LEYDSCHE
cou
RAN«
1851.
Do Courant wordt Maandag, Woensdag en De Prijs der Courant is J 13 in liet jaar;
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt WOEjXSöAG 17 DECE1\1-BEE afzonderlijke norntners worden tegen 10
Centen afgegeven.
BIi\NEi\LAiVDSC!IE ilElüGTElX.
LEYDEN, 1G December.
Wij vernemen met leedwezen dat de schikking ter zake van het Huis-
ziltenhuis niet is bekrachtigd. Vroeger bad men zich vrij algemeen gevleid,
dat deze noodlottige twistappel tusschen Regering en Kerkeraad nog dit jaar
zou uit den weg geruimd zijn. Het blijft inmiddels de innige wensch van
de groote meerderheid, zoo niet van allen, die belang stellen in gemeen-
scbappelijken welwillenden burgerzin en de daarvan te verwachten gunstige
uitkomsten voor den bloei onzer stad, dat er als nog ten genoegen van
beide partijen een einde kome aan eene zaakdie zoo algemeen met smarte-
lijken weerzinwordt beschouwd als een kwade geestwiens spoedige ver
banning wel wat toegefelijkheid waardig is.
Gisteren avond is hier de aangekondigde Openbare Vergadering der Leyd-
Sche Afdeeling van de Ned. Vereeniging tot Afschaffing van sterleen drank
in de Zaal van 't Gebouw tot Nut van 't Algemeen gehouden. De zaal die
200 zitplaatsen bevat, was slik vol, en onder de opgekomenen bevonden zich
menschen van allerlei kringen; van de hoogste standen tot den geringen burger.
De toespraken door drie begaafde Sprekers, de Ileeren v. d. Pot, Krabbe
en Rutgers v. d. loeft' gehoudenboeiden blijkbaar aller aandacht en de
toejuiching die bun ten deel viel, getuigde van den diepen indruk die hunne
woorden op bet Publiek hadden gemaakt.
Deze eerste Openbare Vergadering leverde eene verblijdende getuigenis der
belangstelling van bet Publiek in eene zaak, die en uit een Christelijk en
uit een maatschappelijk oogpunt, die belangstelling zoo zeer verdient, van
wege de namelooze ellende en de zee van jammeren, die uit dekroegen over
de maal schappij wordt uitgestort, en die alleen door krachtige, vereenigde
medewerking te stuiten is welke medewerking de Leydscbe Afdeeling drin
gend met vertrouwen inroept van dat aanzienlijk getal inwoners die, hoezeer
van de treurige waarheid doordrongen der verderfelijke gevolgen die de sterke
drank teweeg brengt, tot hiertoe geaarzeld hebben oin zich aan de Ver
eeniging aan te sluiten.
Te Delft beeft een turfschipper, waarschijnlijk in beschonken staat,
zijne vrouw meteen mes inden buik zóó verwond, dat zij dadelijk is gestor
ven. Zij hadden 10 kinderen doch leefden sedert geruimen tijd in oneenigheid.
Het Koninklijk Ned. Instituutbetgeen gisteren zijne laatste algemeene
vergadering te Amsterdam heeft gehoudenbeeft den Vlaamschen dichter
Prudens van Duyse bekroond voor bet beantwoorden van de prijsvraageene
geschiedenis der Nederduitsche versificatie.
De Staten van Friesland hebben ƒ500 ter beschikking gesteld voor het
achtste Landhuishoudkundig Congres, dat in 1852 te Leeuwarden zal ge
houden worden.
Uit Petersburg wordt van den lsten gemelddat in vele jaren de weers
gesteldheid niet zoo zacht was geweest. Sedert 14 dagen was de thermometer
niet onder 0 gedaald en over dag had men eene warmte van 4—7° Reaumur
(4248° Fahrenheit).
De overlandmaal uit O. I. met berigten tot 27 October is den 1
te Triest aangekomen.
Dezer dagen is te Ees, gemeente Borger, een Overijsselsche gouden
munt gevondenter grootte van eenen ouden daalder en ter zwaarte van vijf
wigjes en zeven korrels. Het goud schijnt van bijzonder goed gehalte te zijn.
Aan de eene zijde vindt men een schip, waarin een geharnast man, met
eene (naar het schijnt Hertogelijke) kroon gedekt, hebbende een uitgetogen
zwaard in de regterband en aan den linkerarm een schild, waarop een klim
mende leeuw. Regts boven bet hoofd van den man wordt een wapenschildje
gevonden, mede een klimmenden leeuw bevattende. Alles is omgeven met
het volgende randschrift:
mone: nov: avr: ordin: transissvianiae.
Op de keerzijde staat het Bourgondische kruis met tusschen elke twee ar
men eene Hertogelijke kroon, waaronder een staande leeuw, links achterom
ziende en met het omschrift (voor zooveel leesbaar):
nisi. tv.'' domine. nos. servaverisrvstra.
waarachter een kleine klimmende leeuw. (Zou de lezing van dit laatste om
schrift ook kunnen zijn, wat het ontbrekende betreft, omnia frustra
Prov(iron. Cour.)
