van waarde der gouden tien en vijf guldenstukken, nadat de termijn van in wisseling zal verstreken zijn daar deze muntenniet zoo als vroeger de zil veren besnoeid zijn, maar linn oorspronkelijk gewigt hebben behouden, en dat men nog meermalen, zelfs voor weinige dagen eenig opgeld voor die munt kon bekomen. Wij houden (zegt de inzender) het voor zeer waarschijnlijk dat onze gouden munten in het vervolghoezeer dan niemand verpligt kan worden ze in betaling aan te nemen ook in ons land zullen blijven omloo- peuen welligt op enkele tijdstippen eenig opgeld doen. De ondervinding van bijna 30 jaren heeft zoo zeer het gemak van die stukken doen gevoelen in de dagelijksche betalingen en in het vervoer, dat men ze waarschijnlijk gaarne zal blijven aannemen. En wat de waarde buitenslands betreft, daarop heeft de maatregel bijna geen invloed, want de hoofdoorzaak waarom ons gond daar zoo getrokken is, ligt in de bekende hoeveelheid fijn goud dat die munt bevat. 'sGRAVENHAGE, 18 Junij. Z. M. heeft benoemd in plaats van wijlen den Heer Mr. F. II. A. Kreet de Virieu, tot Rentmeester van de particuliere domeinen des Konings, te Zalt- Boemel, den Heer J. E. L. de Virieu, Griffier van het Kantongeregt en lid van den stedelijken Raad aldaar. Bij Koninkl. besluiten van den 12dcD dezer is aan Jhr. Mr. H. van Alphen, Referendaris bij het departement van Koloniën, thans met verlof op Java, op diens verzoek verleend een eervol ontslag uit 's Lands dienst; en zijn tot Re ferendarissen bij het departement van Koloniën benoemdde Verificateur J. A. Boogaard en de Hoofd-Commiesen J. W. C. Diepenheim en N. C. Mulder. Gisteren werd alhier de verjaardag van H. M. de Koningin, door het uitsteken der vlaggen van de openbare en vele bijzondere gebouwen, alsmede door het bespelen der klokherdacht. Uit hoofde van het treurig sterfgeval van Z. K. H. Prins Maurits, heelt er echter geene groote parade plaats ge had, die ook heden, zijnde de dag der overwinning bij Waterloo, niet ge houden zal worden. Gisteren is Z. Exc. de Minister van Piusland bij het Neder!. Hof naar den Helder vertrokken, om er Z. Keiz. Hoogheid den Hertog van Leuchten- berg te ontvangen, die den 19den dezer aldaar verwacht wordt. Gisteren heeft er eene buitengewone Ministerraad plaats gehad. Gisteren heeft de verwisseling van gouden stokken van Tien en Vijf gulden een aangenomen. Men verzekert dat er bij den Betaalmeester alhier reeds voor omstreeks 230,000 aan goud zon zijn verwisseld. De persoon van Wynandtsverdacht den brand te hebben gesticht in de fabriek van den Heer F. Droinet, is, uit gebrek aan voldoende bewijzen, op vrije voeten gesteld. TTiveede Kamer der Staten-Geueraal, Zitting van Maandag 17 Junij. In deze zitting is ingekomen eene Koninklijke boodschap, ten geleide van een ontwerp van wet, houdende bepalingen omtrent het Nederlandschap en de naturalisatie, met memorie van toelichting. Drukken en ronddeelen en verzending aan de afdeelingen. Vervolgens heeft de Commissiein wier handen is gesteld de rekening we gens de kolonisatie der behoeftigen, hij monde van den Heer van Randwyck, daarover verslag uitgebragt. Nederlegging ter griffie en drukken en ver zending van het verslag. Daarna is de Commissie voor de verzoekschriften overgegaan tot het uit brengen van verslag over onderscheidene iri hare handen gestelde adressen; en wel allereerst bij monde van den Heer van Voorst over die betreffende de provinciale wet, en op een adres van C. Bakker Bzn. en andere ingezetenen van den Helder, hondende aandrang dat de gemeente van den Helder worde ontheven van