volmaking ook daarna niet staken wilt, en dat het aan onze vereenigde wel gemeende pogingen gelukken zal, om liet meer en meer aan de waarachtige behoeften van Pruissen te doen beantwoorden. Ik mag dit werk bekrachti gen, omdat ik het kan doen vol hope. Dat erken ik, vervuld van de warmste erkentelijkheid jegens u, Mijne Heeren; en, ik zeg bet met aan doening en vreugde, gij hebt aanspraak verworven op de dankbaarheid des vaderlands. Iin zoo verklaar ik dan, God is mijn getuige, dat mijne op de constitutie afgelegde gelofte welgemeend, opregt en waarachtig is. Maar en dit gevoelen uwe en alle edele harten in den lande het leven en de zegenrijke werking der constitutie hangen van de vervulling van onvermijde lijke voorwaarden af. GijMijne Heerenmoet mij helpenen de landdagen na uen de trouw mijns volks moet mij helpen tegen diegenen die het Koninklijk ge schenk der vrijheid tot een dekmantel hunner misdadige bedoelingen maken en haar als een wapen bezigen legen de door God ingestelde overheid tegen diegenen welke deze oirkonde als 't ware zouden willen beschouwen als in de plaats getreden van de Goddelijke Voorzienigheid, van onze geschiedenis en van de oude heilige trouwalle gezonde krachten des lands moeten zich ver- eenigen in het gevoel van trouw en ontzag jegens het Koningschap en dezen troon, die op de overwinningen onzer legers gegrondvest is; in den eerbied voor de wetten, in opregte naleving van den huldigings-eed, gelijk mede van den nieuwen eed van getrouwheid en gehoorzaamheid aan den Koning en van naauwgezette inachtneming der constitutiemet één woordde vol strekte voorwaarde is dat aan mij hel regeren met deze grondwet mogelijk gemaakt wordewant in Pruissen moet de Koning regeren, en ik regeer niet omdat het alzoo mijn welbehagen is God weel hetmaar omdat het Gods verordinering is. Daarom echter wil ik ook regeren. Een vrij volk onder een vrijen Koning, dat was mijne leus sedert tien jaren dat is zij heden nog en zal het blijven tot mijn laatsten ademtogt! «Alvorens ik tot de plegtige handeling van den dag overga, zal ik twee geloften voor u hernieuwen. Dat gebiedt mij de terugblik op de tien ver strekten jaren mijner regering. «Ten perste vernieuw, herhaal en bekrachtig ik plegtig en uitdrukkelijk de gelofte die ik voor God en de mcnschen bij de huldigingen te Konings berg en alhier heb afgelegd! Ja! Ja! Dat wil ik, zoo waar mij God helpen moge i>Ten tweede vernieuw, herhaal en bekrachtig ik plegtig en uitdrukke lijk de heilige gelofte, die ik den 1 l<ten April 1847 heb uitgesproken: »»van met mijn linis den Hcere te zullen dienen."" Ja! Ja! Dat wil ik, zoo waar mij God helpe! Deze gelofte staat hoven alle andere; zij moet in elke daarvan vervat zijn, en alle andere geloften, zoo zij ecnige waarde zul len hebbenals een helder water des levens doorstroomen. «En nu, terwijl ik deze staats-oirkonde bekrachtig, beloof ik plegtig, opregtelijk en uitdrukkelijk voor God en de menschen, de grondwet van mijn land en rijk vast en onwrikbaar te handhaven en in overeenstemming met haar en de wetten te regeren. Ja! Ja! dat wil ik, zoo waarlijk helpe mij God! En thans beveel ik de aldus bekrachtigde grondwet in de handen van den Almagtigen Godwiens Voorzienigheid in de geschiedenis van Pruissen handtastelijk is te erkennen, opdat hij dit menschclijk gewrocht voor ons dierbaar vaderland moge maken tot een werktuig des heils, namelijk der handhaving van Zijne heilige regten en verordeningen! Zoo zij het!'' De President der eerste kamer heeft in de plegtige zitting van den G(lcn dezer, nadat de gezamenlijke leden der beide kamers den eed op de Staats regeling hadden afgelegd, de volgende aanspraak tot den Koning gerigt: «Het is de stem des lands, die dóór den mond zijner vertegenwoordigers tot Uwe Koninklijke Majesteit spreekt. Niet dikwijls gewaagt de geschiedenis van zulke dagen waarop een vrij besluit te gemoet komt aan het waardige en natuurlijke streven naar die mate van vrijheid, welke, terwijl zij den mensch verheft, hem de ware vrij heid leert kennen in wet en orde. En toch vertoont de glans der kroon zich nooit met luisterrijker stralen, de magt dei koningen nooit sterker, dan wanneer zij, vrij zelfs van den schijn des dwangs, eene hoogere noodzakelijkheid erkennende, alleen den drang des geestes volgt. Met het oog op de dreigende wolken, welke voor niet langen tijd den met starren bezaaiden hemel van Pruissen bedekten, is het een verheven gevoel, dat heden het vaderlandsche harte vervult. Ja, dank zij der Voorzienigheid, dat het voorwerp van do liefde en den trots des lands, dat Pruissens Koning, heden tot zijn volk kon zeggen: uwe wenschen zijn de mijne; eendragt maakt magt! De inhoud van dezen dank aan eeue Hoogere Magt, die de harten der ko ningen en de lotgevallen der volken bestiertdrukt tevens den dank en de gevoelens uit, die het land heden aan Uwe Koninklijke Majesteit aanbiedt. Geen verdere woorden maar onze trouw zal van die gevoelens doen blijken." Een driemaal herhaaldleve de Koningwaarin de vergadering bij de laatste