LEYDSCHE
COURANT.
WOENSDAG, 12 MAART.
BIMEftLANDSCHE BERIGTEfl.
De Courant wordt Maandags Woensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
vit Zuturdug Avond
L/C Prijs der Courant is f 13 in het jaar; X»
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN11 Maart.
Wij kunnen met zekerheid vermeiden, dat liet berigt in het Handelsblad
van 11. Maandagaangaande de ontdekking van bet lijk van den sedert vier
weken vermisten d. K., in zooverre bezijden de waarheid is, dat op bet-
zelve geenerlei schriftuur is bevonden. Van die ontdekking werd intusschen
dadelijk aan een der Commissarissen van Policie behoorlijk mededecling ge
daan die dan ook onmiddelijk tot het vereischte onderzoek overging.
Ilct heeft Ilare Majesteit de Koningin goedgunstig behaagd, twee zeer
fraaije lazen te schenken, voor de Loterij van Handwerken, die alhier zal
gehouden worden, ten behoeve der Breischooltjes voor arme en behoeftige
Protestantsche meisjes.
Z. M. heeft benoemd tot Burgemeester en Secretaris der gemeente Arkel
c. a. Mr. F. de Klopper.
De Commissie van Beheer en Toezigt over het Droogmaken van het
Haarlemmermeer zal, den lsLen8stcn, 15^en22slcl1 en 2ib^-'n April ver
pachten Het Gras- en ander Gewasstaande op den Ringdijk voor gezegde
Droogmaking, alsmede op de Polderkade, langs het buitenboord der Ring
vaart en de door het Rijk aangekochte grondentusschen den oever des
Meers en den tee des gemelden Dijks; verder tot beteling van de daartoe ge
schikte gronden, tusschen den tce des Dijks en de reeds gegraven nieuwe
Bermslooten benevens op en langs de Jaagwegen bij het Noorder- en Zuider-
Spaarne; in zes en veertig percelen, en het Bevisscben der Ringvaart langs
de gehecle omringing van gezegde Droogmaking in twintig percelen.
Deze verpachtingen zullen geschieden bij opbodnadere inlichtingen zijn
onder anderen te bekomen bij den Ingenieur J. A. Beijerinckalhier.
-In verband met de onlangs door Z. M. genomene beschikkingen, ten
aanzien der koloniale wervingkunnen wij Dog mededeelen dat het hand
geldhetwelk tot dusverre voor Nederlanders op 10 was bepaald, thans op
20 is gesteld; -voor vreemdelingen, daarentegen, wordt hoegenaamd
geen handgeld meer toegestaan.
In de laatste 7 jaren zijn alleen uit Iloogeveen zes millioen ton turf
verzonden.
's GRAVENHAGE10 Maart.
Z. M. de Koning heeft tot Regter in de Arrond.-Regtbank alhierter
vervanging van wijlen Mr. L. Asser benoemd Jhr. Mr. W. M. de Brauw
thans Substituut-Officier bij die Ilegtbank. Ten gevolge van die benoeming
houdt de lieer de Brauw, die thans ook lid is van de Eerste Kamer der
Stalen-Generaalingevolge art. 91 van de Grondwetop lid dier vergade
ring te zijn; doch is hij als zoodanig wederom verkiesbaar.
Naar men verneemt zal 11. M. de Koningin aanstaanden Vrijdag deze
residentie verlaten tot het doen eener huitenlandsche reis. Zaturdag zal
Z. M. de Koning zich naar het Loo hegeven.
Aanstaanden Zaturdag zal Z. E\c. de Minister van Buitenl. Zaken een
groot diner geven tot welks deelneming onder anderen zijn uiigenoodigd de
leden van het corps diplomatiquede Ministersde Voorzitters van de beide
Kamers der Statcn-Gen eraalde Commissaris des Konings in de provincie enz.
De Toekomst deelt het gerucht mede, dat de Minister van Marine, de
Vice-Admiraal Lucashet verlangen zou hebben te kennen gegevenom met
1 April aanstaandeals Minister af te treden.
Men kan daarbij nog een ander gerucht voegendal alhier in omloop
isvolgens hetwelk ook de Minister van Justitiede Heer Nedermeyer van
Rosenthal, waarschijnlijk zijn ontslag zou nemen, vooral omdat de voorge-
dragene wet op de Regterlijke Organisatie geene ondersteuning bij de leden
der T weede Kamer schijnt te verwerven.
Men verneemt dat ook het tweede gedeelte van het rapport der Com
missie van onderzoek, aangaande de alsnog hier te lande vigerende wetten en
verordeningen van Franschen en anderen oorsprong, benoemd bij Koninklijk
besluit van 5 Februarij 1849 StaatshlN°. 5), thans ter algemeene Lands
drukkerij ter perse is en eerlang op last van den Minister van Justitie het
licht zal zien.
