«yn van de liand gegaan, verwacht men die kooplieden tegen de volgende week
hier terug, zoo dat er alsdan vermoedelijk goede prijzen zullen gemaakt worden.
AMSTERDAM, 20 November.
Den 19Jen dezer had in het Odeon het feestmaal plaats van den Hoogleeraar
D. J. van Lennepaangeboden door 73 zijner oud-leerlingen. Als gasten za
ten nevens hem aan twee zijner zonen en zijn schoonzoonin hnnne hoeda
nigheid van oud- en tegenwoordige leerlingen. Zoodra de vereerde gast, door
den Voorzitter ter tafel, den Hoogleeraar W. Vrolik, was binnengeleid,
ging men ten disch, voor welken de Hoogleeraar S. Muller, een kort maar
treffend gebed hield. Na het toedienen van het eerste geregt, heette de
Voorzitter uit naam van al de aanwezige gastheeren, den gevierden gast en
zijne drie zonen welkom aan tafelen riep hij als vervangende de plaats van
den waardigen Bosscha wegens geschokten gezondheidstoestand afwezigde
toegevendheid en ondersteuning zijner mede-gastheeren in.
Toen de gewone tijd der toasten daar was, heeft het, gelijk zich vermoeden
laatdaaraan niet ontbroken. De fungerende Voorzitter opende de rij met
cenen dronk aan den gevierden gast; de Heeren Brngmans, Teding van Berk
hout en Dedelstelden feestdronken in op den Koning, het Stedelijk Bestuur
en het Athenaeum Illustre; de Heer 's Gravenweert verzocht en erlangde het
woordten einde zich van eene taak te kwijtenhem door de Koningin-
moeder opgedragen, en deed hare hooge belangstelling uitkomen in den feest
vierenden grijsaard. Treilend vooral was het oogenblik toen de oudste zoon
opstond, en in de sierlijke poëzij, welke men gewoon is van hem te hooren,
van zijne kinderlijke vereering deed blijken. Op hem volgde de Hoogleeraar
S. Muller, die in zijnen feestdronk vooral deed uitkomen, hoe zoo vele gees
telijken van zoo onderscheiden gezindheid van welke hij als leerling de oudste
is, allen hnnne letterkundige opleiding bij van Lennep ontvingen. De geest
drift van het feestvierend gezelschap rees daarna ten top, toen Nederlands
voortreffelijke, zanger Is. da Costa met een gedicht optrad waarover wij het
niet wagen verder uit te weiden het was gelijk men het van eenen da Costa
kan verwachtenals hij tot cenen van Lennep spreekt. De Heer J. H. van
■Lennep, rigttc daarop, als op dit oogenblik nog student van zijnen beminden
vader, cenige hartelijke woorden tot hem, waarna de Heer Koenen een ge
dicht voordroeg van den Heer M. C. van Hall, die op de hem eigene wijze,
grijsaard wat het ligchaamjongeling wat den geest betreft, den vriend, op
wien hetzelfde toepasselijk is, een feestlied toezong. Door den fungerenden
Voorzitter word met eenen dronk den waren Voorzitter wiens geest alles be
zield had, een spoedig en door allen zoo vnrig verlangd herstel toegewenscht.
Voor de dronken op het Stedelijk Bestuur en het Athenaeum Illustre, werd
■door den Heer Koenen dank gezegd. En het genot der feestvierenden werd
■eindelijk verhoogd door sierlijke dichtregelen van de Heeren ter Haar en Asser,
alsook door verdere toasten van de Heeren van Gilsen, F. van Lennep, H.
Bosscha en A. Willink.
Dit kort verslag geeft niet dan een onvolkomen en kort berigt van een feest
maal waarvan de herinnering diep gegrift zal blijven in het geheugen van
hen, die aanwezig waren. Het was ten volle eenen man als van Lennep
waardig en bij de vreugde over de zoo wel verdiende vercering van zijnen
persoon, voegt zich het niet minder blijmoedig denkbeeld daten het kost
bare geschenk, waarvan wij gisteren melding maakten, en het feestmaal,
waarover wij nu sprekenten blijk strekken van de wijzewaarop men in
Nederland blijft belang stellen, gelijk de fungerende Voorzitter zulks in zij
nen feestdronk uitdrukt, in classische kennis, beschaafden zin en sierlijke taal.
