NOTIFICATIE. Daar verdere vervolging der muitelingen in dit bijna onbegaan terrein ver geefs scheen, besloot men tot cone afsluiting van bet terrein door den in- landschcn Barissan ten einde hun toevoer te beletten, die gerugsteund door de troepen op Boedang-Batoe hen zou noodzaken, uileen te gaan Dientenge volge zijn den 4dc" Maart uit bet garnizoen van Batavia naar Bantam gemar cheerd, eene compagnie Afrikanen, eene inlandsche center-compagnie van het 7de bataillon en dertig scherpschutters van het lste bataillon met 2 hand mortieren onder hevel van den Kapitein Buys. 'sBijks stoomschip Samarang was gestationeerd te Poeloe Kalie, en de Phoe nix in de Maraks-Baai. Volgens latere berigtcn had men, volgens het aangenomen plan, tegen 1 tiur van den 3,len eenen hunner grootste kampongs verbrand en eene hunner moeijelijk te genaken schuilplaatsen in het boschrijkst gebergte vermeld. De muitelingen moeten in de verschillende gevechten een aanzienlijk ver lies geleden hebben; en men geloofde, dat men zoo voortgaande, ben spoe dig uileen zou doen gaan; vooral omdat de toevoer van levensmiddelen tot ben schaars is. De Luit.-Kolonel ondernam den 8slen Maart een grooten logt, doch zonder uitslag. Men vernam dal de beide hoofden van den opstand in de gevech ten van 2 en 3 Maart, gewond waren en dat de muitelingen eenig verlies geleden hadden. Den 9llen Maart bad een togt plaats naar Bia-Geding, tegen bet gebergte van Sicmarie-Kongenop welken togt de lsle Luitenant Beuk- rnaiidoor vcrinoedhcid en groote inspanning, aan een beroerte overleed. De Dessa's-lioofden van Tjielegon hadden aan den Resident van Bantam overgeleverd 33 arrestanten. In het gehecle district Tjielegon hcerschte rust; de bevolking wendde alles aan, om alle kwaadwilligen op te sporen; slechts 2 dessa's waren nog verlaten, in alle overigen was de bevolking aanwezig en de muitelingen hadden zich verstrooid echter had de bevolking van Tjie legon geen genoegzaam gevolg gegeven aan de uitlevering van de medepligti- gen aan den moord van het Districtshoofd, waarom door den Resident, in overleg met den Luit.-Kolonel de Brauw en den Regent van het Koorder- district was besloten, om de troepen te doen binnenrukken, hetgeen op den 18<Ie" plaats vond, met het voornemen, om zich te begeven naar Poeloe Merak en vervolgens terug te kceren naar Kramat Waloeten einde aldaar post te blijven vatten. In eene bijeenkomst op Poeloe Merak, lusscheri den Resident, den Luit.- Koloncl de Brauw en den Bevelhebber van liet stoomschip Phoenix, was besloten, dat een stoomschip zoude stevenen naar de Lampongsclie districten, tot overvoer derwaarts van eenige zendelingenvoorzien van de noodige signalementen; dewijl men onderstelde, dat eenige deelgenooten van den opstand derwaarts waren gevlugtzijnde men nog geen der hoofdaanleggcrs raagtig gewordon. Een gedeelte der naar Bantam lot versterking gezonden troepen, bestaande uit die, welke den 4d(!n Maart derwaarts waren gemarcheerd, is den 20slen Maart weder te Batavia binnen gerukt. Be weersgesteldheid is in het laatst van Eebruarij en in Maart zeer ongunstig geweestwaardoor op onderscheidene punten door overslroomingen groote schade is veroorzaakt. Zoo zijn in het Rembangschein de afdeeling Bodjonegoro, 1200 bouws reeds beplante cn 1300 bouws gereed liggende of reeds bezaaide velden ver woest. In het Darnaksehe waren ongeveer 30,000 bouws rijstvelden over stroomd. Ook te PasoeroewanBezoeki en Banjoemaas zijn duizende koffij- hoomen, vele rijst- en suikerrietvelden vernield. Particuliere herigten meldendat de Gotiverwur-Gcneraal Rochussen zijn ontslag beeft gevraagd. STADS BERIGTEAi KENNISGEVING. SCHUTTERIJ BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEY DEN, gezien hebbende de Wet van den 11 April 1827, brengen bij deze ter kennis van de belang hebbenden, dat, ter voldoening aan dezelve, weder een aanvang zal worden gemaakt met de inschrijving voor de Sebulterlijke dienst van degenen, welke daartoe dit jaar in de verpligting vallen. Dat deze inschrijving zal moeten geschieden in tien afzonderlijke registers, met dien verstande, dat de personen, geboren in 1816 tot 