heid van 46 legen 13 stemmen verworpen een voorstel van den Heer Vernède, om de stad Schiedam huiten het Heemraadschap van Schieland te stellen. En 3°. met cene meerderheid van 39 tegen 20 stemmen verworpen een voorstel van den Heer Hoffmanom de grensscheiding van het Heemraad schap langs den zeedijk te Rotterdam te doen loopen en alzoo de binnenstad uit te sluiten. Morgen voortzetting dezer beraadslagingen. ROTTERDAM, 11 November. Het lijk van den Engelschen Gezant is lieden van 's Gravenhage in een met vier paarden hespannen lijkwagen herwaarts vervoerdgevolgd door twee rijtuigenwaarin de betrekkingen van den overledene gezeten waren en begeleid door een detachement cavalerie. Aan het einde der Schie- kade bevond zich eene commissie uit Heeren Burgemeester en Wethouders deTcr stadmet den Consul van Groot-Briltanje te dezer stededen Heer Garnizoens-Kommandant enz. alsmede het detachement infanterieom de lijk- staatsie te ontvangen. De trein trok naar de Boompjes, waar het van Enge land gekomen Gouvernements-stoomjagt Lightning voor hel Hotel des Pays-Bas gereed lag om het lijk te ontvangen. De kist werd door de matrozen der stoomboot naar boord gedragen gevolgd door de Heeren welke de laatste eer hadden helpen bew ijzenterwijl de militairen aan den wal geschaard de militaire honneurs bewezen. Tevens deed het geschut zich hooren van het wachtschip hetwelk daarna van het Engelsche stoomjagt beantwoord werd terwijl dit laatste daarop van wal stak om de reis naar Engeland te aanvaarden. AMSTERDAM, 10 November. Het Fransche departement der Seine onderhoudt jaarlijks gemiddeld 14,030 gevonden of verlaten kinderen elk kind kost 105.67 fr. Bij deze me- dcdecling, die wij uit een Fransch blad overnemen, kunnen wij voegen, dat in ooze hoofdstad gedurende het jaar 1850 door de administratie over de stads-bestcdelingen zijn opgenomen 14 vondelingen en 36 verlaten kinderen; terwijl wij bij deze gelegenheid doen opmerken de aanzienlijke vermindering van het getal vondelingen in do laatste jaren, hebbende dit getal in 1817 niet minder dan 855 en in 1835 nog 105 bedragen. Wij ontleenen deze bijzonderheden aan het ons ter inzage gegeven afgedrukte gedeelte van het werk over de liefdadigheid te Amsterdam dat eerlang in het licht ver schijnt. AmstCour.). De Minister eindigde met fe verklaren dat hij vast besloten had de consli- tutionnele regten van den President, zoo dikwerf die bedreigd mogten wor den, te verdedigen; dat hij daarom het voorstel der quaestoren geheel ver werpelijk achtte, en voor het oog des lands en van de vergadering de gevol gen van het voorstel ter verantwoording liet van degenen dié het ingediend hadden. De Commissie is nog tol geen besluit gekomen. De winter kondigt zich hier te lande aan door eene vroege koude; in de bergachtige streken is reeds veel sneeuw en in de westelijke zijn vele koude regens gevallen. Te Montmartre, Passy enz. heeft men reeds ijs gezien. Men heeft in de hoofdstad weder groote uitbreidingen van straten en pleinen te verwachten waartoe 80 huizen onteigend en 9 millioen fr. zul len besteed worden. §AÏ40IMIE. TURYN6 November. De Regering, welke, sedert den terugkeer van den Paus te Rome, slechts door eenen Zaakgelasligde aldaar vertegenwoordigd werdheeft nu een Ge- volmagligd Minister derwaarts gezonden, den Heer de Sambuy, waaruit men opmaakt, dat de geschillen met dat Hof eindelijk zouden geschikt worden. Het Roomsche hof zou den eersten stap hebben gedaan ter aanknooping der onderh andelingen De Hoogleeraar Nuytz heeftsedert aan hem van staatswege vrijheid van onderwijs is verleend zijne openbare