den ten zuiden van Straat Singapocra, benevens die eilanden, welke ten
noord-oosten van Bintam zijn gelegen cn de hoofdgroepen van Tarnbelen,
Natocna en Anamhas vormen, en strekt zich uit tot Releh cn Indragirie op
de oostkust van Sumatra.
Het Nederlandsche Gouvernement is alleen gevestigd op liet eiland Bintan
of Riouw, waar lot dat einde aan hetzelve in het zuidwestelijk gedeelte des
eilands het terrein is afgestaan Tanjong Pinang genaamd zijnde de verblijf
plaats van den resident en het verder Europcesch personeel. Daar slechts
wordt dan ook het Nederlandsche gezag regtslreeks uitgeoefend overal elders
middclijk.
Op Indragirie had onze Compagnie een kantoor, dat echter reeds in 1633
is ontruimd. Onder medewerking des Sultans van Lirigga, lichben wij in
1838 met dien van Indragirie een contract gesloten, krachtens hetwelk wij
in laatstgenoemd rijk een post hebben gevestigd, die. evenwel in 1843 weder
is verlaten. Het. doel dier vestiging was, beteugeling der zecroovers op deze
kust. Bij meerdere kennis van zaken aldaar, begreep men echter, dat de
eigen krachten van den vorst voldoende waren, om de zecroovers in bedwang
te houdenvooral wanneer wij zijne pogingen ondersteunden door van tijd tot
tijd een oorlogsvaartuig daarheen te zenden. Een nieuw traetaat, bij die ont
ruiming gesloten, heeft de Nederlandsche suzercinileit over Indragirie be
krachtigd en den Sultan de vcrpligting opgelegd, om jaarlijks een Gezant
schap naar den resident van Riouw te zenden.
De bevolking dezer residentie wordt geschat te zijn pl. m. 70,000 zielen.
Op Bintan bestaat de meerderheid der bevolking uit Chinezen, wier aantal
wisselt van 7000 tot 10,000 en meer, naar gelang de vrij aanmerkelijke
gambier- en peper-teelt aldaar kwijnt of bloeit.
De haven van Riouw is sedert 1 Januarij 1829 eene vrijhaven.
Borneo en Onderhoorigheden.
Het eiland Borneo moet eertijds zijn verdeeld geweest in drie groote rijken
het westelijke of Soekadanabet oostelijke of Banjermassin en hel noorde
lijke of Broenaihij de Europeanen gemeenlijk onder den naam van Borneo
proper bekend. Alleen het laatste is nog aanwezig als een op zich zelf staand
rijk welks gebied zich over de noordelijke kustlanden van Borneo uitstrekt.
Op de noordoost-kust intusschen deed ook de Sultan der Solo-eilanden eenige
aanspraken gelden. Noch met den Sultan van Broenai noch met dien der
Solo-eilanden hebben wij immer in eene bepaalde betrekking gestaan. Hunne
landen zijn dus steeds aan onzen invloed vreemd gebleven.
Het overige gedeelte van Borneo met de omliggende kleinere eilanden maakt
het Nederlandsche gebied van Borneo en onderhoorigheden uit, waarvan de
gezamenlijke bevolking wordt geschat op 1,200,000 zielen. Het aantal der
oorspronkelijke bewoners des lands, Dajak genaamd, stelt men nagenoeg op
950,000 zieleDwaarvan een aantal nog tol de woeste stammen van het
centraal land bcliooren. De Dajakkers wonen in 't algemeen langs de oevers
der rivieren, ten gevolge waarvan dan ook op Borneo het stroomgebied de
afscheiding daarstelt tusschen de verschillende stammen der bevolking en de
regten der vorsten bepaalt. De Mohammedanen tellen ruim 200.000 zielen.
Men vindt ze in den regel langs de kusten, cn door hunne stelling aan de
mondingen der rivieren zijn zij de beheerschers des lands geworden. De Chi
nezen zijn genoegzaam uitsluitend in het noordelijk gedeelte der wester-afdee-
ling gevestigd. Zij worden op 49,000 zielen geschaten houden zich veelal
in zoogenaamde kongsies vereenigd, met mijn-ontginningen bezig. Delfstof
fen in 't algemeen en met name edele metalen en gesteenten makenbij
zonder in het noordwestelijk en zuidoostelijk gedeelte des eilands, den rijkdom
van het Ncderlandseh gebied op Borneo uit,
I. De Wesler-afdeeling omvat de verschillende rijken en eilanden langs de
westkust gelegen, van Tanjong Datoe ten noorden, lot Matam met Kandawan-
gan ten zuiden, en strekt zich voorts uit tot de gezamenlijke landen en dis
tricten onder het stroomgebied van de beide groote takken der Kapoeas-rivier
behoorende.
