men 2476bunders; terwijl met brem overstaat, mede ter winning van zaad, 511, in alles 2987 bunders. Van die 2476 bunders is p. m. 70 bunders greenland en 70 bunders boek weiten-veen niet bemest; maar daarentegen 17} bunder nieuwe grond drie voudig, zoodat er inderdaad voor 2370 bunders land mest is verbruikt. De gesteldheid van den veestapel mag gewenscht heeten. Aan de Gestich ten wordt veel zuivel verkregen. Een aantal oude koeijen staat daar te vet ten, op de stallen der onder-directeurs. De schapen hebben dit voorjaar eene voldoende boeveelheid wol afgeleverd. Het vetmesten van varkens wordt te Ommerschans met vrucht voortgezet. Niettegenstaande de koloniale bevolking aanzienlijk is verminderd, heeft bet turfgraven, tot ongeveer 1400 dagwerk, kunnen worden volbragt. Het weven van koffijzakken in de bedelaars-gestichten, bet katoenwreven in de gewone Koloniën en de katoenspinnerij aan bet 3de Gesticht te Veen- huizen, blijven goed voortgaan. De gewone werkzaamheden, ter vervaardiging van alles, wat ter voorzie ning der behoeften van de kolonisten en der eigene koloniale huishouding strekt, worden tegenwoordig, zoo veel doenlijk, tot den winter verschoven, om 's zomers voor den landbouw meer handen beschikbaar te hebben, waarin men reeds vrij wel is geslaagd. Den lstcn Mei jl. brandde bet fabriekgebouw te Willemsoord, genoegzaam geheel af. Met een rieten dak gedekt en hij feilen wind waren alle pogingen tot blusschen vruchteloos en moest men daarbij ook eene zeer aanzienlijke hoeveelheid katoenen-garens eene prooi der vlammen zien worden, welke niet waren verzekerd. De oorzaak is niet ontdekt. Daar liet gebouw niet koude gemist worden, heeft men het ten spoedigste herbouwd, thans het rieten dak door een pannen dak vervangen. Dezer dagen werden wij zeer verblijd door de toekenningaanvankelijk van de helftder benoodigde som tot het houwen van twee kerkgebouwen in de gewone Koloniën, met eene pastorij, in het geheel op 16,200 begroot, ten behoeve der Protestanten aldaar, die daarna ook van een' eigen Herder zullen worden voorzien, en dan zullen ophouden gedeelten uit te maken van de afgelegene kerkelijke gemeenten Vledder en Steenwijkerwoldwaarmede dan ook hier in de geestelijke belangen van meer dan 300 huisgezinnen, onge veer 2000 personen uitmakendebehoorlijk zal zijn voorzien. De Bijlagen van het Bijblad der Staais-Courant, bevat op vel 107 en volg., een breed en zorgvuldig bewerkt verslag omtrent den staat van het Armwezen in ons Koningrijk overliet jaar 1848. Het beslaat 28 bladzijden in folio en loopt over alle inrigtingen die op het Armwezen betrekking heb ben. Eerstelijk over bestaren van Huiszittende Armen, welke onderscheiden worden in DiakoniënAlgemeene en Burgerlijke Armbesturengecombi neerde Armbesturen; Weezen-Armbesturen en bijzondere besturen, krach tens erfmakingen, niet in het bezit van gestichten en dus niet tot de Gods huizen behoorende. De Diakoniëndie de voornaamste plaats beslaanzijn 2137 in getal waarvan 1303 hervormden, van welke 1071 niet gesubsidieerde en 232 ge subsidieerden. Verder loopt het verslag over commission of vereenigingen, die, gedurende den winter uitdeelingen doenover genootschappen tot het verleenen van onderstand aan kraamvrouwenover Godshuizenmet uitzondering van de gast- of ziekenhuizen, als weeshuizen ten getale van 126; gestichten voor oude lieden 114 in getalvoor oude lieden en kinderen 92bestedelinghui- zen 11, arm- of werkhuizen 76, Proveniershuizen 23, Hofjes 181. Zieken huizen 48. Voorts waren er in 1848, 2519 instellingen welke ten doel hebben het getal der armen te verminderenwaartoe de armen-, werk-, zondags-, bewaarscholen en dergelijke, alsmede de gestichten