LEYDSCHE
COU RANT/
VRIJDAG, 1 AUGUSTUS.
l ÏA
BINNENLANDSCHE BERIGTEN
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
uitgegevenDie van Maandag komt
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar;
de afzonderlijke Hommers warden tegen 10
Centen afgegeven.
LEY DEN31 Julij.
Het is ons voornemen om voorlaan van de zittingen van den Stedelijken Raad
eenig verslag te gevenzonder ons evenwel te kunnen verbinden dat we daarin
altijd denzelfden maatstaf van meerdere of mindere uitvoerigheid zullen in
acht nemendaar tijdsgelegenheid en verschillende omstandigheden ditnaar
'tvoorvalt, zullen moeten wijzigen.
Gisteren hield de Stedelijke Raad alhier hare eerste openbare zitting.
Afwezig de Heeren P. du Rieu, Mr. H. Gevers en Prof. J. Rake.
De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter stelt voor 1°. de rekening der trek- en jaagpaden over 1850,
sluitende met een nadeelig slot van 479.24 op te nemen en goed te keu
ren, hetgeen met algemeene stemmen wordt aangenomen.
2°. Ook de rekening van de beschreven stedelijke middelen over 1848
wordt opgenomen en goedgekeurd.
3°. De Voorzitter stelt voor eene som van f 555.— wegens meerdere kos
ten aan de stadsschool in de Scheistraat van art. 83 der begrooting (buiten
gewone reparatiën aan scholen) op art. 81 (buitengewone kosten voor de koorn-
beurs en riviervischmarkl) te doen af- en overschrijven. Op eene aanmerking
van den lieer Luzac verklaart de Voorzitterdat die meerdere kosten niet heb
ben kunnen voorzien worden, maar alleen het gevolg zijn van een later ont
dekt gebrek in de fundamenten. Op eene aanmerking van den Heer Lisman
verzekert hijdat op art. 81 die som beschikbaar zal wezen.
4°. Eene missive van den Kerkeraad van den lGi™ April 1851bij welke
zekere wijzigingen in de tusschen den Raad der Stad en den Kerkeraad aan
hangige schikking in de zaken van het Huiszittenhuis gevraagd worden en de
Raad verzocht wordt niet bij het raadsbesluit van 4 Februarij op die punten
te blijven volharden.
De Voorzitter stelt voor het stuk in handen eencr personele commissie
ten fine van consideratiën en advies te stellen. Treurige huiselijke omstan
digheden van den afgetreden Burgemeester hebben de behandeling van dit
stuk doen vertragenmaar de benoeming eener commissie schijnt wenschelijk
ten einde de leden, te beter ingelicht, hun besluit zouden kunnen nemen.
Die commissie kan in zeer korten tijd, binnen 8 a 10 dagen, haar rapport
indienen.
De lieer Bucaille wenscht de beslissing voor den nieuwen gemeenteraad over
te laten doch is niet tegen eene commissie.
De Heer Hartevelt is niet tegen eene commissie, mits zij dan ook binnen
zeer korten tijd hare taak ten einde brenge.
De Heer Luzac betreurt, dat de zaak een zoo lang uitstel gehad heeft.
De beslissing in deze zaak acht,hij van te veel belang om door eenen raad,
die op het punt van aftreden isgenomen te wordenhij meent dat men
het besluit voor den volgenden gemeenteraad moet overlaten. Mogt de meer
derheid echter van een ander gevoelen zijn, zoo acht hij de benoeming eener
commissie wenschelijk.
Dc Ileer Cock verklaart zich tegen de benoeming cencr commissie. Dc zaak
van het Huiszittenhuis heeft jaren geduurd en kan aan geen lid van den Raad
onbekend zijn. Hij wil geenszins de zaak aan den volgenden Raad overlaten;"
hij zou dit een treurig geschenk achten. De drie wijzigingen door den Kerke
raad voorgesteldzijn zeer eenvoudig en komen hem zeer aannemelijk voor.
Sedert jaren heeft, hij schikking aangeradenen wenscht dat men ter voor
koming van kostbare procedures en allerlei moeijelijkheden voor de stadda
delijk het voorstel van den Kerkeraad in behandeling neme en aanneme.
De Heer van Outeren verklaart zich mede voor de dadelijke behandeling.
De Heer de Fremery geeft te kennendat om hem persoonlijk de benoe
ming eener commissie onnoodigis, dewijl hij nog altijd van meening blijft, dat
eene schikking in deze zaak ongeoorloofd en onwettig is. Het geldt hier geen
burgerlijk regt maar eene handeling van bestuur, waarover geene transactie
mag aangegaan wordenDaar echter alle zaken, het Huiszittenhuis betref
fende, commissoriaal gemaakt zijn, aebt hij het verkeerd thans van die ge
woonte af te wijken. Hij wenscht echter dat aan de commissie tot het opma
ken van haar rapport een korte termijn gesteld worde.
De Ileer van Kaalhoven is tegen elk verder uitstelhij heeft in dc
verslagen van vroegere Commission te minder eenig heil gezienals die meest
eenzijdig waren te zamcngesteld.