de bezwaren van het onvrij territoir, en aangewezen tot los- en ladingplaats. Over dit adres ontstaan langdurige beraadslagingen, in verband met hetgeen omtrent hetzelfde onderwerp hij de beraadslagingen over de begrooting is voor gevallen en de belofte toenmaals door den Minister gedaan. De Heeren Sloet, de MoraazBacker, Dirks, de Monchy, van Hoëvell, van der Linden en van Dam, hebben daarover het woord gevoerd. De Minister van Finantiën heeft de redenen ontvouwdwaarom deze zaak nog niet in behandeling en tot afdoening is kunnen kouten en de verzekering gegeven, dat, zoodra be wezen zal zijn hetgeen men noemt het regt van den Helder in deze, hij ook bereid zal zijndat regt toe te kennen. Ten slotte is aangenomen de conclusie van het rapport der Commissie, ge- ampliëerd door den Heer van Dam tot nederlegging van het adres ter griffie cn tot verzending bij afschrift aan den Minister van Finantiën ter bekoming van inlichtingen. Daarna is de zitting opgeheven tot morgen, als wanneer de provinciale wet in behandeling zal komen. Zitting van heden 18 Junij. In deze zitting zijn de algemeene beraadslagingen aangevangen over de Provinciale wet. De Heer Anernaet heeft het eerst het woord en behandelt zeer in 't brecde de beginselen van de voordragt. Hij spreekt vooral over de wetgevende be voegdheid der Prov. Staten in het algemeenen in het bijzonder over de in het ontwerp voorkomende bepalingen, betreffende de wetgeving in zake der waterschappen. Daarna spreken de Heeren de Moraaz, Winterberg, Backer, Groen en de Man. De zitting duurt nog voort. Eerste Kamer det' Staten-Generaat. Het adres van rouwbeklag door de Commissie opgesteld en door de Kamer Zaturdag aangenomen, is van den volgenden inhoud: »SlBE 1. De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft hij de hervatting harer werk zaamheden de Koninklijke mededeeling ontvangen van het overlijden van Uwer Majesteits teedcrgeliefden Zoon, Willem Frederik Maurits Alexander Hendrik KareiPrins der Nederlanden. 2. Is het onze pligt, de ondoordringbare beschikkingen der Voorzienigheid te eerbiedigen, wij mogen toch met Uwe Majesteit diep betreuren het zoo vroegtijdig verscheiden van den jeugdigen Prins, waardoor aan het ouderlijk hart van Uwe Majesteit, en van Hoogsldeszelfs beminde Gemalin zulk eene diepe wonde is toegebragt. 3. De Natie, Sire! neemt innig deel aan de smart, die Uw Koninklijk Huis gevoelt, want aan de bestendiging van Uwe Dynastie is het welzijn des Vaderlands op het naauwst verbonden. Moeten wij ootmoedig in den wil van God berusten, en kunnen wij aan het diep bedroefde ouderlijk hart hart geene bevredigende troostgronden aanbieden, wij mogen echter met vertrouwen ver wachten, dat de Almagtige aan Uwe Majesteit en aan onze waardige Koningin de kracht zal schenken om deze zware beproeving te doorstaan. 4. Uwe Majesteit, te regt overtuigd van de hartelijke deelneming des Ne- derlandscheri Volks in de ramp welke Hem en Zijn Huis heeft getroffen, zal voorzeker in de uitdrukking van rouw der Fierste Kamer de herhaalde uitboc- zeming van een echt nationaal gevoel willen erkennen. 