LEYDSCHE COURANT MAANDAG, 5 AUGUSTUS. N\ 9S. BÏNNENLANDSCHE BEBIGTEN. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is f 13 in het jaar de afzonderlijke nommers werden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN, 3 Augustus. Vrijdag morgen II. werd onze Stad alleraangenaamst verrast met een bezoek van het 3de Regt. Dragonders in garnizoen liggende te 's Gravenhage. Of schoon dat bezoek slechts van korten duur was, had men toch wederom ruim schoots de gelegenheid de scboone maar bovenal de krijgshaftige houding der manschappen te bewonderen en het overheerlijk muziek corps deed menige aan gename herinnering geboren worden. Ten tien ure verliet gemeld regiment de Stad om weder naar 's Gravenhage terug te keeren. Mogt nog eenmaal de wensch worden vervuld dat onze stad, door plaatselijke ligging cn doelmatige stallingen zoo allergunstigst daartoe geschikt, als garnizoensplaats werd aan gewezen voor een dusdanig corps. Mogt de'Edel. Aehtb. Regering er nog eenmaal toe besluiten, om daartoe de vereischte pogingen in het werk te stellendan zou I.cyden zich wederom verblijdendan zou Leyden weder aan vankelijk dat worden wat het eenmaal zeker was. Ingezonden. Wij geven hieronder hetgeen wij bij geruchte vernemen, aangaande het examen dat gedurende de maand Augustus, volgens Zr. Ms. besluit van 30 Mei 1850 wordt afgenomen. De examinandi worden hij twee-, drie- of viertallen vereenigd, naarmate het getal is dat iedcren dag moet geëxamineerd worden. In de drie eerste dagen der maand zijn 45 jongelieden geëxamineerd. Het geheele getal der examinandi is ongeveer 300. In het Grieksch examineren de HH. Ekkcr en Pluygers; zij verdeden de examinandi onderling. Ia het Latijn de Heer Hermans. In den Nederlandsehen Stijl en Letteren de Heer Engelen. lil de Wiskunde de 1111. de Vlaam en Francois. Deze doen, telken dage onderling afwisselende, de een onderzoek naar de vorderingen in de Reken- en Stelkunde, de ander naar die in de Meetkunde. In de Geschiedenis en Aardrijkskunde de Heer van Hoëvell. Na alloop van het examen wordt aan ieder der geëxamineerden een testi monium afgegeven, volgens model door den Minister van Binncnl. Zaken voorgeschrevenop dit testimonium wordt aangeduid welken graad van bekwaamheid door ieder van hen in elk vak is aan den dag gelegd. Deze graden worden aangeduid door de woorden maletenuiler, satis leneeyregie. Satis wordt gegeven wanneer de examinandus die mate van kennis toont te hebben welke de ondervinding geleerd heeft dat hij jongelieden van vrij goeden aanleg en geestvermogens pleegt gevonden te worden, die gedurende 5 a 6 jaren goed onderwijs hebben genoten. Zoo het blijkt dat eenig vak geheel of bijna geheel is verwaarloosd, wordt dit aangeduid door hel woord minime. Wij hopen in staat te zullen zijn onzen lezers nu en dan herigten over den verderen loop van het examen te kunnen mededeelen. In den Wekker leest men hel volgende: Groot is de behoefte voor het Kaapland en N'atal aan Hervormde Predikanten en Onderwijzers der Jeugd Ook aan Landbouwers en Handwerkslieden. Voor de passage van Predikanten en Onderwijzers uit Nederland wordt gezorgd maar voor het overige perso neel en in het bijzonder voor hunne vrouwen en kinderen is zulks niet het geval. Daar er zich van tijd tot lijd verscheidenen opdoen, om derwaarts te vertrekken wordt de liefdadigheid der vrienden van menschheid en Chris tendom dringend ingeroepen. Die liefdegiften worden ontvangen ten huize van den Heer Mr. Swellcngrebel en Mej. de Wed. Stucki te Utrecht, Profes sor van der Cliijs alhier, Regter Mr. Beelaerts van Blokland te Rotterdam, alsmede bij de Predikanten Dr. Huijdccoper te 's Gravenhage, de Voogt te Amsterdam, Dr. Tichler alhier, Ür. Proes te Leeuwardenvan Griethuijsen te Zutphen, Prof. Lauts en W. A. van Meurs, Pred. te Kampen. Aan J. Soer, Onderwijzer te Lliee in Drenthe, is eene betrekking van Onderwijzer op de Afrikaansche kust aangeboden met 900 tractement. Brouwer, dusver Kostschoolhouder te Heemstede, is benoemd tot Onderwijzer te Curacao, en Hoekstra, vroeger Ondermeester aan den Helder, lot Onderwijzer op St. Martin. Volgens herigt uit O.