De Heer van der Boon Meseh is van dezelfde meening: hij dringt ook op
de dadelijke behandelingen aan wegens de eenvoudigheid der drie door den
Kerkeraad voorgestelde veranderingen.
De Ileer Olivier is van dezelfde meening als de Heer de Fremery. Daar
echter de meerderheid der Vergadering in die meening niet deelt, acht hij voor
deze de benoeming eencr Commissie wenschelijk. Het stuk van den Kerke
raad is zeer uitvoerigbegeeft zich zelfs in eene historische wederlegging
van vroeger geuite gevoelens. Mogt er nu bij den Stedelijken Raad bezwaar
bestaan tegen een of meer der voorgestelde veranderingenzal hij toch ook
wel de redenen zijner weigering aan den Kerkeraad behooren mede te deelen
en daartoe biedt een gemotiveerd rapport een beter middel aan dan een later
opgesteld antwoordhetwelk meestal slechts individuele opiniën aaneenrijgt.
Hij acht het niet wenschelijk de zaak aan den volgenden Raad over te laten
daarvoor is zij reeds te ver gevorderd en te zeer uit haar verhand gerukt.
De Heer Baert verklaart zich voor eene commissie, welke hij wel zou wen-
schen, dat zich mede uitliet over dc vraag: in hoe verre het beter ware de
eindschikking in deze zaak aan den volgenden Raad over te laten.
De Heer van der Hoeven zou voor eene commissie geweest zijn wanneer
de zaak spoediger ter tafel gebragt ware: doch nu vreest hij van de benoe
ming eener commissiedat de zaak zal hangende blijven tot dat deze Raad
door eencn anderen zal vervangen zijnhetgeen hij mede niet wenschelijk acht.
De Heer Lezwijn had verwacht dat de zaak zelve in behandeling zou
gekomen zijndoch achteven als de Heer Olivierde benoeming eener
commissie nuttigten einde aan de deliberatiën meer eenheid en bepaaldheid
te geven.
De Heer Lisman wenschte oogenblikkelijke behandelingwaaromtrent hij
in de meening van den Heer van der Boon Meseh deelt.
De Heer Siegenbeek houdt ook het rapport eener commissiemits dit spoc-
dig ingebragt worde, tot behartiging en betere behandeling der zaak wenschelijk.
Nadat de Voorzitter, de Heeren Cock, de Fremerij, van Kaathoven, van
der Boon Meseh, Olivier en van der Hoeven hunne meening nog nader ont
wikkeld hebbenbesluit de vergadering met 15 legen 7 stemmen de voorstel
len van den Kerkeraad in handen eener commissie te stellen ten einde daarop
ten spoedigste van consideratiën en advies te dienen. De Heeren Cock en van
Kaathoven verzoeken aanteekening in de notulen, dat zij tot dit besluit niet
hebben geconcurreerd. De Voorzitter benoemt tot leden dier commissie, in
welke hij zal praesideren, de Heeren Baert, van der Hoeven en Lezwijn.
5". Eene voordragt om aan de tegenwoordige administratie van het Huis
zittenhuis bij het gemis der renten voor 1851, het bedrag daarvan uit de
stadskas 18605.voor te schieten. De Voorzitter geeft te kennendat
de zorg van den behoorlijken loop van zakenhangende de onderhandelingen
met den Kerkeraad, de inwilliging van dit verzoek moet aanraden.
Na eenige beraadslaging wordt het geven van bet voorschot met 17 tegen
5 stemmen aangenomen. De Heeren Cock en van Kaathoven verzoeken aan
teekening in de notulendat zij tot dit besluit niet hebben geconcurreerd.
6°. De rekening van de vcreenigde Gast- en Leprooshuizen over 1850
sluitende met een goed slot van f 5663,41.
De Voorzitter stelt daarvan de goedkeuring voor. De Heer Cock dringt aan
op de verbetering der verpleging voor de zieke armenopdat niet zoo veel
geld doelloos worde besteed.
Dc Voorzitter zegt in antwoord daarop, dat de nieuwe voorwaarden, tus
schen de commissie uit den Raad en gecommitteerden uit Heeren Curatoren
der Leidsche Iloogeschool geregeld, ter lezing liggen voor de leden van den
Raad en eerstdaags in behandeling zullen gebragt worden.
De Heer van Kaathoven wil dat van dat gesticht voortaan eene begrooting
aan den Raad ter goedkeuring worde aangebodenhet mag wel geene gelde
lijke subsidie ontvangen, het behoort tocli in zijne oogen tot de gesub
sidieerde gestichtendaar het vrijdom van stedelijke belasting genietwinsten
door middel der apotheek trekt enz. Ook vindt hij dat op die rekening uit
gaven voorkomen, welke daarop niet behoorden gevonden te worden; zoo als
52.aan den Doctor van het huis en 90.- aan de Stads-Chirurgijns
liet komt hem daarenboven in die rekening zoo vreemd voor dat het moeije-
lijk is, het voor waarheid te houden, dat namelijk de ontvangsten en uitga-
ven der apotheek tot op een halve cent sluiten.
De Heer Bucaille toont aan dat dit laatste eene vergissing is, daar juist uit