Gisteren is in deze residentie aangekomen de Baron Billingdie van
wege de Fransche Regering belast is geworden met eene bijzondere en buiten
gewone zending bij de Hoven van Brussel's Gravenhage en Londen. Die
zending heeft namelijk ten oogmerk, om met de bedoelde gouvernementen
over het handhaven van den letterkundigen eigendom te onderhandelen, even
als zulks onlangs met Sardinië is tot stand gebragt.
Het 2lie regement Dragonders, thans nog te Haarlem, wordt tegen
1°. Mei aanstaande alhier verwacht.
ITiveesle Kamer der Sta f en-Generaal.
Heden zal de Kamer eene zitting houden. Ook zullen dan de afdeelingeu
bijeenkomen1°. om voorloopig te onderzoeken het voorstel van drie leden
betrekkelijk de schadeloosstelling, te vcrleenen aan de leden der voormalige
Eerste Kamer, die zulks zouden mogen verlangen; en 2°. om een' aanvang
te maken met het onderzoek van de voordragt der gemeente-wet
Uit het verslag der Kamer, betreffende de voordragt op de verjaring der
straffenuitgesproken krachtens de wetten van Mei 1829 en Junij 1830
blijkt, dat onderscheidene leden met nadruk gewezen hebben op de vertra
ging welke de indiening van dit ontwerp beeft ondervondenen hun leed
wezen hebben betuigd dat de Regeringals doordrongen van de noodzake
lijkheid, om de wetgeving van een erkend gebrek te zuiveren, niet eerder
tot dergelijke voordragt heeft besloten. Naar hun oordeelhadden de bezwa
ren door verschillende regtsgeleerden aangewezenook vóór het arrest van
den Iloogen Raad, van Maart 1850, kunnen zijn verholpen, en waren verre
gaande uitspattingen van sommige dagbladen het gevolg daarvan geweest. De
bedoelde leden meenden, met het oog op het belang der zaak, zich geregtigd,
in dit verslag den wenscb vut te drukkendat de Regering zichnog meer
dan tot hiertoe was gebeurd, ijverig mogt betoonen, om verbeteringen, daar,
waar die noodig werden bevonden, in de wetgeving tot stand te brengen.
Onderscheidene leden hebben gemeend, dat, wil men het voorgestelde oog
merk bereiken, de voorafspraak der voordragt noodwendig moet worden ge
wijzigd, om de toepassing van art. 462 van het wetboek van strafvordering
op de bedoelde misdrijven te verzekeren en dat men daartoe kan geraken
door in den considerans eenvoudig te overwegen dat er noodzakelijkheid
bestaatvoorzieningen te treffen ter regeling der verjaring van de uitgespro-
kene straffen ter zake dezer misdrijven.
Vrij algemeen is aangemerkt, dat op dien grond het eenig artikel der wet,
om aan het doel te kunnen beantwooxdenbehoorde te worden veranderd.
Werd het ontwerp, zoo als het is aangeboden, goedgekeurd, dan zouden wel
de straffen, uilgesproken ter zake van politieke misdrijven, bedoeld bij de
wetten van 1829 en 1830, en krachtens die wetten uitgesproken, door een
tijdsverloop van 10 jaren verjaren maar de straffenopgelegd krachtens het
AVetboek van Strafregtwegens schriftelijkcn hoon en laster jegens bijzondere
personenna verloop van zes maanden. Men meendedat deze onvolle
digheid gemakkelijk te herstellen zou zijn.
De meerderheid der leden heeft zich niet kunnen vereenigen met den voor
gestelden verjarings-termijn van tien jarenen wensclxt dien tot vijf jaren te
beperken.
Onderscheidene leden hebben gemeend, dat ook in de wet eene bepaling
behoorde te worden opgenomen, gelijk aan die van art. 465 ven het AVet
boek van Strafvordering, om allen twijfel weg te nemen, of zij, die veroor
deeld waren, wegens de bedoelde misdrijven tot straffen, waarvan de veija-
ring vóór de invoering dezer wet was begonnenzich nog op de vroegei'e
meer gunstige bepalingenzouden kunnen beroepen. Zij oordeelden het
raadzaam, allen twijfel deswege te beletten.
Alen verzekert vrij stellig, dat de Kamer, na de behandeling van eenige
der ingediende ontwerpen van wet, en na het onderzoek van al de aanhangige
voordragten van gewigtigen aardvoor geruimen tijd zal uiteen gaanten
einde alsdanna hare terugkomstachtervolgens de beraadslagingen over die
ontwerpen te houden. Gedurende dien vacantietijd zou de herbouwing plaats
hebben der vei'gaderzaalwaartoe bij de beraadslagingen over de Staatsbe-
grooting voor 1851 besloten is.
De ontwerpen van wet betreffende wijzigingen in het belastingstelsel,
zijn de volgende:
1°. Tot heffing eener belasting op de renten van kapitalen niet bestaande
in onroerend goed, noch aangelegd tot eenigen tak van nijverheid. 2°. Tot
afschaffing van den accijns. a. Op den turfb. Op de steenkolen en tot
invoering van een invoerregt op dezelve. 3°. Tot vermindering van het
tonnegcld der zeeschepen. 4°. tot verbetering van den accijns op het zout.