hruikde gezondheid of liet leven der dierenevenmin als dat der verbrui kers van hun vleesch of vet in gevaar zouden kunnen brengen, en kan dus met gerustheid door de veehouders worden aangewend; hebbende de onder vinding bovendien het doeltreffende van dit middel aangetoond. -- De verbouwing van het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen te Delft, is aangenomen voor ƒ64,700 door J. den Braanker. Timmerman aldaar. 's GRAVENHAGE3 April. Bij Zr. Ms. besluit van den 28stcn Maart, is aan Mr. Hendrik Provó Kluit, onder dankbetuiging voor de vele en gewigtige dienstendoor hein als Di recteur van Politie te Amsterdam bewezen, eervol ontslag uit die betrekking verleendmet bepaling dat dit ontslag zal gerekend worden in te gaan met 1° Julij aanstaande. H. M. de Koningin heeft eene aanzienlijke gift geschonken aan het Ne- derlandsche Vrouwengenootschap ten behoeve der zending in China, te Rot terdam gevestigd. Naar aanleiding der wet van 17 September 1849, waarbij aan de gouden muntstukken de hoedanigheid van standpenning is ontnomenzijn 4,979,097 stuks a 10 ingetrokkenderhalve voor eene nominale waarde van ƒ49,790,970, die nu op 1,572,997 na, zijn verkocht en zoo men rekent dat daarop nog zal verloren worden ƒ457,500zal de geheele inwis seling een verlies van 1,057,447 hebben opgeleverd. Heden is alhier tot lid der Prov. Staten van Zuidholland voor het 2de hoofd-kies-district dezer stad, met 307 van de 548 stemmen verkozen, de Heer S. A. van Hoogstraten; de Heer Mr. A. A. J. Meylink, had 241 stem men verkregen. De vergadering der Provinciale Staten van Zuid-Holland zal den 10<'en dezer buitengewoon bijeenkomentot bet verkiezen van een lid der Eerste Kamer in de plaats van Jhr. Mr. W. M. de Braauw, die, ten gevolge van be vordering in regterlijke betrekking, opgehouden heeft lid dier Kamer te zijn, doch echter herkiesbaar is. Bovendien zouden de Staten nog eenige andere spoed vereischende werkzaamheden te verrigten hebben. - De Afdeelingen van de Tweede Kamer hebben gisteren een aanvang ge maakt, met bet onderzoek van het wets-ontwerp nopens de Ministeriëele ver antwoordelijkheid en zullen heden dat onderzoek voortzetten. De voorschriftendie in acht genomen moeten worden ten aanzien van de manschappen, welke zich willen verbinden voor de militaire dienst in de koloniën, zijn de volgende: 1°. Als recruten kunnen worden aangenomen: a ongehuwde Nederlanders, die nog niet gediend hebben, van 18 tot 41 ja ren, en tot 44, indien zij te voren gediend hebben; die, in alle opzigten gezond en vrij van alle zigtbare gebreken, bewijzen overleggen zoo van ge drag als van voldoening aan de nationale militieterwijl voorts diegenen welke minderjarig zijn, voorzien moeten wezen van eene behoorlijk gelegali seerde toestemming van ouders of voogden, of van zoodanige personen, aan wie het toezigt over hen is toevertrouwd; b ongehuwde vreemdelingen, die ten aanzien van ouderdom, physieke geschiktheid en goed gedrag, aan de voorwaarden, hierboven voor Nederlanders bepaald, voldoen, en voorts, voor zoo veel zij behooren tot de Staten van den Duitschen Bond, wanneer zij voldoende bewijzen overleggen, dat zij zich van hunne militaire verplig- tingen in hun land naar behooren hebben gekweten. 2°. Voor de koloniale dienst mogen niet worden aangenomena deserteurs onverschillig van welken landaardb gewezen militairendie vroeger van den militairen stand vervallen zijn verklaard, of met een briefje van ontslag, of met paspoort voor de 2<Ie soort zijn ontslagen; c manschappen, die vroeger in Oost- of West-Indiën in de klasse van discipline zijn geweest; d uit Indië wegens ligchaamsgebreken ontslagen militairen, al zijn zij ook van die gebreken geheel hersteld. 