LEYDSCHE
COURA
WOENSDAG, 1 MEI.
B m EJN LAN DSC HE GEB8G T EN
1
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar;
de afzonderlijke nommers werden tegen 10
Centen afgegeven
LEYDEN, 30 April.
Het Uandelsbl. meldt, dat aan den Hoogleeraar G. J. Mulder, te Utrecht,
de leerstoel van wijlen den wcreldheroemden Berzelius, te Stockholm, is aan
geboden.
Het Uandelsbl. van Vrijdag II. meldde»\aar men verneemt heeft
Dr. Giitzlaff het oorspronkelijk edict van den Keizer van China, weinige we
ken voor zijn vertrek herwaarts uitgevaardigd, en waarhij de verkondiging
van het Christendom in China vrij wordt verklaard, aan het Leidsche Mu
seum ten geschenke gegeven."
Hier echter is, noch aan het Museum van Oudheden, noch aan het Ja-
pansch Kabinet, noch aan de Bibliotheek, iets van dit geschenk bekend.
De IJaarlemsche Courant zegt van goederhand vernomen te hebben
dat de onderscheidene corpsen van het Nederlandsche leger hier te lande de
aanzienlijke som van ƒ3,124.29 hebben bijgedragen, van hetgeen tol leniging
der rampen van den jongsten watersnood is ingezameld.
De Zwolsclte Courant meldt het volgende: «Gisteren (25 April) alhier
uil Palestina ontvangene brieven, geschreven te Jerusalem en aan de Zee van
Tiberias, loopen tot den 18(lcn Maart jI., en deelen mede, dal H. K. 11.
Prinses Marianne der Nederlanden, met haar gevolg, zich in den besten wel
stand bevond. Nadat van Jerusalem verschillende uitstapjes waren gedaan,
de Jordaan en de Daode Zee in 't laatst der maand Februarij jl. waren be
zocht geworden, is den 6llen Maart de reize naar bet noorden vervolgd.
Over BethelSichemJenin en Nazarethwerd den 12llen Maart Tiberias
bereikt. Eene sehoone lentelucht begunstigde dien togt, die wegens het
regenachtige en zelfs gure weder, niet vroeger had kunnen worden onderno
men. Aan de landzee van Tiberias bad het reisgezelschap zijne tenten op
geslagen, om aldaar nog cenige dagen te vertoeven, dan de reis naar Karmel
voort te zettenen van daar langs de Fcnicische kust naar Beyruthten
einde van die stad Baalbek en Damascus te bezoeken. Van daar zou men
over den Libanon naar Beyruth terugkcerenmet het plan om naar Napels
scheep te gaan.
'sGRAVENIIAGE, 30 April.
Z. M. beeft den Minister van Maiinc, den Vice-Admiraal E. Lucas, be
noemd tot Zijnen Adjudant in Buitengewone Dienst.
Heden middag ten 3} ure, zal er in het palcis van Z. K. II. Prins Fre-
dcrik der Nederlanden, de plegtige verloving plaats hebben van II. K. II.
Prinses Louisa, zijne oudste dochter, met Z. K. II. den Kroonprins van Zwe
den en Noorwegpn. Z. K. tl. de Kroonprins zal tot dat einde in een Hofkoets
gezeten, met zes paarden bespannen, voorafgegaan en gevolgd door een eere-
wacbt te paard, van het Hotel de llellevue naar gemeld paleis worden geleid.
Heden middag is er bij deze gelegenheid groot diner en gala bij Z. K. tl.
Prins Frederikwaaraan 80 personen zullen deel nemen.
till. KK. HH. Prins en Prinses Frederik der Nederlanden, benevens de
hooge verloofden zullen lieden avond ter dier gelegenheid in het paleis in
het Korte Voorhont, de gelukwenschingen aannemen van de personen, die
ten hove zijn voorgesteld gewordenvan de Ilceren ten half negen ure (in
gala) en van de dames ten kwart voor negen ure (met manteau de Cour).
Heden avond zal het Hotel de Be'levue, waar 7,. K. II. de Kroonprins
zijn intrek genomen heeft, met gaz geïllumineerd worden en met de naam
cijfers van de hooge verloofden (K. en L.) prijken. Een luisterrijke standaard
zal van het Hotel wapperen, die uit de ineengestrengelde ZweedsclieOranje
cn Nederlandsche vlaggen zal bestaan.
Gisteren avond is ter eere van Z. K. II. den Kroonprins van Zweden
hij Z. Exc. den Britschen Minister aan het Ned. Hof, Sir. E. C. Disbrowe, een
luisterrijk bal gehoudendat vereerd werd met de tegenwoordigheid van
HII. MM. den Koning cn de Koningin, alsmede van al de leden van liet Ko
ninklijk gezin.
De gewone audiëntie van den Minister van Koloniën zal morgen geen
plaals hebben.
