LEYDSCHE COU 1850. WOENSDAG, 10 APRIL. K L RINJNENLAJNDSCHE BËRIGTEN. öt' Courant wordt Maandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt vit Zuturdag Avond. J V? C*p: De Prijs der Courant is f 13 in het jaar; de afzonderlijke nommers werden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN9 April. Men zegt dat er vergunning is aangevraagd om van hier op 's Hage over den Lcydschendam een IJzeren Schroefstoomboot aan te leggen, die 'szomers acht keeren heen en weder zou varen, en waaromtrent men zich met de be staande schipperij zou willen verstaan. Gisteren werd alhier op de gebruikelijke wij/.e de 2Gstc verjaardag gevierd van H. K. 11. Prinses Sophia, Erfgrootherlogin van Saksen-Wcimar-Eiscnach. Door de benoeming van Dr. Nieuw veen tot tweeden I'raeceptor aan het Gymnasium te Amsterdam is de betrekking aldaar open gekomen van On derwijzer in de Nederduitsche Taal, Stijl, en Letterkunde en in de Geschie denis des Vaderlands, met een trac.tement van 1000 's jaars. Zij, die wenschen ter vervulling dier betrekking in aanmerking te komen, moeten zich vóór den 18Jcn dezer aanmelden bij den Heer H. Ameshoff, Secretaris, op het Singel, N°. 41. De Zomerdienst op den Hol!. Spoorweg zal den 14JeD aanvangen. De P.egering te Utrecht heeft aan het liefdadig geslicht, hetwelk door de Zusters van Liefde van de congregatie van Tilburg bediend wordt, cene gift van ƒ1000 geschonken, ten bewijze harer hooge erkentelijkheid en tevreden heid voor de liefdevolle zorgen en onvermoeide verpleging, welke die zusters aan de cboleralijders hebben bewezen. [Tijd.) De Heeren Blasius hebben te Arnhem aangebragt een door ben uitge vonden Muziek-instrument, waarop men alle anderen kan nabootsen het wordt even als eene piano bespeelden overtreft volgens deskundigenalles wat van dien aard tot heden is uitgevonden. Te Gorichem is een zeer uitgestrekt stuk gronds aangekocht, waarop een gebouw zal worden geplaatst voor R. K. weezen en ouden. In een artikel, getiteld: onderzoek naar de onderlinge betrekking tus- schen pauperisme en jenevcr-consumliein het laatst uitgekomen nummer van den Volksvriendworden, tot aantooning der verhouding losschen het verbruik van sterken drank en de armoede, de volgende belangrijke bijzonder heden vermeld. Gemiddeld worden in Nederland 's jaars 227,699 vaten jenever voor com- sumtic veraceijnsd. De bevolking gerekend op 3 millioenwordt jaarlijks iets ineer dan 7) kan per hoofd gedronken. In Amsterdam worden 's jaars gemiddeld voor de eonsumtic aangegeven 31,497 vaten jenever; dat is, naar de bevolking, bijna 15 kan per hoofd of het dubbel der hoofdelijke consumtie van Nederland. Te Haarlem jaarlijks 3735 vaten of 15J kan per hoofd. Te Leyden heeft het zonderling en éénig verschijnsel plaats, dat van het jaar 1840 af (en misschien reeds eerder, maar vroegere opgaven ontbreken) tot het laatst bekende (1848), de consumtie elk jaar is verminderd, zoodat het getal vaten, dat in 1840 ongeveer 5350 bedroeg, in 1848 tot ongeveer 3250 was gedaald. De hoofdoorzaak hiervan is waarschijnlijk gelegen in de vermeerdering van het getal tapperijen aan de huiten-singelsniet tot stads gebied bchoorende. Men mag aannemen dat te Leyden wordt gebruikt 13J kan per hoofd 'sjaars. In de residentie, met Scheveningen 69,000 inwoners, wordt gemiddeld 'sjaars aangegeven 9791 vaten of 14J kan per hoofd. Ein delijk Rotterdam: gemiddeld 12,830 vaten 'sjaars, dat is ruim 14J kan per hoofd. Het is opmerkelijk dat het onderling verschil tusschen de hoofdelijke consumtie in deze vijf voorname steden zoo gering is. Door hare inwoners wordt hoofdelijk twee malen zooveel gedronken als door de overige ingezetenen van Nederland, die 'sjaars slechts 7) kan gebruiken. Hier tegenover stelt de schrijver de bedeelingen in de gemelde plaatsen: Te Amsterdam bedraagt het van stadswege voor minvermogenden verstrekte een derde van de gezamentlijke gewone stedelijke uilgaven; te Haarlem twee vijf den; te Leyden bijna de helft; te 's Gravenhage en te Rotterdam ruim een derde. In de vier eerstgenoemde plaatsen is het cijfer der bedeelden geklom men tot 220 van de 1000, terwijl het over het ganschc vaderland slechts 150 van de 1000 bedraagt. De schrijver onthoudt zich van alle gevolgtrek king, maar meent toch dat uit deze opgaven blijkt, dat tusschen de jenever- consumtie en het pauperisme een naauw verband bestaat. In de Aviso de la Mense wordt medegedeeld dat er in de afhellingen van den Sb Pietersberg goudhoudend zand is gevonden, en men bezig is dit wetenschappelijk te onderzoeken. Te Maastricht is de Advocaat Salomo voor een jaar geschorst, omdat bij tabak aan veroordeelden in do gevangenis bezorgd bad. 