TV'ij vernemendat de Leydsche-Amsterdamsche Stoomboot-onderneming
van dc vergunning baar verleend, beeft moeten afzien, op grond, dat de
Regering baar niet beeft kunnen toestaan met die snelheid te varenwaar
mede zij voornemens was den overtogt te doenen die haar voor de gemeen
schap tusschen de beide steden noodzakelijk scheen.
De Commissie van Beheer en Toezigt over de droogmaking van het
Haarlemmer-Meer zal den 24slen aanbestedenhet herstellen van de bescha
digde rolbrug over de ringvaart bij het Lisserbroek en het beweegbaar stellen
van deze brug op rollen in plaats van op de bestaande wielen.
Uit de bcrigten omtrent de Maatschappij van Weldadigheid, inzonder
heid wegens den staat van hare Koloniën, ontleenen wij bet volgende:
In de afgeloopen drie maanden mogt de Maatschappij van meer dan eene
zijde bijzondere bewijzen van hartelijke belangstelling in hare weldadige in-
rigtingen ondervinden.
Een tweetal giften toch van menscbenvricndendie onbekend wenscben te
blij ven, hebben wij te vermelden, de eerste groot ƒ1.000, ingekomen onder
geleide eener naamlooze missive, gedagteekend, Nederland in Augustus; de
tweede van N. N. uit Steenwijk ad ƒ25; terwijl daarenboven van Heeren
Executeuren van het testament van wijle Mejufvrouw J. M. van Wyck, te
Amsterdam, berigt is ontvangen, dat, bij the uiterste wilsbeschikking, aan
de Maatschappij een legaat is vermaakt ad ƒ500.
Ofschoonzoo als uit den aard der zaak van zelve volgtwij nog niet in
de gelegenheid zijn, om den uitslag mede te deelen, die de algemeene ver-
spreiding der door de Commissie van Weldadigheid uitgevaardigde circulaire
ten gevolge heeft gehadverheugen wij ons echter te mogen vermeldendat
bereids van onderscheidene zijden berigten zijn ingekomen, blijkens welke de
gedane uitnoodiging met eenen niet onbelangrijken aanwinst van nieuwe leden
en verhooging van contribution is bekroond geworden.
De bevolking is wederom met 205 personen toegenomen, en bedroeg den
isten October 10,232. Onder de overledenen wordt geteld Pieter Middelham,
van Leyden.
Dc aardappelen zijn wederom slechts ten deele gelukt, ten gevolge derzelfde
nog onbekende oorzaak, die dit jaar ten zevende male zich heeft doen gevoe
len, terwijl tot de ongunstige uitkomst van bet roggeverbouwde nachtvor-
ten van het voorjaar ongetwijfeld veel zullen hebben bijgedragen.
De opbrengst van de rogge is geweest van 812 bunders 9,353 mud, d. i.
11.51 mud van bet bunder, dat al een zeer klein gewas moet genoemd wor
den, daar er vroeger wel tot over de 17,000 mud is geoogst.
De gerst-teelt is beter gelukt, hebbende opgebragt van 73 bunders 1,584
mud, d. i. 21.63 mud van bet bunder.
Geen beter verbouw was er dit jaar, dan dat van de haver, de opbrengst
van dit graan is geweest van 145 bunders 5,239 mud, d. i. 36,06 mud van
het bunder.
Dc hooiwinning gaf 1,737 voer.
De bemesting van 50 bunder klaverland met 5,000 mud haardasch (niet
met 500 mud, zoo als in het vorige berigt staat vermeld) tegen ƒ30 op het
bunder te Ommerschans, heeft, later in het jaar, mede wel voldaan, waarom
men voornemens is, daarmede zoo op 1/4 van al het groenland en 1/16 na
genoeg van het gecultiveerde land aldaar, jaarlijks voort te gaan.
De opbrengst van het boekweit-verbouw en van den aardappeloogst is nog
niet bekend.
De arbeid aan den turf tot winterbrand en voor de katoenspinnerijgeza
menlijk tot eene hoeveelheid van 2,400 dagwerk of ruim 300,000 ton, heeft
geheel kunnen worden afgedaan.
De belangrijke veestapel bleef het vorige vierendeel jaars zeer gezond.
