LEYDSCHE
COURANT.
fe.
WOENSDAG, 13 AUGUSTUS.
Vrijdag uitgegeven
uit Zaturdag Avond
Die van Maandag komt
N*
«Kg
enr
'i-i.
U'-
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar A^C^. _T
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven
BINNE NLA NDSCHE BERIGTEN.
LEYDEN, 12 Augustus.
LI. Zondag nacht te half twaalf, barstte hier een zware brand uit in de
fabriek van dekensduffels en baaijen henevens stoom-spinnerij en vollcrij van
den Heer J. H. v. Wensen, op de Heerengracht, waarschijnlijk door 'tbroeijen
van wol ontstaanwelke brand in weinige oogenblikken zoodanig toenam
dat te half een 't gansche voor weinige jaren geheel nieuw gezette gebouw
welks drie verdiepingen hooge voorgevel 34 ramen en twee deuren bevatte,
ten eenenmale uitbrandde, zoodat er niets dan het muur- en ijzerwerk over
bleef. Verre in den omtrek der stad was de hoog opgaande vuur en
rookkolom te zien. Gelukkig heeft windstille de onvermoeide pogingen
van onze voortreffelijke brandweer begunstigdwaardoor het boven alle
verwachting gelukt is, zelfs de allernaast belendende panden, vooral de onder
den wind gelegene brouwerij bijna onbeschadigd te bewaren. Men kan ligt
nagaan wat ongeloofelijke inspanning liet der Directie en onzen braven spuit
gasten beeft gekost om vlak naast dien onuitstaanbaren vuurgloed, de be
lendende gebouwen te beveiligen zoodat bet als een wonder schijnt aan al
len die bet afgebrande pand aanschouwenboe bet mogelijk is geweest om
den voortgang van dien geweldigen brand te stuiten, waartoe de spuiten nog
tot in den morgen hebben gewerkt.
Wij gelooven dan ook de tolk der burgerij te zijnwanneer wij als 't ware
in haren naam, eere en dank toebrengen aan bet beleid den moed, de
inspanning en volharding door de gansche brandweer betoonddie naast
Hem die over den wind gebiedt, onze stad voor eene onberekenbare ramp
beeft behoed.
Wij vernemen dat de fabriek tegen brandschade was verzekerd't geen
echter bet nadeel niet wegneemt dat door haren stilstandden eigenaar en
zijnen werklieden moet treffen.
Niemand is bij de brand omgekomenen zoo ver ons bekend ishebben
er ook geene ongelukken plaats gehad.
De Stedelijke Raad te Rampen beeft, ter vervanging van D>'. Abbing,
wien voor een jaar verlof, tot herstelling zijner gezondheid, is gegeven,
ad interim tot Rector aan het Gymnasium aldaar aangesteld Dr. F. Mebler,
van bier.
Uit Nootdorp meldt mendat er sprake is om eenen grooten wa
terpias onder Stompwijk droog te makenwaardoor weder bonderde bun
ders lands zouden gewonnen worden.
Uit Genderingen is gemeld, dat te midden der bekommering, waar
mede de noodlottige hagelslag, die op den 29slcn Julij jl. de velden ver
woestte, daar allen vervulde, de inwoners verblijd werden door een treffend
blijk van deelneming der ingezetenen van het naburige Anholt (koningrijk
Pruissen)die namelijk op twee zwaar beladen wagens bun eenen grooten
voorraad, zoowel versche als ingelegde groenten toezonden: eene liefdegift van
Anbolt's burgerijvan aanzienlijken en geringenwaartoe elkzonder uit
zondering, als om strijd het zijne bad bijgedragen.
Onlangs is, in de te Haarlem geboudene algemeene vergadering der
Nederl. Maatschappij van Nijverheid, voorloopig verslag uitgebragt door de
Commissie, bestaande uit de Heeren Mr. D. R. Gevers Deynoot, Dp. G. Si
mons en D. D. Ruchlerbelast met de regeling van de uit Nederland naar
de Londensche Tentoonstelling gezondene voorwerpen.
Na in bet breede te hebben gewaagd van de bezwarenwelke zij bad te
overwinnen; de berispingen, baar door kundigen en onkundigen toegevoegd,
heeft de Commissie opgave gedaan van hare werkzaamhedendie in geene ge-
geringe mate bemoeijelijkt zijn geworden door de bekrompenheid der midde
len waarover zij te beschikken bad. In het verslag beklaagt zich de Com
missie over 't gering getal inzenders.
Op hare oproeping kreeg zij berigt van 150 fabrikanten, die de voor
werpen opgavenwelke zij naar de Londensche Tentoonstelling willen zenden
Hare poging, om er meer te bekomen, was bijna geheel vruchteloos; van
velen kreeg zij geen antwoordanderen bedankten voor de belangstelling
maar veranderden hun besluit niet; zeer weinigen slechts, beloofden ons, bet
hunne er toe bij te brengenen van de weinigen hebben nog niet allen
woord "gehouden. Een aantal bleef in gebreke, het beloofde af te zenden, zoo
dat op den Catalogus nu ook slechts 114 Nederl. inzenders vermeld zijn."
