LEYDSCHE
VRIJDAG, 5 JULTJ.
BIRINEJNLA1NDSCHE BERSGTEN.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar;
de afzonderlijke nommers werden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, 4 Julij.
Ten einde noodelooze bezorgdheid legen te gaan, zijn wij door den Fleer Offi
cier van Justitie in dit Arrondissement aangezocht te vermelden dat de ver
klaring door II. F. ran B. aan de Justitie gedaan, wegens diefstal van eene
aanzienlijke geldswaarde en poging tot moord, in den avond van Maandag II.,
op de Haarlemmer trekvaart nabij de Kvvaakbrug ten zijnen nadeele gepleegd,
Zijn Edel Achtbare, na een onverwijld en naauwkeurig onderzoek gebleken is,
onwaarschijnlijk en ongeloofwaardig te zijn, daar de bekomenc inlichtingen
dezelve in allen deele wedersproken. Op herhaalden aandrang heeft ge
melde persoon de valschheid dier verklaring erkend.
Op de algemecne Vergadering der Maatschappij voor de Geneeskunst,
den 26 en 27slen Junij te Utrecht gehouden, is onder anderen tot Lid van
het Hoofdbestuur gekozen, onze Stadgenoot Dr. J. II. Molkenboer. De vol
gende algemeene Vergadering zal bier ter stede gehouden worden.
De aanneming der gaz-verlicbting te Nvmegen voor ƒ6.943.'s jaars,
is aan onze Stadgenooten de Heeren Schrellen Comp., toegewezen.
Uit Amsterdam wordt aan de N. Roti. Cour. gemeld dat Zondag 1. 1.
een Stenograaph bezig zijnde, zoo men meende van de Y'ereeniging: Vnitale
ac Perseverantiade Leerrede van Prof. des Atnorie v. d. Hoeven, in de
nemonstrantsche kerk over te nemen, daarin door de aanwezigen is verhin
derd geworden.
Op den Hollandschen Spoorweg zijn in Junij vervoerd 117,459 reizigers
en is ontvangen ƒ115,717.
Op den Rhijnspoorweg zijn in Junij vervoerd 44,951 reizigers en is
ƒ63,212 ontvangen.
Door de Nederl. Bank is voor omtrent 18 milliocn, en bij de onder
scheiden Betaalmeesters voor ruim 25J. millioen aan gouden 10- en 5-gulden
stukken ingewisseld.
Aan Dr. P. Flalbertsina is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als
Rector der Latijnsche school te Elburg, en is in diens plaats benoemd de
Conrector Dr. Kiselins.
De Onderwijzer J. Zoer te Shee, in de gemeente Dwingelo in Drenthe,
heeft van Regeringswege een aanbod gekregen, om op eene bezoldiging van
900de betrekking als Onderwijzer aan de Kaap de Goede Hoop waar te
nemen. (Nederl.)
Uit Coevorden wordt gemeld, dal de vestingwerken waarschijnlijk zon
den geslecht worden, als niet noodzakelijk voor 's F^ands verdediging.
Te Hoogevccn is een grijsaard van 86 met een meisje van 26 jaren
ondertrouwd.
'sGRAVENHAGE, 4 Julij.
De Koninklijke familie bevindt zich thans weder op het Loo. Z. M. is
11. Maandag derwaarts vertrokken.
Z. M. heeft bij besluit van 24 Junij bepaald, dat het loon voor het
op den juisten inhoud ijken van oude vaten, hehoorende aan branders en
handelaars in gedistilleerde dranken, zal worden berekend naar hel tarief,
bij art. 14 van het Koninklijk besluit van 31 December 1834, voor den wa
ter-ijk van olie- en sterken drank-vaten vastgesteld.
Z. M. heeft van aan den Graaf H. G. de Perponcher, Generaal der
Infanterie, en aan den Kapitein ter Zee F. X. R. 't Hooftvergunning ver
leend, aan den eerste tot het dragen der Medaille, door de Koningin van
Engeland toegekend aan die militairen die den veldtogt in Egypte in 1801,
bij het Engelsche leger hebben bijgewoonden aan den laatste van de Orde
van den Rooden Adelaar klasse, hem door den Koning van Pruisscn ge
schonken.
Z. M. den Keizer van Rusland heeft den Heer Mr. P. C. Scbooncveld,
Advocaat bij den Hoogcn Raad en Lid van de Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraalbegiftigd met het Commandeurs-kruis der Orde van St. Anna, met
diamanten omzet.
-Gisteren is de Algemecne Synode door Z. Exc. den Minister van de
Hcrv. Eeredienst geopend, waarna door de Leden der Synode, ingevolge het
nieuwe Reglement, is overgegaan tot het benoemen uit hun midden van een
President en Vice-President, waarvan dc keuze is gevallen, als President, op
den Wel-Ecrw. Heer Ds. Verwey, Predikant te Leyden, en tot Vice-President
den Wel-Eerw. Heer Ds. Boeles, Predikant te Noorddijk in Groningen.
