Op liet deksel van den beker bevindt zich de Goede Herder hoedende zijne
schapen, omgeven door een rand van wijngaardranken, waar tusschcn het Chris
telijk Monogram. Op den heker zeiven, omringd door Engelenkopjes, palm
takken en wijngaardranken is ter eener zijde geplaatst een vrouwebeeld in
zittende houding met een geopende rol in de hand, voor haar een pilaar met
eene brandende lamp en ter zijde een kistje met beschrevene rollen aan den
anderen kant het volgende opschrift:
Wesselo Alberto Hekgelio
de Ecclesia Christiana et Academia Leidensi
imortaliter merito
ihpleto y1tae anno septijagesimo
miineris professorii trigesimo quinto
grati biscipuli gollato aere
L. M. D. D.
a. mdccgl.
In het middenstuk zijn vijf nissen, waarin de vier Evangelisten en Paulus,
met hunne attributen.
Op den achtkanten voet zijn op de 4 hoofdzijden aangebragt de vier verder
omschrevene zinnebeelden, besloten met wijngaardranken, namelijk een
paauw, een schip, een duif en een drinkend hert.
In deze beelden nu is uitgedrukt dal Christus (voorgesteld door den Goeden
Herder, de wijnrank en het Christelijk monogram) gediend wordt door den
priester der wetenschap, vooral waar die zich wijdt aan de uitbreiding van
de waarheid, die in de schriften der Evangelisten en in die van den Apostel
Paulus gevonden wordt. Aan deze taak wijdde van Hengel zijn leven, Hij
won daardoor een onsterfelijken roem (de paauw maakte zich groolclijks ver
dienstelijk jegens de kerk (bet schip), en aan de uitbreiding der waarheid
arbeidende, erlangde bij voor zich zeiven opregtheid (de dnif), vrede des ge-
■noeds (de olijftak in den hek van de duif) en het loon dergenen die naar de
gemeenschap met God hegeerig zijnde, die vinden (het drinkende hert);
welke Christelijke deugden hij steeds door voorbeeld en onderwijs bij zijne j
leerlingen trachtte aan te kweeken.
De beker met de beelden in mat zilver gedrevenis van binnen verguld
en heeft eene hoogte van 35 Ned. duim hij een middellijn van 12 duim.
Moge hij lang den waardigen Hoogleeraar een aandenken zijn aan de liefde
hein door zijne Leerlingen toegedragenen worden de talrijke wenschen op
het feest van gisteren hem toegebragt, vervuld, dan kroone nog menig ge
lukkigjaar den edelen grijsaard tot heil der Nederlandsche Kerk.
'sGRAVENHAGE, 15 Junij.
De Graaf van Bylandt, vroeger Hofmaarschalk van Z. M. den Koning, is
voorloopig belast met de betrekking van Thesaurier van 'sKonings Huis.
H. M. de Koningin-Moeder heeft den Baron Taets van Amerongenj
Kamerheer van H. M.benoemd tot Administrateur van II. M. onroerende
goederen in de residentie.
Naar men verneemt zal II. M. de Koningin-Moeder in het najaar,
het door Haar aangekochte buitengoed Buitenrust betrekken, alwaar vele
vertimmeringen zullen geschieden.
De Minister van Finantiën, als daartoe gemagligd bij Koninklijk besluit
van den 9den Jnnij, ter uitvoering van de wet van den 17dec September 1849
heelt ter kennis gebragt
1°. dat de gouden stukken van tien en vijf gulden met Zondag den 23sten
Junij 1850 ophouden wettig betaalmiddel te zijn, doch niettemin als negotie
penningen in omloop blijven, dat is, dat die stukken van gezegden dag af
in betaling kunnen worden aangenomen, naar onderlinge prijsbepaling der
belanghebbenden
2°. dat zij op alle Rijks-Kantoren in betaling worden aangenomen, voor
de oorspronkelijke waarde, tot en met den laatsten Jnlij;
3°. dat tot verwisseling van Maandag den 17dcn tot en met Zaturdag
den 22sten Junij gelegenheid zal worden gegeven bij de Nederlandsche Bank
te Amsterdamen bij de Betaalmeesters in de hoofdplaatsen der provinciën
tegen muntbiljetten.
