewerkte levensbeschrijving, van den Pruissiscbeu en ook Russischen Staatsman v. Stein, blijkt, dat Noord-Nederland aan die schuld vreemd is. Deze toch werd bij de conventie van 19 Mei 1815 op ons rijk gelegd zoo lang België er toe zou behooren. Oorspronkelijk was Engeland in 1812 met die schuld belasten in 1830braken R-usland en de overige groote Mo gendheden, bij het protocol van 20 December af, wat ze in 1815 hadden opgebouwdzonder zich aan eenig tractaat jegens den Koning der Nederlan den gebonden te achten; en nu vraagt de Hoogleeraar: wat Noord-Nederland sedert hel, den lsten October 1830 voltooid verlies van Belgie en al de in komsten daarvan, met al die veranderlijke plannen gemeens beeft, en meent dal de Conventie van 30/18 Augustus 1850. door het licht dat de tijd er sedert een half jaar op heeft geworpenniet wint. Het bedoelde werk heeft ten titel: Das Lehen des Ministers Freihernn von Steinvon G. H. Pertz. Yierter band 1814, 15. Berlin 1851, en bevat 756 bladz. 8°. 's GRAVENHAGE1 Jannarij. Z. M. heeft den Minister van Binnenl. Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad der Ministers, den Heer Mr. J. R. Thorbecke, bij besluit van gisteren benoemd lot Commandeur der Orde van den Nederl. Leeuw. Z. M. heeft benoemd bij bet wapen der Infanterie, bij het 5^ regement, tot lsten Luitenant, naar ouderdom van rang. den 2llel1 Luitenant L. Mulder, van het lste regement van het wapen, thans gedetacheerd bij de Koninklijke Militaire Akademie, met bepaling dat hij ook in zijnen nieuwen rang bij die inrigting gedetacheerd zal blijven. Z. M. heeft aan Mr. C. Lcclercq, Referendaris bij het Depart, van Buitenl. Zakenvergunning verleendom de Ridderorde van S'. Mauritius en Sb Laza rus aan te nemen, hem door den Koning van Sardinië geschonken. Verscheidene particulierenmilitairen en ambtenaren zijn op voordragt ■van Z. K. H. den Prins Stedehouder van Luxemburg, door den Koning Groot hertog benoemd zijn tot Commandeurs en Ridders der orde van de Eikenkroon. Ten gevolge der benoeming van Mr. P. Gouverneur tot Kantonreg- ter te Breda, houdt die Heer op lid van de Tweede Kamer der Stalen- Generaal te zijningevolge art. 91 der Grondwet. Mitsdien zullen de kiezers van het hoofd-kiesdistrict Tilburg eerlang worden bijeen geroepentot het doen eener keuze tot lid van de Tweede Kamer. Z. K. H. Prins Frederik heeft eenen onrustigen nacht gehaddoch be vindt zich iets beter. De Minister van Marine zal Vrijdag geen gehoor verleenen. Volgens bepaling van den Minister van Justitie zal met 1°. Januarij, van wege zijn depart.een Algemeen Policiehlad voor het Koningrijk der Nederlanden worden uitgegeven, welke ƒ2.50 zal kosten, en waarin alle besluiten, aanschrijvingen, kennisgevingen, signalementen enz., de dienst der Rijks-Policie betreffende, zullen worden opgenomen. Men weet dat er tusschen Frankrijk cn Spanje sints 1823 een geschil bestond, wegens schadevergoeding ter zake van in dat jaar aangehouden sche pen. Gemelde Staten kozen onzen Koning tot scheidsman, en Z. M. nam die taak op zich. Dien ten gevolge heeft de Heer Leclercq, Referendaris bij het departement van buitenl. zaken, een rapport over de aanhangige kwestie opgemaakt en thans aan den Koning onderworpen. Thans is alhier in het licht verschenen de zeven en twintigste jaargang van den Nederl. Residentie- en 's Gravenliaagschen Staats-Almanak voor 1852. In dit jaarboek zijn opgenomen de opgaven nopens de Vorste lijke Huizen in Nederland en in Europa; de Staats-Ambtenaren en Hooge Collegien, Departementen van Algemeen bestuur, de Gezanten, Consuls en Agenten van en in NederlandGewestelijke en Plaatselijke besturen des Rijks (waarbij eene lijst voorkomt van de leden van alle Staten der provinciën), het Regtwezen in Nederland en in Indië; voorts de Notarissen in het Rijk; Burgerlijke en Militaire besturen in Indië, enz. Inzonderheid vestigt men de aandacht: 1°. op de rubriek: Middelen van vervoer en op de belangrijke en hoogstnuttige mededeelingenwelke daarbij worden aangetroffen, betrekkelijk de Brievenposlerijgeheel en al ingerigt overeenkomstig de nieuwe wettelijke verordeningen op dat onderwerp, waarbij gevoegd is de voor het dagelijksche gebruik zoo hoogstdienstige Portlijst en de geheel nieuwe inrigting van 1°. Januarij 1852, van de Postzegels; 2". op de nieuwe regeling van bet Ge meentewezen waarvan de rubrieken dit jaar eene bijkans gehecle omwerking hebben moeten ondergaan; 3°. op de opgaven nopens de inrigtingen voor kunsten en wetenschappen, handel cn nijverheid, enz. Ook thans is dit jaarboek verrijkt met de jongst bekend geworden statistieke opgaven over de bevolking en uitgestrektheid des lands en van zijne koloniënover den han del landbouwscheepvaartonderw ijsarmw ezengeregtelijke statistiek geldmiddelen, enz., voor al betgeen men doorgaans de officiële bronnen ge raadpleegd en de meeste zorg aangewend heeft, om duidelijkheid aan naauw- keurigheid te paren. Bij de Tweede kamer is ingekomen een Ontwerp van Wet ter regeling der policie ten aanzien van besmettelijke Veeziektenbehelzende hoofdzake lijk de volgende bepalingen: Die vee onder zich heeft, door eene besmettelijke ziekte kennelijk of ver moedelijk aangetast, is verpligt het af te zonderen, en er dadelijk kennis van te geven aan den Burgemeester. Gelijke verpligting rust op eiken Veearts. De Burgemeester doet onverwijld door den Veeinspecleur het ziek vee onder zoeken en zich daarvan schriftelijk verslag gevenen bet vee waarmerken. Tevens wordt aan den hoofdingang van het erf, den stal of de weide, bet bestaan der besmetting met zigtbare teekenen kenbaar gemaakt. Zulk vee mag, zonder schriftelijke vergunning van den Burgemeester, niet I worden vervoerd. I Het besluit tot onteigening, dat de gemeentebesturen, volgens het tweede II lid van art. 69 der aangehaalde wet, in zeer dringende gevallen kunnen |J nemen wordt genomen door Burgemeester en Wethouders. Indien deze bui-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 1