5. Wij bidden den Alvermogendeonze vurigste wcnschen te verhoaren door aan Uwe Majesteit cn aan onze geëerbiedigde Koningin al die zegeningen te schenken, welke de nog bloedende wonde zouden kunnen lenigen; wij bid den inzonderheid voor het behoud en het heil van Uw eenig overgebleven Kind, den Prins van Oranje." Dit adres zal aan Z. M. den Koning worden overgebragt door eene Commis sie, bestaande, behalve uit de leden der Commissie voor het ontwerpen van het adres, uit de Heeren van Swinderen en Beercnbroek. HAARLEM, 17 Junij. Den 14l,en heeft de tweede opvoering van het algemeene Muziekfeest, inge volge het programma, in de Groote Kerk alhier plaats gehad. Het ruime orkest was versierd met de achttien banieren der liedertafels, welke aan de viering hebben deelgenomen, cn werd, bij het vallen van den avond, even als de overige gedeelten van het gebonw, met gaz verlicht. Het mannen-ge zang werd, even als dat der gemengde koren, soms begeleid door het spel op het voortreffelijke orgel. De sopranen, tenoren en bassen telden elk omtrent 100 stemmen, de alten 80. De solo partijen voor de sopranen werden vervuld door Mejufv. S. van Ilove en Leich en Mevr. Hekking; de alten door Mejufv. Alberdingk Tkijm en Dellemijn; de tenoren door de Heeren Tuyn en Hessclfeldl; de bassen door de Heeren Craayvanger en Imminck. De belangstelling in dit feest was overgroot. Geheel de kerk was tot ach ter in het koor met toehoorders vervuld. De Dames zangeressen waren alle in 'twit gekleed, en het orkest leverde een aangenaam gezigt op. De Heeren Verhuist en van Brec hebben, door daverende toejuiching, be wijzen erlangd van de goedkeuring der zoo talrijke toehoorders. Bij het volksfeest voor het Paviljoen heeft men geen zeer gunstig weder ge troffen. Bij het mastkliminenheeft Johannes van Dam, jong soldaat van het depót van het zesde regiment Infanterie, den eersten prijs behaald. Zaturdag den 15dcn is het beroemde Oratorium Elias, van den groolen Mendelssohn Bartholdy, onder de leiding van den Heer Joh. J. H. Verhuist, op eene treffende wijze ten gehoore gebragt. Koor en orchest hebben ge wedijverd om het grootste muziekwerk met de meeste volkomenheid weder te geven, en de Groote Kerk heeft niet wenig gestrekt om het indrukwek kende der plegligheid te verhoogen. Zij was, even als de beide overige avon den, gevuld met eene zeer groote menigte toehoorders, die herhaaldelijk door een luid handgeklap van hunne tevredenheid over de uilvoering der solo's en koren hebben doen blijken. Het personeel bedroeg aan zangers en zangeressen ongeveer 420 personen aan medewerkenden in het orchest 150 toonkunstenaars. De solo-partijen zijn op eene zeer loffelijke wijze vervuld geworden. De Heer Verhulst heelt zich van zijne moeijelijkc laak op de voortreffelijkste wijze gekweten. Na den afloop heeft de Hoofdbestuurder der Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst, Dr. J. P. Heye, in welsprekende bewoordingen allen die mede gewerkt hebben tot den luister der muziekalc plegligheid, namens de Maat schappij dank gezegd. Tevens zijn door eenige zangeressen aan de Heeren van Bree en Verhulst twee prachtige zilveren bekers aangeboden, als eene hulde aan de leden, die in het koor hebben medegewerkt. Reiden zijn door het opgetogen publiek met de grootste geestdrift toegejuicht. Gisteren, den 16den zijn de feesten besloten. Het weder was beter en de w andeling der Licdertafelen is met den fficsten uitslag bekroond. Te twaalf ure waren de leden vergaderd op het Stadhuis, alwaar zij door Dr. Heye zijn toegesproken. Daarop is besloten tot eene wandeling naar Zomerzorg, voorafgegaan door bet muziek corps van het 2de regiment dra gonders. Bij de aankomst werden door eenige Liedertafelen kooren gezongen en ten laatste hebben de gezamenlijke zangers het duin beklommen, cn onder de leiding van den Heer Verhulst, een drietal kooren gezongen, die op uit voerders zoowel als hoorders een indruk hebben gemaakt, welke niet ligt zal worden uitgewiseht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 2