En voorts dat eerstdaags, in omloop zullen worden gebragt muntbiljetten
ter grootte van 1000 in groen, van ƒ500 in brainvan ƒ100 in rood en
van ƒ10 in blaauvv.
Volgens herigten uit Hamburg van den lld«n dezer waren HH. KK.
HII. Prins en Prinses Frederik der Nederlanden, en de PrinsessenHunne
dochters, den vorigen dag aldaar aangekomen. In den morgen van denlldeD
had Z. K. H. Prins Frederik eene wapenschouwing over de gezamenlijke te
Hamburg in garnizoen liggende Pruissische troepen gehouden, en des middags
aan de Officieren derzelve een diner gegeven.
Den 12den zouden de Vorstelijke personen over Travemünde de reis naar
Zweden voortzetten, onder geleide van een te Travemünde liggen Zwecdsch-
Noorwecgsch smaldeelbestaande uit twee stoomschepen en zes korvetten.
Tweede Kamer der Staten-t* en era a l.
Avondzitting van Vrijdag 14 Junij.
ïn deze zitting zijn de beraadslagingen voortgezet over de kieswet.
Nadat nog onderscheidene sprekers het woord hebben gevoerd, heeft de
Minister van Binnenl. Zaken de onderscheidene voorgedragene amendementen
bestreden, doch verklaard, dat, wanneer de vergadering dat van den Heer
v. Nispen mogt goedkeuren, er dan geen grond zou bestaan voor de Regering,
om zich daartegen te verzetten.
Daarna zijn de amendementen van de HH. Groen, v. Dam, Sohiffer en
Storm afgestemd, doch dat van de Heer v. Nispen aangenomen met 34 tegen
.32 stemmen.
Het artikel 100 zelf, met de daartoe hehoorentle label van indeeling, is
daarop aangenomen met 47 tegen 19 stemmen.
Daarop is art. 1, met de label van den census, in beraadslaging gebragt,
doch besloten de goedkeuring daarvan uit te stellen tot na de behandeling
van art. 119.
De artt. 101114 zijn gaaf aangenomenen het vervolg der beraadsla
gingen bepaald op morgen ten tien ure.
Zitting van Zaturdag 15 Junij.
Is ingekomen eene missive van den Minister van Binnenl. Zaken, ten ge
leide van onderscheidene wijzigingen in de tabellen, bij de kieswet als gevolg
van hel aangenomen amendement van den Heer van Nispen.
Verder worden artt. 115—124 aangenomen. Daarna ook art. 1, waarover
volgens vroeger besluit nog gestemd moest worden.
Vervolgens is de wet in haar geheel in omvraag gebragten aangenomen
met 46 tegen 19 stemmen.
Tegen de Heeren v. Randwyck, Boreel, Donker Cnrtius, v. Hall, v. Rycke-
vorselBorretVerwey-Mejan Wintgensvan Naamen v. DoornSchilfer
de Lom de Berg, Groen, Lotsy, van Dam, Luijhen, Mutsaers Boxman en
van Goltstein.
Het ontwerp wordt aan de Eerste Kamer verzonden.
De beraadslagingen over de prov. wet worden bepaald op aanstaanden Dings-
dag morgen en de zitting opgeheven.
Eerste Kamer deiStateit-Generaal.
Zitting van Vrijdag 14 Junij.
In deze zitting is ingekomen eene Koninklijke boodschap, van het overlij
den van Prins Maurils.
De Voorzitter noodigt de vergadering uit eene commissie te benoemen, tot
opstelling van een adres van rouw beklag.
Zijn ingekomen drie Koninklijke boodschappen ten geleide van bij de Tweede
Kamer aangenomen wetten. Daarna is de zitting opgeheven.
Zitting van Zaturdag 15 Junij.
