LEYDSCHE
COURANT.:-."
1850.
N°,,m
WOENSDAG, 24 APRIL.
V,-"
BINNENLANDSCHE BEBIGTEN.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
f\S
'M
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar;
de afzonderlijke nummers werden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN23 April.
Men heeft, schrijft de Belgische Independence van Maandag, tol nog toe
maar gcene bijzondere herigtcn omtrent de intrede van den Pans te Rotne.
Deze vertraging is waarlijk onbegrijpelijk. Het officiële Dagblad van Rome
van den 12den bepaalt zich, met in een paar regels 's Paussen aankomst te
melden, en men is zonder eenigerlei tijding. Volgens de Augsb. Zeitung zou
eene telegrapbiscli berigt gemeld hebben dat er bij den intogt een soort van
helsch werktuig was gesprongendoch zoo dit eenig gevolg had gehadzou
men er wel al meer van hebben vernomen.
Uit het wets ontwerp op de examina ter uitoefening der geneeskunde ne
men wij het volgende over: Tot het verkrijgen van den Doctoralen graad in
de Geneeskunde wordt gevorderd: 1°. een voorbereidend examen; 2". een na
tuurkundig examen; 3°. een geneeskundig examen en 4°. een toegepast exa
men. Voor de doctoren in de heel- of verloskunde wordt bij dit laatste nog
een ander onderzoek in de kennis van die speciale wetenschap gevorderd. Voor
geneesmeesters wordt gevorderd: 1°. een voorbereidend, 2°. een natuurkun
dig, 3". een geneeskundig toegepast examen. De voorbereidende examina wor
den door cene staats-commissiede natuurkundige examina door vijf hoog-
leerarcn, het geneeskundig examen, door de geneeskundige faculteit, het toe
gepast examen weder door eene staats commissie afgenomen. De doctorale
graden worden verleend door de universiteiten, die van geneesmeesters door de
laatstbedoelde door den Koning te benoemen staats commissie. Vroedvrouwen
worden geëxamineerd door den provincialen arts en twee verloskunst oefenaren.
De apothekers leggen af: l°.een voorbereidend, 2°. een natuurkundig, 3°. een
pharmaceutisch4°. een toegepast examen. Het toegepaste examen wordt af
genomen door cene door den Koning te benoemen staats commissie, welke het
diploma nitreikt. De examina zijn kosteloos en openbaar. De Officieren van
Gezondheid der 3de kl. zijn vrijgesteld van het voorbereidend examen, die der
1ste en 2||c ld., mitsgaders zij, die vijf jaren de genees- of heelkunst hebben
uitgeoefend, ook nog van bet natuurkundig examen. De candidaten in de
geneeskunde zijn vrij van het natuurkundig examen en zij, die het doctoraal
examen in de geneeskunde bereids hebben afgelegd, zijn alleen aan een toege
past examen onderworpen.'
Naar men verneemt, schrijft men uit Amsterdam, wordt bij het depar
tement van Rinnenl. Zaken met kracht gewerkt aan de voor te dragen wetten
op de Provinciale en Gemeente-verkiezingen en moet het de stellige wil des
Ministers zijn, dat zij nog in den loop der tegenwoordige zitting van de Ka
mers worden afgedaan, opdat nog dit jaar de nieuwe verkiezingen zouden
kunnen plaats hebben. Er zou eene transiloire wet worden voorgedragen, om
de gewone vergaderingen der tegenwoordige Provinciale Staten te verschuiven.
(Iet uitdiepen van het Noord-Hollandsche Kanaal is in twee percelen
aangenomen voor ƒ23,000 en 24,500, door J. Schouten te Haarlem en
G. Schalk te Buiksloot.
Te Langezwaag in Friesland overleed den 16dcn de Wed. Huisman, in
den hoogen ouderdom van 101 jaren. Op haar 86ste jaar reed zij nog vlug
op schaatsen en was tot aan haar uiteinde gezond naar ligchaam en ziel.
Eerst door de Diakonic verpleegd, werd zij sedert cenige jaren door hare kin
deren, die daartoe in staat waren gekomen, verzorgd en bijzonder opgepast
door haren jongsten zoon, 51 jaren oud, die zich met opzet daarom van het
huwelijk onthield.
Uit Noordbrabant meldt men, dat Z. M. de Koning den 15den Mei te
*s Hertogenbosch zijne intrede zou doen.
Een berigt uit Smyrna meldt, dat daar en in den omtrek den 2dcD de
zer schokken van aardbeving gevoeld waren die een belangrijke schade had
den aangerigt.
'sGRAVENIIAGE, 23 April.
Z, M. heeft op verzoek pensioen toegekend, onder dankbetuiging voor zijne
lange en getrouwe diensten, aan zijnen Adjudant in buitengewone dienst
den Luitenant-Generaal O. J. II. Grave van Limburg StirumCommandant
der vesting Maastricht. Voorloopig is de Gcneraal-Majoor Serraris met het
opperbevel dor vesting belast.