3°. Vroeger in Oost-Indië gediend hebbende militairen kunnen niet anders dan voor West-Indië, en omgekeerd, die in West-Indië gediend hebben, niet anders dan voor Oost-lndië worden aangenomen. 4°. Het minimum der lengte voor de recruten wordt bepaald op 1,580 N. el. 5°. Het band- en aanbreng-geld voor Nederlanders wordt voorloopig bepaald respectivelijk op ƒ20 en ƒ6; zullende liet handgeld worden uitbetaald, zoo dra de recruut te Harderwijk herkeurd is bevondenen hem de krijgsartike len zijn voorgelezen; het aanbrenggehl daarentegen, zoodra de man bij de voorloopige visitatie is goedgekeurd. 6°. Voor vreemdelingen wordt noch hand- noch aanbrenggeld goedgedaan. 7°. De manschappen zullen voor geen ander wapen dan dat der Infanterie en niet anders dan als soldaat, mogen worden aangenomen. 8°. Voor recruten uit de gestichten der Maatschappij van weldadigheid wordt geen aanbrenggeld betaald; terwijl van het handgeld ƒ16 zal worden gegeven aan voornoemde Maatschappijter voldoening van de schuld van den aangenomen kolonistom het evenof die schuld meerder of minder bedraagt. CFevecde Ekanner dei' Staten-Generaal. Zitting van Dings dag 1 April. In deze zitting is ingekomen een wets-ontwerp tot verbooging van hoofd stuk IX A der staatsbegrooting voor 1850 voor bet achterstallig aandeel van Nederland aan de Russische schuld in Holland. Door de commissie van rap porteurs voor de wets-ontwerpen, houdende naturalisatie van drie personen, is verslag uitgebragt. De beraadslaging is bepaald op Vrijdag aanstaande. Het wets-ontwerp tot regeling van de verjaring van straffen wegens druk persdelicten is, nadat het eenig artikel eene geringe wijziging ondergaan bad, met 51 tegen 6 stemmen aangenomen. Tegen hebben gestemd de Heeren WesterhofF, Engelenvan der VeenSloet tot OldhuisReinders en Jongstra. Door de Commissie voor de Verzoekschriften is omtrent eenige adressen verslag gedaan. AMSTERDAM, 2 April. Dat H. M. de Koningin, die te Stuttgardt een bezoek bij hare Koninklij ken vader braglnaar Italië en wel bepaaldelijk naar Nice zou vertrekken om aldaar een geruimen tijd te vertoevenwordt wel uit Duitschland ge meld, maar bij doorgaans goed onderrigte personen te 's Gravenhage zeer betwijfeld. (Amst. Cour.) Door de Ned. Ilandel-Maatschappij zijn bevracht 45 schepen, als 22 voor deze stad, 15 voor Rotterdam, 2 voor Dordrecht, 3 voor Schiedam en 3 voor Middelburg. De collecte voor het fonds der Noodlijdende Kerken, heeft bij de Wal- sche gemeente alhier opgebragt de aanzienlijke som van ƒ1.006. UTRECHT, 1 April. Mr. J. de Wal hield op den 27sten Maart eene lioogstbelangrijke redevoe ring in het Lees-Museum alhier, over de geschiedenis der hoorigheid in Ne derland de trapsgewijze beperking der onvrijheid en de eindelijke vernieti ging daarvan. De Spreker gaf daarbij een overzigt van de verschillende soorten van dienstbaarheid in de vroegste tijden bij de Germaansche volken, beschouwde daarna den maatschappelijken toestanduit dat oogpuntvan de twaalfde eeuw af tot aan het einde der grafelijke regering, en toonde ten slotte aan dat de sporen van die dienstbaarheid nog ten tijde der Republiek duidelijk zigtbaar waren en zelfs nog worden aangetroffen in bet Sladrcgt van Zwolle van het jaar 1794. (Ned.) Laatstl. Vrijdag