tefeuille is aan den Prins Orsini aangebodendie ze nog niet bepaaldelijk heeft aangenomen. De Oostenrijksche troepen die Ancona bezettenhebben bevel ont vangen om die stad te verlaten en zullen door Napelsclie vervangen worden. Men brengt dit in verband met het oprukken van eenige Itaïiaansche regi menten naar Duitschland. In den Kerkdijken Staatbijzonder in Romagna blijven de wegen nog zeer onveilighoewel er maatregelen tegen de roovers genomen worden. De postwagen van Imola is dezer dagen weer overvallenen eene voor den Paus bestemde som van 1000 thl. geroofd. Op cenen marktdag kwamen 30 gewapende roovers Lugo binnen, plunderden eenige winkels en namen eene aanmerkelijke som mede. Te Genua zijn vele kisten met moordtuig aangehouden waarin 6000 dolkente Genève vervaardigd en voor Rome bestemd. PKÏJISSB1S. BERLIJN ,11 November. De Staats-Anzeiger van gisteren bevat een Koninklijk besluit door al de Ministers onderteekend, waarbij de zich in bet buitenland bevindende Pruissi sche militairen worden teruggeroepen. Er zijn nog gecne zekere berigten omtrent den stand der onderhande lingen tusschen de beide groote Duitsche hoven. Veelsoortige geruchten waren dienaangaande allerwege in omloop, doch de officiële en half-officiële organen der regeringen bewaren het stilzwijgen. Het eenige opmerkelijke officiële berigt is, dat de Koning van Pruissen bij besluit van den 9dea het door het overlijden van den Graaf von Brandenburg opengevallen voor zitterschap van het Staats-Ministerie tijdelijk heeft opgedragen aan den Mi nister von Ladenberg, die te gelijk met den Heer von Radowitz, ten gevolge van het verwerpen van het voorstel van dezen om het leger onder de wape nen te roepen, zijn ontslag gevraagd, doch dat verzoek weder ingetrokken had, toen kort daarop werkelijk tot het mobiel maken van het leger beslo ten werd. Het schijnt zich te bevestigen dat Hannover niet gezind is de partij van Oostenrijk te kiezen en dat de onderhandelingen, tot het sluiten van een of- en defensief verbond met Pruissen, eene goede uitkomst beloven. De opgewondenheid, welke zich allerwege in het vaderland vertoond heeft op het berigt van een mogelijken oorlog, is nog veel grooter dan men voorzien had. Al de organen der drukpers vereenigen zich in deze verlda- f ring, dat verder toegeven onmogelijk en het aangrijpen der wapenen nood zakelijk was geworden. Slechts een vrees blijft over, namelijk deze: dat de regering nogmaals van politiek zal veranderenen op nieuw toegeven. Met kracht wordt daarom aangedrongendat de Koning do twee vacaturen in het ministerie, zoo spoedig mogelijk aan vuile en daartoe mannen kieze, van wien men zeker zijn kandat zij eene inderdaad Duitsche politiek volgen zullen. j| De tegenwoordige mobilisering van het Pruissische leger, toont de voor treffelijke wijze aan, waarop de gewapende magt alhier is ingerigt. Sedert den vrijheids oorlog, werd de Pruissische krijgsmagt niet zoo' volledig opge roepen als thansen de verwachting die men daaromtrent koesterdewordt nu nog overtroffen. De order tot het mobiel stellen werd gegeven op 6 de zer en op den 8sten nam men te Berlijn hen reeds niet meer aan die zich voor de landweer aanmeldden. De geestdrift tot den strijd is zeer opmerke- kelijk; zoo nam de Heer Jacobs, lid van den Raad van Potsdam, de volle dige uitrusting op zich van 12 jagers. Een boer, dit de omstreken dezer stad, stelde zijne zes zonen aan den Minister van Oorlog voor en verzocht hen in het leger op te "nemen; zij zijn waard voor den Koning te sterven" zeide