T U R K Y E. C0NSTANT1N0PEL, 22 Januarij. Omtrent de geschillen mei Rusland en Oostenrijk nopens de Hongaarsche vlugtelingen herwaarts, heeft de Sultan eenige voorstelling tot bevrediging gedaan. Het Russische hof heeft de voorkeur gegeven aan dat, hetwelk strekte om de vlugtelingcn, voor zoover zij Russische onderdanen zijn, uit het Ottomannische rijk te verbannen. Daar nu de uitvoering van dezen maatregel voor de Verhevene Porie eene zeer gemakkelijke zaak is, zoo is besloten, dat de tegenwoordig te Scbumla aanwezige hoofden der vlugtelin gen, welke Russische onderdanen zijn, door een bijzonderen commissaris van de overigen afgezonderd, naar Varna overgebragt, en van daar met eene op zettelijk daartoe bestemde stoomboot naar Malta vervoerd zullen worden. Eenmaal op Malta aangekomen zijnde, zullen die personen zich begeven wer- waarls zij goedvinden, met uitzondersng van de Ottomannische steden. Door deze overeenkomst is nu alle geschil tusschen de Porte en het hof van Rusland vereffend en zijn de afgebroken betrekkingen met het Russische gezantschap wederom hersteld. Met, Oostenrijk is men ook bereids omtrent de hoofdvraag overeengekomen daar men zich echter ten aanzien van eenige bijzonderheden nog niet met elkander heeft kunnen verstaan, zoo zijn de betrekkingen met bet gezant schap van dit hof nog niet hervat. Men hoopt, dat ook daarmede binnen korten tijd eene geheele schikking naar wensch tot stand zal komen. YEREENIC1IE STATEN. NEW-YORK, 5 Fcbruarij. De Heer Elby heeft in den Senaat eene reeks van besluiten voorgesteld, om eene minnelijke vereffening te bevorderen van de geschillen tusschen de zoo genaamde vrije en slavenhoudende Staten. Bij de twee eerste wordt bepaald dat Californië en de vaii Mexico verworven landstreken in de Unie zullen worden opgenomen, zonder eene beperkende bepaling nopens de invoering of uitsluiting van de slavernij; de 3de en 4de betreffen de bepaling der weste lijke grenzen van Texas; de 5de en 6de bepalen dat in het district van Co lumbia de slavernij niet zal worden afgeschaft dan met goedvinden der be volking en met billijke schadevergoeding voor de eigenaars van slaven. De twee laatste besluiten strekken om door het congres meer afdoende bepalingen te doen maken nopens de uitlevering van gevlugte slaven door den eenen Staat aan den anderen en om te erkennen dal het congres de magt niet bezit om den handel in slaven tusschen de Staten te verbieden, alzoo dit een punt is hetwelk, volgens de beginselen der Staatsregelen, door de bijzondere wetten der Staten zelve meet worden geregeld. Deze voorstellen waren door den Heer Clay in eene welsprekende rede on dersteund, welke in den Senaat een diepen indruk te weeg gebragt had. In eene fabriek van persen en andere werktuigen alhier, heeft eene verschrikkelijke uitbarsting plaats gehad, waardoor het geheele gebouw uit G verdiepingen bestaande ter hoogte van 6 voet uit den grond werd gerukt, en daarna in duizende stukken nederviel. Vele naburige gebouwen zijn insge lijks ernstig beschadigd. Op het oogenblik der uitbarsting waren er ongeveer 120 werklieden in het gebouw vereeriigd bijna allen zijn onder de puinhoo- pen begraven slechts enkelen ontkwamen ongekwetst aan dit vreeselijk onge val, de overigen werdefi allen, dood of zwaar gewond, onder de opeengesta pelde steenhoopen uitgehaald. De stad San Francisco is door een geweldige brand omstreeks voor de helft in den aseli gebgd. De aangerigte schade wordt op 2 millioen geschat. De nieuwe staatsregeling van Californië, onderworpen aan de bekrachti ging des volks, is met 12000 tegen 800 stemmen aangenomen. OOST-IN ®IE. BATAVIA29 December. De Gouverneur-Generaal is, na