LEYDSCHE
COURANT/
1851.
N".
MAANDAG, i! AUGUSTUS.
BIMENLANDSCÏIE BERIGTEN.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar;
de afzonderlijke nummers worden togen 10
Centen afgegeven.
S?TH?Ö6:'—vtifflBilreirrone
LEYDEN, 9 Augustus.
Van wegê de algemeene belangstelling, laten wij hier nog een nader ver
slag volgen der beraadslaging betreffende het rapport van de Commissie over
bet. voorstel van den Kerkeraad der Nederd. Herv. gemeente in de zaak van
liet Huiszittenhuis.
Het voorstel van den Kerkeraad betreft de drie volgende punten
n. Dat de Raad zou bewilligen om bij de vermelding der schulden ten
laste van het Huiszittenhuis aan den Kerkeraad zijne bevoegdheid tot tegen
spraak te reserveren.
b. Toe te staan dat de vlottende schuld bij termijnen worde afgelost, voor
zoo verre die niet gedekt wordtuit betgeen na de dadelijke uitkeering van
de achterstallige renten der Inschrijvingen op de Grootboeken en van de
overige fondsen zal overschieten.
c. Een verzoek om aanwijzing te doen van de bestemming der fondsen
van het Huiszittenhuis.
Het rapport der Commissie uit den Raad, heeft de inwilliging der twee
eerste punten voorgestelddoch omtrent het derde punt, voorgesteld om zulks
van de hand te wijzenwelk laatste punt tot nog al uitvoerige beraadslaging
heeft aanleiding gegeven, waarbij verscheidene leden het woord hebben ge
voerd, waarvan wij hier zooveel mogelijk den korten inhoud laten volgen.
De Heer Cock heeft met genoegen gezien dat de Commissie op twee pun
ten aan het verlangen van den Kerkeraad beeft toegegeven; hij had ge-
wenscht, dat dit ook met het derde punt het geval geweest ware. De Com
missie had dit te ligter kunnen doen als bet woord bestemming op geencrlei
wijze op den eigendom kon zien, zooals de Commissie vreest. Hij had dit
vooral gewenscht opdat spoedig een eind wierde gemaakt aan langdurige en
kostbare procedure over die zaak.
De Heer van Outeren vereenigl zich Volkomen met het rapport. Het had
hem genoegen gedaan dat de Commissie zwarigheid gezien had in de ver
langde wijziging met betrekking tot de bestemming; daar eene eenvoudige
lectuur van den brief des Kerkeraads voldoende is om aan te toonendat al
de motiven voor die verandering aangevoerd rusten op een vermeend cigen-
domsregt en dat wel niettegenstaande de beide partijen verklaard hadden, de
vraag omtrent den eigendom ter zijde te willen stellen.
De Heer de Fremery verwijst op hetgeen hij in de laatste vergadering en
reeds meermalen vroeger omtrent de onbevoegdheid des Raads tot het sluiten
cener transactie gezegd heeft. De zaak zelve beschouwendevindt hij het
consequent met vroegere beslissingen van den Raad, dat men aan den wensen
des Kerkeraads met betrekking tot de bestemming niet had toegegeven.
De Heer van Kaathoven dankt de Commissie voor hare moeite, hij had
ook wel gewenscht dat aan het verlangen des Kerkeraads ook met betrekking
tot het derde punt ware toegegevendaaruit zou de opregte gezindheid lot
schikken het best gebleken zijndan toch staat men niet op zijn regt.
De Heer van der Boon Mesch ontkent, dat uit den brief des Kerkeraads
blijken zou, dat deze door de aanduiding van de bestemming der fondsen de
eigendoms-quacslic had willen doen beslissen.
De Heer Olivier zal zich niet uitlaten over het rapport. Dit houdt schik
king voor mogelijk, hij deelt in die meening niet; art. 1889 B. W. laat eene
dading alleen toe over onderwerpen, over Welke men beschikken mag; dat
mag eene stedelijke Regering niet over region van bestuurzij is juist ge
roepen die te verdedigen. Wanneer bet hier den eigendom betrof, ware eene
dading mogelijk, nu men haar echter over het regt van bestuur wil aangaan,
is zij dit niet.
De Heer van der Hoeven is het op zich zelf met den Heer Cock eensdat
in bestemming eigenlijk niet het denkbeeld van eigendom ligtmaar uit den
brief des Kerkeraads blijkt het zijns inziens duidelijkdat deze aan dat woord
die beteekenis hecht; hij meent dat dit niet aangenomen kan worden, dewijl
men van den beginne af het doel had juist de eigendomsvraag ter zijde te
laten.
De lieer van den Aardwegh houdt den Raad mede voor onbevoegd, en de
gevraagde wijzigingen onaannemelijk en jegens andere gezindten onbillijk.
De Heer Eezwijn dringt het door den Heer van der Hoeven gezegde nog
nader aan.
