LEYDSCHE
COURANT;;'
li
1850.
B1JVN EJN L A IN DSC HE BERIGTEJN'.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt VRIJDAG5 APRIL.
vit Zaturdag Avond.
lie Prijs der Courant is f 13 in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
r- «p'
LEYDEN4 April.
Gisteren avond is, volgens aankondiging in ons vorig nonnner Dr. Giitzlaff,
uit China in de Pieterskerk alhier opgetreden.
Hij sprak voor een buitengewoon talrijke schare met den meesten nadruk
en de levendigste overtuiging van des Christens verpligting tot verkondiging
van het Evangelie aan de Heidenen, en van zijne bevindingen en ontmoetin
gen in China. Onder andere bijzonderheden verhaalde hij, hoe een, het
Christendom vijandig Gouverneur, aan wien twee kisten met N. Testamen
ten in het Mantschoe overgegeven waren, die aan den Keizer zondopdat
deze door eigen onderzoek zou overtuigd worden, op welk eene wijze de
vreemdelingen met deze boeken het volk zochten te bederven, maar hoe de
Keizer daarin niets verderfelijks vond; en hoe de Keizer, wien later een
N. T. in het Chineesch gegeven was, ten einde daaruit de beginselen der wes-
tersche volken te leeren kennen, tol het besluit kwam, dat het volk er deugd
uit kon leeren en volkomen vrijheid gaf tot verspreiding dier boeken. Zoodat
de Bijbel thans in dat Heidensche rijk vrijelijk mag gelezen worden waar
door alzoo de verkondiging des Christendoms zoo als het door Christus en de
Apostelen geleerd wordt, onder dit wel Hcidensch, maar toch beschaafd en
voor eigen onderzoek vatbaar volk de weg wordt gebaand.
De zoo uit het hart gesprokene rede van den inet ijver voor zijnen Heer
hlakendcn sprekermet gebed geopend en gesloten en afgewisseld door het
zingen van toepasselijke psalmen en gezangenzal wel een heilzamen indruk
behben nagelaten en alzoo de christelijke belangstelling in de verspreiding van
het Evangelie bij velen hebben opgewekt. De Heer Giitzlaff heeft het voor
nemen om spoedig weder naar China te vertrekken.
Aanstaanden Maandag ten twee ure zal genoemde Heer te 's Hage in de
Engelsche Kerk eene leerrede houden en 's avonds in de Kloosterkerk in het
biduur van bet Zendelinggenootschap optreden.
De Amst. Cour. van heden bevat het volgende ingezonden stuk over den
lieer Giitzlaff, 't welk wij bij gelegenheid dat hij in ons midden heeft ge
sproken de vrijheid nemen om uit dat blad mede te deelen.
Een hoogst merkwaardig man, de Heer C. F. A. Giitzlalï', Theol. Doctor,
door zijne buitengewoon langdurige, ijverige, gezegende werkzaamheid in
China, de Apostel der Chinezen genoemd, bevindt zich thans hier te lande.
Te Pyrilz in Pommeren geboren, kwam hij door eene bijzondere leiding, door
de zorg van den Koning van Pruissen op de zendelings-kweekschool van den
waardigen Janicke te Berlijn, waar hij tevens de hoogeschool bezocht. Na
twee jaren kwam hij in 1823 in twintigjarigen leeftijd te Rotterdam, waar
bij gedurende drie jaren door de Bestuurders van het Nederlandsche Zende
linggenootschap onderwezen en gevormd, in September 1826, als geordend
Zendeling naar Indië vertrok. Voor Sumatra bestemd, maar daarin verhin
derd, werkte hij, na een kort verblijf op Java, in 1827 en 1828 met groo-
ten zegen te Riouw, vooral onder de Chinezen, wier taal hij had geleerd en
voor wie hij door Evangelieprediking, door het oprigten van scholen, van een
hospitaal enz. zorgde. Daar rijpte in hem het voornemen om vooral onder de
Chinezen te arbeiden, maar eerst trok hij in Augustus 1826 naar Siam
waar hij ook onder veel tegenstand en vervolgingen, door prediking, verta
ling van geschriften in het Siameescb enz., tot in 1831 krachtdadig werkte.
In dat jaar ondernam hij zijne eerste merkwaardige reize langs de kusten van
China, en drong tot aan de hoofdstad Peking en in Maritchoé Tartarije door:
eene reize, die om hare onbegrijpelijke stoutheid alle Europeanen in China
ir.et verbazing vervulde, maar spoedig door vele anderen in de meest ver
schillende deelen van China, naar Corea, Formosa, Japan en andere eilanden
werd gevolgd. Zijn voorkomen, zijne buitengewone kennis der verschillende
Chinesche dialecten, zijne geneeskundige bekwaamheden, gepaard aan den
grootsten moed en rusteloozcn ijver, deden hem schier overal doordringen,
maar niet zonder tallooze gevaren en schipbreuken, gevangenis, krankheden,
hitte en koude, vaak onder den kogelregen zijner vervolgers. Het Brilscli
bewind, dat bekwame mannen weet te onderscheiden, nam hem in dienst
voor de Engelsche Oost-Indische Compagnie als Chinesche tolk, arts en ka
pelaan hij den togt, die in 1832 langs de Chinesche kust werd ondernomen,
en in 1834 werd bij Chineesch secretaris en tolk, welk aanzienlijk ambt bij
slechts onder voorwaarde van Zendeling te kunnen blijven aanvaardde. Of
schoon sedert overladen door andere werkzaamheden, arbeidde bij niettemin
met den grootsten ijver en zegen als Evangeliebode, en predikte b. v. 's Zon
dags driemaal in het Chineesch, tweemaal in het Japansch en eensin liet
Engelseh. Sedert het moeijelijke jaar 1839 zette hij vooral zijn plan door,
om den Chinezen door hunne eigene landgenootcn het Evangelie te doen ver
kondigen, werden er inlanders, vaak aanzienlijke mannen, door hem bekeerd
en tot predikers gevormd en ontstond de daartoe bestemde Chinesche Christe
lijke Vereeniging, die vooral sedert 1844 groote uitbreiding erlangde, en in
1846 reeds door de geheele provincie Kwantung (met meer dan 19 millioen
inwoners) hare Evangelieboden afzond en in 1847 tot in Peking arbeidde.