's GRAVENHAGE, 9 April. Dr. Giilzlall' is bij II. M. de Koningin en bij Prins Frederik ten gchoore ontvangen. Heden morgen zijn hij Z. M. ten gehoore ontvangen de leden van de Algemeene Synode der Nederl. Hervormde kerk, die thans alhier cene huilen gewone vergadering houdt. De Kroonprins van Zweden en Noorwegen wordt den 20s,en dezer hier verwacht. De Minister van Finantiën heeft van eenen onbekende 1000 ontvangen ten behoeve van de Schatkist. Voornoemde Minister zul Donderdag geen gehoor verlecnen. De drie Engelschcn, onlangs als verdacht van zakkenrolderij gevat, zijn weder in vrijheid gesteld en naar Rotterdam vertrokken. Eerste Sin in er der Staten-fHeneraal, Zitting van Maandag 8 April. De Voorzitter geeft kennis, dat hij ontvangen heeft eene missive van den Heer van Nispen, daarbij kennis gevende dat hij herbenoemd is tol Burge meester van Zevenaar, welke betrekking hij heeft aanvaard. Hij verzoekt de beslissing der Kamer, of hij nu opgehouden heeft lid der vergadering te zijn. Na eenige woordenwisseling wordt die Ilecr met 21 togen 4 stemmen toege laten. Tegen de Heeren Lighlenvelt, BlankenheymHoffmann en v. Sasse v. Ysselt. Alsnu doet de Heer Hoffmann zijne vragen aan het Ministerie betrekkelijk eenige benoemingen of herbenoemingen van Burgemeesters Hij vraagt ten lstc, op grond van welk artikel der Grondwet heeft het Mi nisterie, in betrekking tot de benoeming van Burgemeesters, ten platten lande, het bestaande reglement als vervallen beschouwd vóór en aleer het door de gemeente-wet was vervangen? In de 2lle vraag vraagt de spreker, waarom of er bij de benoeming te Rid derkerk op de uitgedrukte wensch van den Gemeenteraad, de ingezetenen en den Gouverneur geen acht is geslagen. In r!e 3,le waarom of de cene Burgemecsler-Nolaiis is afgezet en de andere aangebleven. Ten 4J<' vraagt spr., of niet velen hunner, zoo niet allen, door den Gou verneur der Provinciën niet alleen zijn voorgedragenmaar op de noodzake lijkheid hunner hei benoeming, in liet belang der gemeente, is aangedrongen? En vraagt ten 5dc eene verkla van het gouvernement, dat de benoe mingen door den Koning geschied zijn op voordrag! en op de verantwoorde lijkheid der Ministers. Hij vraagt dit te meer, omdat het Hoofd van den Staat onkundig is gelaten van de niet herbenoeming van velen, waardoor veel mis noegen is verwekt, en hij vraagt dus hierbij of ter kennissc van den Koning zijn gebragt de rapporten der Gouverneurs ten deze. Spr. zegt nog ten opzigte der afzetting van den Burgemeester van Gouda, dat nergens eene bepaling bestaat volgens welke een Burgemeester binnen- lijds in de steden kan afgezet worden, en vraagt ten 6de krachtens welke gronden het ontslag plaats heeft gehad De Minister antwoordt dat er gesproken is van ontevredenheid, die ontstaan zou zijn niet juist door de benoeming van Burgemeesters, dan wel door de niet-herbenoemingen zegt te gelooven, dat cr veel schijn van ontevreden heid kan worden te weeg gebragt, waar de wezenlijke grond ontbreekt. 2". Spreekt de Minister over de petitiën; noemt ze een belangrijk grond wettig regtmaar zegt dat ze misbruikt kunnen worden. Ten derde zegt de Minister, dat de Regering in haar regt is cn noemt afwisseling van Burgemeesters heilzaam. Ten vierde meent de Minister niet te moeten treden iu een onderzoek van bijzondere gevallen of omstandigheden. Ten vijfde zegt de Minister, dat zoo ongelijkheid heeft bestaan, de oorzaak ligt in ongelijke inlichtingen cn zegt ten slotte dat men bij verschil van be schouwing, maar al te ligt overgaat tot het opsporen van bedoelingen. De Minister beantwoordt nu de vragen. Er is gevraagd: 1°. Op grond van welk art. der Grondwet is art. 3 van het Reglement op het bestuur ten plat ten lande, door het Ministerie als vervallen beschouwd? Het antwoord is: door al. 1 van het 4 add. der Grondwet dat zegt: dat de heerlijke regten,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 1