1824 ingesloten, welke zich hier ter Stede, sedert de vorige inschrijving, uit andere plaatsen met er woon hebben nedergezet, waaronder ook zijn begrepen de militairen, die sedert de laatste inschrijving derzelver paspoort verkregen en zich alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in dit Rijk en binnen deze Stad sints de laatste inschrijving gevestigd hebbende vreemdelingen (waardoor verstaan wor den zij, die hun voornemen, om zich in dit Rijk neder te zetten, hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, betzij door bet werkelijk overbrengen van den zetel van hun bestaan, naar herwaarts, zonder dat de tijdelijke uitoefening van een bedrijf of handwerkin eenige ondergeschikte betrekking, als zoodanig voornemen wordt aangemerkt,) zullen worden ingeschreven achter de registers, waartoe zij volgens hunnen ouderdom beboorenterwijl de geborenen in het jaar 1825, zullen worden geplaatst in een nieuw register, te weten: bet eerste van den jarc 1850; en het tiende of dat der geborenen in 1815 van bet vorige jaar, zal komen te vervallen. Dat van de inschrijving, niemand der bovengenoemde personen is uitgezon derd, al vermeende hij tot de vrijgestelden of uilgeslolcnen te hehooren en dus ook niet die personen, welke reeds bun ontslag uit de Schutterlijke dienst hebben bekomen. Dat de registers van inschrijving zullen worden geopend op Dingsdag den 14 Mei, en op den 1 Juriij daaraanvolgende finaal zullen worden gesloten. Dat derhalven de personen, welke zich vóór gemelde sluiting op den 1 Junij, niet hebben doen inschrijven, (en dus ook ieder persoon van elders zijnde komen wonen of de in dit jaar zich alhier gevestigd hebbende vroom» delingen, alsmede de Militairen, welke, tot de laatste ligting behoort heb bende, derzelver finaal ontslag hebben bekomen, en niet weder zijn in dienst getreden, hij ontdekking, alsnog achter de teekening, tot sluiting, door het hoofd van de Regering aan het einde van het register te plaatsenzullen worden ingeschreven, met de bijvoeging van het woord: ambtshalveen de zelve volgens art. 9door den Schuttersraad zullen worden verwezen lot eene geldboete, en daarenboven dadelijk, zonder lotinghij de Schutterij inge- lijfdindien het zal blijken dat er, tijdens de verzuimde inschrijving, geerie redenen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aanzien hestonden; terwijl in zoodanig geval het huwelijk hnn ook geene aanspraak geeft om in de tweede klasse gebragt te worden; alles onverminderd zoodanige strafbepalin gen als, uit krachte der Wet van den 31 December 1832, op hen inogten kunnen worden toegepast. Dat een ieder wordt vermaand om voor zoo veel bij van geen bewijs van zijnen geboorte voorzien is, voor die, welke alhier geborgen zijn, hetzelve tc komen afhalen ter Secretarie dezer Stad van heden af aan's morgens van 10 tot 's namiddags 1 uur; terwijl diegenen, welke elders geboren zijn, zich hetzelve onverwijld vóór de inschrijving zullen moeten aanschaffen; zullende een ieder verantwoordelijk zijn voor de gevolgen, wanneer bij, hij gemis zijner geboorte-acte, door eene verkeerde opgave van het geboorte-jaarahusivefijk wierd ingeschreven. Dat den belanghebbenden bij deze nog wordt herinnerd, dat zij hij de in schrijving tevens zullen moeten opgeven hunne Woonplaats, henevens het Wijk en Knmmer hunner huizen, derzelver beroep en dat van hunne Ou ders, zoo die nog in leven zijn, alsmede den tijd van derzelver inwoning al hier, en eindelijk of zij ingeschrevenen gehuwd of ongehuwd zijn, en in het eerste geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoe veel van elk geslacht, wordende de gehuwden aangemaand, om zich van een extract uit het huwe lijks-register te voorzien, om daarop door den Heer der Gebuurte, waarin zij wonen, het getal hunner kinderen te doen certificerenten einle daarvan bij de inschrijving te doen blijken, zullende almede tot de afgifte dier hu- welijks-extrachten worden gevaceerd ter Stads Secretarie, van heden af, d<s voormiddags van 10 tot 's namiddags ten 1 uur. Dat eindelijk Studenten, Geëmploijeerdcn in huizen van negotie, bedienden en werklieden, moeten ingeschreven