LEYDSCHE COURAN WOENSDAG, 6 NOVEMBER. lil.WE XL A XDSCIiE BEPJGTE.Y. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt vit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is f\2, in het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. N°. 155. LEYDEN, 5 November. In de rolle der Akademic te Groningen zijn volgens de laatste recensie ingeschreven de volgende Studenten, als: In de Faculteit der Geneeskunde 22. In de Faculteit der Wis- en Natuurkunde 17. In de Faculteit der Godgeleerdheid 37. In de Faculteit der Wijsbegeerte en Letteren 53. In de Faculteit der Regtsgeleerdheid 80. Na de recensie ingeschreven 7. To taal 216. Apothekers- en Chirurgijns-leerlingendie de academische lessen hijwonen 20. Te zamen 236. Overigens is dit getal nog niet in alle opzig- ten volledigaangezien er nog verscheiden ontbrekendie niet gerecenseerd zijn. Het. getal leerlingen aan de Landhuishoudkundige school aldaar is thans 31waarvan 10 uit de provincie Groningen zelve. Op den llollSpoorweg zijn in October vervoerd 73,395 personen en is ƒ82,245 ontvangen. Op den Rhijnspoorweg zijn in October vervoerd 30,801 reizigersen is ontvangen ƒ53,406. De staf met de 3lIc en 4dc compagnie van het 3lIc bataillon van liet 2de regt. Infanterie, vertrekt van Eergen-op-Zoom, ten einde op den 16den dezer te Rotterdam aan te komen en aldaar garnizoen te houden, ter ver vanging van het dépot van het corps Mariniers. Zesde vervolg uit het Verslag, gedaan door de Gedeputeerde Staten aan de Staten der Provincie Zuidholland. (Zie N°. 134). De middelen tot afwending van het gevaar en tot verdediging der be dreigde punten van de zuidelijkste kust van Zuidholland, vóór de polders van Noord- en Nieuwland en achter de Hofstede Ockenhurg, liggen voor de hand, en, zoo veel de kunst vermagbestaat er geen redelijke twijfel, of ook op deze plaatsen kan met goed gevolg tegenstand aan de zee geboden wor denzelfs zijn de daartoe aan te wenden kosten niet zoo hoog berekend, dat men gelooft de reden van bet niet daarstellen der hoogst noodzakelijke wer ken in bet vinden der gelden te moeten zoeken. Inmiddels heeft de storm van 27 en 28 December 11. veel nadeel op dat bedreigde punt veroorzaakt. Het weinige sedert 1845 aangewonnen zand is weder weggevloeiden de zee is in de zoogenaamde bank doorgedrongende Slaperdijk van het Nieuwland bedreigendeen gestuit tegen ecnen veiligheids- dijk door het bestuur van Delflandop de limiet van het Hoogheemraadschap aldaar aangelegd. Na vele vergcefsche onderhandelingen heeft men eindelijk besloten, om bet smalle en zwakke duin op deze gevaarlijke plaats, door aankrnijing van zand, ten koste van bet Hoogheemraadschap van Delfland zoodanig te versterken, dat, immers eenige jaren alle vrees voor gevaar geweken zal zijn. Op die wijze zijn voor het oogenblik de bestaande bezwaren wel uit den weg geruimd, maar de hoofdzaak is onafgedaanterwijl het aanwenden van krachtige en betrekkelijk kostbare middelen van verdediging gebiedend noodzakelijk blijft en het vraagstuk is onbeslist gebleven, af billijkerwijze de kustverdediging, welke niet alleen een groot gedeelte van de provincie, maar tevens een be langrijk punt van het Rijk moet beveiligenbij voortduring enkel en uit sluitend, en in eenen toestand die steeds gevaarlijker cn kostbaarder wordt, ten laste van de ingelanden van een waterschap moet blijven. Wij zien dus met ongeduld de vaststelling te gemoet van wettelijke bepalingenwelke zullen strekken om deze en zoo vele andere ongeregelde waterstaats-aangele genheden op ecnen vasten voet te kunnen brengenen om in gevallen als het onderwerpelijkemaatregelen te kunnen nemen of bevelen ten uitvoer te doen brengen om bet gewest, ja het geheele Rijk voor onafzienbare ram pen cn onheilen te behoeden. Omtrent het kanaal van Voorne kunnen wij opgeven, dat in het jaar 1849 zijn binnengekomen 1495 en uitgevaren 1261dus te zamen gepas seerd 2756 zeeschepen, zijnde 464 meerder dan in het jaar 1848. De reg ion op dat kanaal geheven wordende, hebben opgebragt de aanzienlijke som van 87,420.51hetgeen 12,886.79 meer is dan in 1848 en 10,053.51 boven de opbrengst in 1847, toen de gehevene regten het hoogste cijfer sedert het hestaan van het kanaal hadden hereikt. In het het jaar 1832 heeft bet kanaal 35,272.04 opgebragt, zoodat de regten thans bijna 1 maal meer bedragen dan toen de vaart is geopend. Het