AmstCour.)
TEXEL, 20 November.
Alhier is gisteren binnengekomen 's Lands fregatschip Prins van Oranje
Kapt. ter Zee J. F. D. Bourieius, komende van Batavia. Dit fregat heeft de
reis in den korten tijd van 95 dagen volbragt.
Het volgende berigt heeft genoemde Kapitein te St. Helena van den consu-
lairen agent ontvangen
Dingsdag kwam het schip Minerva in Sirnons-baaiberigt brengende van
den Kapitein, dat deze het Hollandsche schip Geertiuida, op de hoogte van
Kaap Agulhas, in cenen zinkenden staat op den 21sten Augustus voorbijzeilde.
De Geerlruida was op zijnen weg van Batavia naar Holland met eene lading
koflij overvallen door den storin op den 25sleDzijnde toen op 34° 15' Z. B.
en 25° 40' O. L.; de winden kwamen met verschrikkelijke hevigheid uit het
westenen keerden daarna naar het N. N. W. Den volgenden dag was de
staat van het weder zoodanig, dat men geene hoogte kon nemen. De bezaans
mast werd weggeslagen, den Kapitein, 1 matroos en 3 jongens medenemende.
De Hofmeester werd ook over boord geslagenmaar werd weer opgehaald
met een arm en been gebroken. De storm hield met onverminderde
hevigheid aan tot den 28steDtoen de Minerva gelukkig in het gezigt kwam
en zich lot den volgenden dag naast hetzelve legde. De wind verminderde
vervolgens gelukkig dermate, dat het overige van het Hollandsche scheeps
volk, bestaande uit den tweeden en derden Stuurman, den Doctor en 14
man, aan boord konden worden genomen. De Geertruida werd op 25° 10'
Z. B. en 24° 0' O. L. verlaten. Zij zonk toen spoedigdaar de gezwollenc
koflij het dek had doen barsten."
UTRECHT, 20 November.
De openbare bijeenkomst, gister avond hier ter stede gehouden, waarin
D'. Heldring over het belangrijke der Ilavclooze scholen sprakwas druk be
zocht. De hoofdinhoud der rede van ZWEw. kwam op het volgende neer
»de armen zal men nimmer van de aarde kunnen doen verdwijnen; Mozes
«beeft het reeds aan het volk Israels gezegdmaar de bedelaars moet 'men
trachten te herscheppen. Deze kunnen eene roede voor de volkeren worden;
de Roode Republiek heeft dit getoond eerst openbaart zich honger-dorst
daarna goud-dorst, en eindelijk bloed-dorst, gelijk de laatste jaren van Europa
getuigen. Daarom moet men zich tot hen vervoegen zich hun lot aantrek
ken; en, ziende op hetgeen in Duilschland geschiedt, hijzonder op de Innere
Missiondoor den Heer Wichern, in het Rauhe Haus bij Hamburg begon
nen alsook op de Evangelisatien hier te landewenscht spreker Nederland
hoe langer hoe meer in dien geest werkzaam te zien. Hij beveelt verder ko
lonisatie der bedelaars aan hetzij in of huiten het land de Ilavclooze scho
len iu het juiste verband met de kolonisatie gebragt, zouden deze als het
ware de bakermat voor gene kunnen worden. Hij leidde hieruit af dat de
Ilavclooze scholen in allen doele van groot belang ook voor den Staat zijn
zij strekken tot vermindering van het aantal bedelaars, en dus ook van dat
der boosdoeners. Hij wijst hierbij op Engelands llavelooze scholen, en op de
opgaven daaromtrent voorkomende in de Weergalmbijzonder in het jongste
nommer, hetwelk ZYVEerw. voor zich had liggen. Hij drukte zijnen toe
hoorders ten slotte het tijdelijk maar vooral het eeuwig belang dezer jeugdige
ongelukkigen op het harte. (De ISederl.)
ZWOLLE, 17 November.
