LEYDSCHE
COUR
WOENSDAG, 7 AUGUSTUS.
INJN EN L A N DSC HE BER3GT EN.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
uit Zaturdag Avond
De Prijs der Courant is f 12 «ra het jaar;
de afzonderlijke nommers werden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, G Augustus.
Gisteren is alhier de 22ste verjaardag van H. K. H. Prinses Louise, Kroon
prinses van Zweden en Noorwegen, dochter ran till. KK. 1111. Prins en Prinses
Frederik der Nederlanden, op de gebruikelijke wijze herdacht.
Heden nacht overleed op zijn buitenverblijf Ade-Geest onder Voorscho
tende Wei-Edel zeer Geleerde Heer Paul Godfried van Hoorn, Med. Doet.,
Wethouder dezer Stad, Ridder der Orde van den Nederl. Leeuw, Lid der
Provinciale Staten van Zuid Holland enz., in den ouderdom van 72 jaren.
Meer dan 25 jaren behartigde hij eerst als lid van den Raad en vervolgens ook
als Wethouder de belangen der Stad en was bovendien in vele betrekkingen
werkzaam. Zijne minzaamheid, welwillendheid en liefdadigheid zal zijne
nagedachtenis in gezegend aandenken doen blijven.
Door het departement van Rinnenl. Zaken is, bij besluit van den 2dl'n
dezer, aan de Heeren J. Wijtenburg de Vries en Planjer, alhier, op bun
verzoek, een uitstel van 6 maanden bewilligd tot liet in werking brengen
van de schroef-stoombootdienst tusschen deze stad en Amsterdam, voor welke
dienst hun vergunning was verleend bij besluit van 4 Januarij 1850, zoodat
bet bedoelde uitstel gerekend wordt te zijn ingegaan met den 4deD Julij jl.
Door de snelle daling van den waterspiegel van het Haarlemmermeer,
wordt de toevlneijing bijzonder naar de stoomtuigen de Leeghwater en de
Cruquius eenigzins bemwijelijktaan de verlenging der toeleidende kanalen
wordt echter inet kracht gearbeid. In afwachting dat die water-aanvoer
daardoor genoegzaam zal zijn bevorderd is het werktuig de Leeghwater voor
eenigen tijd builen werking gesteld, ook tot verbetering tevens van eene klep
der hydrauliek.
De waterstand van bet Meer aan het einde der vorige maand op 2.60 el
beneden Amsterdamsche peil opgegeven, is op den laatsten dag der maand
Julij gemiddeld op 2.78 el beneden Amstcrdamseli peil waargenomen en alzoo
18 duim verlaagd.
Uit Wijk aan Zee wordt liet volgende aan de N. Rott. Cour gemeld:
1.1. Maandag waren cenige Heeren op 't Wijkermeer op de eendenjagt. Een
buitengewoon groot dier deed zich voor bun gezigt op; 't was een viscli
welken ze door drie welaangehragte schoten in den kop, den levensgeest ont
namen en ter hunner woonstede, Beverwijk, hebben aan den wal gebragt.
Het bleek, dat deze behoorde tot liet geslacht der Dolphijnen; bij bad eene
lengte van 4 Ned. ellen, eene dikte van 9 palmen en eene zwaarte van circa
500 Ned. ffi.
Die buitengewone vangst is door lien ten geschenke gegeven aan 't Zoölo
gisch genootschap: Natura Artis Magistra, te Amsterdam. Het geraamte
zal in 't kabinet worden opgenomen waar zoodanig exemplaar nog niet aan
wezig is.
Derde vervolg der medcdeeling betreffende al onze Overzeesche Bezit
tingen door den Minister van Koloniën aan de Tweede Kamer. {Zie ons
vorig Hommer
Ban ka en Onderhooriyheden.
Een in 1GG8 met het opperhoofd van Banka en liillilon gesloten contract
beeft in der tijd die eilanden geplaatst onder de bescherming onzer Compagnie.
Later afhankelijk van Palembang, zijn zij met dat rijk onder bet bepaald
oppergezag der Compagnie gekomen. Het Britsch tusschenbestnur sloot in
1812 eene overeenkomst met den Sultan van Palembang, waarbij het den
alstand dezer beide eilanden in volle souvereiniteit aan Groot-Brittannië be
dong. Krachtens art. 2 der Londensche conventie van 13 Augustus 1814
werd ons Banka teruggegeven in ruiling tegen onze bezitting van Cochin op
de kust van Malabaar, en in December 1816 in bezit genomen. Geschillen
over de vraag of Billiton onder de teruggave van Banka was begiepen von
den hunne oplossing in art. 11 van het Londensche tractaat van 1824. De
invloed der Palembangsche grooten op de inlandscbe bevolking van Banka,
bet gevolg hunner vroegere betrekkingen aldaar, is gedurende langen tijd
ondervonden en welligt nog niet geheel vernietigd.
De residentie Banka en onderhoorigheden omvat het eiland van dien naam,
benevens Billiton en de tusschen- en omliggende eilandjes, waaronder voorna
melijk de l.epar-groep. Banka is verdeeld in verschillende afdeelingen of
districten aan het hoofd waarvan zoo vele Europcsche administrateurs der
tinmijnen zijn gesteld. Billiton vormt, met de omliggende en de westelijk
van daar tot aan de Lepars strekkende eilandjes, eene bijzondere afdeeling.