Deze afleiding omvat de landen die weleer nagenoeg het rijk van Soekadana
moeten hebben gevormd, hetwelk, ten gevolge van binnenlandsche onlusten
onder het gezag der Vorsten van Bantam gekomen, door hen, met en bene
vens Landak, bij acte van afstand dd. 26 Maart 1778, in vollen eigendom
aan onze Compagnie werd overgedragen. Sambas evenwel had zich reeds bij
een contract van 1609, in vereeniging met eenige naburige rijkjes, onder de
bescherming gesteld der Compagnie, welke omstreeks dienselfden lijd ook te
Soekadana betrekkingen had aangeknoopt, en zich in het laatst der vorige
eeuw weder te Poritianak en Mampawa vestigde, in vervanging eener sinds
lang verlaten neêrzetting te Sambas. De Compagnie ontruimde echter in
1791zoowel Pontianak als Mampawa. Dien ten gevolge namen echter de
zeerooverijen aldaar zoodanig toe, dat het Britsche tusschcnbcstnur in 1813
weder posten te Sambas en Pontianak plaatste, die echter in 1816 op nieuw
werden verlaten. Uit kracht der Londensche conventie van 1814 herstelden
wij in 1818 onze vroegere etablissementen op de beide laatstgenoemde plaatsen.
Spoedig reeds kwam men echter tot de overtuiging, dat er meer kracht cn
uitbreiding aan onze vestiging in het westen van Borneo moest worden gege
ven, wilde men den overmoed der Chinezen beteugelen, land en volk uit
hunnen diep gezonken staat opheffen, en den zeeroof fnuiken. De daartoe
vereischte militaire maatregelen werden met vrucht ten uitvoer gelegd en een
aantal contracten, met de verschillende rijkjes, zoo langs de geheele westkust,
als tot diep in de binnenlanden toe, gedurende de jaren 1822 en 1823 geslo
ten en sedert vernieuwd, gewijzigd en bekrachtigd, stelden in de plaats van
een weinig geëerhiedigden invloed bepaalde regten cn meer stellig gezag.
Tot vermeerdering der zoo noodigc kennis van het land zijn in den jongsten
tijd verschillende togten gedaan en uitvoerige opnamen ondernomen. Een
hooggeplaatst ambtenaar is met een stoomschip de Kapoeas rivier opgevaren tot
in de diepste binnenlanden. De opname van het stroomgebied dier rivier,
waarvan het noordelijke gedeelte de grensscheiding daarstelt met Broenai, is
volbragt. Zij werd over de geheele afdeeling voortgezet.
Een Resident, te Pontianak verblijf houdende, staat aan liet hoofd dezer
afdeeling. Te Sambas is een adsistent-resiilent en te Soekadana een posthouder
gevestigd. Inlandscbe gezaghebbers zijn geplaatst te Landak, Mampawa en
Taijan. In de gezamenlijke kustlanden, waar ook onze posten zijn gelegen,
wordt het Ncderlandseh gezag meer regtslreeks uitgeoefend, elders middellijk.
In het binnenland zal te Sinlang een post gevestigd worden, welks werking
veel zal bijdragen tot den gang van bet Ncderlandseh gezag en tot de verbrei
ding van veiligheid, orde cn dus tot die van den handel.
Ongerekend de weinig onderworpen en woeste Dajak-stainmendie zich in
het centraal gedeelte des eilands ophouden, wordt de bevolking dezer afdeeling
begroot op omstreeks 650,000 zielen, waarvan in de rijkjes der Westkust
en in de landen van liet stroomgebied der Kapoeas te huis buhooreo. Van
de Chinezen wonen ongeveer 35,000 onder Sarnhas, 12,000 onder Pontianak
en bijna 2000 onder Mampawa, cn nog eenige bier en daar vespreid in liet
binnenland.
De havens van Pontianak en Sambas zijn sedert 1 Januarij 1834 vrijhavens,
gelijk ook die van Soekadana sinds 1 September 1837.