Gisteren namiddag is alhier aan het hotel de Bellevue afgestapt, Z. K. II.
de Kroonprins van Zweden met talrijk gevolg. De Baron Manderströrn, Adju
dant van Z. M. den Koning van Zweden en Noorwegen, heeft thans ook daar
zijn intrek genomen. Aan het station bevonden zich 's Konings Adjudant, de
Luit. Generaal de Klerck, en de Hofmaarschalk Clifford, tot de ontvangst
van Z. K. H., benevens 's Konings Adjudant, de Kolonel de Haze liommc,
die bij Z. K. H. als zoodanig dienst doet. Korte oogenblikken na de aankomst
in het hötel, heeft Z. K. II. Prins Frederik der Nederlanden zijne opwachting
bij den Kroonprins gemaakt. Aan het hötel werd Z. K. II. door 's Konings
Kamerheer, den Baron Hardenbroek ontvangen. Dadelijk na de komst van
van den Prins, werd er eene ecrewacht voor het hotel geplaatst. De ver
trekken zijn fraai ingcrigt. In den grooten salon prijken de borstbeelden
van Koning Willem I en Willem II. Het ameublement en behangsel is van
rood fluweel. Niet minder prachtig zijn de belendende salons. In een prijkt
het portret van wijlen den Grootvader van Z. K. II. den Kroonprins, den Ge
neraal Bernadotte ten voeten uit. In al dc zalen zijn de keurigste bloemen
en planten geplaatst.
Z. K. II. de Kroonprins van Zweden heeft gisteren avond zijne opwach-
ting gemaakt bij het Koninklijk gezin.
lieden morgen heeft Z. K. H. gehoor verleend aan dc Leden van het
Koninklijk Huis, en aan Civile en Militaire autoriteiten.
Alhier is aangekomen de Graaf de Bcaumont-Vassy, van Parijs, belast
met depêches voor ons Hof.
D. Goesenbier, tuinier te Wateringen, heeft 1.1. Zaturdag aan 1111. MM.
de eerste nieuwe aardappelen aangeboden.
De Minister van Binnenl. Zaken heeft op voorstel der Commissie tot
beraming der grondslagen van de verdceling der opbrengst der algerrieene
Collecte tot ondersteuning van hulpbehoevenden, ten gevolge van den waters
nood in het voorjaar van 1850, het aandeel in het beschikbaar bedrag der
collecte bepaald voor:
Noordbrahant op130,418.84.1.
Gelderland 47.021.68.
Overijssel 331.50.
Limburg 28,888.00.
uitmakende te zamen dc som van206.660.02}..
En Gedeputeerde Stalen dier provinciën uilgenoodigdzoo spoedig mogelijk,
tot voormelde verdeeling elk van het aan hunne provincie toegekend aandeel,
over te gaan, en van het ten dien einde door hen verrgteverslag te doen,
met vermelding der som die aan de noodlijdenden in elk der betrokkene ge
meenten van hun gewest zal zijn toegelegd, opdat daarvan, overeenkomstig
art. 6 van het Koninklijk besluit van den 17dcD Fehruarij 1850, N°. 1, eene
algemcene openbare rekenschap zou kunnen worden gedaan de bepaling van
het aandeel der provincie Groningen in het beschikbaar bedrag voorioopig aan
te houden.
De Minister van Binnenl. Zaken heeft ter kennis van het publiek ge-
bragt, dat bij den Boekhandelaar A. J. van Weelden, alhier, voor 50 ets. het
exemplaar, is verkrijgbaar gesteld, het Verslag over den staat der gestich
ten voor krankzinnigen en toelichtende opmerkingen nopens de daarbij
gevoegde statistieke tabellen.
Van het ontwerp van wet, betreffende de regeling van het regt van
enquête of onderzoekdat thans in de Afdcelingen der Tweede Kamer wordt
onderzocht, luidt het eerste artikel aldus:
Het besluit tot het instellen van een onderzoek, op grond van het regt,
bij art. 90 der Grondwet aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal toegekend,
wordt, nadat het onderwerp vooraf aan de orde is gesteld, in de volle Kamer
genomen en bevat, behalve de namen der leden van de Commissie van on
derzoek en de aanwijzing van het getal tot verrigting harer werkzaamheden
gevorderd, ook eene naauwkeurige omschrijving van liet onderwerp des on-
derzoeks.
Do overige artikelen regelen de wijze, waarop zulk een onderzoek verder
wordt behandeld.
In de Memorie van Toelichting wordt nog het volgende gezegd:
De uitdrukking, regt van enquête, levert op zich zelve geenen bepaalden zin
op, waaruit de aard en omvang van het toegekende regt op cene voldoende wijze
kunnen worden afgeleid; desniettemin blijkt uit dc geschiedenis van het
ontslaan van art. 99 der Grondwet, dat hij de verschillende takken der grond
wetgevende magt geene weifeling of verschil van gevoelen over de bcteckenis