LEYDSCHE COURAN WOENSDAG, 15 JANÜAR1J. BIMENLANDSCHE BERIGTEN. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt vit Zat ar da sr Avond De Prijs der Courant is f 13 in liet jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN, 13 Januarij. liet Weekblad va., den Helder en bet Nieuwe Diep bevat bet volgende: Toen de Heer Bruce uit Overijssel naar den Helder overstak met eene stoom boot om zich tot de verre rcize in te schepenbevond zich op dat vaar tuig een arme visscherman van Schokland, dienst doende als loods; min zaam tegen ieder, van welken rang of stand, onderhield bij zich ook met dien ncdcrigcn, maar in zijnen stand verdienstelijken zeeman, en vernam hoe hij door mislukte vischvangstdoor vermeerdering van gezindoor tegen spoeden, meer en meer was achteruit gegaan, zich van zijn vaartuig bad moeten ontdoen, en thans met de zijnen in kommervollen toestand verkeerde. De liefdadige man zweeg, maar bet voornemen tot redding, tot hulp was genomen. In het Nieuwe Diep aangekomen, konden noch veelvuldige bezigï heden, noch schitterende eerbewijzen, zijnen hoogen rang verschuldigd en bewezenhem den arme doen vergetenhet eerste oogenblik van vrijheid waarover hij beschikken kondc, werd benut om zich te verstaan met zijnen waardigen bebuwdvader den Heer Schimmelpenninck, tot bereiking van zijn edel doeldoor diens tusschenkomst werd eene visehuit aangekochtin ge reedheid gebragt met zeiltreil en alle benoodigdheden tot het aanzienlijke bedrag van plus minus 700, en geschonken aan den armen Schokker om te dienen tot eerlijk middel van bestaan voor hem en de zijnen. Te AVinschoten heeft de AAreduwe SI. de zilveren bruiloft van hare jongste dochter medegevierdop haren 83-jarigen ouderdom had zij nu het voorregt de zilveren bruiloft van al bare 6 kinderen gevierd te hebben. Te Amsterdam is in den ouderdom van 72 jaren overleden de vermaarde Landschap-Schilder J. II. Koekkoek. In de Neiv-Yorh Herald leest men het volgende, betreffende den be- ruebten diefstal van de diamanten der Prinses van Oranje: Bij het Congres der Vercenigde Staten is eene petitie ingekomen over eene zonderlinge zaak, welke reeds het onderwerp van onderhandelingen tusschen de Amerikaansche en Nederlandsche regeringen heeft uitgemaakt en meer dan twintig jaren geleden is. In 1829 verdwenen de diamanten der Prinses van Oranje, zuster des Kei zers van Rusland en echtgenoot van den toenmaligen Kroonprins der Neder landen, uit bet paleis dat zij bewoonde. Zij werden op ongeveer 6 millioen geschat. De Prins van Oranje leefde toen een weinig vrijhij verkeerde in financiële ongelegenheden en zijne vijanden bragten toen het gerucht in om loop, dat hij niet vreemd aan de daad was. Het is niet noodig te zeggendat dit laster was. De dief der diamanten was een Italiaan, die zich beurtelings Carrcra en Polari noemde, en wiens ware naam niet is bekend geworden. Polari begroef een gedeelte der gesto- lene diamanten in een bosch in de omstreken van Brussel. Met de overige begaf hij zich naar Amerika, vergezeld van eene vrouw van slecht gedrag, welks echtgenoot hij zich noemde, en een zeer jeugdig kind. De diamanten, welke zij medevoerden, werden gedeeltelijk in den stok eener parapluie, ge deeltelijk in een rotting, waarop Polari, die voorgaf kreupel te zijn, leunde, en in bet handvat eener kinderbei, verborgen. Al deze voorwerpen waren door Polari zelve behendig uitgeholdom daarin de vrucht van zijn diefstal te verbergen, en de Amerikaansche tolbeambten te bedriegen. Het paar was sedert cenigen tijd te New-York gevestigd, toen de vrouw eenen minnenbandel aanknoopte met eenen Franschman, een zeer slecht per soon met name Roumagehem bekend maakte met eene plaats in de om streken van Brooklyn, waar Polari een gedeelte der diamanten geborgen bad, en met bunnen oorsprong, en hem zelfs ecnige der minst kostbare ten ge schenke gaf. Iloumage, die, na in Frankrijk tot den fatsoenlijken stand be hoord te hebben, tot den laagsten vervallen was, besloot van deze mededee- lingen partij te trekken. Hij gaf van het bovenvermelde kennis aan den Rid der Iluygens, den Nederlandschen gezant, om de milde belooning te ontvan gen welke door de Nederlandsche regering uitgeloofd wasen om twee vlie gen in eenen klap te slaan, verwittigde hij hiervan ook de tolbeambten, terwijl bij tevens het vierde gedeelte der waarde eischte, hetwelk door de Amerikaansche wet aan iedereen verleend wordt, welke aangifte doet van in- gesmokkclde goederen. Om kracht aan zijne gezegden bij te zetten, toonde hij de juweelen, welke in zijn bezit waren, en welke van geene groole wraarde