Overeenkomstig de plaatselijke gesteldheid zijn sedert in de verdeclirig der
districten op Banka ecnige kleine wijzigingen gebragt. Op de Lepar-eilanden
is het gezag toevertrouwd aan een inlandsch hoofd. Het bestuur over de af
deeling Billiton is mede opgedragen aan een door bet Gouvernement aange
steld, en onder den resident van Banka ressorterend inlandsch hoofd.
De bevolking is ongeveer als volgt: 1°. Banka: Chinezen minstens 10,000.
Chinezen, Muleijers, pl. m. 4,000. Bankanezen, verdeeld in kust- en berg
bewoners 24,000. 2°. Lrpai-eilanden. Hel cijfer wordt opgegeven van 500
tot 2,500, dus gemiddeld 1,500. 3°. Afdeeling Billiton, wordt nu eens ge
steld op 6,000, dan weder op 15,000, dus gemiddeld 10,500. Te zamen
50,000 zielen.
De hoofdplaats Muntok is voor den grooten handel opengesteld.»
Tin is bet voorname voortbrengsel van Banka ook Billiton bezit tingron-
dendie echter tot dusver niet worden geëxploiteerd. De tinlevcrantie van
Banka heeft in de onderstaande jaren bedragen: 1846 tot 69,501, 1847 tot
81,129/W en 1848 73,500 pikols.
De levering van 1844 was hooger dan immer te voren werd verkregen.' De
droogere of nattere weersgesteldheid oefent op de linproductie grooten invloed uit.
Eene bijzondere vermelding ten aanzien van het mijnwezen op Banka ver
dient een in 1849, door den Gouverneur-Generaal van N'eêrlandsch Indië ge
nomen besluit, waarbij de Heer J. H. Croockewit, Doctor in de Wis- en Na
tuurkunde, ter beschikking is gesteld van den Resident van Banka, teneinde
de werkwijze bij de verschillende tinmijnen aldaar na te gaan, en te berigten,
welke ter beschikking van het Gouvernement staande middelen kunnen wor
den aangewend, om in die werkwijze verbeteringen te doen plaats grijpen.
Deze zending is het gevolg van de pogingen der Indische Regering, sedert vele
jaren aangewend, om bet voorlbrengings-vermogen van Banka te bevorderen.
Vervolg hierna.)
's GRAVENllAGE, 6 Augustus.
Z. M. heeft den Miniatuurschilder alhier, den lieer C. Hamburger, be
noemd lot Ridder der Eikenkroon.
Z. K. II. Prins Hendrik is gisteren middag ten cén jurevan Soesldijk
in deze residentie aangekomen.
De Heeren Weimar en van Gogh alhier hebben kennis gegeven, dat,
uit hoofde der menigvuldige aanvrage om Toegangbilletten tot de Galerij der
schilderijen van wijlen Z. M. Willem II, dezelve niet meer afgegeven worden
dan op schriftelijke aanvrage van bekende kunstliefhebbers. De verkooping
begint aanstaanden Maandag.
Eerste Kamer der Staten-detteraai.
Zitting van Maandag 5 Augustus.
Aan de orde van den dag zijn de beraadslagingen over de ontwerpen van
wet tot regeling der Nedcrlandsche scheepvaart. Overeenkomstig bet voorstel
van den President, wordt besloten, eerst te honden de algemeene beraadsla
gingen over al de ontwerpen en na afloop daarvan, die over elk ontwerp af
zonderlijk, en wel achtervolgens over de ontwerpen A, B en C.
De algemeene beraadslagingen worden thans geopend.
De Heer Blankenheym is de eerste spreker. Hij heeft het onderwerp, bij
deze voordragten behandeldin naauwgezette overweging genomen en dit
beeft hem tot de overtuiging geleiddat de belangen van dezen of genen
kunnen worden benadeeld doch dat de voordeden van don vuorgestelden
maatregel aanmerkelijk tegen die mogelijke nadeelen zullen overstaan. Hij zal
dan ook uit volle overtuiging voor de ontwerpen stemmen. In het eerst was
hij die meening niet toegedaan, doch na de beraadslagingen die in de Tweede
Kamer hebben plaats gehad, na de stukken die gewisseld zijn, na de gerust
stellende verzekeringen nopens de koloniale tarieven gegeven en nadat dien
aangaande ook in de voordragl zelve bepalingen zijn opgenomen, zijn zijne
bezwaren uit den weg geruimd. Hij ineentdat dit evenzeer het geval is
met vele achtenswaardige buizen, die vroeger tegen deze ontwerpen gestemd
waren. Spr. meent, dat Engeland in geenen deele die bedoelingen beeft, die
de tegenstanders van dezen maatregel aan hetzelve toeschrijven. Hij erkent,
dat wij, ingevolge deze voorstellen, opofferingen zullen doen, doch hij ge-
looft aan den anderen kantdat daartegen voordcelen overstaan. Hij is niet