Amazon genaamd, is eene der nieuwe booten van de West-Indische post- stoomboot-maatschappij. Het heeft een inhoud van 2256 tonnen; is 300 voet lang, 41 breed en in het hol 32 voet diep. Het zal van twee stoom werktuigen van 2400 paardenkrachten voorzien worden. Slechts 9 maanden geleden was de kiel gelegd, en binnen een jaar zal dit reusachtige schip ge heel gebouwd, opgetuigd en voor de dienst gereed wezen. BELGIË. BRUSSEL, 1 Julij. De Minister van Justitie heeft in de Kamer der Vertegenwoordigers een wetsontwerp aangebodenhoudende afschaffing en verbod van alle loterijen hoe ook genaamdmet uitzondering van die welke een weldadig doel hebben ter bevordering strekken van kunsten en nijverheidof tot eenig ander nut tig einde, waartoe echter vergunning moet zijn verkregen van de stedelijke, of provinciale Raden of de Regering. De straffen op de overtreding bepaald zijn gevangenis en geldboete. Men is sedert eenige dagen bezig met het slopen der citadel van Gend. FRAKfKREJH. PARIJS, 1 Julij. De Voorzitter der Republiek is heden naar Poitiers vertrokken ter inwij ding van den spoorweg. Aan den maaltijdhem aldaar door de stad aan geboden heeft hij eene aanspraak gehouden, die hij, naar 't zeggen van een der bladen, tegen zijne gewoonte, eerst aan den Ministerraad had medegedeeld. De voornaamste per telegraaph medegedeelde zinnen zijn deze Ik zie even als gij de toekomst des lands zonder vrees te gemoetwant het heil des lands zal altijd ontstaan uit den vereenigden wil des volks vrij uitgedrukt en naauwgezet aangenomen. Ik haak naar het plegtig oogen- blik waarop de magtige stem der natie alle tegenstreving zal beheerschen allen naijver zal bevredigen. Want het is regt droevig te ziendat de omwenteling de maatschappij schokt, de puinhoopen opeenstapelt en nogtans immer dezelfde driften, de zelfde eischen dezelfde beginselen van onrust in beweging houdt." Voorts verwondert de Voortzitter zich dat het zoo rijke en zoo schrandere Frankrijk zich blootstelt om zich te grond te riglen en voegt er bij D Zou 't waar zijnzoo als de Keizer heeft gezegddat de oude wereld heeft uitgediend en de nieuwe niet gevestigd iszonder te weten wat zij zijn zal? doen wij heden onzen pligt door haar hechte grondslagen voor te bereiden." Deze toespraak welke den Voorzitter verraadt, die nog niet al te vast op zijnen stoel zit, is bij al die groote woorden, waarhij de wil en inagt des volks werd opgehemeld, door de wufte menigte natuurlijk met gejuich ontvangen. De begrooting voor ontvangsten en uitgaven dezer stad, voor 1852, is thans ter overweging aan den stedelijken Raad voorgesteld. Het cijfer be loopt 48,518,150 franken. Sedert 8 dagen is de bedrijvigheid in de fabrieken verlevendigd, en zijn de omzettingen zeer aanzienlijk geweest. De berigten omtrent de veldvruchten zijn ook gunstig. Eergisteren heeft de Heer Poitevin wederom eene luchtreis ondernomen met zijn monsterballou Globeuit 4000 el zijde vervaardigdmet zich voerende eene met twee paarden bespannen calèche, waarin hij, zijne vrouw en een reiziger gezeten waren. Toen de Heer Poitevin een paar malen het veld omgeredenen het rijtuig onder den ballon gekomen waswerd de geheele equipage daaraan met een vooraf in gereedheid gehragt toestel vast gehechtspoedig daarop deed hij de woorden: laat los! lioorende 200 militairen die dekoorden vasthielden, gehoorzaamden dit bevel, de ballon ver hief zich trotsch omhoog onder het gejuich der duizenden aanschouwers en verdween in de rigting van Versailles uit het gezigt. Zij zijn op het punt geweest, om boven het bosch van Boulogne spoediger neder te dalen, dan beraamd was, doch door tijdig uitwerpen van ballast, is de ballon op nieuw zeer aanmerkelijk gerezen. Zij zijn 40 mijlen van Parijs geland en behouden te Passy te huis gekomen. Zekere Darville wil opstijgen met twee zijner zonendievoorzien van vleugels van 15 voeten met lijnen aan zijne luchtballon moeten zijn ver bonden, en alzoo het vliegen der vogelen zullen nabootsen. In het departement Vaucluse bijzonder in de omstreken van St. Cris- tolheeft men veel last van slangen en adders; velen hebben reeds door hunne beten het leven verloren. SPANJE. MADRID, 26 Junij. Dezer dagen was de bevolking dezer stad naar het Prado geloktwaar een Barceloneesch meisje, Juannita Perez genaamd, op eene hoogte van 200 ellen in de lucht in eenen omtrek van 400 ellen zou rondvliegen. Ten 4 ure des namiddags heeft zij haren togt volbragtwelke zeer goed is af- gcloopen. Zij is nog veel hooger gestegen dan aangekondigd was en door vloog meer dan de helft der lange wandeling van het Prado. De vleugels hadden 4 a 5 ellen vlugten waren vastgemaakt met bandendie zoo buig zaam warendat zij zich met de grootst mogelijke gemakkelijkheid bewogen en een geluid maakten als dat van de wieken eens zeer grooten windmolens. Deze proeve zal hernieuwd worden. ITALIË, Eenige ondernemende Engelschen hebben het plan gevormd om den Vesuvius uit te dooven. Gelijk men weet ligt de haard van dezen vuur- spuwenden berg eenige duizende voeten beneden het vlak der zee. Het ont worpen plan nn strektom van de zee naar den berg een kanaal te graven en alzoo