zijn alhier eenige menschen en kinderen gebeten door eenen hond, die voor dol werd gehouden. Het dier is den weg naar Jutpliaas opgeloopenen onder die gemeente doodgeschoten. Het is te hopen voor de patiëntendie heelkundige hulp hebben ingeroependat de uitkomst het bewijs zal leverendat de dolheid van dien hond alleen in hunne verbeel ding heeft bestaan. Intusscben levert ook dit geval al weder bet bewijs der wenschelijkheid dat een naauwleltendcr toezigt worde gehoudenvooral op zoo vele honden die zonder eigenaar rondzwerven; de belasting op de hon den, die in deze stad zou werden ingevoerd, en waartoe alles in gereedheid iszou vooral daartoe eene zeer geschikte aanleiding gevenonbegrijpelijk is hetdat de invoering dier belasting zoo lang verschoven wordt. TIEL, 31 Maart. Gisteren avond is de Rijks-Ontvanger van Wamel en Dreumelde Heer W. J. v. II. met stille trom gevlugt, een hoogst aanmerkelijk deficit in de kas en aan particuliere schulden achterlatende. (Handelsbl.) GRONINGEN, 1 April. Naar plaatselijk gebruik waren 11. Donderdag avond eenige buurvrouwen te Gasselte bezig, om eene, zoo het scheen, overledene vrouw, die lang ziek geweest was, te ontkleeden. Men verbeelde zich de ontsteltenis der vrouwen, toen het gewaande lijk zich plotseling begon te bewegen en haar in het ont kleeden scheen te willen helpen. Van den schrik bekomen, begon men een naauwkeurig onderzoek en bevond men weldra, dat de vrouw nog wel leefde, maar zich niet bewegen of spreken konde. Door geneeskundige hulp verder in het leven teruggeroepen, konde zij den volgenden dag de aan haar gerigte vragen beantwoorden. Zij verklaarde, dat zij alles gehoord had, wat met haar voorviel, maar geheel bewegeloos was en geen geluid kon geven; met vele inspanning had zij zich eindelijk bewogen, dat door hare buurvrouwen gelukkig werd opgemerkt. Zij heeft nu hare volle kennis en spraak terug. Men ijst op de gedachtedat de vrouwindien de dwaling niet nog even bij tijds ontdekt ware, levend begraven ware geworden. Ook dit voorbeeld leert, hoe voorzigtig men met het begraven van dooden te werk moet gaan en hoe noodzakelijk het is, om maatregelen te nemen tegen het ter aarde brengen van schijndoodenwant is er iets verschrikkelijkers te bedenken en het geschiedt zeker veel meer, dan men vermoedt. BUITEALANDSCHE BERIGTEiV. EBJfi EUAVffl. LONDEN, 31 Maart. Heden morgen openbaarde zich onverwachts een groote onwil tot voortzet ting hunner bezigheden onder de timmerlieden fen verwers die aan het zooge naamd glazen paleis in Ilyde Park arbeidenen tegen tien ure verliet een groot gedeelte van hen het werk. De oorzaak van dezen onwil ligt hierin dat de voor het theedrinken bestemde tijd van een geheel uur op een half uur was ingekort. Onder de bepalingendoor de Commissie voor de Tentoonstelling gemaakt, behoort het verbod dat onder de ververschingen welke in de localen zullen te verkrijgen zijn, eenige geestrijke drank gevonden worde. In Ierland duurt de landverhuizing onafgebroken voort; sedert eenige dagen zijn te Liverpool 500 landverhuizers aangekomenen aanhoudend ko men nog velen uit alle deelen van het eilandom in de havenplaatsen gele genheid te zoeken om naar verschillende oorden te worden overgebragt. FRAHKRIJK. PARIJS, 1 April. In de zitting der Wetgevende Vergadering, die heden onder Voorzitterschap van den Generaal Bedeau plaats hadgaf deze kennis van eenen brief van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1851 | | pagina 2