lessen weder geopend. De eerste maal was de gehoorzaal door eene menigte StudentenGeleerdenAdvo- katenGenccshecren en zelfs Geestelijken vervulddie hem met een alge meen vreugdegejuich begroetten. Hij heeft hij deze gelegenheid verklaard hij zijne eenmaal uitgedrukte gevoelens ten aanzien van het kerkelijk regt te volharden en zich verdedigd tegen de beschuldigingdat hij zich daardoor aan de godsdienst zou vergrepen hebben. PRFISSEN. BERLIJN 10 November. Gisteren, toen het juist drie jaren geleden was, dat het Ministerie Bran- denburg-Manteuffel aan het bestuur was gekomen, heeft de Minister Man- teuffel een adres ontvangen door de voornaamste ingezetenen der stad onder teekend waarhij hem de dank der onderleekenaars betuigd werd voor hetgeen hij gedurende de laatste driejaren gedaan heeft, »om eenen staat van zaken te bevestigendie alleen geschikt is om het welzijn te bevorderen van een volk, hetwelk door de wijsheid zijner vorsten, onder tucht en orde, groot geworden is;" voor zijne pogingen om de instellingen des lands te ver beteren op eene wijze, die de revolutionnaire willekeur evenzeer uit sluit als zij aan het Pruissische volk den waarborg oplevertdat het de vruchten van zijne vlijt en trouw niet door nieuwe omwentelingen in gevaar gebragt zal zien," en voor de bewijzen die de Minister gegeven heeft, »dat hij met alle bereidvaardigheid om de regten van anderen te eerbiedigen en de conservative belangen van Europa te bevorderen, toch diep doordrongen is van het bewustzijn der pligten, die Pruissen jegens zich zelf en jegens Duitscliland te vervullen heeft." De Minister heeft aan de bezendingwelke dit adres overbragteen ant woord gegeven, waarin hij na zijnen dank voor de hem bewezen deelneming en bijval betuigd te hebben onder anderen zeideDe banier van het Ko ningschap beschouw ik als een dierbaar erfstuk, dat ik met bloed en leven moet verdedigenik gevoel mij vrij van alle partij-oogmerkenik heb geen andere eerzuchtdan om de dienaar des Konings van Pruissen te zijn. Ja zal Pruissen blijven bestaandan moet het eene sterke monarchie zijn. Dié monarchie wil ik staande hondennaar het hevel van mijn Koninklijken meester, tot heil zijner onderdanen. Men pleegt wel te zeggen, dat de Re gering bevreesd isik meen geen bewijzen van vrees te hebben gegeven maar het is eene noodlottige eigenschap van onzen tijd dat men degenen die de gevaren zien en ze begrijpen beschouwt als mannen die voor de ge varen bevreesd zijn. Aan gevaren ontbreekt het ons ook heden nog niet; wij zijn er door omringd, ik ken ze, en gij zult ze met mij kennen; maar daarom vrees ik ze niet. Manneer wij slechts ons niet zeiven verlaten, dan zijn wij zeker van de overwinning; en zoolang God mij kracht verleent, zal ik niet moede worden het Koningschap in Pruissen te helpen handhaven erl de vijanden daarvan met alle magt te bestrijden." De Minister heeft ook uit vele andere steden adressen ontvangen, in gelijken geest gesteld. TITKKÏE. CONSTANT1NOPEL26 October. De Sultan heeft bevolen, dat het feit der gewelddadige ontvoering van deil Nederlandschen Vice-Consul II. v. Lennep, die voor 50,000 piasters weder was losgelaten, streng zal worden onderzocht. Tevens heeft hij als een be wijs van deelneming in zijn ongeval aan dien Heer eene met diamanten en zijn naamcijfer prijkende snuifdoos doen ter hand stellen. De roovers, die onlangs de landelijke woning van den Deenschen Con sul hadden bezocht, hebben daar andermaal een' inval gedaan. Alle bezwaren tegen het aanleggen van den spoorweg over de landengte van Suëz zijn uit den weg geruimd. De Engelsche Ingenieurs