-Indie moet er nu aanvrage geschied zijn om vijf Onderwijzers. Ds. van Senden is na eene afwezigheid van ruim een jaar Maandag II. te Zwolle teruggekeerden door een groot aantal ingezetenenvan zijne komst verwittigd verwelkomd. De Weduwe v. d. Veer te Amersfoort, vierde II. Zondag haren geboorte dag, en zag toen om zich 84 kleinkinderen vereenigd, allen gesproten uit haar eigen 21 kinderen. Tweede vervolg der mededeeling betreffende al onze Ovcrzeesche Bezit tingen, door den Minister van Koloniën aan de Tweede Kamer. [Zie ons vorig No miner.) Kustvaart. De kustvaart is grootendeels in handen van Arabieren en Chi nezen, met schepen waarvan de meeste hoogst gebrekkig zijn ingerigt en bestuurd. Door de geringe vrachten, waarvoor ze varen, hebben zij langzamerhand de Europesche ondernemers, die van de kustvaart werk maken en goede schepen bezigen, uit het veld gedrongen. Alleen de ondernemingen van grooteren omvang, tegen welker mooijelijk bestuur de bedoelde Oosterlingen opzien, zijn aan de Europeanen over het al gemeen overgebleven. De kustvaart is in Nederlandsch Indië, blijkens het rapport der hierna te vermelden speciale commissie, uitgeoefend: in 1830 met 184 schepen, me tende 18,635 lasten en in 1845 rnet 246 schepen, metende 22,670 lasten. Van deze behoorden aan Europeanen: in 1830 77 schepen, metende 8,254 lasten en in 1845 49 schepen, metende 5,260 lasten. Alle ove rige vaartuigen behoorden aan Oosterlingen. Hieruit blijkt, dat de kustvaart in scheepsruimte gedurende twintig jaren aanzienlijk is vermeerderd, doch dat zij, zoo als gezegd, grootendeels is over gegaan in handen van Oosterlingen. Deze staat van zaken noopte het Indisch bestuur in 1836 tot de benoeming van eene speciale commissie, ten einde te onderzoeken, alles wat betrekking heeft tot den scheepsbouw, de bemanning, de uitrusting enz. der schepen in Indië; de voorwaarden waarop de Nederlandsch-Indische vlag zou worden ver leend enz met opdragt om ter zake de noodige voorstellen te doen. Die commissie bragt op den 7de" April 1843 haar verslag uit, ten gevolge waarvan het beginsel werd aangenomen, om, wanneer zulks geene aanleiding tot eene al te groote vermeerdering van uitgaven gaf, in de overeenkomsten voor *s Gouvernements leverantien en overvoeren, betreffende vaartuigen, me tende meer dan 75 last, te bepalen: a. dat alleen gebruik zal worden gemaakt van schepen gevoerd door Euro peanen en daarmede gelijkgestelde personen; b. dat de schepen voorts, behalve het bepaalde getal Europesche kweeke- lingen, een of meer Europesche stuurlieden aan boord moeten hebben; o. dat de schepen moeten worden bewezen te zijn in verzekerbaren staat. Terwijl eindelijk werd verklaard dat geene Europeanen of daarmede gelijk- gestelden goregtigd zouden zijn om het bevel te voeren over een bodem va rende onder Nederlaridscb-Indisehc vlag, dan na een voldoend examen te heb ben afgelegd. Boschu-ezen. Volgens de laatst ontvangen opgaven, beliep de uitgestrekt heid der bosschen op Java 6185 vierkante palen of bijna een en een half mtl- lioen Nederlandsche bunders. Verschillende stelsels van administratie en van toezigt over de veiling, den uitsleep cn den aanplant, zijn sedert de weder-inhezitneming van Java in 1816 in werking geweest, maar men heeft voor de uitvoering nimmer een voldoend wetenschappelijk gevormd personeel bezeten. Ten einde de bosschen zooveel mogelijk zouden worden teruggebragt en on derhouden in zoodanigen staat, dat ze bij voortduring aan de behoefte der kolonie kunnen dienstbaar zijn, werden in 1849 een drietal deskundige perso nen naar Java gezonden, wetenschappelijk gevormd en geschikt, niet slechts om eene goede leiding aan den aanplant, de veiling en den uitsleep te geven, maar ook om die wetenschap aan anderen mede te deelen. Geneeskundige dienst. Onder het opper-toezigt van den Chef over de mi litaire geneesknndige dienst, wordt de burgerlijke geneeskundige dienst te Batavia, Samarang cn Soerabaija uitgeoefend door stads-geneesheeren en heel meesters, terwijl aldaar ook zijn aangesteld stads-vroedmeesteressen. Zeewezen. De hooge wensehelijkheid, dat in Indië zie middelen aanwezig zijn om plaatselijk te kunnen voorzien in de herstelling der oorlogsvaartuigen, ook die welke door stoom worden bewogen, beeft geleid lol daarstelling of uitbreiding der inrigtingen, welke in deze bchoelten moeten voorzien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 1