waren. Maar dadelijk na de arrestatie van Polari, ging hij de kost baarste diamanten opgraven, die bij Brooklyn geborgen waren, en vertrok met de vrouw van Polari naar Philadelphia en van daar naar Liverpool. De Gezant der Nederlanden bij de Vereenigde Statende Ridder Iluygens nam in deze zaak een Advocaat aan uit New-York, de Heer Seely, die door ijver en bekwaamheid Roumage en zijne medcpligtige bij hunne aankomst te Liverpool deed arresterenvoor dat. zij zich hadden kunnen ontdoen van de kleinodiënwelke zij in hun bezit hadden. Beiden werden naar Neder land gezonden en dank zij der mededeelingen, welke de Heer Seely te New- York van Polari wist in te winnen, gelukte het de diamanten terug te krij gen, welke zij bij zich hadden, die, welke in het bezit van Polari gebleven warenen eindelijk diewelke in de omstreken van Brussel geborgen wa ren. Het juweelen kistje van de Prinses van Oranje werd bijna geheel terug gevondenen de eer van haren gemaal schitterend gewroken. Polari zat in eene gevangenis te New-York. Het Nederlandsch gouverne ment gaf zijn verlangen te kennen, om hem naar den Haag over te voeren, ten einde hem teregt te doen staan. Maar om zich van zijnen persoon te verzekerenhad men hem onder drie punten van hoofdbeschuldiging doen in hechtenis nemenin naam van den slaat New-Yorkvoor het schenden der wetten van denzelvendoor in het buitenland gestolene voorwerpen in te voerenin naam der Yerecnigde Sta ten, voor bet drijven van smokkelhandel ten laste derzelve; en in naam der tolbeambtendie de som of boete eischlendie elk betrapt smokkelaar ten voordecle der douane betalen moet. Het Nederlandsche gouvernement be werkte dat Polari door den Gouverneur van New-York en door den President der Vereenigde Staten voor deze verschillende misdaden vergiffenis geschonken werd. De Piidder Iluygens bood hem ook eene voorwaardelijke vergiffenis aan indien hij in Nederland wilde teregt staan en er eene zuivere en al- gebeele verklaring wilde afleggen. In geval hij aan geen andere misdaad schuldig was dan aan diefstal der diamantenzou hem vergiffenis geschon ken en bij weder met zijn kind naar de Vereenigde Staten gezonden worden. Er is een afschrift van deze beloften onder het aantal stukkendat aan het Congres der Vereenigde Staten is aangeboden. Polari weigerde, daarop vertrouwende, dat er geen verdrag tot uitlevering van misdadigers tusschen Nederland en de A'ereeriigde Staten gesloten was. Evenwel leverden op zekeren morgen de ambtenaren der Vereenigde Stalen die krachtens officiële orders handeldenhem aan den Nederl. Gezant over vervolgens werd bij in eene sloep geworpen en daarna aan boord van een vaartuig gebragtwelke bij de gevangenis ten anker lag. Naauwelijks was de gevangene aan boordof het vaartuig stoomde in zee. Het is noodig om er bij te voegen, dat een agent van policie van New-York de handtee- kening van Polari had gekregen op eenen brief aan het adres van den Prins en de Prinses van Oranje, waarin de gevangene de voorgestelde vergiffenis aannam, en verzocht om naar Nederland gevoerd te worden, maar hij had haar bijna dadelijk herroepenen hij protesteerde tegen zijne overlevering aan den Nederlandschen Gezant. In Nederland aangekomenwerd Polari voor de regtbank gebragtmaai bij stierf in de gevangenis voor bet einde van bet proces. De Heer Seely, welke in deze zaak de agent van het Nederlandsche gouvernement was ge weest, vroeg de belooning voor zijne diensten. Na langdurige cischcn werd liem eindelijk eene som van vijftien duizend francs aangeboden. Hij wei gerde, bewerende dat deze som zelfs niet voldoende was om zijne voorschot ten te dekken en hij ging voort met nuttelooze reclamatiën bij bet Neder landsch gouvernement in te dienen. Uit wanhoop wendde hij zich tot bet Amerikaansche gouvernement, dut zich in bet eerst met de zaak niet wilde inlaten. De Heer Seely was gelukkiger onder liet bestuur van den Heer Polk. Diens Minister van Buitcnlandsche Zaken zond in September 18 47 eene depêche aan den Amerikaansehen Gezant te 's Gravenhage om hem te verzoeken de aandacht van het Nederlandsche gouvernement op de regtvaar- dige vorderingen van den Heer Seely te vestigen. Tot op dit oogenblik beeft bet Nederlandsche gouvernement nog niet geantwoord. De Heer Seely beeft liet middel van petitie te baat genomen om zich tot het congres der Vcrcc- nigde Stalen te wenden. Het congres heeft dezelve dadelijk doen drukken, jj Uit deze petitie en de officiële stukken die er bijgevoegd zijn ontleenen 'f wij bovengemelde bijzonderheden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1851 | | pagina 1