hebben verlof ontvangen om met de werkzaamheden te beginnen. Aan hun hoofd staat een Engélschmandie reeds lang in Egypte gevestigd en bij den Onderkoning zeer gezien is, met name Abdallah-Bey. DENEMARKEN. In de voorleden maand had op het hinncnlandschin het Noordwesten ge legen eiland Morsoe een merkwaardig natuurverschijnsel plaats. Aldaar is namelijk ccnc zwarte wolk, even als een kolendamp over de stad Nykioebing BUITEXLAlXDSCHE BERIGTEX. EN«EL,ANi 6». LONDEN, 11 November. Een zekere Luitenant, Pim, wenscht Sir John Franklin zoo mogelijk van de landzijde op te zoeken. Zijn gevoelen is, dat Franklin in den ver onderstelden Poolschen oceaan, zuidelijk stevende, en zoodanig tusschen ooste lijke en westelijke ijsscliotsen ingeklemd raaktedat hij zijnen weg onmogelijk huiswaarts vinden kan, doch door de aanwezigheid van dieren, zijn bestaan en dat zijner lotgenooten rekken kan. Luitenant Pim wenscht den IS1*011 November van Londen naar Petersburg te vertrekken, en indien de Keizerlijke Regering het vergunt, door Siberië naar den mond der rivier Kolyma te rei zen, en vergezeld van 2 of 3 personen, de eilanden van Nieuw-Siberie te bezoeken, op het spoor van Wrangel en Anjou, om van de meest noordelijk wonende Samoijeden inlichtingen op te doen. De reis zou twee of meer jaren kunnen duren. Verscheidene aardrijkskundigen hebben hunne goedkeu ring aan dit plan geschonken, en de President der aardrijkskundige vcreeni- ging heeftondersteund door het Engelsch gouvernement't welk den reiziger behulpzaam zijn wil, te dien einde naar Petersburg geschreven. RELG1E. BRUSSEL, 12 November. De Baron de Stassart heeft 2000 fr. ter beschikking der Belgische Aka- demie gesteld, welke, door opklimming der renten, strekken zullen tot eenen om de 6 jaren uit te loven prijs voor het bestgekeurde stuk over eenen ver maarden Belgische geleerdegeschiedkennerletterkundige of kunstenaar. FRANK IA EAR. PARIJS, 11 November. De President der Republiek heeft 1. 1. Maandag in het veld van Mars eene wapenschouwing gehouden en is door de menigte koel ontvangen. Gisteren heeft de Commissie, benoemd om het voorstel der Regering tot uitbreiding van het stemregl te onderzoeken, hetzelve met 13 tegen 2 stem men verworpen, na nog den Minister van Binnenl. Zaken gehoord te hebben. Deze Commissie heeft heden haar rapport in de AVetgevende Kamer uitge- bragt, en daarbij als haar gevoelen nog voorgedragen, dat de Vergadering later voor te stellen wijzigingen in de kieswet zou kunnen aannemen. Don derdag zullen de beraadslagingen over het voorstel beginnen. De andere Commissiebelast met het onderzoek der Quaestorenheeft ook den Minister van Binnenl. Zaken gehoord, die zijne verwondering te kennen gaf over de indiening van zoodanig voorstel zonder ecnige voldoende aanleiding, op een tijdstip van ongestoorde rust, en terwijl er gecne de minste reden bestond om voor de veiligheid der vergadering gevaar te duchten verder de ongrondwettigheid van het voorstel betoogde en beweesdat inge val de vergadering ooit werkelijk in de noodzakelijkheid mogt komen om voor hare veiligheid troepen aan te vragen, zij althans het regt niet zou hebben om den Bevelhebber dier troepen te benoemen. De Minister verklaarde ook nadrukkelijk dat het gouvernement zich op het gebied der wettigheid wilde houdendat het nimmer de perken der wet zou overschrijden en in de vervulling zijner pligten zijne kracht gelegen achtte; terwijl daarentegen het voorstel een inbreuk was op de wettigheid en den President in zijne regten aantastte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1851 | | pagina 3