den vuurgloed in denzelven te blusschen. De kosten zouden slecht» 2 millioen beloopenen de vruchtbare landerijenwelke men kan verkrij gen, zouden meer dan tienvoudig de kosten dekken. OOSTENRIJK. PESTH 21 Junij. Te Erlau zijn ten gevolge van het ontdekken eener zamenspanning tegen de Regering, een groot aantal personen in hechtenis genomen. De zaam- gezworenen schenen hoofdzakelijk uit vrienden van Kossuth te bestaan en hun aanhang was aanzienlijk vermeerderd door de heerschende ontevredenheid over de maatregelen des bestuursvooral over de vroeger in Hongarije onge kende drukkende belastingen. Een veertigtal der in hechtenis genomenen zijn reeds hierheen overgebragt, om er voor den krijgsraad te worden te regt gesteld. Een veel grooter aantal minder gecoinpromitteerden was te Erlau in de gevangenis verbleven. Te Schemnitz was men een geheim depot van wapenen op het spoor gekomen. HAMBURG. 30 Junij. De Oostenrijksche bezetting heeft de voorstad St. Pauli thans verlaten doch alleenzoo men meentuit een strategisch oogmerk daar de troepen in de nabijheid der stad gecantonneerd zijn. GRIESENLANB. Er is te Athene eene ontdekking gedaan die voor de vrienden en ken ners der Attische oudheid niet zonder belang is. In den tuin van een klein huis heeft men onder den grond de sporen van het oude raadhuis gevonden. Behalve eene menigte blokken uit Piraeïschen steenhebben de opgravingen een aantal van beeldhouwwerken aan het licht gebragt. Ze zijn meestal fragmenten, maar meerendeels van den schoonslen stijl. Een arm met een deel der klecding daarover in achaeïschen trantis vooral zeer fraaien daar de voorraad nog geheel niet uitgeput is, hoopt men nog andere gedeel ten van den voortreffelijkcn arbeid te vinden. Daarbij heeft men meer dan 60 opschriften voor den dag gebragtde meesten zijn besluiten over beloo ningen en eerbewijzen aan verdienstelijke mannen uit den Macedunischen tijd eenige ook uit den Romeinschen. Een van den eerste is afkomstig uit het archontaat van Nicias. [425 jaren voor Christus]. In alle wordt uitdrukke lijk gezegddat ze in het raadhuis of in den raad moeten geplaatst worden. Nadere berigten omtrent den inhoud zijn nog niet te gevendaar het archaeologisehe collegie, dat de opgravingen onder opzigt van den Heer Pil- takis laat doenhet besluit heeft genomen om de belangrijke stukken weg te sluiten en geheim te houden, tot de Heer Pittakis en zijne vrienden die hebben uitgegeven. De plaats der opgravingen is onder de noordwestelijke punt der Acropolis. Daaruit volgtdat Leake en zijne volgers zich hebben bedrogen als zij het raadhuis en de daarmede verbondene gebouwen achter den heuvel van Mars (den Areopagus) hebben geplaatst. Reeds de beschrij ving van Pausanias wijst op de regte plaats aan deze zijde van den Areopagus. Eene onnoemelijke menigte sprinkhanen, die onlangs van het vaste land naar het eiland Mytilene kwamenzijn door een van hagel en regen vergezelden orkaan in de zee geworpen. Over eene uitgestrektheid van 10 uren is nu de kust overdekt met de verrottende ligchamen dier insectendie op vele punten drie voet hoog liggen en een onverdragelijkcn stank veroor zaken waaruit alligt pestaardige ziekten konden ontstaan. T IF IIK Y E. CONSTANT1NOPEL15 Junij. Eene gelijke misdaad, welke voor eenigen lijd te Damaskus, op den per soon van Pater Thomas is gepleegd, heeft den 11 den Mei te Antiochië plaats gehad. Pater Bazilius, apostolische zendeling van de orde der Capucijnen is op de trappen van het altaar vermoord. De Consul van Frankrijkde Heer de Lessepsis van Aleppo naar Antiochië vertrokkenom deswege klag- ten in te leveren en den moordenaar te doen straffen. De daad wordt aan fanatisme en haat tegen de Christenen toegeschreven. Deze zijn dan ook zeer ter neergeslagen. Op den dag der begrafenis van Pater Bazilius werden de Christenen, die den lijkstoet volgden, met slecnen geworpen en op allerlei wijzen beleedigd. De Christenen worden ook in de omstreken van Smyrna van Antiochië en van Adrianopel door Mahomedaansche roovers overvallen en uitgeplunderd. Den 31steD Mei hebben eenige van die roovers de kolonie der Elsasschers bij Smyrna, behoorende aan de HII. Couturier en Delochc, bezocht, de land bouwers gebonden en hunne woningen uitgeplunderd. CALIFORNIE. SAN FRANCISCO, 12 Mei. Een brand, heviger als waarvan lot dus verre een voorbeeld bestond, heeft een groot gedeelte van deze stad in den asch gelegdzoowel als verschillende ter reede liggende schepen. Het tolkantoor en vele andere openbare gebou wen, een groot aantal hotels, magazijnen en particuliere woningen, benevens eene aanzienlijke hoeveelheid koopwaren werden een prooi der vlammenal de drukkerijen met uitzondering van eene zijn mede vernield. De schade wordt op 12 a 16 millioen dollars berekend en duizende inwoners hebben alles verlorenalle zaken staan stil en het is te vreezen dat vele inenschen hun leven bij dit ongeval zullen verloren hebben. Ook in de stad Stocktonten noorden van deze stadheeft een vrij beduidende brand gewoed, waardoor eene schade van 1 millioen dollars ver oorzaakt werd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1851 | | pagina 3