eiland een buisje, dal. eiken ijsgang trotseerde, en thans is eene enkele muur
alles wal er van over blijft. In de Apotheken zijn de meeste medicijnen door
het water bedorven. Meubelen drijven door de straten heen. De pen is on-
magtig om het ongeluk te beschrijven, dat onze stad getroffen beeft. Vele
weken lang zullen de woningen onbruikbaar zijn en niet betrokken kunnen
worden. De naburige plaatsen brengen reeds veel hulp aan, maar lang kun
nen deze middelen niet duren. Het is daarom dringend noodzakelijk dat bij
stand van alle kanten toevloeije, daar zelfs de welvarendsten alhier al hun
nen voorraad vernield zien.
FRANKFORT*
4 Februarij.
Omtrent het ontwerp eener Duitsche Staatsregeling, te Munchen vastgesteld
door de gevolmagtigden van BeijerenWurteinberg, Saksen en llanover, ver
neemt men de volgende drie hoofdpunten: 1°. zal aan het hoofd van Duitsch-
land een directorium staan van zeven leden die ieder eene stem zouden uit
brengen, ten ware Oostenrijk en Pruissen ieder op twee stemmen aanspraak
maken. De vier Koningrijken, met de aan elk daarvan toegevoegde kleinere
Staten zouden ieder eene, en de beide Hessen te zamen eene stem hebben
2°. zal er een Statenhuis wezen, welks leden men geheel door de regeringen
zou willen laten benoemen; 3°. zal een Volkshuis worden ingesteld, bestaande
uit commissiën van de kamers der afzonderlijke landenen tot hetwelk door
Pruissen en Oostenrijk ieder honderd, en door het overige Duilschland insge
lijks honderd leden zouden afgevaardigd worden. Het Weener kabinet heeft
deze voorstellenwat de hoofdzaak betreft aangenomende conferentiën
hebben met zijn voorweten en goedvinden plaats gehad. Men schijnt dit con
tra-ontwerp aan de Franltfortcr bonds-commissie te willen voorleggen."
Voor eenigen tijd meldden wij uit Maintz, dat de verkiezing van eenen
bisschop aldaar door den Paus vernietigd was, omdat de verkozene persoon,
volgens ingewonnen berigtendoor zijn gedrag eene zoo hooge betrekking
onwaardig was. Eergisteren nu is te Mainz in eene Diocesen-vergadering, te
dien einde gehouden, besloten geworden Z. II. den Paus omtrent den bedoel
den persoon beter te onderriglen.
Sedert het berigt van het bijeenkomen van den Ilijksdag op 30 Maart
te Erfurt ontvangen is, heeft men het aantal arbeiders, die aan de herstel
ling van het gehouw voor het houden der vergaderingen, werken, nog aan
merkelijk vermeerderd. Deze arbeiders zijn thans van 's morgens 5 tot
's avonds 11 onophoudelijk aan het werk.
ZWITSERLAND.
De Minister van het Zwitsersche eedgenootschap te Parijs heeft in eene
nota de zaak der staatkundige vlugtelingen toegelicht.
Reeds den lGacn Julij 11., zegt hij, heeft de Raad uit eigen beweging dc
uitdrijving bevolen van alle uitgewekenen, die burgerlijke of militaire chefs
geweest waren, of van de hun in Zwitserland verleende wijkplaats mis-
brnik gemaakt hadden die daarop meest naar Amerika zijn gegaan. Het
getal der vluglelingen in Zwitserland is van ruim 11,000 tot omstreeks 1500
verminderd, waaronder 150 Polen zijn, die Frankrijk geweigerd heeft te
ontvangen.
Men beweert dat het aanwezen dier vlugtelingen het noodzakelijk maakt
legers van 600,000 Oostenrijkers en 490,000 Pruissen op de heen te houden
en den staat van beleg in vijf Fransche departementen te handhaven. Men
meent integendeel te kunnen beweren dat de wegzending zelfs van al de
vluglelingen geen enkel soldaat zou doen ontslaan. Of is het aan de vlug-
telingen te wijten dat Italië onder den druk van het Oosten rij ksche juk mort,
dat Hongarijë, Boheinen, Wecnen, Berlijn, Dresden in opstand geraakt zijn?
Zal de verwijdering van eenige vlugtelingen de goede Duitschers beletten om
van eene socialistische republiek of van een alle Duitsche volksstammen om
vattend rijk te droomen Is het billijk aan dezelfde oorzaak de vreeselijke
opstanden te Parijs en Lyon te wijten? Zou de overbrenging van eenige Fran-
schen van Lausanne naar Londen, voor Lyon een voldoenden waarborg van
rust opleveren Geen onpartijdige zal die vragen bevestigend beantwoorden.
Voorts wordt in het artikel gezegd dat Zwitserland thans het kranke
punt is, hetwelk de koorts in alle declen van Europa onderhoudt. De waar
heid is, dat sedert twee jaren, dat is sedert het tijdstip waarop de diplo
matie Zwitserland ongemoeid heeft gelaten geen ander land in Europa groo-
tere rust heeft genoten.
Zwitserland is daarenboven allezins genegen om van zijn grondgebied al
diegenen ter verwijderen, die, misbruik makende van de hun aldaar ver
leende gastvrijheid, voor de naburige Staten eene aanleiding tot regtmatige
bezorgdheid mogten wezen. Alle gepaste vertoogen in dien zin zullen zonder
eenigen twijfel gunstig worden opgenomen. Zwitserland weel wat de Staten
onderling aan elkander verschuldigd zijnhet weet bovenal wat het aan
Frankrijk verpligt is; maar scherpe nota's en hedekte of regtslreeksche be
dreigingen missen dikwijls de uitwerking die men er van verwacht.
