LEYDSCHE COURANT. li IN". 1851. MAANDAG, 14 JU LIJ. TE ZEGKLt BINNENLANDSCHE BERIGTEN. Vrijdag uitgegeven, vit Zaturdag Avond. Die van Maandag komt V De Prijs der Courant is f 13 in het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. ücn nn 'UT'wrvViiMzaBa&niczai LEADEN, 12 Julij. Wij hebben heden vernomen, dat de AVel-Eerw. Z. Gel. Heer Dr. A. Rut gers van der Loefl', voor het beroep naar de gemeente van Groningen heeft bedankt. - De twee laatste haringjagers zijn den 10dcn binnengekomenaanbren gende 41J en 250J ton haring. De prijs per ton is 200 bij 't stuk 35 ets. De Raad der stad Haarlem beeft tot Conrector bij het Stedelijk Gym nasium benoemd, den Heer S. A. Naber, Phil. Theor. Mag. Litt. Hum. Doet. te 's Gravenhage, en tot Onderwijzer in hel Fransch en Hoogduitsch den lieer J. J. F. Hartmanwonende aldaar. De wetenschap heeft in Indië weder een gevoelig verlies geleden, door het overlijden van het lid der Natuurkundige Commissie, den Heer Dr. C. Schwaner. Den 30slen Maart 11. overleed hij te Bataviaaan de zoo beruchte Bataviascbe koortsen. Ilij stond op het punt om de wetenschappelijke reis naar een gedeelte van Borneo te aanvaardendie hem door het gouvernement was opgedragen. Thans verneemt mendat deze zending door den Heer Dr. Croockewit zal worden volbragt. [Indiër.) 's GRAVENHAGE12 Julij. II. M. de Koningin is gisteren in de residentie aangekomen. -Z. K. II. de Kroonprins van Wurtemburg is op het Badhuis te Sclieve- ningen aangekomen. Men verneemt dat Z. K. H. de Kroonprins gedurende de vacantie op liet Instituut te Noortheijvergezeld van zijnen Gouverneur eenige provin ciën zal bezoeken. - Aan de Commissie door Z. M. belast met het uitbrengen van een ver slag ter beraming en opgave der middelen tot herstel van het Nationaal Tooneelis van wege Z. M. te kennen gegeven, dat Hij het goedkeurt, en den titel van Beschermheer derinrigting tot opleiding van Tooneelisten zal aannemen. 'iVweeile Biamer tier" Stateii-ftreneraal. Zitting van Donderdag 10 Julij. In deze zitting zijn de beraadslagingen over het wetsontwerp tot regeling der bevordering, het pensioneren en ontslaan van Officieren der Landmagt afgeloopenen is het ontwerp met 58 tegen één stem die van den Heer Tacts van Amerongen aangenomen. Daarna is de vergadering overgegaan tot beraadslaging over het wetsont werp tot regeling der pensioenen. Art. 141 zijn aangenomen. De beraadslaging over het wetsontwerp van het regt van vereeniging wordt bepaald op Maandag aanst. Zitting van Vrijdag 11 Julij. In deze zitting is het wets-ontwerp tot regeling van de pensioenen bij de landmagt met algemeene stemmen aangenomen. Dat tot regeling van de bevordering, het ontslag en het op pensioen stellen van de Officieren der zeemagtis aangenomen met 48 tegen 3 stemmen. Tegen de HeerenGroen van Prinsterer, Hoffman en van Lvnden. Dat tot regeling der pensioenen bij de zeemagt, met 47 tegen 1 stem, die van den Heer Ter Bruggen Hugenholtz. Provinciale Staten van 'Zisitihnllantl. Zitting van Donderdag 10 Julij. Na mededeeling van ingekomene stukken doet de Commissie tot onderzoek van het voorstel om ƒ10,000 te verkenen tot verbetering van den Goudschen IJssel, verslag bij monde van den Heer Montijn, die zegt dat die rivier uit gebrek aan behoorlijk toezigt, door aanslibbing en indijking boven Gouda, zoodanig in vernaauwing en ondiepte is toegenomen, dat zij weldra geheel on bevaarbaar zal zijnen alle pogingen tot verbetering steeds zijn gestuit op de geldvraag. Intusschen nemen de aanslibbingen toe, tot groot nadeel van landbouw, handel en scheepvaart, vooral voor Zuidholland. 16,000 bun ders land moeten hun overtollig water op die rivier uitmalen, hetwelk nu niet zelden onmogelijk wordt; terwijl de scheepvaart in het vervoer van eenige millioenen ponden kaas en de uitrusting voor de haringvloot, niet zelden ge heel belemmerd wordt. Spr. gewaagt van de vroegere verbeteringsplannen, van 1809 en 1841 en acht het een gelukkig verschijnsel, dat eindelijk tot eene voor zoo vele duizende ingezetenen nuttige verbetering, iets zal worden gedaan. Van de twee door den waterstaat opgemaakte ontwerpenheeft een den meesten bijval gevonden, te weten tot afsluiting van de rivier een kwart uur boven Gouda, bij Haastrecht. De kosten daarvoor worden op on geveer 250,000 