verkeer op den Spoorweg is nog altijd toenemende, zijnde door 4,438 gewone en 232 extra treinen in 1849 vervoerd een getal van 912,086 reizi gers. Intusschen zijn de zeer wenschelijke verlengingen van het tweede spoor en uitbreidingen van den Spoorwegbedoeld bij ons laatste verslagnog niet tot stand gekomen. fJooger en lager onderwijs en daartoe verstrekte toelage. Kunsten en wetenschap-pen. Omtrent de Hoogeschool te Leydcn, welke in dit jaar haar 275 jarig bestaan heeft gevierd, kunnen wij de navolgende bijzonderheden mededeelenDe Hoogleeraren zijn met den meestcn ijver bezield tot bevorde ring der wetenschappen en studiën, terwijl over het algemeen, omtrent de belangstelling der studiën in het onderwijs en over hunne gedragingen gun stig kan worden getuigd. De Academische gebouwen worden door middel van de van Rijkswege toe gestane subsidien in ecnen goeden staat onderhouden, gelijk mede de onder scheidene kabinetten en verzamelingen, het academisch gasthuis, de biblio theek en de academische tuin. Het personeel van curatoren is hetzelfde geblevendoch in dat der Hoog- lecraren zijn sedert ons vorig verslag eenige veranderingen voorgevallen. Het getal der ingeschreven Studenten in de rolle der Hoogeschool bedroeg gedurende het academie jaar van 1848/49, 424 met inbegrip van 110 aan de Athenaea studerende. Aan de Koninklijke academie te Delft werd aan 161 leerlingen onderwijs gegeven. Die instelling schijnt meer en meer aan haar doel te beantwoorden als strekkende tot uitbreiding van sommige wetenschappen en lot vorming van bekwame ambtenaren, meer bijzonder voor de overzeesche bezittingen. De stedelijke gymnasien cn Latijnsche scholen, bevinden zich in eenen goeden staat, en de onderwijzers kwijten zich op eene loffelijke wijze van hunne taak. Het gezamenlijk aantal leerlingen bedroeg volgens de laatste opgaven 339, dat is 24 meer dan in 1848 cn 47 meer dan in 1847. De Teckenscholen te 's GravenhageSchiedam, Leyden en Gouda, bevinden zich bij voortduring in eenen goeden staat. Het aantal leerlingen, bedroeg, in 1849: te 's Gravenhage 350, te Schiedam 135, te Leyden 350. cn te Gouda 18. De Industrieschool te Rotterdambijzonder bestemd tot opleiding van be kwame ambachtslieden en tot verspreiding van practicale kennis onder de arbeidende klasse, met zeer gunstige vooruitzigten geopend, heeft aan de daarvan gekoesterde verwachting voldaan; terwijl de ondervondene belangstel ling de hoop doet voedendat de reeds verkregene gunstige uitkomstenzich steeds meer en meer zullen doen gevoelen. Aan 140 personen werd in die school onderwijs gegeven en dit getal zoude nog grooter zijn geweest indien velen, die zich hadden aangemeld, niet uithoofde van plaats gebrek waren afgewezenwaarin men nogtans zal trachten te voorzien. Het gezamenlijk getal der scholen voor middelbaar en lager onderwijs, be droeg volgens het laatste verslag van de Provinciale commissie van onderwijs in Zuidholland 441, dus eene meer dan in 1848, welke scholen gedurende het jaar 1849 zijn bezocht door 60,844 leerlingen, namelijk 33,265 jongens en 27,579 meisjes; terwijl het getal der bewaarscholen van 47 tot 50 is geklom men, hetgeen alzoo eene vermeerdering van zes scholen in twee jaren aan wijst. Het ware wcnsclielijk dat op meerdere plaatsenzoowel in de steden als in de gemeenten ten platten lande inrigtingen van laatstgemelden aard mogten worden tot stand gebragt. In de materiele belangen van het onderwijs, zoo als de verbetering der sehoollocalen en onderwijzerswoningen, wordt voortdurend zooveel mogelijk voorzien, en die localen bevinden zich over bet algemeen in eenen voldoen den toestand, ofschoon het in sommige gemeenten aan de noodige ruimte ontbreekt. Staat en heiteer der gevangenissen. De gebouwen der gevangenissen be vinden zich over het algemeen in goeden staat en aan sommigen hebben be langrijke reparatien plaats gehad. Alleen enkele huizen van bewaring, en bepaaldelijk die te Woerden en Gouda, verkeeren in eenen ouden cn bouw- valligen toestand, weshalve de verbetering of vernieuwing van deze hoogst wenschelijk is. Wij mogen niet nalaten hierbij melding te maken van de vele en belang rijke bemoeijingen van het genootschap tot zedelijke verbetering der gevange nen, tot verbetering der geconfineerden gedurende hun verblijf in de gevan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 1