hij. De toevloed van personendie in het leger en de landweer vrijwillig dienst nemen, is zeer groot. Vele gepensioneerde officieren hieden zich ook daartoe aan. Alleen te Berlijn beloopt hun getal reeds 260. Eergisteren is namens de Koopmansstand aan de Staats-regering eene leening aangeboden van veertien millioen thalers. De stad Berlijn heeft eene uitgave van ruim honderd duizend guldens voor 859 paarden, die zij ter beschikking van de landweer moet stellen. De chef van het militair geneeskundig bestuur roept alle Genees- en Heelkundigen op, die het vaderland in deze oogenblikken ter dienste wil len staan. Ook wordt een beroep op de weldadigheid en menschlievendheid der Pruissische vrouwen gedaan, ten einde voor linnen en andere benoodigdlieden in de hospitalen zorg te dragen. Te Keulen is het bevel ontvangen tot bijeenroeping van den tweeden bantwee compagniën per bataillonals ook tot algeheele wapening van alle vestingen en van hare proviandering; dit bevel is ook te Coblentz ontvangen. Brunswijk, dat een deel uitmaakt van de Pruissische unie, wapent zich, om den Pruissen ter zijde te staan. Tot dus verdus wordt uit Gotlia van den 9dea geschrevenis geen bevel gegeven om het contingent der Thuringsche Staten mobiel te maken. SjUXEMESIIRG. 8 November. Gisteren heeft de Kamer eene onstuimige zitting gehad. Men interpel leerde de Regering over de waarschijnlijke terugkomst van den Apostolischen Vicaris, Mgr. Laurent, die, naar gezegd werd, eene goede ontvangst van het bestuur verwachtte. De Heer WiUmar antwoordde op die interpellatie dat men met Rome onderhandelde. Daarop nam de Kamer met 28 tegen 16 stemmen de volgende gemoti veerde orde van den dagDe Kamergehoord de inlichtingen van de Regering en verklaarende te protesteren tegen de mogelijke terugkomst van Mgr. Laurent, ook in afwachting van een te sluiten concordaat, en gaat ten aanzien der interpellatie aan de Regering, over tot de orde van den dag. WURTEMBEKG, STUTTGARDT, 8 November. De Koning heeft eene proclamatie aan het volk uitgevaardigd, waarin gezegd wordt dat de buitengewone hoogst bedenkelijke toestand van Duitsch land militaire uitrustingen vordert, tot bescherming des lands en ter vervul ling der pligten jegens het Duitsche bondgenootschap, waarvoor bij de lands vergadering 300,000 gulden zijn aangevraagd. Dat deze echter heeft besloten zulks te wreigerenen tegen elke uitgave ten behoeve van oorlogs-toerustingen te protesterenen zich alleen bereid ver klaard om de kosten te bewilligen voor eene gewapende onzijdigheid. Dat alleen onbekendheid met de omstandigheden of kwade wil zich kunnen ontveinzen dat de stapdien men van ons vergdeeene vijandelijke bezetting van het land met de daarvan onafscheidelijke rampen onmiddelijk ten ge volge zou moeten hebben. Daarbij kwamdat ten aanzien van belangrijke gedeelten der staatsrege ling een zoodanig verschil van gevoelen zich geopenbaard haddat aan eene overeenkomst met deze vergadering niet meer te denken viel. Dat de Koning dus tot de ontbinding moest overgaan en er geen andere weg overschootdan om de herziening der staatsregeling terug te brengen tot het puntwaarop het zich vóór de uitvaardiging der wet van 1 Julij 1849 bevond. Een noodzakelijk gevolg van het opgeven dier wet wasdat ook geene per manente commissie uit die vergadering mogt overblijven, vermits anders tusschen die commissie en de later te verkiezen vergadering eene onvermijde lijke tegenstrijdigheid zou ontstaan, weshalve de laatste in functie geweest zijndevolgens de staatsregeling van