LEYDSCHE
COURANT.'
1850.
VRIJDAG, 1 NOVEMBER.
(SJ.
BIMEiVLANDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
vit Zaturdag Avond.
ft -
De Prijs der Courant is f\2> in het jaar
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, 31 October.
De Minister van Finantiën Jieeftuit aanmerkingdat bij de algemecne
verspreiding onder de ingezetenen van de stukken van 10 en 5 centsnaar
de vet van 1816 geslagen waarvan de inwisseling uiterlijk op den 29stcn
dezer moest plaats liebbensommigen zouden hebben kunnen belet zijn
om zich van die stukken tijdig te ontdoenen willende aan de bezwaren
deswege te gemoet komen, liet Agentschap van 'sRijks Schatkist te Amster
dam de Betaalmeesters in de Arrondissementen en de Ontvangers der Be
lastingen gemagtigd, om de opgemelde speciën alnog bij voortduring in te
wisselen en in betaling aan te nemen tot en met Zaturdag den IS"1™ No
vember aanst.
-De Staatsbegrooting voor 1851 die thans bij de Afdeelingen der Tweede
Kamer in overweging is, bevat de volgende Hoofdstukken:
Hoofdstuk I. Huis des Konings, op ƒ800,000, te weten: inkomen des
Konings ƒ600,000; inkomen der Koningin-Weduwe ƒ150,000; onderhoud
der Koninklijke paleizen 50,000.
Hoofdstuk II. Hooge Collegien van Staat en bet Kabinet des Konings, op
ƒ578,018, waarvan voor de Staten-Generaal ƒ219,750, voor den Raad van
State 87,242, voor de Algemeene Rekenkamer ƒ114,710, voor de Kanse
larij der beide Orden 73,800, enz.
De memorie van toelichting bij dit Hoofdstuk wijst aan dat de raming
daarvan voor 1851 ƒ12,856 minder is dan die voor 1350.
Hoofdstuk 111. Departement van Buitenlandscbe Zakenop 492,752.32.
In de memorie van toelichting bij dit Hoofdstuk wordt betoogd dat, hoe
zeer de toestand onzer geldmiddelen alle billijk mogelijke bezuiniging vordert,
dit nogtans niet insluit dat wij onze eer, waardigheid en wezenlijke belan
gen al liggen die niet dadelijk tastbaar voor onsaan de zucht naar bespa
ring moeten ten offer brengen. Niet dezemaar eene opwekking van alle
zedelijke en stoffelijke krachten onzer natie, zoo in als buiten Europa, zal
ons den gedrukten toestand doen te boven komen en eene blijdere toekomst
te gemoet voeren.
Hoofdstuk IV. Departement van Justitie, op ƒ2,238,077.50, gerekend op
den bestaanden voet, daar, gelijk in de Memorie van toelichting gezegd wordt,
nog geene raming kan te pas komen voor eene nieuwe nog onbekende rege'
ling der regterlijke magt.
Hoofdstuk V. Departement van Binnenlandsche Zaken, op 4,364,703.96,
waaronder behoort Waterstaat en Publieke werken, 2,635,696.96, Onder
wijs ƒ513,080. Hierop is, onder anderen, gebragt: voor tractementen en
verdere belooningen aan de Hoogeschool te Leyden ƒ86,749; aan die te
Utrecht 57,436aan die te Groningen 52,506.40.
Bijzondere aandacht verdienen de posten, van ƒ200,000, tot bet uitvoeren
van werkenom langzamerhand tot verbetering van de hoofdrivieren te ge
raken. De aanvrage is gegrond op de beschouwingen en voorstellen, vervat
in een rapport der Inspecteuren van den Waterstaat, waarvan een afschrift
gevoegd is bij de uitvoerige memorie van toelichtingover de 15 afdeelingen
van dit Departement.
Hoofdstuk VI. Departement voor de zaken der Hervormde Eeredienstenz.
op 1,638,529.36j gesplitst in 5 afdeelingen.
Hoofdstuk VII. Departement voor de zaken der R. K. Eeredienst, enz., op
536,296.51J, gesplitst in 5 afdeelingen.
Hoofdstuk VIII. Departement van Marine, op 5,323,600gesplitst in
de volgende zeven afdeelingen: I. kosten der administratie, ƒ222,669.75;
II. kosten niet beboorende tot de Marine-aan gelegenheden, 189,895; III. ma
terieel der zeemagt, ƒ1,859,042IV. personeel der zeemagt, 2,627,308.83 J
V. verschillende uitgaven, ƒ2,300; VI. pensioenen, tijdelijke gagementen,
wachtgelden, gratificatiën en onderstanden, 341,233.67, en VII. onvoorziene
uitgaven, 81,150.74J.
Hoofdstuk IX. A. Nationale Schuld, op 36,238,509.89waaronder ruim
20 millioen rente voor de 2£ pCt. Werk. Schuld.
Hoofdstuk IX. B. Departement van Finantiën, op 6,365.623.60.
Hoofdstuk X. Departement van Oorlog, op ƒ10,506,000.