De fabriekmatige werkzaamheden hebben, behalve in de vervaardiging van
alle benoodigde klecdingsstoffen en het onderhoud van alle eigen huisraad en
gereedschappen, benevens van de gebouwenbruggen en schutsluizen, bestaan
aan de Gestichten in bet weven van kolïijzakken en het spinnen der katoenen-
garens aan hel 31*8 Gesticht te Veenhuizen voor de katoenweverij in de ge
wone koloniën; alle werkzaamheden, die, zonder noemenswaardige tegenheden,
hebben kunnen worden uitgevoerd.
De afdoening van den bouw der twee kerken voor de Protestanten in de
Gewone Koloniën ondervindt vertraging, doch het voornaamste is gelukkig in
den zomer afgedaan en de pastorie is geheel gereed.
Behalve de gewone jaarlijksche inspectie van leden der Commissie van Toe-
voorzigt, hebben wij in de laatste drie maanden vele andere bezoeken gehad,
waaronder aanzienlijke vreemdelingen zoo als de Gezanten van Oostenrijk en
Spanje, maar vooral van onderscheidene voorname landgenootenbij name
den Minister van Binnenl. Zakenwelke de inrigtingen der Maatschappij zoo
te Ommerschans als te Veenhuizen met groote belangstelling heeft in oogen-
schouw genomen en deswege de meeste tevredenheid heeft aan den dag ge
legd. Geene week ging er voorbij of personen en gezelschappen kwamen
vooral de gestichten bezigtigendie den ganschen dag voor een ieder daartoe
open staan, en een streelend genoegen was het op te merken, met hoeveel
ingenomenheid met hetgeen men hier had leeren kennen, de Koloniën wer
den verlaten.
Trouwens die ervaring is steeds verkregen mogen worden, en de beste
wensch ter bevordering der ingenomenheid met deze stichtingen is dan ook,
het verlangen te uiten, dat het doel en de strekking der Maatschappij door
velen op de plaats zelve van nabij mogen worden nagegaan: want, waar meer
algemeene bekendheid gevonden wordt met de zegeningen die de Maatschappij
voor zoo vele duizenden verarmde landgenooten oplevert, zal dc prikkel ster
ker worden om tot hare uitbreiding en hoogeren opbouw krachtig mede te werken.
's GRAVENHAGE11 November.
Heden is alhier bij Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden het offi
ciële berigt ontvangendat zijne dochter II. K. H. de Kroonprinses van Zwe
den en Noorwegen, den 31sten October, te Stokholm voorspoedig is bevallen
van eene Dochter; bij het vertrek van het berigt dat herwaarts is overge-
bragt door den Graaf van Lagerberg, Adjudant van Z. K. II. den Kroonprins
van Zweden en Noorwegen, bevond zich II. K. H. en de jonggeborene bijzon
der welvarende.
- Heden is van bier het stoffelijk overschot van wijlen Sir Edward Crom
well Disbrowe laatstelijk en wel sedert een zeer geruimen tijd, Gevolmag-
tigd Minister van Groot-Brittannië in Nederlandop eene plegtige wijze naar
Rotterdam vervoerd, van waar liet Engelsch gouvernernents stoomjagt Light
ning hetzelve verder zal overbrengen naar zijn landgoed, Walton Derbyshire.
Het wordt vergezeld door de beide zonen des overledenen en den Luitenant-
Generaal Sir William de Tuyll.
De Fngelsche Kerk in deze ^ssidentie was ter gelegenheid van het overlij
den des Minister geheel met rouw behangenZondag jl. werd door den
Wel-Eerw. Heer D°. Brene, eene treffende en indrukwekkend rede gebon
den, naar aanleiding van Joh. 12, vs. 25: Jezus dan zeide tot lien:
»Nog een kleinen tijd is het licht hij uliedenwandelt terwijl gij het
licht hehtopdat de duisternis u niet hevangt. En die in de duis-
ternis wandeltivset niet waarheen hij gaat." De Leeraar herinnerde
daarin de bijzondere deugden en edele hoedanigheden van den overledene
zijne rede maakte op de talrijke toehoorderen eenen diepen indruk.
