den wil van het Romeinsche volk dwang aan te doen, of gij blijft er om een tegenwigt tegen Oostenrijks invloed daar te stellenmaar ik vraag u7.00 bet Oostenrijkscbe leger Rome bezet hield - wat zou liet hebben toegelaten dat wij niet hebben gedoogd? Men zal waarschijnlijk zoo besloot de redenaar, onder luide toejuiching van een deel der Vergadering op dezen weg voortgaanmaar laat 1852 komen, liet geduchte jaar waarin het Volk geregt zal houden; dan voorze ker, zal de adem der vrijheid de wereld in beweging brengen, en onze sol daten zullen te Rome de eersten zijn die Italie's onafhankelijkheid begroeten. De Minister van Buitenl. zakendie bij deze gelegenheid bleek in het ge heel geen redenaarstalent te bezitten, beantwoordde den Heer Arago, en verdedigde de Pauselijke regering, die zijns eraclitens alles gedaan had wat zij kon doen na eene revolutie die het geheele land in verwarring had ge- bragt. Wanneer het Fransche leger Rome zou ontruimen, kon hij niet zeg gen, maar men mogt het Pausdom niet hulpeloos laten en aan nieuwe schok ken blootstellen. De Generaal Oudinot verdedigde de espeditie naar Rome tegen de hevige aanvallen van een ander lid der Bergpartij, den Heer Matthieu. De Heer Piscatory de rapporteurverklaarde dateer de laatste Oostenrijksche soldaat den Kcrkelijken Slaat verlaten hadde Fransche troepen Rome niet zouden ontruimen. De taak van Frankrijk in Italië, zeide hij, is niet volhragtzoo lang Oostenrijk zijne troepen niet teruggeroepen heeft uit den Kerkelijken Staat; ontruimt Rome thans, en binnen veertien dagen zal het door Oosten- t rijkers bezet zijn. De Vergadering bewilligde met 465 tegen 196 stemmen de gevraagde gel den voor de voortdurende bezetting van Rome. - Zaturdag jl. heeft de Wetgevende Vergadering eindelijk beraadslaagd over het voorstel van den Heer Creton tot opheffing der verbanning van de familien Orleans en Bourbon. De voorsteller verdedigde die opheffing als eene daad van billijkheid en menschelijkheid. De Heer Berrijer, de voornaamste redenaar der Legitimisten, verklaarde zich tegen het voorstelin het belang van den vrede en de veiligheid des lands; de terugkomst der door hem hoog geëerbiedigde vorsten zou aanleiding geven tot woeling en kuiperij; wat hen verbant, is ook niet de wet, maar bet revolutiebeginsel, zoodat niet eene opheffing der wet maar eene verande ring van beginsel noodig is om aan de verbanning een eind te maken. De Minister van Justitie noemde het voorstel billijk en edelmoedigmaar ontijdigde terugkomst van vorsten wier tegenwoordigheid wier naam aan leiding zou kunnen zijn van opruijing en onruststokingwas nog ongeraden. Na nog eenige woordenwisseling waarbij een lid der bergpartij zich hevig tegen alle vorsten uitliet, is het ontwerp zonder hoofdelijke stemming (die volgens het reglement niet mogt plaats hebben) voor zes maanden verdaagd. De verkoop van paarden van den President heeft 55,235 fr. opgebragt, hetgeen eenige duizende franken meer is dan zij gekost hebben. Gedurende het afgeloopen jaar hebben 26 schepen onder Nederlandsche vlag de haven van Marseille bezochtwaaronder 16 van Amsterdam en 5 van Rotterdem aanbrengende 563,735 Edammer en 1,100 Goudscbe kazen 400 lasten gestampte suiker, 1,340 balen koffij 500 blokken tin, 105 balen tabak en 95 kisten witte Japansche was. Voorts kramerijen parel- gortwat specerijenenz. De Opinion Publique gewaagt van eene ontdekking door een particu- lier gedaandat gruis van turfkool als ontkleurend