De spanning tusschen Engeland en China drong hem in het vorige jaar naar
Europa te komen en zijne beschouwingen aan de Britselie regering mede te
deelen. Ofschoon sedert 1831 geheel op zich zeiven arbeidend, heeft hij ech
ter voortdurend de krachtige ondersteuning van het Nederlandsche en andere
Zendelinggenootschappen, bij zijne groote ondernemingen genoten. Behalve
door reizen, prediking, scholen en geneeskunde, heelt Giitzlalï'ook buiten
gewoon veel door schriften gewerkt. "ij schreef niet slechts een groot aantal
Siamesche. Japansclie en vooral Chinesche godsdienstige schriftenwaaronder
vooral zijne bijbelvertaling in de oude klassieke taal der Chinezen uitmunt,
maar wilde ook eene Christelijke Eiiropcsche litteratuur in het Hemelschc Rijk
grondvestenen gaf een aantal werken uit in liet Chineesch, over algeineene,
hijhilsehe en kerkgeschiedenis, aardrijkskunde, geneeskunde, enz. Ook voor
Europa werkte hij en behalve zijne Geschiedenis der uitbreiding van Chris
tus koningrijk op aarde (Rott. 1827, 2 d.), zijne reisverhalen, zijn Chineesch
tijdschrilt, zijne beschrijving van China, zijne Chinesche geschiedenis (Stultg.
1847) enz., willen wij slechts herinneren aan een aantal belangrijke opstellen
hier en daar verspreid, gelijk li. v. over de Siamesche letterkunde (Transact,
of the Royal A. Soc. vol. 111)Opmerkingen over het Chin, gescliiedk. werk
Gih-Thé (Journal of the Royal A. Soc. vol. III), over de Geneeskunde der
Chinezen (ib. vol. JV), over de voornaamste Boeddhistische werken uit liet
Pali in liet. Chineesch (ibid. 1847) enz. enz. Bij zulk ecu' uilgehreiden ar
beid moet wel iedereen een huitengewonen zegen erkennen, en getuigt zijn
geheele leven: de menseli vermag alles door Christus, die magtig maakt!
alzoo dringt hem de lief.le lot Christus!
De Raad dezer stad heeft aan Dr. F. J. Schmidt, practiserend genees
heer alhier, een fraaijen zilveren inktkoker met toepasselijke inscriptie ver
eerd, als een bewijs van erkentelijkheid voor de trouwe diensten, door ZEd.
bc wezen tijdens hij in het vorige jaar gedurende het woeden der cholera te
dezer stede, als geneesheer in liet ziekenhuis geplaatst was.
Uit het gewone driemaandelijksehe herigl van 15 Januarij II., omtrent
de Koloniën der Maatschappij van Weldadigheid, ontleenen wij hier liet vol
gende:
Op der. 7,k'n Januarij 11. heeft de Commissie van Toevoorzigtna aange
hoord verslag der Commissie», ter inspectie der Koloniën en opneming der
verantwoording over 1848, die rekening goedgekeurd.
Door wijlen den Heer Johannes van den Broeeke, te Middelburg, is ecnö
som van ƒ600 aan de Maatschappij gelegateerd. Wij zien in deze weldadige
beschikking evenzeer een aangenaam bewijs van waardering van liet doel en
de strekking dezer imigting, als van onhekroinpene liefdadigheid jegens den
verarmden natuurgenoot, dat tot navolging oproept.
Voorts vinde hier vermelding een in de Koloniën, uit Amsterdam, onder
de letters N. X. ontvangen aanzienlijk geschenk boekwerken, bestaande uit:
50 exempt. Vriend der K ranken van Ds. D. van Koetsveld; 100 exrmpl.
Verzameling van eeuige Gebeden100 exemplaren Herinneringen voor
Kranken en Lijdenden en eene menigte hoeken van liet Zendeling-Genoot
schap. De onbekende, edele gever, die op zulk eene loffelijke wijze tracht
hij te dragen tot de zedelijke opleiding en vorming van eene schare van min
der ontwikkelde, verwaarloosde of verbasterde inensclien, ontvange daarvoor
opregten dank en vinde de helouning, die eenmaal elk goed werk volgt.
De bevolking is met 33 personen toegenomen, niettegenstaande er nog 133
zijn overleden.
De opzending van Bedelaars naar de Ommerschans is niet groot geweest
hebbende ongeveer 200 minder bedragen dan in dezellde maanden van 1848
eu van 1847. Misschien dat de zoo vroegtijdig gestremde scheepvaart daar-
I van n,ede de oorzaak was.