De Heer Lisman bad gewenscht, dat men geheel aan het verlangen van
den Kerkeraad voldaan hadde, doch stelt nu, orn de aanneming der drie wij
zigingen gemakkelijker te maken, de bijvoeging voor der woorden; «zonder
dat dit eenigzins zal ingrijpen in het regt van eigendomiets dat hij ook
niet gelooft, dat door den Kerkeraad bedoeld is.
Over dit amendement voeren de Voorzitterde Heeren Cockvan Outeren
van der Boon Mesch, van der Hoeven, Lezwijn en Lisman het woord. Ein
delijk wordt het met 154 stemmen verworpen. De Heeren Hartevelt en
Kluit, niet wetende waar die invoeging zou moeten plaats hebben, houden
zich buiten stemming.
Ten slotte wordt het hij het rapport der Commissie voorgestelde Raadsbe
sluit met 156 stemmen aangenomen. De Heeren de Fremery, O'ivier en
den Aardwegh verzoeken aanleekening in de notulen, dat zij tot dit be
sluit niet hebben geconcurreerd.
Zitting van den Stedelijken Raad van lieden.
Afwezig de Heeren P. du Riéu, S. Ie Poole, Mr. II. Gevers, Prof. J. Bake,
en A. C. Leembruggen.
De notulen der vorige vergadering worden voorgesteld en goedgekeurd.
In behandeling wordt gebragt: 1. Een verzoek van Prof. L. C. Visscher,
vragende eene tegemoetkoming van 100.voor een door hem uit te geven
Handhoek voor de geschiedenis des Vaderlands. Met algemeene stemmen ge
wezen van de hand.
2. Een nader rapport omtrent de voorwaarden van afstand van het Noso-
comium Academicum door het Rijk aan de Stad. Wordt met 14 tegen G
stemmen besloten de Commissie te verzoeken, vóór dat over die voorwaarden
zal beslist wordeneen plan van inrigting en van de wijzewaarop casu quo
de scheiding zou knnnen plaats hebben, aan den Raad óver te leggen.
3. Een request van eigenaars en bewoners van huizen op de Garenmarkt.,
verzoekende dat aan het einde dier straat een huis aangekocht en aldus een
verbeterde toegang tot de nieuwe wandeling geopend worde. Gesteld in
handen der Commission van fabricage en van finantiën.
4. Op een verzoekschrift van Korenmolenaars, om zekere afschrijving ook
elders te mogen laten doenwordt besloten dit over te laten voor den vol
genden Raad, alzoo dan toch het reglement zal moeten herzien worden.
5. Een missive van Mr. Regenten van II. Geest of Weesbuis over zekere
schuld, die de stad ten koste van dat gesticht meent te hebben, en tot wel
ker betaling zij bij Deurwaarders exploit van 24 Dec. 1849 zijn aangemaand.
Gesteld in handen cener Commissie zaamgesteld uit de Hfl. Hartevelt, Oli
vier en Siegenbeek.
6. De Burgemeester en Wethouders worden gemagligd tot het doen eener
uitgave van ƒ600.veroorzaakt door het instorten van een gedeelte van het
verwulf in het riool onder de Hooigracht.
De Voorzitter doet mededeeling van onderscheidene voor den Raad ingeko
men stukkenwelke ter lezing van de leden zullen worden ncdergelegd.
Aanstaande Woensdag zal alhier onder leiding der HH, Mrs. A. Veder,
J. II. v. d. Sande en II. C. Iluyscr als Commissarisseneene feestelijke bijeen
komst worden gehouden door de voormalige vrijwillige Jagers, die den ÏS^"
November 1830 uit de Studenten aan onze Hoogeschool uittogen, den Tien-
daagschen Veldlogt bijwoonden, en nu juist twintig jaren geleden, op den
13den Augustus Leuven binnentrokken.
Des voormiddags zal in eene bijeenkomst in de Stadszaal de Ileer Mp. A. Ve
der het woord voeren, en 'snamiddags zal er eene maaltijd zijn op denBurgt,
tot welker bijwoning de Rector-Magnificus en 't Hoofd van 't stedelijk bestuur
zijn uitgenoodigd. Daar zullen dan uit de genen die van die Jager-com
pagnie nog overig zijn een aantal bijeenkomen ter gedachtenisviering aan dien
merkwaardigen veldtogt uit de dagen hunner jongelingschap, toen zij, als
weleer hunne voorgangers in 1672 en in 1813, met der daad toonden dal zij
die de hope des Vaderlands genoemd wordenwanneer dat Vaderland in nood
is, geene opoffering, geen lijfsgevaar ontzien. Toen den 23ste" September 1831
die Jagers in zegepraal hier terugkeerdenhebben Leydens burgers die dienst
aan het vaderland bewezendoor menigvuldige eere- en vreugde-blijken dank
baar erkendcn welk Leydsch burger zou bij het herinneringsfeest aan die
dagen niet gaarne een vlag uitsteken ter eere dier jongelingendie sedert als
mannen en vaders in verschillende maatschappelijke betrekking dat zelfde
vaderland dat ze toen hielpen verdedigen, tot nut, sieraad en roem strekken.