Dit stuk doet hopen dat het vraagstuk wegens de vlugtelingen in der minne
vercflend worden zal. Overigens verzekerde men dat er last was gegeven
om een ohservatielcger aan de Zwitsersche grenzen bijeen te trekken onder
bevel van den Generaal Schramm.
RENE MARKEN.
KOPENHAGEN, 31 Januarij.
De Koning heeft gisteren de zitting van den Rijksdag in persuon met eene
aanspraak geopend. Ten aanzien van de aangelegenheid der hertogdommen,
deelde Z. M. het volgende mede:
zrNog is de oorlog niet ten einde, maar alleen geschorst. Ik voed echter
hoop, dat de aangeknoopte onderhandelingen tot het gewenschle doel zullen
leiden, indien ten minste de op een dwaalspoor gebragte onderdanen geene
ondersteuning bij eene der groole Mogendheden vinden. Het stelt mij
gerust, dat het Land ook in het aanstaande jaar de lasten zal kunnen tor-
schen welke de omstandigheden zullen vorderen. Dit zal uit het ont
werp der wet voor de geldelijke aangelegenheden, en uit de mededeeling no
pens de hulpbronnen van den Staat kunnen blijken. Men zal uit de verdere
ontwerpen, die den Rijksdag zullen worden aangeboden, bespeuren, dat in
ernst reeds een begin is gemaakt om de regterlijke verordeningen met de aan-
genomene Grondwet in overeenstemming te brengen. Ik reken er opge
trouwe Deensche mannendat gij uwen ijver tot het waarachtig welzijn des
vaderlands zult doen strekken. De Hemel verleene u daartoe de noodige
kracht." - Deze aanspraak werd met geestdrift toegejuicht.
AK AREMIE-NIE FW§.
PROMOTIE AAN DE LEYDSCUE HOOGESC1IOOL.
Den 6den February den Heer F. J. L. Molescholt, van 's Hertogenbosch
in de Regten, met Theses.
Bij de Redactie is wederom ten behoeve der noodlijdenden op Schokland
ontvangen, van een' onbekende een Coupon 12.37^ en een Tiengulden
stuk, te zamen 22.37*. Van X ƒ3. Van L. S. ƒ2.50.
210a° Staats-Loterij.
Trekking der Tweede Klasse.
3d0 Trekking. N°. 9882 een prijs van ƒ1,250. N°. 6256 een prijs van ƒ1,000.
fieene.
AR NEKTEN TIEN.
Getrouwd: H. tan ROMBURGH
en
C. G. M. van TROTSENBURG,
Leyden, 6 Februarij 1850.
Heden beviel voorspoedig van eenen ZOON, J. M. SLIGGERS, geliefde
Echtgenoote van
D. VELS HEYN.
Leyden, 4 Februarij 1850.
Heden beviel van een ZOON, G. VEERENHOUT, hartelijk geliefde
Echtgenoot van
P. W. M. TRAP.
Leyden, 7 Februarij 1850.
KONINKLIJK NEDERLANDSCH INSTITUUT.
De Heer Royaards sprak in de vergadering der Derde Klasse van den 12dcn
November 1849 over de leemtendie zich nog in onze middeneeuwsche
Nederlandsche kerkgeschiedenis voordoenen over de eischen van onzen
tijd te dezen opzigte.
Eene voorname oorzaak der vele leemten is gelegen in den verwarden toen-
maligen toestand van onze kerk en van ons bisdom. Te ligtvanrdig nam
men sommige stellingen aan en besloot men van de Frankische kerkinstel-
lirigen tot de Friesche, hoewel deze zeer verschillend waren. De tijdrekening
is in vele opzigten onzeker.
Eene tweede bron vindt rnen in het alleen uitwendig karakter der kerk
geschiedenis van die tijden. De geschiedenis der bisschoppen is nog niet die
des bisdoms of der kerk. In het inwendige leven der kerk moet een diepe
blik geslagen worden men deed het niet. Men verwart verder het kerkelijk
en wereldlijk gezag der bisschoppen.
Ons bisdom maakte alleen een deel uit van de Westersche Latijnsche kerk
en men verhaalde dc zaken van ons bisdom, als of zij op zich zelve stonden.
De kerkgeschiedenis werd verder niet genoeg in verband gehragt tot de we
reldgeschiedenis. Er waren annalisten chronijkcn geen geschiedschrijvers
die het onderling verhand der zaken doorzagen en beschreven.
De personen en gestichten traden verder op en niet het inwendige leven
derzelve.
Uit het gezegde kan men de eischen van onzen tijd reeds opmaken. Uit
de bouwstoffen behoort het gehouw te worden opgetrokken. Instellingen en
personen moeten voorgesteld worden als uitdrukking van het inwendige leven;
zoo zullen eerst christendom en christelijk leven het alles bezielen. De kerk
in hare uitwendige verschijning alleen is niet genoeg. Men volge in hare
geschiedenis de verschillende beginselen die haar in onderscheiden tijdperken
kenmerkten. Kloosters en abdijen sla men gade; vooral boude men zich
bezig met de rigting, welke zij namen. Zoo eerst zal men het inwendig le
ven der kerk lecren kennen. De eigenaardige zelfstandigheid onzer Neder
landsche kerk zal aldus bijzonder aan den dag komen kritisch onderzoek cn
bronnenstudie zijn bij dat alles onmisbaar. Dan zal men de geschiedenis uit
den geest van elk tijdvak toelichten; zoo zal men zien, hoe het christendom
het beginsel is van dc geheele wereldgeschiedenis.