voor doofstom men en blinden en de Maatschappij van Weldadigheid gerekend worden, te zamen 2519 in getal en aan 2499 van welke (zijnde van 20 geene opgave ontvangen) 167,722 personen zijn onderwezen of verzorgd. Het verslag be sluit met een overzigt over de banken van leening, de zieken- en begrafenis bussen spaarbanken en spaarkassen. Over het algemeen was de toestand gunstiger dan in 1847. De verschil lende uitgaven voor de gezamentlijke besturen van huiszittende armenwor den op ongeveer ƒ6,800,000 opgegeven. Daar echter sommige administratiën hare opgaven hebben geweigerd, is deze som nog niet volledig. Het verslag deelt verder ten aanzien der verschillende opgenoemde rubrie ken velerlei opgaven mededie een algemeen overzigt geven van den toe stand waarin de genoemde inrigtingen zich bevindendoch waarbij men niet verder is kunnen treden in het onderzoek omtrent de meer bepaalde oorzaken der armoedenoch in vergelijking en beoordeeling van 't geen in het beheer der middelen, of in uitdeelingen der giften en toeverzigt op de armen, in verschillende plaatsen opmerkelijk was of tot waarschuwing of navolging dienen kon; waarom het ook als grootendeels getalsopgaven bevat tende verder minder geschikt isom hij uittreksel te worden medegedeeld. Volgens een particulier berigt, is de overeenkomst tusschen de Regering van Nederl. Indië en den Heer Cores de Vx-ies, tot daarstelling, doordenlaat- stevan eene geregelde stoomboot-communicatie met de buiten-bezittingen eindelijk tot stand gekomenen wordt de geteekende overeenkomst met dezen landpost verzonden. Algemeen is men van gevoelen dat de handel tusschen hier en de buiten-bezittingendoor het daarstellen van deze gemeenschap eene groote uitbreiding zal eerlangen. TTelegrapItïscSï Berigt. 6 ure. Te Gouda is verkozen tot Lid der Tweede Kamer Mr. L. Metmanmet 845 stemmen. 's GRAVENHAGF.26 September. H. M. de Koningin bevindt zich nog steeds te Baden-Baden; hare ge zondheid was merkelijk verbeterdzoodat men spoedig een volkomen herstel kan te gemoet zien. Er zijn zooweel Dingsdag als Woensdag jl. Ministersraden gehouden. Men verzekert dat die in verband staan met de ontwerpen der staatsheproo- ting voor 1851 en andere voordragten, welke eerlang aan de Kamers der Sta- ten-Generaal zullen worden aangeboden. Men wil onder anderendat de Gemeenteweten de voordragt nopens de plaatselijke policiebij het Depar tement van Binnenlandsche Zaken in gereedheid zijn gebragt. De Minister van Financiën heefthij resolutie van 4 September jl., doen afgaan de navolgende missive »Met den lsten dezer maand is in werking getreden de wet van den 12den April 1850, tot vaststelling van het briefport en tot regeling der aangelegen heden van de brievenposterij. Terwijl ik, door middel van de Ned. Slaats-Cour.de algemeene aandacht heb ingeroepen op de hij die wet aan den Staat toegekende uitsluitende be voegdheid tot het overbrengen, tegen genot van vracht, van geslotene brie ven of pakketten, papieren bevattende, wensch ik meer bijzonder de eerbiedi ging van die wettelijke opdragt van het brievenvervoer aan den Staat, aan de ambtenaren en collegiën, onder mijn departement behoorende, voor te schrijven. Het is mijn ernstig verlangen, dat allen, die in betrekking onder mijn departement resorterendezijn geplaatstgelijk ik vertrouwzich zorgvuldig wachten zullen voor elke overtreding en ontduiking der bedoelde wet, hare krachtdadige handhaving ook zullen verzekerendoor de aanneming te wei geren van brieven of pakketten, welke zij ontwaren, in strijd met de wet aan hen verzonden te zijn. Jk verzoek u, door mededeeling en aanbeveling, zooveel noodig, aan de onder uwe orders staande ambtenaren, aan deze