Verder wordt in bet verslag opgave gedaan van de onderhandelingendoor
de Commissie gevoerd over de geschiktste wijs van verzendingdaar aan de
maatschappij de middelen ontbrakenwendde de Commissie zich tot den Mi
nister van Binnenl. Zaken, met verzoek, uit 'slands kas te willen bijdragen
in de aanzienlijke kosten der verzending.
De Minister zegt verder bet verslagdroeg dit verzoek gunstig voor
en het behaagde Z. M. ons 6000 toe te staan, die wij met spaarzaam
heid moesten gebruikenen alleen voor de kosten der zending mogten
besteden.
«Met deze ondersteuning meenden wij, dat de kosten door de inzenders
gemakkelijk zouden te dragen wezen maar wij hadden niet gerekend op
andere uitgaven, waartoe wij later verpligt werden.
«De Londensche Commissie bad in haar programma gezegd, dat de plaats
om niet zou gegeven worden, en van andere onkosten gezwegen, die de op
stelling en bewaring der goederen moesten veroorzaken. Wij meenden bet
er evenwel voor te mogen houdendat de achtbare Commissie die kosten
voor bare rekening zou nemen, bij eene Tentoonstelling, waartoe zij de ge-
heele wereld uitnoodigde waarvoor aanzienlijke sommen in geheel Engeland
werden ingeschrevenen die bestemd scheenommeer nog dan de voort
brengselen van aller natiën nijverheid, de magt ten tóón te stellen, de edel
moedigheid en den rijkdom van bet eenige en fiere Groot-Britlanje. M ij
bedrogen ons evenwel deerlijk.
Reeds vroeger werd ons berigtdat wij iemand konden zenden om bij
de opstelling der goederen ons te kunnen vertegenwoordingenter beharti
ging van de Nederlandsche belangen. AVij namen dit berigt aan als eene
beleefdheidwaarvan wij geen gebruik wenscliten te maken om de kosten
niet noodeloos te verhoogenen in bet vast vertrouwen dat die belangen
eilig waren in de banden der geëerde Commissie van Hare Groot-Brittan-
nische Majesteit. Wij verzochten dus alleen onze expediteursdat zij hunnen
zaakgelastigden in Londen de taak zouden opdragen van de ontvangst der
goederen en de bezorging naar bet glazen paleis in Ilyde Park. Wij kregen
van die zaakgelastigden berigtdat wij moesten zorgen voor de opstelling
der voorwerpenen de bewaring gedurende den gebeelen tijd der Tentoon
stelling. Met het eerste zouden zij zich belasten kunnen, voor de geringe
som van ƒ3600, door ben, volgens bestaande tarief, van eenen architect
(ordonnaleur behanger welligt) en aan de noodige werklieden uit te
betalen.
«Die som was zoo ver boven belgeen waarover wij beschikken konden,
dat wij dat aanbod niet mogten aannemen. M ij meenden ookdatzoo
wij tot de opstelling verpligt waren, die opstelling voor minder kon gedaan
worden. Om alles wel te onderzoeken en op alles orde te stellen zou een
onzer zelf gaarne naar Londen gegaan zijn zoo ambts- en beroepsbezigheden
dit veroorloofd hadden. Wij besloten duser den Secretaris der Commissie
heen te zendenmet lastons naauwkeurig berigt te geven wij voorzagen
hem van de noodige volmagt en middelen om intusschen dat te doen wat
te verrigten was, en voor de belangen onzer inzenders geen uitstel lij
den kon.
«Het droevig einde van dien braven jongen menschwaaraan wij niet
dan met diepen weemoed kunnen denken verbiedt ons uit te weiden over
zijne verrigtingen. Genoeg zij het dus, bier te melden, dat de eenige grond
tot klagtendie bij ons gegeven beeftzijne zedigheid waswaardoor hij
soms niet met bet noodige zelfvertrouwen die zaken durfde aangrijpen. Wij
zijn nogtans aan zijne zending dien gunstigen uitslag verpligtdat de op
stelling werkelijk minder beeft gekost en zoo wij hopen, zal kunnen be
streden worden met de middelen, die ons ten dienst staan."
Na te hebben gewaagd van de welwillende bemoeijingen van den Heer
van Heel, gedurende diens verblijf te Londen, en die van den Heer Goossens,
die als zaakgelastigde der Commissie te Londen is achtergebleventracht de
Commissie te hetoogen, dat de aanmerkingen, welke gemaakt zijn op de
schikking der goederen te Londen geenszins gegrond zijn. De Commissie
zou wenschen te weten, welke middelen de bedillers zouden hebben aange
wend om te zorgen voor eene goede schikking bij de armoede der voorwer
pen, de kortheid des tijds en bet gebrek aan geldelijke middelen, orn niet
te gewagen van de aanzienlijke kosten voor bewaking. De Commissie zal
nog nader verslag doen harer bemoeijingen.