Tiveede ïïkamer der Staten-tUeneraal*
Zitting van Dingsdag 2 Julij,
In deze zitting is ingekomen een adres van de Heeren A. van Hoboken en
Zoon en andere handelshuizen te Rotterdam, onder toezending van cenige be
scheiden, aantoonende dat men te Rostock de schepen 18 pCt. goedkooper kan
houwen dan te Rotterdam, en uit dien hoofde nog meer hunne gronden voor
een parlementair onderzoek, aan de scheepvaartwetten te doen voorafgaan,
aandringende.
Voorts is nog ingekomen een adres alleen van de Heeren A. van Hoboken
en Zoon, daarbij bestrijdende een gezegde in de redevoering van den Heer van
Ryckevorselin de zitting van den 29slen Junij 11. voor zoover dit op adres
santen betrekking heeft. (Overeenkomstig het daartoe gedane verzoek van den
Heer van Ilall, heeft de commissie voor de verzoekschriften zich gedurende de
gewone schorsing der zitting op den middag bezig gehouden met het opmaken
hunner verslagen op de heide gemelde adressen. Die zitting hervat zijnde
heeft de commissie omtrent ecrslgemeld adres geadviseerd tot de nederlegging
ter griffie, en wat hel tweede adres betreft, als meer rakende een persoonlijk
verschil, geconcludeerd tot de orde van den dag. Dien overeenkomstig is
besloten.)
De Voorzitter geeft kennis, dat de voordragt der hnishoudelijke begrooting
van de Karner voor 1851zoo als zij door rle huishoudelijke commissie is op
gemaakt, ter onderzoek van de leden ter griffie is nedergelegd.
Al verder geeft de Voorzitter kennis, dal door de afdcelingen gekozen zijn
tot rapporteurs voor het ontwerp van wet tot tijdelijken onderstand van werk
lieden aan het maritiem etablissement te Rotterdam, de Heeren, van Eek,
Slicher, Ter Bruggen Hugenhollz, Bachierje en Hengst.
Vervolgens zijn de algemeene beraadslagingen over de scheepvaart-wetten
voortgezet.
De Fleer Poortman heeft hoofdzakelijk trachten te beloogen, dat de Heer
van Ilall van de door dezen hijgebragte cijfers, hoe ook op waaihcid gegrond,
een verkeerd gebruik heeft gemaakt. De spr. bestrijdt het, dat door genoemd
lid vergelijkingen zijn gemaakt opzigtelijk de scheepvaart van meer verwijder
den tijd, en neemt tot zijne vergelijkingen een gemiddelden term van 1332
tot 1848, waaruit hij in overeenstemming met de opgaven der Regering, tol
de slotsom komtdat de JVedcrlandschc scheepvaart over het algemeen is voor
uitgegaan vooral in de laatste jaren onder de werking der tractaten.
De Heer de Monchy heeft de ontwerpen in breede trekken verdedigd en de
nadeelige werking trachten tc doen uitkomen van het tarief van 1845, dat
hij niet als stelselloos beschouwde, zoo als door sommigen was beweerd, maar
integendeel als stelselmatig ingerigt naar het beschermend stelsel. Hij heeft
al verder geschetst de nadeelige gevolgen, die ten opzigte van vele fabrieken,
als: zout- en zeepziederijen suikerraffinaderijen enz. ontslaan zijn uit de wet
ten, die moesten dienen tot verbetering van den accijns op dezelve enz.
Groot voorstander van vrijheid in handel en scheepvaart, wil spr. alles aan
wenden wat in zijn vermogen is om den druk daarvan op te hellen en belooft
hij zich van de aangeboden wetten velerlei voordeden.
De Heer van Hasselt is van eene tegenovergestelde meening en betreurt de
nadeelige gevolgen, welke uit deze wetten voor de Nederlandsche scheepvaart
zullen ontstaan. Wij zijn niet bestand tegen Engeland te concurrerenterwijl
dat land, door zijne overinagt van schepen en aanzienlijke kapitalen, al de
voordeden zal genieten uit de opheffing der bescherming van onze O. I. vloot.
De Heer Ter Bruggen Hugenhollz keurt de strekking der wellen goed en
bestrijdt het gevoelen dat zij ten nadeele van den scheepsbouw zullen uit-
loopen, 't welk hij door bijzonderheden tracht te staven.
De Heer van Hall beantwoordt vele bedenkingen. Onder anderen vraagt
hij, wie en wat tot de onzekerheid van den handel heeft aanleiding gegeven,
waarover de verdedigers der wetten zich beklagen? Zij is juist het gevolg van
de aanbieding van deze wetten. En wat zal die onzekerheid doen voortdu
ren Hij hoopt, hij de behandeling van art. 1, aan te toonen dat ook bij de
aanneming van deze wetten eene groote mate van onzekerheid zal blijven be
staan; want de regering zal toch altijd met Engeland moeten onderhandelen.
Spr. heeft in zijne rede van Zaturdag jl. aangevoerd, dat het hier vooral twee
punten geldt: 1°. dc beginselen, die bij deze ontwerpen worden aangenomen,