In de memorie van toelichtingbij dit Hoofdstuk beboorendewordt me
degedeeld, dat bij dit Departement over bet dienstjaar 1849 minstens ƒ962,000
is bezuinigd. Boven deze som levert de begrooting van 1851 nog, bij verge
lijking van hetgene werkelijk over 1849 is uitgegeven en lietgene voor 1851
is geraamd, eene vermindering op van 285,694.34terwijl de beeroo-
ting voor 1851 ook wederom eene vermindering van ƒ52,000 aanbiedt, bij
vergelijking met die van bet loojiende jaar.
Hoofdstuk XI. Departement van Koloniën, op 118,597.50.
Hoofdstuk XII. Onvoorziene Uitgaven, op 100,000. Bedragende de 12
hoofdstukken te zamen f69,808,778.65.
Uit Bazel wordt gemeld, dat Dr. Gützlaff aldaar den 24stcn zijne eerste
voordragt had gehouden ten behoeve van China, en deze met veel belangstel
ling was aangeboord.
Als eene bijzonderheid wordt gemelddat zich te Schildwolde in
Groningen 11. Vrijdag en Zaturdag 4 ooijevaars vertoond en er eenigen tijd
vertoefd hebben.
's GRAVENHAGE30 October.
Bij besluit van den 25stcn dezer is door bet Departement van Binnenl.
Zaken aan den Heer Marcel Wenmakerste Maastrichtvergunning tot we-
der-opzeggensverleend tot bet aanleggen eener dagelijksche schroef-stoom-
bootdienst tusscben de steden Gorinchem en Utrecht, been en terug, tot
vervoer van passagiers en goederen en zulksvan Gorinchem tot Vianen
door het Zederik-kanaalvan 47ianen tot Vreeswijk over de Lek, en van
Vreeswijk tot Utrecht door de Vaartterwijlwanneer door den boogen wa
terstand de sluizen te Vianen en Vreeswijk boven schutten zijn de dienst
tusscben Utrecht en Vianen zal worden waargenomen door een omnibus of
diligence, en verder tusscben Vianen en Gorinchem met de gewone scbroef-
booten.
De Kanselier van bet Nederl. Gezantschap te Constantinopelde lieer
Salzoni, is aldaar overleden.
H. K. II. de Erfgrootbertogin van Saksen-Weimar Eisenach is bereids
van Soestdijk, alwaar zij een bezoek bij II. M. de Koningin-Weduwe heeft
afgelegdnaar Ilare Staten teruggekeerd.
Heden wordt in deze residentie terug verwacht Z. Exc. Baron Doblboff,
Minister van Oostenrijk bij bet Nederlandsche Hof, die met zijne familie eene
reis buiten 's lands heeft gedaan.
Naar men verneemt is de Ridder IsfortinkRaad van Legatie bij bet
Gezantschap van Oostenrijk aan bet Nederlandsche Hof, benoemd lot R.aad van
Legatie te Parijs en zal hij alhier worden vervangen door den Graaf Baliren.
Maandag 28 dezer, is ter correctionnele kamer van de Arrondissements-
Regtbank alhier behandeld de zaak van A. Verbeek, te Delft, drukker en
uitgever van een geschrift, dat in twee stukken in de maanden Junij en
J«lij 11. is in bet licht gegeven, getiteld: Heldendaden van de Kempenaer
besonge door Joost de Campenaar. Deze zaak is vervolgd op klagte van
den Heer Jhr. R. L. van Andringa de Kempenaer alhierdie zich door vermeld
geschrift gelasterd of althans gehoond heeft geacht, vermits hetzelve onder
scheidene hoogst krenkende en lasterlijke aantijgingen bevatte, zoo als dat bij
door listen en lagen geld zou hebben afgeperst, en dat bij daarvoor, in ver-
eeniging met andere personen, oproer zou hebben aangestookt enz.
De beklaagde, die erkent de beide stukken te hebben gedrukt en verspreid,
zegt dit niet gedaan te hebben met bet bepaalde doel om te beleedigen.
De Heer Substituut-OfficierJhr. Mr. AV. AI. de Brauwin deze de functien
van bet Openbaar Alinisterie waarnemende, is aangevangen met den regel
voorop te zettendat een ieder verantwoordelijk is voor betgeen bij schrijft
drukt of uitgeeft. Hij heeft vervolgens de stelling ontwikkelddat de schrij
ver niet bekend of aangewezen zijnde, de drukker evenwel aansprakelijk is,
als bet stuk beleedigend voor anderen mogt zijn, zelfs al bestond bij dien
drukker niet het doel om door het drukken van dat stuk te beleedigen, en
heeft gerequireerd de schuldig-verklaring en veroordeeling wegens laster, tot
gevangenis-straf van drie maanden en geldboete van ƒ100, en wegens den
boon eene geldboete van ƒ50, en voorts tot ontzetting der regten, vermeld
bij art. 42 van bet AA'etboek van Strafregt, voor den tijd van vijf jaren en
in de kosten.
De lieer AD'. AI. J. van Gigcb heeft daarop namens de gevoegde beleedigde
partij het woord opgevat en, na het heilzame en nuttige van de vrijheid der
drukpers te hebben in liet licht gesteld, met nadruk gewezen op het ergerlijke
misbruik, dat ten deze van dat kostbaar regtis gemaakt. Hij heeft vervol-