Men verneemt, dat de Minister van Binnen). Zaken den Heer Dr. G. Si
mons, Adviseur voor de Werktuig- cn Scheikunde bij dat Departement en
Directeur van de Koninkl. Academie te Delft, met den Heer I'. L. Byke,
Hoogleeraar voor de Wis- en Natuurkunde aan de Hoogeschool teLeydcn,
belast heeft met een onderzoek over de uitkomstenwelke verkregen kunnen
worden door de uitvinding van den Heer L Boullct, oin zeewater drinkbaar
te maken. De proeven zullen te Schcveningenalwaar zich de toestel be
vindt genomen worden.
De Minister van Binnen]. Zaken heeft de aandacht der besturen doen ves
tigen op bet belang der goede instandhouding van de gemeente-, polder- of
buurtwegen en de openbare voetpaden. Vooral bij de uitbreiding van den
landbouw is het de pligt der administratieve autoriteit voor het instandhou
den van deze middelen van gemeenschap voortdurend zorg te dragen en toe te
zien dat niet een deel der oorspronkelijke breedte dezer wegen wederreglelijk
worde ingenomen of deze zelfs bier en daar geheel verdwijnen. Een gevaar,
dat vooral de voetpaden bedreigt, cn ten hunnen aanzien bijzondere waak
zaamheid vordert. Tot dat einde zijn de plaatselijke besturen aangeschreven,
om, voor zoo ver dit nog niet is geschied, cenen staat van de wegen, onder
hunne gemeente gelegen, op te maken en daarbij, voor zoo veel noodig, in
overleg te treden met de waterschaps-besturen en particuliere ondernemingen,
belast met bet beheer van sommige dezer wegen.
Blijkens het verslag over den staat der gestichten voor krankzinnigen
over 1848, aan Z. Exc. den Minister van Binnen!. Zaken, ingediend door de
Inspecteuren dier gestichten, en thans ter Landsdrukkerij uitgegeven, waren
bestuurderen en geneesheeren der onderscheiden instellingen over het algemeen,
met den besten geest bezield, om op den weg van hervorming en verbete
ring, die in de laatste jaren met zoo veel opofferingen cn kracht is ingesla
gen, verder te blijven vooruitgaan, voor zoo ver de verschillende toestand
der gestichten daartoe aanleiding gaf of veranderingen gedoogde, liet mede
gedeelde wekt de overtuiging, dat meer en meer alles wordt aangewend,
wat strekken kan eensdeels om de herstelling te bevorderen van de daarvoor
vatbare lijders en, anderdeels, om het ongeluk van hen, op wier genezing
men niet kan hopen, zoo veel doenlijk is, te verzachten, en de neiging tot
vadsigheid cn lediggang tegen te gaan, waartoe bij zeer velen, vooral bij de
meer of min onnoozelen zulk eene grootc overhelling bestaat, die in hooge
mate stompzinnigheid bevordert.
Voor al de provinciën te zamen is de verhouding van het getal verpleegde
krankzinnigen tot het zielental als 3,79 tot 10,000terwijl men de algc-
meene verhouding van het aantal aanwezige krankzinnigen in Nederland tot
de bevolking op niet minder dan 1:1,000 kan stellen voor slechts vier pro
vinciën, Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland bedraagt het getal
verpleegden meer dan dien middelterm voor al de overigen minder, en soms
veel minder, als bijv. in Drenthe maar 0,72. De omstandigheid dat van
Noord- cn Zuid-Holland en van Utrecht zoo veel meer verpleegden dan van
andere provinciën geteld worden (5,94 tot 5,41) is blijkbaar daaraan toe te
schrijven dat de bevolking der steden die van het platte land in de beide
eerste provinciën overtreft, en in de laatstgeinelde vrij nabijkomt; het getal
verpleegde krankzinnigen uit de stedelingen gaat toch verre dat van de land
bewoners te boven, De sterkte der bevolking in de geneeskundige ge
stichten beliep op 1 Januarij 1848, 567 mannen en 533 vrouwen, te zaïncn
1,130; op 1° Januarij 1849, 570 mannen en 602 vrouwen, tezamen
1,172 personen.
Men verzekert, dat het ontwerp van wet nopens het Regentschap, bij
het onderzoek in do afdeelingen van de vcreenigde vergadering van de beide
Kamers der Staten-Generaal, tot geene gewigtige aanmerkingen zou hebben
aanleiding gegeven, zoodat men de aanneming van dat ontwerp zou kunnen
te gemoet zien. Daarentegen moet het onderzoek van de voordragt nopens de
Voogdij tot zeer vele bedenkingen van verschillenden aard hebben geleid, zoo
dat eene goedkeuring van het ontwerp, immers zoo als het is liggende, door
velen betwijfeld wordt.
De Commissie van rapporteurs van de Tweede Kamer is heden vergaderd
geweest over het wets-ontwerp nopens het regt van onderzoek [enquête).
ASSEN, 26 April.
Er zijn voor de veenderijen aan de Dedemsvaart, om turf te graven, dit
voorjaar minstens 300 bovenlanders minder aangekomen, dan in vroeger ja
ren hetgeen men aan de landverhuizing in Duitsehland toeschrijft. Het
werkvolk heeft daarom verhooging van dagwerk gevraagd, dat zij echter niet
zullen bekomen.