Tot leden der commissie, belast met het opmaken van een concept-brief
van rouwbeklag aan Z. M.wegens het overlijden van Z. K. H. Prins Maurils
zijn gekozen de 1111. van Weldercn Rengers, Insinger, Ligbteuvelt en de Jonge
van Ellemeet.
Het ontwerp komt ter tafel, wordt in de afdeelingen onderzocht en de zit
ting geschorst tot '1\ nre.
Vervolgens is dat adres met algemccne stemmen aangenomen, de Kieswet
ingekomen en aan de afdeelingen verzonden.
AMSTERDAM, 13 Junij.
Mevr. de Donarière Ealckgeboren Baronnesse de Roisinbeeft bij
niterste wilsbeschikking, den wensch te kennen gegeven, dat het marmeren
borstbeeld van wijlen haren beroemden echtgenoot A. R. Falckvervaardigd
door G. Geefsaan den Staal mogt worden geschonkenals een blijvend ge-
denkteeken, zoo als de beschikking luidt, voor zijndoor den Heer Falck
zoo bemind Vaderland. De Koningaan wien de erfgenamen dit verlan
gen kenbaar gemaakt hebben, beeft deze aanbieding aanvaard, en aan het
Koninklijk Nederlandsch Instituut doen vragen, of het aan dit borstbeeld,
in zijn gebouw, eene geschikte plaats zoude willen verleenen. Zoo wij goed
onderrigt zijn, heeft het Instituut dit aanbod, waarin bet te regt een nieuw
bewijs van 's Konings belangstelling zal gezien hebben met erkentelijkheid
aangenomen, zoodat de stad onzer inwoning zich vleijen mag binnen kort
een kunststuk te bezitten, waaraan zich menige grootsche herinnering hecht.
Wij zijn daarvoor dank schuldig zoo wel aan haar die dezen echt Vader-
landschen wensch uitte, als aan den Koning, wiens edelmoedige beschikking
het borstbeeld van wijlen onzen grooten stadgenoot in ons midden doet
plaatsen. AmstCour.)
Uit het verslag van de 8ste algemeene vergadering van de maatschappij
tot bevordering der Bouwkunst, die door den Heer D. D. Büchler als Voor
zitter werd geopendis gebleken dat op 1 Jan. 1850 bet getal leden be
droeg 658. Sedert dien tijd hadden zich weder 58 nieuwe leden aangemeld.
Op de in 1348 uitgeschreven prijsvragen zijn ontwerpen ingekomen: Op
1°. Eene Schouwburg8: N°. 3, la critique peut faire éviter en N'. 6,
Spectatum admissi enz. zijn de volle bekrooning van 500 niet waardig ge
keurd, en hebben dus elk ƒ300 bekomen; Op 2°. Eene Barrière5: geene
de bekrooning waardig; Op 3°. Een gevel van een Manufactuur winkel
4: N°. 3, zoo als later bleek, van den Heer Leliman van Amst., is de derde
prijs toegekend. Uit de rekening en verantwoording bleek dat er een batig
slot was van ƒ841.
HAARLEM, 13 Junij.
Heden zijn aan bet Stations-gebouw de leden der verschillende Liedertafels,
van wege het bestuur der Haarlcmsche afdeeling der Maatschappij ter bevor
dering der Toonknnst ontvangen.
Van daar hebben die leden, ten getale van twee a drie honderd zich be
geven naar het Stadhuis, begeleid door eene afdeeling dragonders en de trom
petters van dit corps. Op de groote zaal zijn zij door het bestuur der ge
noemde afdeeling, bij monde van den Voorzitter, den Heer J. A. Travaglino
verwelkomden is bun de eerewijn aangebodenonder het aanheffen van het
volkslied.
De zangeressen en zangers hebben zich vervolgens tot bet houden der repe-
liliën in de Groote Kerk vereenigd welks doel geen ander is dan de bevor
dering der toonkunst, die ten goede aangewend, Zoo zeer strekken kan tot
veredeling van den inenscli,