mijne uitnoodiging het'goede gevolg te willen verzekeren, dat ik er mij met vertrouwen van voorstel; zijnde, voor zooveel mijn departement betreft, stellige last gegeven, om geene brieven of pakketten aan te nemenwelke in strijd met de bepalingen der wet mogten zijn verzonden." De Minister van Financiën heeft aan de Heeren Arrondissements-Dircc- teurs der directe belastingenin- en uitgaande regten en accijnsenhij reso lution van 6 September jl.doen afgaan de volgende missive: »Bij het in werking brengen der wet van den 12l]c" April 1850, tot vast stelling van het briefportenz.waarvan hiernevens een exemplaar aan Uw. Ed. Gestr. wordt toegezonden, en het ten uitvoer leggen der bepalingen, tot die aangelegenheid betrekkelijk, acht ik gepast, Uw Ed. Gestr. te verzoeken, de commiesen der belastingen in uwe directie, in het algemeen, te gelasten, hun toezigt mede uit te strekken tot den verboden vervoer van brieven door onbevoegde personen, en hij het ontdekken van overtredingen, deswege pro ces-verhaal te doen opmaken, met aanhouding der in strijd met de bepalin gen der wet vervoerde brieven; terwijl vervolgens het éen en ander bij den Directeur van het naastbij gelegen postkantoor behoort te worden overgebragt. Intusschen acht ik het niet ondienstig, hierbij het verlangen te kennen te geven, dat de aandacht der ambtenaren zich inzonderheid vestige op de on dernemers der openbare middelen van vervoerhunne bediendenen in het algemeen op een' iederdie kan geacht wordener een bedrijf of kostwinning van te maken, om brieven, in concurrentie met den Rijkspost, tegen het ge not van vracht over te brengen of te doen bezorgen; bepaaldelijk op hen, die bedoeld zijn hij de tweede zinsnede van art. 25 der wet. Eindelijk verzoek ik Uw Ed. Gestr. order te stellen, dat in die gevallen, waarin de adsistenlie van ambtenaren der belastingen tot het opsporen der overtredingen of tot het opmaken van proces-verbaaldoor de ambtenaren van de Administratie der posterijen, of door die van de policie, als die evenzeer met het voeren van toezigt zijn belast binnen de termen der wet, mogt wor den verlangd, die adsistentie dagelijks zooveel de belangen van de adminis tratie der belastingen zulks slechts eenigermate toelaten, verleend worde; vermits in de te zamenwerking van allen, die lot deze taak zijn geroepen, het beste middel gelegen is, om de wet, in het bedoelde opzigt, eene gelei delijke uitvoering te doen erlangen. provinciale Stieten vast 'ZisiilhitlltsmS. Avondzitting van Dingsdag 24 September. In deze zitting hebben de drie Commissiënbelast geweest met het onder zoek van de geloofsbrieven der benoemde leden en van de bezwaren tegen de wettigheid van sommige keuzen, hare verslagen uitgebragt. Wordt be sloten om allereerst toe te laten die leden, tegen welker toelating door de Commissiën volstrekt geene bedenkingen zijn in het midden gebragt, en later te beslissen over de al of niet toelating van die leden waaromtrenthetzij door de CommissiënTietzij buiten deze Vergadering bezwaren zijn geopperd. Op tien leden na worden alsnu al dadelijk ai de andere tegenwoordig zijnde leden toegelaten cn leggen de vereischte eeden af volgens de Grondwet en Provinciale wet voorgeschreven. Alsnu wordt aan de beslissing onderworpen de al of niet toelating der le den wier geloofsbrieven eenige bezwaren opleverden. Wordt besloten, zonder discussie, de toelating van den Heer van Beeftingh uit te stellen tot dat hij verbeterde stukken zal hebben overgelegdde Heeren Roest van LimburgDrooglever Fortuyn en Blanke (de laatste niet tegen woordig)Montyn, van Vollenhoven, Bisdom van Vliet, Lette Anemaet van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 2