worden in de Gemeenten, waar zij hunne studiën of werkzaamheden uitoefenen, of dienstbaar zijn, zoo als zulks ook het geval is van Klerken van Advokaten en Notarissen dat Ambtenaren en Geëmployeerden (al wonen zij elders) zich moeten laten inschrijven in de plaats, alwaar zij hunne ambtsbetrekkingen uitoefenen: dat zij, welke buiten 's lands werkzaam zijn, of zich aldaar op de studiën toeleggen, in de Gemeente hunner vorige woonplaats, en laatstelijk Schippers, ter plaatse waar zij het laatst gewoond hebben, of de belasting voor bun vaartuig betalen, inge schreven moeten worden. Dat ten einde deze inschrijving geregeld afloopc, een iegelijk, in de termen van dezelve vallende, hij deze wordt opgeroepen, om zich te vervoegen in een der vertrekken van het Raadhuis, en wel: Op Dingsdag den 21 Mei 1850. s' Voormiddags van 10 tot 1 uur, de bewoners van Wijk I, II cn III. Op Woensdag den 22 Mei 1850. 's Voormiddags van 10 lot 1 uur, de bewoners van Wijk IV, V cn VI. Op Donderdag den 23 Mei 1850. 's Voormiddags van 10 tot 1 uur, de bewoners van Wijk VII en VIN; met uitnoodigingom op den bepaalden dag zich sliptelijkter aangeduide plaatse aan te melden, ten einde men zich niet te wijten hebbe de gevolgen, welke uit het achterblijven zouden ontstaan; zullende wijders het tijdstip, dat de registers ter hezigtiging zullen liggen, en de dagen der loting, welke volgens de Wet, vóór den 1 Jnlij aanstaande geheel zal moeten zijn afgeloo- pennader worden bekend gemaakt. En verder gelet hebbende op art. 7 van Zr. M3. besluit, van 7 September 1823, Staatsblad N°. 55), roepen bij deze op alle personen, welke als ge huwd ot als Weduwenaars met kind of kinderen, in het afgeloopen jaar, in de termen zijn geweest, om uit dien hoofde in de tweede klasse van de alge- meene rol der Schutterij te worden gebragt, doch sedert dien tijd door het overlijden van derzelver vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben verlo ren, om in die klasse te verblijven, en dus als nu in de eerste klasseder voor dit jaar daar te stellen algemeerie Schutters-rol geplaatst moeten worden, om van dusdanige verandering van omstandigheden schriftelijk kennis aan Hun Ed. Achtb. te geven, of zich daartoe ter Stads Secretarie aan te melden, des morgens tusschen 10 en 1 ure, vóór de aan te vangen inschrijving, en dus uiterlijk tot 20 Mei aanstaande; zullende, wanneer deze Kennisgeving door den belanghebbenden mogt zijn verzuimd, en hij dus, dien ten gevolge niet bij de Schutterij zou zijn ingelijfd, door Burgemeester en Wethouders procesverbaal tegen hem moeten worden opgemaakt en aan de Reglhank toe gezonden, ten einde op de nalatigen toe te passen de stralbepaling van art. 1 der Wet, van 6 Maart 1818 Staatsblad K°. 12), houdende eene geldboete van ten hoogste 50; en eene gevangenis uiterlijk van drie dagen, hetzij af zonderlijk, of wel beide de strallen te zamen genomen. En opdat niemand hiervan onwetendheid zoude kunnen voorwenden, zal deze worden gedrukt, afgekondigd en aangeplakt, ter plaatse waar zulks ge bruikelijk is. Aldus gedaan en gepubliceerd, hij HM. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden op den 13 Mei 1850. DU R1EU. Ter ordonnantie \an dezelve, v. PUTTKAMMER. Oproeping van de Verlofgangers voor de Nationale Militietol het bijwonen der Inspectie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, roepen bij de ze op, ingevolge eene aanschrijving van den Heer Gouverneur der Provincie Zuidholland, alle de Verlofgangers van de Nationale Militie, welke van hunne korpsen zijn teruggekomen, en mitsdien ook de zoodanigendie bereids met het korps hebben afgerekend, om te compareren op de Plaats van het Gast huis aan de Aalmarktten einde, ingevolge Art. 181 der Wet op de Na tionale Militie van 8 Januarij 1817, in verhand met Art. 10 der Wet van 28 November 1318, door den Heer Colonel Militie Commissaris te worden geïnspecteerd, behoorlijk in tenue gekleed en voorzien van alle medegenomen equipement-stukkenbenevens hunne zakboekjes en regns der verlofpassen en zulks op Vrijdag 24 Mei aanslaandedes morgens ten 10 ure.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 3