beginsel dezelfde boe- danigheden bezit als het beenzwart. Proeven zijn er mede genomen op Port- wijn, aftreksels van Cochenille, Campecheliout en indigo, alsmede op bruine j suiker, welke allen met den besten uitslag zijn bekroond. De ontkleurende 1 kracht van het turfzwart staat met die van het beenzwart als 5 tot 4. Dat ismen heeft 5 deelen turfzwart noodigom dezelfde resultaten te verkrij- gen als met 4 deelen beenzwart. Dit is een belangrijk punt, want de 1 duurte van het beenzwart wordt niet vergoed door de meerderheid van zijne ontkleurende«kracht. Zoodat de suiker-industrie een nieuw beginsel bij de hand heeft, waarvan zij voordeel kan trekken. SPAKJE. MADRID 20 Februarij. De Commissie belast met het onderzoek van het ontwerp van wet voor de regeling der schuldheeft gisteren eene derde vergadering gehoudenzij zou niet genegen zijn het indienen van haar verslag te bespoedigen. Behalve de leden der commissie bevonden zich ter dezer vergadering verscheiden afgevaar digden die het woord hebben gevoerd. De Heer Lorente, zegt de Epoca, heeft verklaard in de zienswijze der Regering te deelen ten aanzien van de noodzakelijkheid der schuldregeling, maar wilde ook de mogelijkheid onder zoeken. om ten uitvoer te leggen, wat men aan de fondsenhouders aanbiedt. Hij heeftgelijk al de aanwezige afgevaardigdenden wensch te kennen gege ven, dat van de regering eene naauwkeurige opgave zou verlangd worden van de verschillende soorten van schuld, welke ter verwisseling zullen wor den toegelaten, en vooral eene opgave van het bedrag der som, waarmede de rente dezer schulden voortaan op den staat zullen drukken. De Epoca berekent, dat die rente 47 millioen realen 'sjaars gedurende de eerste vier jaren zal bedragen, en na verloop van bet 19dc jaar, vanneer die schuld gevestigd zal wezen, tot 141 millioen realen zal zijn gestegen. Het zoude dus een nominaal kapitaal van 4,700 millioen realen zijn, welke de verwisselde schuld zoude vertegenwoordigen; en de 3,300 millioen realen daarbij voegendewelke de tegenwoordige buitenl. en binnenl. 3 pCts. bedra gen verkrijgt men een nominaal kapitaal van 8,000 millioen realenals het bedrag van Spanjes geheele vaste schuldrentende 3 pCt. SARDINIË. TURYN24 Februarij. De Commissie der Kamer belast met het oprigten van een gedcnktceken ter eere van Koning Karei Albert, heeft zich er vóór verklaard. HH. MM. hebben gisteren een bal bijgewoond in den Schouwburg, ge geven ter ondersteuning voor de beboefligen en voor de uitgeweken Italianen. Het Regeringsblad wederspreekt de in omloop gebragte geruchtenals zou Oostenrijk van de Regering dreigende nota's hebben doen toekomen. ITALIË, ROME20 Februarij. De Paus heeft aan den Koning van Napels eene kostbare zilveren reliquie- kast, in Gothischen stijl bewerkt, ten geschenke gezonden, waarin overblijfsels van het gebeente van Petrus en Paulus. Pius IX kan, zegt de Tijd, deze kostbare reliquie voorzeker aan geen waardiger handen toevertrouwen. De berigten uit de Legatiën luiden bij voortduring ongunstig. De ben den roovers, die door de Oostenrijkers vervolgd worden, welke al wat zij met de wapens in de hand vindenzonder genade op de plaats doodschieten zijn genoodzaakt geworden zich in het gebergte te werpen. Eene bende van dit volkdie getracht had de Appenijnen te bereikenwerd door eene Oos tenrijksche afdeeling geheel uiteengejaagd. Telkenmale hoort men echter van nieuwe benden, zoodat de rooverijen voortduren. PRÏTIigEN. BERLIJN1 Maart. Vier diakonessen van het Protentantsche Diakonessen-gesticht te Kaisers- werth in de Pruissische Rijnprovinciezijn dezer dagenvergezeld van twee geestelijken, naar Jeruzalem vertrokken om aldaar een opvoedingsgesticht voor vrouwen, bijzonder voor Arabische meisjes, op te rigten. De Koning van Pruissen heeft voor deze stichting een huis gegeven. 