zonnen-ondergangop den 28slcn November, aan boord van U. Ms. Stoomschip Etnater dezer reede aangekomen en ter stond ontscheept. Ofschoon wel in beterschap toegenomen, heeft de toestand van zijne gezondheid het vooralsnog niet raadzaam gemaakt, dat hij liet da- gelijksch beheer van zaken overnam hetwelk alzoo opgedragen is gebleven aan den Vice-President van den Raad van Nederlands Indie. Den lsten December is Z. Exc. van hier vertrokken naar Buitenzorg, en verwachtte, volgens de van daar ontvangene berigtendat de koelere lucht streek en rust hem spoedig tot volle krachten zouden herstellen. KONINKLIJK NEDEKLANDSCII INSTITUUT. De Heer Mr. M. C. van Hall droeg in de vergaderingen der derde Klasse, van den 10den en 24sten December jl. en laatstelijk in die van den 7den Jan. 1850 voor: Bijdragen lot het levenhet karakter en de schriften van Mr. Joh. Kinker. Na eene schets van zijne jeugdige ontwikkeling, volgden vele bijzonderhe den omtrent Kinkers verblijf aan de Hoogeschool te Utrecht, zijn omgang met Bellamy, zijne beoefening der muziek, zoowel als der dichtkunde, om trent het veeltijds zonderlinge en eigenaardige in zijne gedragingen en levens wijze enz. Zijne Minderjarige zangster verwekte veel opspraak. Hoewel hij de geneeskunde bijzonder ter beoefening zich zag aangewezen, hield hij zich echter meer met de studie der reglsgcleerdheid onledig, in welk vak hij dan ook in 1787 de doctorale waardigheid verwierf. In 's Gravenhage als advocaat gevestigd gaf hij wel vele blijken van zijne letteroefeningen, geene van zijne regtsgeleerde kennis in het licht. Hij heeft altijd erkend in dat tijdperk aan den omgang met Bilderdijk veel verschuldigd te zijn geweest. Meer deel nam hij in de regtsgeleerde praetijk na zijne vestiging te Amster dam in 1793. Veelvuldig waren ook de dichtstukken en wijsgeerige geschrif ten, die hij van dien tijd af tot zijn vertrek naar Luik, in 1817, het licht deed zien. Zijn spotzieke geest openbaarde zich in hekelschriften; zijn wijs- geerige zin in vele dichtstukken, die echter dikwijls niet werden begrepen. Schiller, die in Duitschland hetzelfde doel zich voorstelde, was daarin geluk- kiger, omdat de Duitsche natie zeil meer van een wijsgeerigen zin doordron gen was. Het Magazijn voor de kritische wijsbegeertelot 1801 in het licht verschenen, behelsde vele verhandelingen van Kinkers hand, die zijne wijsgeerige scherpzinnigheid bijzonder lot eer verstrekken. Zijne Proeve over de wijsgeerte van Kant strekte bijzonder om deze in Frankrijk meer bekend te maken. Ook zijne poëzij droeg de blijken van den invloed dier wijsgeerige school. Ook schreef hij in dien tijd vele geestige parodiën, gaf vertalingen van vreemde treurspelen, of vervaardigde oorspronkelijke. Zoo zijne poëzij sommigen te ernstig en te verheven was, zoo houde men in het oog, dat de poëzij hem de taal was van hoogere gewaarwordingen en denkbeelden welke hij meer dan het proza geschikt oordeelde lot het behandelen en in- kleeden van wijsgeerige gedachten en onderwerpen. Ten onregte had Kinker den geesel der satire gebruikt om tegen Feil li de waarde der Kantische wijsgeerte te beloogen. Doch een belangrijker arbeid zou eerlang door hem worden tot stand gebragt. Zijne Proeve eener Ilol- landsche prosodie werd gunstig ontvangen. Zij was eene vrucht van het meest scherpzinnig oordeel en van de meest veelzijdige kennis. Zijne voor- dragt bij de Derde Klasse van het Instituut Over de alt/emeene taalkennis poogde de wijsgeerige ontwikkeling eener taal in bet licht te stellen. Ook deze arbeid werd naar verdienste geacht. De meeste arbeidzaamheid legde hij voorts aan den dag in zijne pogingen tot ontcijfering van het vreemde handschrift