LEYDSCHE
COURANT.
18S0.
N°.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt WOENSDAG, 16 JANUARIJ.
uit Zuturdag Avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar
de afzonderlijke nummers werden tegen 10
Centen afgegeven.
BNNENLANDSCHE BERJGTEN.
I.EYDEN, 15 Januarij.
I.aatstl. Zondag avond liad de Waalsclie Gemeente alhier het genoegen
dat haar oudste Lceraar Dr. F. C. J. van Goens, den 2<ltn dezer naar Am
sterdam beroepen, haar mededeelde dat hij voor die beroeping had bedankt:
terwijl hij zich op nieuw aan de gemeente verbond, predikende over de zes
laatste verzen van den brief van Judas.
Wij maken onze lezeis opmerkzaam op cenc nilnoodiging van wege het
Leydsehe Departement tot nut van 't Algemeentot medewerking ter oprig-
ting van cene spaarkas, zoo als die reeds in andere steden van ons vaderland
niet goed gevolg bestaat. Eene Commissie uit het Departement heeft daar
omtrent een naauvvkeurig plan van inrigting voorgesteld, in allen opzigte
geschikt om op de gemakkelijkste en meest voordeelige wijze het opgegeven
doi I te bereiken.
Voorts mecnen wij ter bekendmaking en aanprijzing van bet loffelijk doel,
niet beter te kunnen doen. dan bier bet volgende uit die uitnoodiging mede
te declen
Behalve de medewerking van ben, die in regtstreeksch verband met de
arbeidende klasse staan en daaraan betalingen doen, welke reeds van de leden
des Departments is toegezegd, en met billijk vertrouwen ook van anderen
veiwaeht wordt, is er toch eenige geldelijke ondersteuning noodig. Hoezeer
de leden des Departments zich gaarne tijd en xnoeite daarvoor zullen ge
troosten, zal er bij ruime deelneming ligtlijk eenig werk kunnen wezen, dat
betaald moet worden; in allen geval zijn er kleine kosten van Administratie
van verschillenden aard, die niet voor rekening van de deelhebbers kunnen
worden gebragt ten wier nutte de spaarkas wordt opgerigtdaarenboven mag
bet niet geheel ontbreken aan hetgeen tot beoelening der schaarsche en in de
daad vour hen, die bet nimmer ruim hebben, niet zoo gemakkelijke deugd
van spaarzaambrid uitlokken kan iets dat de Commissie meent gevonden te
hebben in kb ine li< looningen of aanmoedigingen aan hen, die naargelang
van hunne inkomsten, bet ruimst in de inrigting hebben deelgenomen.
rollet Departement, dat reeds zoo vele nuttige inrigtingen in deze stad on
derhoudtis buiten magie om ook dit voor zijne rekening te nemenen
welligt zou het bijna eenparig toegejuicht plan op dit bezwaar schipbreuk
geleden hebben, indien bel niet geoordeeld had, dat het op andere wijze kon
worden uit den weg geruimd, door een beroep op de hulp van de cenigzins
gegoctle ingezetenen dezer stad, voor welke de inrigting zoo bijzonder heil
zaam schijnt te zullen werken. Het vertrouwt dat de bekende weldadigheid,
die op zoo vele en velerlei wijze werkzaam is om de armoede te leenigen
gaarne iets over zal hebben om haar te voorkomen, en voor den nijveren
maar sober bedeelden arbeider den weg te openen om door wijze spaarzaam
heid zelf in den nood van zich en de zijnen op veel betere wijze dan tot
hiertoe te kunnen voorzien, zonder dadelijk tot onderstand zijn toevlugt te
behoeven te nemen, of althans den toestand van zijn gezin, gedurende den
winter of in anderen tijd van nood, meer dragelijk te maken."
De Heer J. W. H. SmissacrtOud-Resident van Baglen, Chcrihon en Sa-
tnarang, heeft dezer dagen voor bijzonder gebruik een stuk doen drukken,
dal de kennisneming verdient van allen die in de quaestie over den verkoop
van gronden op Java, onpartijdige voorlichting zoeken, getiteld: Een Woord
over de Nota van den lieer Sloet tot Oldliuisdienende ter beantwoor
ding van de mededeelingdoor den Minister van Koloniënin de sitting
van de Tweede Kamer der Staten-Generaalvan den 14<ieD Maart 1849,
gedaan.
De S. begint met eer.e opmerking die van onpartijdigheid getuigt. De Mi
nister uzegt hij" zegt al, wat er, naar zijn gevoelen, tegen, de Heer S.,
wat er voor is: verkieselijker ware het geweest, dat beide, en de Heer Sloet
en de Oud-Minister G. L. Baud, zonder vooroordeel en zonder de minste over
drijving, het voor en het tegen overwogen en openbaar gemaakt hadden,
en zou het geachte lid der Kamer voorzigtigcr gehandeld hebben, alle hem
in handen gekomene gegevens door onpartijdige zaakkundigen te doen na
gaan alvorens daarvan gebruik te maken.