De Hoornsche beestenmarkt waar men dacht dat de guste beesten zeer laa<r
zouden zijn, is in dit opzigt tegengevallen, want de markt was vol, ruim
9,000 stuks zijn bijna allen verkocht tot 10, 12 en 13 cent het oude pond,
gerekend naar de zwaarteeen prijs die de vette waar aau onze markt van
heden weinig overtreft, waar het puik vette voor 32 cent het Ned. IS te be
komen was, en mindere soorten van 22 tot 30 cents. De melkkoeijen wa
ren matig in prijs, jong dragtig goed van 1 en 2 jaar was zeer gewild. Van
vetten en jongen is zeer veel verkocht, er was een uitgebreide handel bij een
volle markt. De vetweiders hebben heden veel afgezet. Vette varkens wa
ren heden zeer veel aan de markt, de prijs was 20 tot 24 cent het Ned.
ruw magere varkens en biggen tot zeer matige prijzen biggen van 6 tot
8 weken 3 h ƒ4.
GRONINGEN, 19 November.
Naar men verneemtis men met de voltooijing van ons nieuw Akademie-
gebouw thans zoo ver gevorderd dat de inwijding zal kunnen plaats grijpen
in de eerste helft van het volgende jaar. Ten einde aan eene zoo gewigtige
plegtigheid allen mogelijken luister bij te zetten, heeft men het voornemen
gevormdom hen die vroeger hier ter stede studeerden uit te noodigen
zich ter bestemder tijd binnen Gruno's wallen te vereenigen, om deel te ne
men aan de vreugde en feestelijkheid van een' dag, die, vooral in de gege
ven omstandighedenvoor Groningen van hooge btteekenis moet wezen.
VLISSINGEN, 19 November.
Het huisgezin van Z. E. den Vice-Admiraal Lucas, vroeger Directeur en
Kommandant der Marine alhier, onlangs door Z. M. tot Minister van Marine
benoemd, heeft in de afgeloopen week deze stad verlaten; de strenge regt-
vaardigheid en het bekende regtschapen karakter van dien bekwamen vloot
voogd, de middelen, die hij, bestaanbaar met zijn hoogen werkkring, aan
wendde tot opbeuring en ondersteuning dezer zoo zeer onder den druk der
omstandigheden lijdende stad, zijne stille weldadigheid jegens ongelukkigen
en zijne rondborstige heuschheid jegens ingezetenen van eiken rang en stand
zullen hier altijd in dankbaar en vereerend aandenken blijven.
Met den aanbouw der nieuwe kazerne Willem III, in de Oranjestraat,
wordt ijverig voortgegaan.
BU1TEJNLANÜSCHE BERIGTEJN
ENGELAND,
LONDEN, 19 November.
Er is hier thans eene tentoonstelling van voorwerpen van Fransche kunst en
nijverheid geopend, welke in vijf groote zalen gerangschikt zijn. Prins Albert
beeft ze reeds bezocht, en den ontwerper, den Heer Sallandrouze, gclukgc-
wenscht met die tentoonstelling, welke zoozeer elks aandacht trekt.
Bij de verkooping der renpaarden van wijlen den Heer Theobald, een
vermaard liefhebber, is een dezer Baron genoemd verkocht voor 1010guineas
(ruim ƒ12,000 Ncderl.)
Berigten van de Kaap de Goede Hoop van den 22sten Sept. melden, dat
de Neptunus met tot deportatie veroordeelden aldaar den 19acn was aangeko
men. De Gouverneur heeft niet willen veroorlovendat zij aan wal gebragt
zouden wordenalvorens hij nieuwe instructiën van den Minister van Koloniën
had ontvangen.
FRANKRIJK.
PARIJS, 20 November.
De Wetgevende Vergadering heeft gisteren een besluit genomen, hetgeen
bewijst, dat er meerdere verwijdering komt tusschen haar en den President
der Republiek. Zij heeft namelijk een voorstel in overweging genomenbe
vattende, dat alleen aan de vergadering het regt toekomt om het getal en
de werkzaamheden der Ministers te bepalen.
De President van de Republiek heeft Pierre Bonaparte, oudsten zoon van
Luciendieofschoon bevelvoerende over eene afdeeling in Algeriëzonder
toestemming van zijn Chef de belegering van Zaatscha had verlaten en te
Parijs terug was gekomen, om de Wetgevende Vergadering bij te wonen,
vervallen verklaard van zijnen rang als bataillons chef.
De nieuw benoemde Minister van Buitenlandsche Zakende Generaal