ling der Grondwet te voldoen. In den verderen loop der beraadslaging beeft de Minister de toezegging gedaan, dat bij, in afwachting der bedoelde stuk ten, zal trachten een voorloopig verslag zamen te stellen, waarin dan zoo veel mogelijk de verschillende belangrijke punten worden behandeld. Wijders hebben aan die beraadslagingen nog deelgenomende Heeren van Dam v. Isselt, Sloet van Oldhuis, v. Hall, Donker Curtius en v. d. Linden. Na den afloop dezer beraadslaging beeft de Heer Engelen van de Kamer vergunning gevraagd en bekomenom op een in eene volgende zitting te be palen dag aan de Regering vragen te riglen omtrent de betrekking der Maat schappij van Weldadigheid tot den Staat. CUYK 11 Februarij. De gevolgen van den boogen waterstand zijn ook voor deze gemeente, zoo wel als voor alle andere plaatsen, aan de zoogenaamde Boerse Maas gelegen, zeer noodlottig. Nadat op 30 Jan. jl., ten gevolge van de stijging van bet water door de massa ijs, die zich een weinig beneden de Beerse Maas onbewe gelijk had vastgezet, de rivier tot de sedert 1820 hier niet bereikte hoogte van circa 1.30 Ned. el boven 0 was gerezen, werd de zoogenaamde Cuyksche heide, beslaande uit 101 woningen, bewoond door 166 zielen, genoegzaam allen tot den geringen stand behoorcnde, als in eene zee herschapen. Geluk kig echter, dat de stilte van den wind het dien menschen toeliet, zich nog, zoo goed mogelijk, op zolders en eenige hooger gelegen plaatsen te bergen en hun huisraad en vee te behouden. Men vleide zich reeds, het gevaar te bo ven gekomen te zijn, doch werd in deze hoop weldra bitter te leur gesteld. Den ö11011 Febr. hragt de verschrikkelijke menigte afkomend water de rivier weder genoegzaam tot de bovengenoemde hoogte, terwijl de aanhoudende stor men uit het westen en zuidwesten het water in de Cuyksche heide meer dan drie palm hooger opjoegen, dan het de vorige week had gestaan. Tegen dit woedend element waren de woningen dier ongelukkigen niet bestand. De muren vielen, daar zij genoegzaam alle slechts tot op zekere hoogte bo ven den grond zijn opgemetseld en verder met ongebrande steenen en leem zijn jj opgetrokken, grootcmleels geheel of gedeeltelijk in. Tot overmaat van onge luk liet de verschrikkelijk aanhoudende storm niet toe de noodlijdenden ter hulp te snellen. Eerst in den vroegen morgen van 7 Febr. gelukte het den menschlievenden ijver van den veerman, van eenige ingezetenen en schippers gezellen alhier, allen door het plaatselijk bestuur aangezocht, met twee schui ten de in groot levensgevaar verkeerenden te bereiken. Met buitengewone en onvermoeide inspanning van krachten mogt het hun dan ook gelukken vijftien huisgezinnen van cenen allcrakeligsten dood te red den, het op hel punt van verdrinken zijnde vee naar andere plaatsen te voe- j ren en levensmiddelen te brengen aan hen, die het nog waagden zich in hunne woningen te blijven behelpen, alwaar velen reeds sedert bijna drie dagen ge brek aan de eerste benoodigdheden hadden. TILBURG, 11 Februarij. De laken-, duffel- en baaifabricken alhier blijven goed doorwerken. Zulks is een groot voordeel voor onze plaats. De aanvoer van Engelsche, Duitsche en Hongaarsche wollen, die vóór den winter hier heelt plaats gehad, was zoo groot, dat er op dit oogenblik, bij het heropenen der scheepvaart, in de ma gazijnen nog voorraad genoeg is om in de tegenwoordige behoefte te voorzien, zoodat men ook in de tegenwoordige wolprijzen geen merkelijke verandering verwacht, Volgens een besluit der Admiraliteit, zal er, te beginnen met 1851 aan de zeesoldaten