De S. die 30 jaren op Java doorbragt en 15 jaren Resident was, wil zijn
gevoelen op kennis en ondervinding gegrond medcdeclen. Hij verklaart dat
ff, over het algemeen genomen, meer welvaart bij de Javaan bestaat sedert
de invoering van bet kuituur-stelsel? Ilij, die dit ontkent, zegt hij, ver
raadt, dat hij, of tegen het stelsel ingenomen is, of den toestand van de
Javnschc bevolking niet gekend heeft vóór de invoering van dat stelsel.
Hij is noglans niet blind voor de gebreken en misbruiken er van. Er
wordt te veel van de bevolking gevergd, 'l geen bij in bijzonderheden aanwijst
en hoe de ontwikkeling van de welvaart op Java, door 't doel om zoo veel mo
gelijk naar Nederland over te maken, wordt tegengehouden. Hij wedcrlegt
de meening dat dit stelsel den rijstbouw zou hebben verminderd, en toont
aan boe dit bet gevolg is van gebrek aan waterleidingen, wier aanleg zoo
veel voordeel zou aanbrengen doch waarvoor nu bet. geld ontbreekt.
De S. betoogt hoe dringend noodzakelijk het zij dat daar een einde aan-
kome en treedt verder in eenige bijzonderheden omtrent de Hecrendiensten en
hoe de zucht om toch van Java den laatsten penning te trekken, allernadec-
ligsl op het volk terugwerktspreekt verder over de uitgiften van woeste
gronden, met vermelding van verscheidene bijzonderheden desvvegens en ein
digt met de volgende beharligingswaardige woorden:
«Maar vóór alles wordt vereischtdat bet Indisch batig saldo niet meer
ten volle, als een vaste post van inkomsten, op de Staats begrooting voor-
kome. Ik wil aannemen, dut het moederland dat saldo niet geheel ontbe
ren kanmaar laat men zich bepalen tot eene vaste som en de meerdere
opbrengst bestemd laten, tot het invoeren van noodige verbeteringen in Indië,
die groot in getal zijn en alle zullen bijdragen om het zedelijk en stoffelijk
lot van den Javaan te verbeteren; door hem langzamerhand tot meerdere
beschaving en arbeidzaamheid op te leidenkan men verwachten dat bet
tegenwoordige stelsel van kullures, hetwelk door gedwongen arbeid moet wor
den staande gehouden, zal kunnen worden vervangen door een gewijzigd
stelsel met vrijwilligen arbeid.
De bevolking van Java en die van al onze overzeesche bezittingen, acht
ik, dat door het Opperwezen onder Europeesch gezag gesteld is, om christe
lijk te ivorden heheerscht, beschermd en bevrijd van alle willekeuiige
handelingengelijk die volkeren verdienen, doch niet om van hen te trek
ken, zoo veel als immer mogelijk is; daarop kan geen zegen rusten!
Naar het grootsche doel dat voor ons weggelegd is, zij ons streven alzoo!
God geve, dat men het wenschelijkc en het pligtmatigc daarvan inzie! De
vruchten, welke men daarvan zal inoogstcn, zullen rijk en gezegend zijn
voor Nederland en voor de Indische bevolking."
Naar inen verneemt is ter perse een geschrift, getiteld: Indische be-
langeneen paar vragen aan den Heer Mp. van Vloten en den Heer
Smissacrtdoor den Heer L. van Vliet.
Naar men verneemt, is eenige dagen geleden eene algemeene vergade
ring van het Koninklijk Nederlandsch Instituut gehouden, waarin een adres
is vastgesteld aan Z. M. den Koning, als bescherm beernaar aanleiding der
aanzienlijke vermindering in de scm ten behoeve dier Instelling op de be
groting uilgetrokken. Men meent te weten dat lot die vermindering is be
slaten, zonder dat het Instituut daarop is gehoord, of zelfs in de gelegenheid
gesteld om te vernemen op welke wijze de Regering meent dat het met een
tot op bijna de helft verminderd subsidie aan bet doel zijner instelling zou
kunnen blijven beantwoorden.
Met Handelsblad bevat bet volgende: Wij worden door bet comité van
Spaansche fondsenln uders in Nederland verzocht te melden, dat het langs
ofScielen weg door ons Ministerie van Buitenlandsche Zaken heeft ontvangen
eene mededeeling van den Baron de Grovestins, den Nederlandschen gezant
te Madrid, betrekking hebbende tot de regeling der Spaansche schuld. Op
een door dien gezant aan den Heer Bravo Murillo, Minister van Financiën in
Spanje, ter hand gestelde pro memoriais hem door gcmelden Minister de
stellige verzekering gegeven, dat nog in den loop der tegenwoordige zitting
een ontwerp van schuldregeling door hem aan de Cortes zou worden aange
boden dat hij geene algemeene autorisatie daartoe zou vragen maar dat bet
gebeele ontwerp aan de vertegenwoordiging zou worden aangeboden. De aan
drang der Spaansche Koningin-Moeder schijnt veel lot dit besluit des Minis
ters te hebben bijgedragen.
Te Rotterdam is de Nestor van de Nederlandsche handelaren, de Heer
van Hoboken Commandeur der Orde van den Ned. Leeuw, en Ridder met
ile Sier der Orde van de Eikenkroon, in den ouderdom van 93 jaren overleden.
Het ijs op de Zuiderzee was den 12Jcn dezer reeds zoo sterk dat er