begroot. Bij het heffen van redelijke sluis- en gangpad- gelden zou die onderneming ruim hare renten kunnen opbrengen, en zou men eene radicale verbetering tot stand hebben gebragt. Het Rijk zal alsnu voor een aanmerkelijk gedeelte in het geldelijke voorzien, en wanneer nu ieder der provinciën Zuidholland en Utrecht daaraan voor 10,000 bijdraagt, zal het te kortkomende (betrekkelijk van weinig beteekenis) door de belang hebbende drie kleine stedenOudewaterIJsselstein en Montfoort en de om liggende polders wel worden hijgedragen. In omvrage gebragt, is het voorstel met algemeene stemmen aangenomen. Vervolgens is aan de orde de beraadslaging over de begrooting der enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven voor 1852, welk artikel na eenige beraadslaging wordt goedgekeurd. Art. 2. De bijdrage in de kosten van de muziek- en zangschool te 's Gra venhage, ter som van ƒ2,000, is na beraadslaging aangenomen met 38 tegen 25 stemmen. Tot afd. Ill van hoofdst. VIII genaderd, is besloten, den post van ƒ10,000, voor tegemoetkoming in de verbetering van wegen, te splitsen en daarvan aangenomen ƒ7000, maar ƒ3000 voor de wegen van bet AVestland verwor pen, alsmede eene toelage tot instandhouding van het veer van IJsselmonde, ten bedrage van ƒ300, op grond dat hier sprake is van particulier belang. Hierna is de zitting verdaagd tot morgen. Zitting van Vrijdag 11 Julij. In deze zitting is ingekomen het verslag der commissie van rapporteurs over het plan tot verdeeling der provincie in kiesdistricten. Aan de orde is de voortzetting der beraadslagingen over de begrooting van enkel provinciale en huishoudelijke uitgavenen wel van hoofdst. A l Iafd. IV af. De 4de5dc en 6de afdeeling worden aangenomen. Bij art. 1 van afd. ATI verklaart de Heer van Outeren, bezwaar te vinden, eene zoo aanzienlijke som van ƒ20,000 aan te wijzen voor buitengewone wer ken aan de stranden en zeeweringen van Goedereedenabij het flaauwe werk, zoolang de behoefte niet voldoende blijkt. Door den Voorzitter en de Heeren van lleteren Gevers en Nederburgh zijn de bedenkingen des vorigen sprekers wederlegd. Nadat de Heer van Outeren zijn bezwaar nog nader had ontwikkeld en de gemelde Heeren hem hadden beantwoord,"is het artikel aangenomen met 49 tegen 15 stemmen. Voorts is ook die afdeeling aangenomen. Hoofdstuk IXbehelzende een post voor onvoorziene uitgavenen strek kende tevens tot aanvulling van het ontbrekend of benoodigd bedrag voor eenige posten van uitgaaf, in de hoofdstukken II, III, V en VIII voorko mende, wordt mede aangenomen. Hiermede de behandeling van de begrooting van uitgaven afgeloopen zijnde, komt die wegens de inkomsten in beraadslaging. De Voorzitter geeft over deze begrooting eene korte toelichting, waarna zij zonder beraadslaging wordt aangenomen. Daarna stelt de Voorzitter voor, om de begrooting aan den Minister van Binnenl. Zaken toe te zenden. De Heer Léon oppert de bedenking, reeds in zijne afdeeling door hem ge daan en die hij op algemeen verlangen van deze, hier nader ontwikkelt, of men die begrooting niet regtstreeks aan den Koning behoorde te zenden. De provinciale wetzegt hijgewaagt met geen enkel woord van eene tusschen- komst van den Minister. AVanneer nu de Minister iets afkeurt, zendt hij het eerst aan de Staten terug; wanneer dus de Staten en de Minister verschillen, zou niet de Koning maar de -Minister beslissen. Na eenige woordenwisseling is, daar de Heer Léon nn geen bepaald voor stel had gedaan, maar later, als er sprake was van een reglement, zulks zou doendit vraagstuk zonder verder gevo g gebleven. Alsnu wordt overgegaan tot de benoeming eener Commissie van 5 leden tot onderzoek nopens de verpligting der Staten tot voorziening in het onder houd van zekere zee- en rivierwerken en worden daartoe benoemd de Heeren de Greve, van Outeren, AV. T. Gevers Deynoot,van Dorssen en de Rouville. Is ingekomen een schriftelijk voorstel van den Heer Léon, om voortaan de reglementen, door de Staten vastgesteld, regtstreeks ter bekrachtiging aan den Koning toe te zenden. Dit voorstel, door de Heeren Rengers van AVar- menhuyzen en Hoekwater ondersteund, is aan de orde gesteld op 21 Julij, om alsdan door de voorstellers te worden toegelicht en behandeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1851 | | pagina 1