's GRAVENIIAGE16 December.
Z. M. is als Scheidsman benoemd door Frankrijk en Spanje in het tus
schen beide Staten nog hangend geschilwegens schadevergoeding ter zake
vanin het jaar 1823 aangehouden schepen.
De Minister van Financiën zal Donderdag geen gehoor verleenen.
'Fsveetle Uiumer Aetr .*9* tee te n-diene. s* au l.
Zitting van Zaturdag 13 Decemher.
Aan de orde is de voortzetting der algemeene beraadslagingen over de wet
op de middelen, en wel over het amendement, gisteren door den Heer van
der Linden voorgedragen en toegelicht, om de 21} pCt. op de grondbelasting
te brengen op 20.
Daarna over een amendement van den Heer Ilugenboltz, dat echter later
door dien Heer wordt ingetrokken. Vervolgens stelt de Heer de Fremery
een amendement voor, om de accijnsen op de belasting van het geslagt van
varkens en schapen voor dit jaar niet onder de middelen op te nemen. Hij
merkt op, dat sedert lang eene overtuiging bij velen in de Kamer bestaat,
dat de verdeeling van lasten niet evenredig is, en de belasting op de eerste
levensbehoeften moet worden verminderd. Onder deze is wel die op de brand
stoffen, maar dit neemt niet weg, dat men reeds gedurende 1852 de ac
cijns op het geslagt, voor zooveel de varkens en schapen aangaat, niet zou
behoeven te heffen. Daartoe strekt zijn amendement. Hij begroot het be
drag van dien accijns op 11 ton. Naar zijn oordeel laat de toestand van
's Rijks geldmiddelen toe, om in 1852 die 11 ton minder te heffen. Om
dit aan te toonen, treedt hij in eene uitvoerige becijfering. Het overschot
van 8 millioenen in 1849 was voor het te kort over 1848. In 1850 heeft
men uit het overschot van dat jaar het geheele tekort van 1848 kunnen
bestrijden, in de kosten van het muntwezen voorzien, 1 millioen tot aflos
sing van schuld kunnen aanwenden, en zelfs de gelden tot betaling der Rus
sische schuld, indien de wetgeving dit goedkeurt, waren beschikbaar, en
na dit alles was er nog omstreeks 4 millioen over. In 1850 zijn de uitga
ven minderde ontvangsten meer geweest dan de ramingen bood de begroo
ting voor 1850 een ruim overschot aan. Zoo heeft 1850 een aanzienlijk
I overschot opgeleverd. Het jaar 1851 beeft gedurende de negen eerste maan
den wederom 1 millioen meer opgebragt. De uitgaven zullen minder dan
de begrooting beloopen en bij de begrooting was zorg gedragen voor een
overschot. Zoo men al ter voldoening aan art. 9 der wet van 1841den
schuldenlast met G ton vermindert, zal de slotsom nog wezen dat er een vrij
aanzienlijk overschot zal aanwezig zijn. In 1852 zullen de middelen
denkelijk niet minder beloopen dan in 1851, maar daar er in 1851
buitengewone ontvangsten voor de successie zijn geschied, zoo heeft hij, de
opbrengst der middelen aangenomengelijk aan het laatste ongunstige jaar
1848; maar dan nog zal 1852 waarschijnlijk met een aanzienlijk slot eindi
gen. Er bestaat alzoo geen finantieël bezwaar. In de tweede plaats onder
zoekt bij of bet wenschelijk is. Hij stelt alleen voor den accijns op de var
kens en schapen in 1852 niet te heffen. De belasting blijft bestaan en de
wetgever volkomen vrij voor het vervolg nadere voorzienigen omtrent het
belastingstelsel te nemen. Hij gelooft dat het tijd wordt, dat men langza-
I merband tot vermindering van lasten kome. Sinds jaren zijn deswege stel-
I lige beloften gedaan, niet alleen in deze Kamer, maar ook aan gewestelijke
I en plaatselijke besturen. Sedert eenige jaren zijn in Engeland de levens-
I middelen veel goedkooper dan bij ons hetgeen aan eene vermindering der
I belastingen op de eerste levensbehoeften is toe te schrijven. Ook dat voor-
I beeld beliooren wij te volgen.
I Nadat onderscheidene leden over dit amendement het woord hadden ge-
I voerd, verklaart de Minister van Financiën, dat hij met leedwezen dit voor-
I stel vernomen heeft juist van dien geachtcn spreker, wiens linantiele kennis
I zoo menigmalen is geblekendoch die nu een voornaam punt uit het oog
I verloor, dat is, dat onder de raming voor 1852 begrepen is de wisselval-
lige opbrengst der koloniale voortbrengselenen hij is het in deze geheel eens
met den Heer Jongstra die bet geheel en al onraadzaam acht, om in onzen
tegenwoordigen finantielen toestand af te breken zonder wederom op te hou-
I wen, en eene greep in het belastingstelsel te doen. Waar zal het nu heen,
1 indien vele leden ieder een ander middel wenschen afgeschaft te zien. Na-
1 mens de Regering moet bij verklarendat zij ernstig tegen bet amendement