i819 verkozen permanente commissie wederom is opgeroepen, en het eventuele optreden eener andere commissie nadrukkelijk zal worden tegengegaan. Overigens wordt verzekerd dat de staatsregeling steeds als het rigtsnoer voor de handelingen der regering zal worden erkend, en slechts in zooverre tot buitengewone maatregelen zal worden overgegaan als het welzijn van den Staat zulks gebiedend eisclit. HESSEN. Het heeft zich bevestigd, dat Fulda door de Pruissen ontruimd is; den 9,lea zijn er Reijersche troepen ingetrokken en bij de burgers in kwartier ge komen. OOSTENEMI. Het Oostenrijksche regeringsblad behelst in zijn nommer van den 6den dezer een zeer uitvoerig artikel waarhij het een kort overzigt geeft van de jongste gebeurtenissen en van den tegenwoordigen staat van zaken en hetgeen wij hier, wat den hoofdzakelijken inhoud betreft, laten volgen: Het beweert daarin dat sedert den aanvang van 1849Pruissen met opzigt tot de Duitsche aangelegenheden eenen weg volgt, die Duitschland aan den rand van den burgeroorlog gebragt heeft en ligtelijk tot groote rampen leiden kan indien niet nog op het uiterste oogenblik wijsheid en liefde tot het Duitsche vaderland liet Bcrlijnsche kabinet doe stilstaan. Het verbond van 26 Mei 1849 (wordt er in gezegd) had ten doelom de Staten van het Duitsche bondgenootschap met uitsluiting van Oostenrijk als Bondsstaatonder het schild van Pruissen te vereenigenen de afzon derlijke Statenter gunste der Pruissische kroon van de gewigtigste attri buten der onafhankelijkheid en souvereiniteit te berooven. De Oostenrijksche keizerstaat kon niet toegeven dat hij zou vrorden uit gesloten van het verbondwaarin men de overige Statendie tot hiertoe in het Duitsche bondgenootschap vereenigd waren, wilde zamenvoegen. Som migen schaarden zich rondom Oostenrijk en in die landendie zich aan Pruissen hadden onderworpenzag men genoeg dat de opgedragene eenheid niet beviel. Het Oostenrijksche liet geen middel onbeproefdom Pruissen te doen be grijpen dat eene nieuwe vestiging van Duitschland met uitsluiting van Oos tenrijk een onmogelijk werk wasdat Oostenrijk echter wel verre van on bruikbaar geworden vormen in zijne bescherming te willen nemenbereid w as om het gebouwop de oude grondslagenmaar naar de behoeften des tijds te helpen optrekken; doch Pruissen wilde niet, tenzij zijn vermeend regt wierd erkendom ongestoord voort te gaan met de vestiging van zijn afzonderlijk verbond, hetwelk ieder algemeen bondgenootschap onmogelijk maakte. Inmiddels werd de noodzakelijkheid om aan het inwendig verdeelde Duitsch land weder een gemeenschappelijk orgaan te gevendringender en zoo men niet het duizendjarige Duitsche staatsligchaam, welks laatste organisatie bij het Weener Congres in 1815 door Europa erkend wasin duigen wilde laten vallen bleef er niets anders over, dan dat Oostenrijk de bonds vergadering naar Fran li fort, bijeen riep. Pruissen en de met hetzelve verbonden Staten weigerden op te komenen betwistten bij protesten aan deze vergadering alle regt om de attributen uit te oefenen, die de bondsacte en de slotacte aan den bondsdag toekennen. Zoo lang deze tegenspraak zich tot theoretische betoogen beperkte kon de bondsvergadering, bezield door de zucht tot vrede en door de hoop op latere vrijwillige wedervereeniginghaar nog geduldig verdragen. Maar die tegen spraak moest noodzakelijk tot botsingen van ernstiger aard leiden, zoodra Pruissen er toe overging om zich, zelfs buiten bet gebied van het afzonder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 3