's-GRAVF.NHAGE, 10 Augustus.
Z. M. heeft het navolgend besluit genomen:
Art. 1. Onze Minister van Binncnl. Zaken wordt gemagtigd, om de tegen
woordige zitting der Staten Generaal Onzentwegc te sluiten, in eene vereenigde
zitting der Beide Kamers, welke gehouden zal worden op Üingsdag den 20,lcn
i dezer, des namiddags ten twee ure.
Art. 2. De Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal worden met het
tijdstip van de sluiting der tegenwoordige zitting ontbonden verklaard.
Art 3. De dag der eerste bijeenkomst van de vergaderingen der nieuwe
Provinciale Staten wordt bepaald op den O1160 September aanstaande.
De verkiezing der nieuwe leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
zal plaats hebben op Woensdag den llden September daaraanvolgende.
Tot de verkiezing van nieuwe leden van de Tweede Kamer der Staten-Gene
raal zal worden overgegaan op den laatsten Dingsdag der loopende maand
Augustus, den 27steD dezer.
Art. 4. Overeenkomstig het grondwettig voorschrift, zal de gewone verga
dering der Staten-Generaal worden geopend op den derden Maandag, zijnde
den 16deD, der aanstaande maand September.
MAASSLUIS, 8 Augustus.
jg Gisteren middag is alhier inet goed gevolg van stapel gi loopenvan de
|1 werf van den scheepsbouwmeester E. van der Hoog, bet driemast schoener-
I schip Prinses Charlotla, groot 180 lasten, voor eene reedcrij, onder directie
g cn gezag van L. C. E. van der Brughen daarna onmiddellijk eene kiel op-
jg! gehaald voor eene bark, genaamd Pallas, groot 250 lasten; alsmede eene
ja kiel voor eene schoener, genaamd Maria Johanna, groot 100 lasten.
GORINCHEM8 Augustus.
De Regtbank alhier beeft de zaak van den Burgemeester te Alblasserdam
ENGELAND.
LONDEN7 Augustus.
De Koningin zal in het laatst dezer maand de hoofdstad van Schotland be
zoeken.
Dezer dagen kwam alhier een gezelschap aan van 1,400 Parijzenaars
het waren mecslal werklieden, welke deze groote wereldstad eens wilden be-
zigtigen.
Gisteren heeft het stoomschip Magnet uit Amsterdam aangevoerd: 33
runderen, 142 kalveren, 444 schapen, 17 varkens, 25,000 kazen cn vele
andere goederener is nog nimmer een vaartuig met zooveel levend vee uit
Nederland aangekomen.
Het stoomschip Atlantic, lieden te Liverpool uit New-York aangekomen,
heeft de reis in den voorheeldeloos korten tijd van 8 dagen en 8J. uur gedaan,
De ziekte onder de aardappelen in Ierland is in den laatsten tijd weer
(opgenomen.
beschuldigd van misbruik van gezag, daar hij met geweld cn zonder vonnis
van den Kantonregtereen huisgezin te dier plaatse uit een woning zou heb
ben gezet ter verdere vervolging gezonden aan den Procureur-Generaal
van het Prov. Gorcglshof in Zuid-Holland.
AMSTERDAM, 9 Augustus.
De Directie der Nederlandsche Handelmaatschappij heeft hekend gemaakt,
dat de Najaars-Kollijveilingen der Maatschappij van 1850, zullen gehouden
worden op de dagen en plaatsen en bestaan uit de hoeveelheden hierna ge
meld te Amsterdam, op Maandag den 2dcn September 1850, 338,257 balen
Java-koffij, 537 balen Sumatra-koflijliggende aldaar, waaronderzijn be
grepen 142,750 balen, die in de voorjaarsveiling, op den Maart van
dit jaar, werden opgehouden; te Rotterdam, op Donderdag den 5den Septem
ber, 119,747 balen Java-koffij liggende aldaar, 19,673 balen Java-koffij
liggende te Dordrecht; Ie Middclhurg, op Woensdag den lldca September
29,227 balen Java-koffij, liggende aldaar.
In de eergisteren door de Nederlandsche Handelmaatschappij te Rotterdam
gehoudene veiling van 117,766 blokken Banca tin, is alles lot 50J verkocht.
BUlTEjNLAJNDSCHE BEB1GTEIN.