van den Hooglecraar Willrnet, welke pogingen hem hragtcn tot eene bepaalde beoefening van de Coptische taal. Zijne opmerkingen omtrent de Grieksche toonkunst, in deze Derde Klasse voorgedragen, verdienden en verwierven de meeste aandacht. Maar wijsgeerte bleef hij boven alles hoog schatten. Zijne, weinige maanden voor zijn dood, voor den Koning uitge sproken rede getuigde nog daarvan. AVijsgecrle en dichtkunst waren in Kin kers persoon op de gelukkigste wijze verhonden. Puntdichten vervaardigde hij eigenlijk niet; doch had hij veel aanleg voor die soort van poëzij. Luimig was hij in den hoogsten graad. Door Falcks invloed werd Joh. Kinker in 1817 henoemd tot Hoogleeraar der Nederlandsche Letterkunde aan de Hooge school te Luik, waar hem, om zijn persoonlijk karakter zoowel als om zijne letterkundige verdiensten, de meeste achting te beurt viel, toen men hem eenmaal had leeren kennen. Zoo droeg zijn onderwijs aldaar rijpe vruchten en mogt bij er zich vele vrienden verwerven. Kinker was steeds een voorstander gebleven van het heilzame der vereeniging van de Noordelijke en de Zuidelijke gewesten van Nederland. Een bewijs zijner grondige taalstudie gaf Kinker vooral in zijne Beoordee ling der spraakleer van Bilderdijk, waarin de polemische toon veront schuldigd wordt door Bilderdijks voorbeeld. Kinker gaf bier rijkelijk bot aan zijnen luim en spotlust, maar erkende toch Bilderdijks verdiensten. Kinker schreef nooit iet» nameloos en teekende zelfs zijne hoekbeoordeelingen. Van lieverlede verwierf hij zich door zijne rondborstigheid en groote verdiensten meer en meer de algemeene achting. Koning Willem I had veel behagen in zijne gesprekken. Na de Belgische revolutie hield Kinker zich veel met de politieke verhouding van vorsten en volken bezig, maar zijn gebrek aan prac- tischc kennis daarin leidde hem vaak tot onjuiste voorstellingen. Hij velde echter in 1834 een in vele opzigten juist oordeel over Frankrijk. Zijne we tenschappelijke en wijsgeerige nasporingen zette hij, met een gedurig verzwak kend ligchaam tot aan het einde zijns levens voort en gaf daarvan vooral in vele hoekbeoordeelingen de bewijzen. Zijn laatste werk Essai sur le dua lisme de la raison liumainede vrucht zijner laatste jarenwird aanvan kelijk door hem in den vorm van een wijsgeerigen roman gebragtlater in meer dogmatischen vorm omgewerkt. Kinker heeft gewenscht dat dit werk eerst na zijnen dood zou worden uitgegeven. De Heer van Hall drukte den wensch uit, dat zij in wier handen hij zijn afschrift gesteld heeft, weldra zich in staat mogen bevinden dit openbaar te maken, gelijk openlijke aankon digingen in de nieuwspapieren dezer dagen opgenomen, zulks doen verwachten. In tachtigjarigen leeftijd bekleedde bij nog het voorzitterschap bij de Derde Klasse van het Instituut. Hij bleef zich tot aan zijnen dood gelijk en vol hardde tot het einde in het op schrift brengen zijner denkbeelden. Kinker was niet ongodsdienstig en kon dit niet zijn als Kantiaansch wijsgeer, ofschoon bij geene kerkelijke vormen huldigde. Het Christendom stond bij hem in hooge waarde. Kinker stierf kalm den 19dcn September 1845. De Heer van Hall besloot zijne voordragt met de mededeelirig eeniger oor- deelen ter gelegenheid van Kinkers dood over hem geveld, en met eene warme hulde aan den ontslapene toegebragl. B'j de Redactie is nog ontvangen voor de noodlijdenden op Schokland van Q- Q- /3- 210de Staats-Eoterlj. Trekking der Derde Klasse. 3de Trekking. N°. 802 een prijs van 25,000. Nos. 1126, 5530. 5931 6022, 13791 en 13347 ieder een prijs van ƒ1,000. 4de N". 16973 een prijs van 5,000. N°. 4712 een prijs van 1,000.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 3