slechts een half ration brandewijn of grog gegeven, maar hunne soldij met 3 shill. in de maand verhoogd worden. Genoemde rations worden voor scheepsjongens beneden de 16 jaar geheel afgeschaft. De Regering heelt eene medaille laten slaan voor de Officieren die in 1801 deel hebben genomen aan den togt naar Egypte onder bevel van den Admiraal Keith. Er zijn van die Officieren nog 21 in leven, en deze zijn thans Admiralen of Schouten-bij-Nacht. In het voorleden jaar werden in het geheel over den post verzonden 337 millioen brieven, hetgeen 8) millioen meer is, dan het hoogste jaarlijk- sche cijfer, sedert de hervorming van den post in 1840. In 1839 waren, onder bet oude stelselslechts 76 millioen brieven uitgegeven. Er zal eene vermindering van 3520 man bij het leger plaats hebben. Op de kust van Lincolnshire is een Ilollandsch schip gestrand. De naam onbekend. Op het eiland Wight is 1.1. Donderdag een groote walvisch aangespoeld, welke door 8 paarden niet op het strand kon gesleept worden. FEtAlkli 18 LIK. PARIJS, 13 Fchrnarij. De Regering heeft drie groote militaire commandementen ingesteld, en aan drie Generaals van erkende talenten opgedragen. Het eerste gevestigd to Bordeaux, omvat de westelijke gewesten van Brest tot Bayonne; het tweede gevestigd te Toulouse, omvat het zuiden, en het derde, gevestigd te Lyon een groot deel van oostelijk Frankrijk. Men verwachtte nog een besluit waarbij ook het overige gedeelte des lands onder één of twee militaire bevelhebbers geplaatst wordt. Men zegt dat de vrees voor buitensporigheden der Socialisten de Regering tot dezen maatregel, heeft bewogen. In de zitting der Wetgevende Vergadering van gisteren heeft de Heer Thiers wcêr het woord gevoerd tot verdediging op het onderwijs. Hij verdedigde het onderwijs van staatswege, aan de Universiteitmaar beweerde dat niette min de mate der kundigheden in Frankrijk hij 't algemeen niet zoo groot is als voor 25 jaren; hij schreef dit toe aan den «uiterst democratischen staat der gemoederen, die aan de beide voorwaarden van het opdoen van kundig heden, tijd en moeite, zich niet wilde onderwerpen." Elk wil thans, zeide hij, in de maatschappij vooruit, en wel snel en zonder inspanning, zonder ware verdiensten; en gelukt dit niet, dan wijt men het aan de maatschappij; en elke regeringsvorm is onmogelijk met een geslacht dat zoozeer ontevreden is met de maatschappij, en zoo weinig de voorwaarden van het maatschappe lijk leven kent. Ook de voorgedragen wet, die aan de beste, de gezondste deelen der maatschappij invloed op het onderwijs geeft, zal medewerken om dien verkeerden staat der gemoederen te veranderen. De commissie die de voordragt ontwierp, beeft dc wijsbegeerte en de godsdienst willen brengen tot eene overeenstemming en zamenwerking, die voor het heil des lands onmis baar is; en zij is er, hoop ik, in geslaagd. Zijne redevoering zal zeker nog veel tot aanneming der wet bijdragen. Er zijn nu elf artikelen aangenomen. Er blijven er nog 61 over. Ben ganschen nacht heeft er ruiterij door de stad gepatrouilleerd. Tc Narbonne waren volgens telegraphische berigten onlusten uitgebroken. Men wil den 24sten hier en voornamelijk in de voorsteden eene groote verlichting doen plaats hehben. Er zijn hij verschillende fabriekanten in de voorstad St. Antoine, millioenen gekleurde glazen besteld. Onze Regering schijnt niet te zullen bewilligen in de uitvlugt door Engelandomtrent onze bemiddeling in dc Grieksche zaken aangevoerd. Zij heeft aan haren gezant te Londen last gegevenom van de Engelsche Rege