De lijkstoet was statig; de Ministers en Gezanten, de Commissaris des
Konings in de Provincie en de Gouverneur der residentie, eene deputatie van
Burgemeester en Wethouders dezer stad, en vele vrienden bewezen den over
ledene de laatste eere, de stoet maakte een trein van ruim veertig rijtuigen
uitgeopend en gesloten door een detachement Kavalerie en door Grenadiers
en Jagers; de Muzijkcorpsen van deze troepen voerden, bij afwisseling, zeer
gepaste Muzijkstukken uit, welke bet treffende der plegtigheid verhoogden.
Talrijk was de menigte, welke deze bijwoonde; de trein duurde wel een
half uur.
Bij de uitbreiding die het gouvernement aan 's lands archief wil ge
ven heeft het zich aanvankelijk bepaald tot het tijdelijk aanstellen van een
enkel beambte en wel den Heer Dp. Bakhuizen van den Brinkop een tracte-
ment van ƒ1000 's jaars.
De voormalige Hoogleeraar aan het Athenaeum te Amsterdamde Heer
Vouteis alhier overleden.
Men verwacht hier uit Berlijn den geheimen Legatie-raad Philipsborn,
om onderhandelingen aan te knoopen wegens een handels- en scheepvaart
verdrag tusschen ons land en Pruissen.
Alhier is aangekomen de Spaansche Agent, Borrajo, belast met de
regeling der conversie van Spaansche fondsen.
De Minister van Financiën heeft onder de letters A. Z. 60 ontvan
gen ten behoeve der schatkist.
De Minister van Binnenl. Zaken heeft, op eene deswege aan hem ge-
rigte vraag, te kermen gegeven, dat het, ook naar zijn inzien, niet twijfel
achtig isdat de Predikanten bij de erkende Afgescheiden Christelijke gemeen
ten en de Studenten in de Godgeleerdheiddie zich bestemmen tot de
Predikdienst bij bovengemelde gemeenten, aanspraak hebben op de vrijstelling
van de nationale militie en van de schutterij welke bij de bestaande wetten
aan de Predikanten en Geestelijken van alle gezindheden, en aan de Studen
ten in de Godgeleerdheid is toegekend.
Er is naar men verneemt, bij de Regering een nieuw reglement voor
de Koninklijke Militaire Akademie te Breda in overweging, hetwelk vooral
noodig is gewordensedert de verceniging der adelborsten met de kadetten
der landmagt.
Van wege de behoefte aan een wettig betaalmiddel, grooter dan de
rijksdaalder, en tevens tot besparing van renten van schatkistbiljetten, is bij
de Tweede Kamer ingediend een wetsontwerp, waarbij wordt bepaald dat:
Van 's Rijks wege worden uitgegeven muntbiljetten, tot een bedrag van
5,000,000ten allen tijdeop vertoonverwisselbaar bij de Nederl. Bank
als agent van 's Rijks schatkisttegen zilver geld.
Als onderpand worden onder bewaring der Bank nedergelegd schatkistbilj et-
ten in evenredigheid van één en één vijfde gulden voor eiken gulden van
de uit te geven muntbiljetten.
Op de muntbiljetten wordt een stempel van de Bank gesteld, ten bewijze
dat aan die bepaling is voldaan.
De muntbiljetten worden ieder tot het bedrag van ƒ10 vervaardigd
Wegens het verlies van muntbiljetten wordt geene vergoeding verleend,
Wanneer zij onbruikbaar zijn geworden, kunnen ze, mits nog kenbaar, tegen
nieuwe stukken verwisseld worden, doch niet dan op bijzondere magtiging
des Konings.
De Memorie van Toelichting bij voormeld ontwerp bevat hoofdzakelijk
het volgende
Meermalen is bij de Kamer ter sprake gekomen het voordeeldat zou kun
nen verkregen worden door den omloop van muntpapier, en dit onderwerp is
dien ten gevolge bij de Regering zeer opzettelijk onderzocht en overwogen.
Door het in omloop brengen van papieren geld begeeft men zichop eene
gladde helling, waarop men in tijd van nood niet ligt kan stilstaan, ook
wanneer men dit zou wenschen. Hier spreekt de ondervinding van andere
landen duidelijk en luid.
Maar er beslaat een middel om zich voor het gevaar te waarborgen na-