0®STENRWtt. WEENEN26 Februarij. Aan de Stadhouders in alle Oostenrijksche landen is onverwacht bevel ge zonden voor de zamenroeping der Landdagen onverwijld de noodige maatre gelen te nemen opdat die zamenroeping in den aanstaanden zomer kunne plaats hebben. Het Ministerie van Oorlog beeft aanschrijving gedaan aan de regterlijkc collegiënom voortaan niet meer tot de straf van het bagno te veroordeelen Het bagno te Venetië is bij gelijke aanschrijving opgeheven. Ten gevolge van gevoerde onderhandelingenheeft de Nederlandsche Regering aan de Oostenrijksche schepen voor de vaart op en in de Neder landsche Koloniën (uitgezonderd alleen de kustvaart in Oostindië) gelijkstel ling met de Nederlandsche schepen verleend. SWEDEN. Volgens de laatste berigten uit Stokholm van den 21sten Februarij hebben zich de wanordelijkheden aldaar niet herhaald; daarentegen zijn in onder scheiden steden van Noorwegenals Levanger en Stördalenongeregeldheden ontstaan, die door het derwaarts zenden van troepen moesten gestuit worden. DENE MAÏS EEN. De bevolking der steden bedraagt, behalve Kopenhagen, dat thans 129,695 inwoners telt, gezamenlijk 160,870 zielen. Hieronder komen het eerst in aanmerking: Odensee met 11.122, Elseneur met 8,111, Aarhuus met 7,886, Aalborg met 7,745, Itanders met 7,338 en voorts nog 13 steden met 5800 tot 2800 inwoners. Voor het grootste gedeelte is deze bevolking de Luthersehe Godsdienst-leer toegedaan; zijnde er in alles slechts 6211 van andere geloofsbelijdenis; waar onder 1200 Katholijken, 412 Doopsgezinden en 3858 Israëliten; de overigen meerendeels Gereformeerden. STADS BERIGTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN Gehad het verzoek van J. C. Zaalberg en Zoon, Fabrikanten, wonende alhier, strekkende tot bekoming der vereischte vergunning, om in hunne Fabriek, staande en gelegen aan de Uiterste Gracht, Wijk VII. N°. 374 tot, en met 381Sectie IN°. 1518een Stoomwerletuig te mogen plaatsen. Gelet op Zr. Ms. besluit van den 31sten Januarij 1824, rakende vergun ningen ter oprigting van sommige Fabrijken en Tralijken Brengen bij deze ter kennis van alle daarbij belanghebbendendat tot bet hooren der Eigenaars en Bewoners van de naastbijgelegene of belendende Pan den, ten opzigte der Informatiën de Commodo et Incommododoor Burge meester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Stad, op Maandag den 10den Maart a. s.des middags ten twaalf urezullende de belanghebbenden verpligt zijnhunne bezwaren tegen opgemeld verzoek op dien tijd in te brengen, terwijl bij verzuim daarvan, zij gehouden zullen wordenzich tegen de inwilliging van hetzelve niet te hebben verzet. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DU R1EU, Ley den3 Maart 1851. Ter ordonnantie van dezelve, v. PUTTKAMMER. In de maand Februarij 1851zijn binnen de Stad Leyden overleden 99 personen, als: '13 Mannen, 24 Vrouwen, 36 Zoons en 26 Dochters, daaren boven als levenloos aangegeven 9. Gedurende diezelfde maand zijn aldaar geboren 128 Kinderen, als: 66 Zoons en 62 Dochters, waarbij 1 paar tweelingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1851 | | pagina 3