ring een bepaald antwoord te vorderen. PRUIS §EN. BERLIJN, 13 Februarij. Dc Eerste Kamer heeft eergisteren hare keuze gedaan van leden voor het Statenhuis te Erfnrt. De opening van het Duitsche Parlement aldaar is op den 20,lcn Maart bepaald. Onder de 163 leden, welke Pruissen naar dat Parlement zendt, zijn slechts 43 leden van de beide Kamers, als 17 van de Eerste en 26 van de Tweede. Gisteren heeft de Minister van Oorlog bij de Tweede Kamer een wets ontwerp ingediend, waarbij de bewilliging der Kamer verzocht wordt, om trent een buitengewoon credict voor de begrooting van oorlog. Deze aanvrage was der regering daarom noodzakelijk geworden omdat het leger nog niet op den voet van vrede is teruggebragt. Tc gelijk verzekerde hijdat van die middelen niet dan hoogst noodzakelijk gebruik zal worden gemaakt en daar van aan de vertegenwoordiging zal worden kennis gegeven. Nadat te Keulen de straten en werven 9 dagen onder water hadden gestaan, namelijk van den 3deD tot den 12<len Febr., zijn zij weder vrij en is de rivier steeds vallende. KLEEF, 12 Februarij. Sedert ongeveer acht dagen hebben wij wederom het treurige schouwspel eener belangrijke overstrooming, welke zich van Nijmegen tot nabij Kleef uit strekt, en de Prpissische plaatsen Zijfllich Wijlen, Cranenburg, NicI, Mehr, Donsbrüggen Bimmcn, Keuken, Dliflèlward en Rindern zwaar getroffen heeft. Meer dan 8000 menschen, welke deze vlakte van ongeveer 25,000 morgen uitgestrektheid bewonen, ondervinden dit ongeluk nu sedert het jaar 1824 voor de twaalfde maal en hehben zoo doende bij elke overstrooming eene schade geleden aan landerijen en gebouwen van meer dan 100,000 thalers. Deze omstandigheid is des te treuriger, omdat alleen de laagte der aan den Oyschen- schouw gelegene Hollandsche dijken daarvan oorzaak is. LUXEMBURG. De opening der Kamers die den 5llcn dezer had moeten plaats hebben, is tot den 19<ien verdaagd. Men brengt dit in verband met de benoeming van Z. K. 11. Prins Frcderik tot Stadhouder des Konings in ons gewest. MAMBURG. 11 Februarij. Een onzer rijkste koopliedende Heer John Henry Schroderheeft uit zijn bijzonder vermogen de som van één millioen Mark Banco (ƒ1,250,000) aangewezenom voor een bepaald aantal hulpbehoevende huisgezinnen wo ningen te bouwen en hun een jaarlijltsche ondersteuning in geld uit te rei ken. De edele gever zal zich in persoon belasten met de leiding der werk zaamheden ter uitvoering van dat plan. Sedert eenige dagen zijn de Zweedsch-Noorweegsche troepen in de Her togdommen eenigzins noordwaarts opgetrokken. Men leidt hieruit af, dat zij welligt binnen kort het land zullen verlaten. BUITEJNLAKDSCHE BERIGTEN. ENGELAND. LONDEN, 13 Februarij. In de zitting van het Hoogerhuis van eergisteren is het Grieksche vraagstuk behandeld, en heeft de Minister van Landsdowne verklaard, dat de Regering wel de goede diensten van Frankrijk had aangenomen, maar dit haar geen zins verpligtte om in diens uitspraak te berusten, hetgeen het geval zou zijn geweest, indien men de bemiddeling dier Mogendheid had aangenomen. In het Lagerhuis heeft de Heer Cobden de zaak van den Borneoschen moord opgehaald, zoo als hij de gebeurtenis noemde, die sedert verscheidene weken eene der voornaamste onderwerpen is, die in de dagbladen behandeld worden. Hij en zijne vrienden beschouwen de slagting van wel 1500 Dayak- kers, in den jongsten togt van Sir J. Brooke, als onverantwoordelijk, daar er geen bewijs is, dat die lieden zich aan zeeschuimerij hadden schuldig ge maakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 2