woorden uitbarstte, getuigde van hare overeenstemming met het door den president gesprokene. Aan het groote diner, hetwelk op de plegtige zitting volgde, werd één toast door den Koning ter cere van de kamers ingesteld. «Mijne heeren," sprak Z. M. «een kort woord, maar een goed woord! ontvangt den dank des lands uit den mond des Konings Volgens alle berigtcn uit Berlijn heeft zoowel de aflegging van den eed op de Staatsregeling, als de inhoud der koninklijke aanspraak en de wijze waarop de Koning zich na den afloop der plegtighcid in gesprekken met onderschei den invloedhebbende leden der kamers, over de nieuwe staatsregeling uitge laten heeft, algemeen den gunstigsten invloed op de stemming der gemoede ren te weeg gebragt. BE lef ERE IV. MUNCHEN, 5 Februarij. De Regering wil in hel voorjaar beginnen, met den aanleg van een spoor weg tusschen Frankfort en Bamberg, omdat het handelsverkeer met het noordwestelijk gedeelte van Duitschland, België, de Nederlanden en Engeland, sedert de voltooijing der Pruissische spoorwegen bijzonder van dien tusschen Berlijn en Keulenbijna geheel vernietigd was. Men twijfelt niet aan krach tige ondersteuning noch aan de noodige geldmiddelenom dien weg spoedig tot stand te brengen, en voorspelt als ook de spoorweg van Frankfort naar Ko- blentz en Keulen zal aangelegd zijn eene groote verandering in de handels betrekkingen met het westelijke en noordelijke gedeelte van Europa. Dezer dagen is hier ten behoeve der armen een groot hal gegeven, waar aan de Koninklijke familie, alle hoogc Ambtenaren en vreemde Gezanten, en wijders meer dan 5,000 personen van alle stander, deel hebben genomen. Er was eene loterij van kunst en handwerken aan verbonden waarvan 30,000 loten verkocht werden ter oprigting van bewaarscholen voor arme kinderen. OOSTENRIJK. WEENEN, 6 Februarij. Het observatie-leger in Boheme is van 50,000 tot 80.000 man gebragt, en zamengesleid uit de kern der Oostenrijksche troepen. Ten aanzien van liet Grieksche vraagstukheeft onze Regering besloten de gedragslijn van de Russische te volgen. Dc inschrijvingen in de 4} pCt. leening bedragen reeds ruim 07 mill, florijnen en buiten "s lands ongeveer 4 millioen. FRANKFORT. 8 Februarij. Gisteren avond bad men bier wederom een hevige sneeuwjagt, vergezeld van bliksem en donder. De zaak van Graaf von Görlitz moet binnen cenigc weken te Darmstadt dienen. Door een schrijnwerker is op last van de regering een houten verschillende voelen groot model van bet huis van den graaf vervaardigd, dat bij de debatten voor de gezworenen zal dienen. De zamenstclling van dit model is zoodanig, dat de verschillende verdiepingen uiteen genomen kunnen worden, zoodat men een onbelemmerd gezigt op al de verschillende kamers van het gebouw heeft. EGYPTE. ALEXANDRIE, 29 Januarij. H. K. II. Prinses Marianne der Nederlandenheeft den 29stcn December Cairo verlaten, met eene stoomboot van de Egyptische regering, en is den 3psten December bier aangekomen. Bij gebrek aan gelegenheid naar Jaffahet oude Joppe (zie Hand. IX en X.) was II. K. 11. genoodzaakt tot den lldcn Januarij daar te vertoeven en vertrok dien dag met de Egyptische stoomboot Redschidwelke door Abbas Pacha aan haar was aangeboden, naar Jaffa; alwaar de Prinses en gevolg in welstand den 13Jcn 's morgens ontscheept was, en 5 dagen quarantaine moet gehouden worden; vervolgens zou de reis dade lijk naar Jeruzalem worden voortgezet. STABS BERIGT. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LKYDEN, brengen mits deze ter kennisse van de belanghebbenden, dat bij Hun Ed. Achlh. van den Heer Controleur der Directe Belastingen is ontvangen het Kohier der Grond belasting op de Gebouwde en Ongebouwde Eigendommen voor den Jarc 1850, welke op den 8sten dezer maand is executoir verklaard, en aan den Heer Ontvanger verzonden. Wijders worden de Ingezetenen dezer Stad herinnerd aan de verpligtingen bun opgelegd bij Art. 7 der Wet van den 24sten April 1843, zijnde van den navolgenden inhoud: «van alle stichtingen, vernieuwingen en aan of bij- bouwingen, in de termen der wet vallende, na de afkondiging drzer Wet «voltooid, zullen de belanghebbenden verpligt zijn, aan de Zetters der Ge- «meente, waar de gebouwen gelegen zijn, aangifte te doen, binnen zes maanden na de in gebruikstellirig der perceelenof nadat dezelve voor het eerst geheel of ten deele worden betrokkenvan alle voornoemde Ge- bouwen, met betrekking tot welke binnen gezegde termijnen geene aangifto «gedaan is, zal de aanspraak op vrijdom vervallen." Aldus gedaan en gepubliceerd bij ons Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 12 Februarij 1850. DU RIEU. Ter ordonnantie van dezelve, v. PUTTKAMMER. Bij de Redactie is wederom ontvangen voor dc noodlijdenden op Schokland Van F. S. ƒ5.In de Waalsche Kerk gecollecteerd ƒ2.50.. Van Diake nen der Ncderd. Ilerv. gemeente uit de Kcrk-collectc van II. Zondag ƒ2.50. Voor de noodlijdenden op Urk: Van S. E. ƒ2.50. Van ƒ2.Van F. S. ƒ5.Van D. ƒ2.50. Van B. ƒ5.—

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1850 | | pagina 3