planting tot strafkolonie gebruiken willen, wordt bevestigd door het hier volgend uittreksel uit eenen particulieren brief van daar ontvangen. »Wij zijn nazonder Wetgevenden Raad, tengevolge van de handelwijze van de kroon, door welke deze kolonie tot een Penal Settlement" is verklaard geworden. De kolonisten willen volstrekt niet gedogendat iemand hunner in de betrekking van Raadslid dienen zal, tot dat deze afschuwelijke orde van Hare Majesteit in rade, zal zijn herroepen. Het is feitelijk gebleken, dat het verbond door de kolonisten aangegaan, door lijdelijken wederstand te bie den, meer is dan een naam; want toen geen enkel mensch in gezelschap gezien wilde zijn met de nieuwe Raadsleden toen geen werkman voor hen wilde arbeiden hoewel zij met volle beursen voor hen stonden, toen zij hij de banken geen geld konden krijgen en aan Abr. de Smidt, zijn bij de bank gedeponeerd geld, naar huis werd gezonden toen de bakker hem geen brood de slager geen vleesch de winkelier geen ding hoegenaamd wilde verkoopen zagen zij dat hun geld niets vermogt tegen de vereenigde verontwaardiging des volks, over de verlaging het land toegebragt, en zij moesten zich resigneren. De Gouverneur heeft bij proclamatie verklaard, dat hij de bandieten niet zal lalen landen en werkt mede om aan te dringen op de herroeping van die order." Nederl AMELAND, 11 October. Den 8stca dezer ontving men berigt, dat op twee uren afstand van het ei land een galjasschip gestrand was. De boot der redding-maatschappij stak onder vreeselijken storm en hevige branding in zee en bereikte het schip. Het was een Deensch galjasschip met steenkolen van Schotland, bestemd naar Ham burg. De Kapitein was over boord geslagen, zoodat alleen de stuurman en de twee matrozen gered werden. Nadat de boot een uur vertrokken was, ontdekte men nabij de branding een ander schip, dat kort daarna strandde; men liet een vat aan cene lood lijn naar het strand drijven, hetwelk door de aanwezigen, welke hand aan hand in zee liepen, gevat werd en langs welke lijn de schepelingen, ten ge tale van vier en eene vrouw, met het grootste gevaar, een voor een, minstens 6 minuten door eene hevige branding onder water getrokken werden. In den nacht van den 9dfa strandde weder een schip: de reddingsboot werd dadelijk derwaarts geliragt en bereikte het. Daar het schip zeer hoog gestrand was, bleef de equipaadje aan boord, om het laagwater af te wachten. Terzelfder tijd strandde iets oostelijker in de buitenbanken nog een vrij groot schip, welks bemanniug een noodgeschrei aanhief. Weldra verbrijzelde liet achterschip en viel de groote mast over boord. De boot die terstond in zee was gestokenkeerde tweemaal terug daar zij het schip niet kon naderen wegens de omdrijvende tuigaadjewrakken en hooge branding. Eene derde poging gelukteen men redde nog vijf mantwee waren reeds bij het over boord slaan van den grooten mast verdronken. Een oogenhlik daarna sloeg het schip geheel uit elkander. Het tweede hier bedoelde schip was het Ne- derlandsche smakschip, Maria GeertruidaKapt. J. L. Dokter, met rogge van Koningsbergen naar Rotterdam bestemd schip en lading zijn verloren. Het derde was het Nederlandsch kofschip, Alberdina, Kapt. A. A. Wolkam mer, met rogge van Wolgast naar Rotterdam bestemd. De tuigaadje en la ding van dit schip blijven waarschijnlijk behouden. Het vierde was een En- gelsche brikschip rnet steenkolen naar Hamburg bestemd. Dit schip is geheel verloren. Nog meldt men, dat Zondag, op de roede van Vlielandtwee Nederland- sche en drie Noordsche schepen zijn gestrand; dat de manschap van4derzelve echter gered zijn, doch dat die van een der laatste, zijnde een driemast-schip, waarvan slechts een man heeft mogen gered worden, allen hun graf in de golven moeten hebben gevonden; zoomede, dat ook reeds twee Nederlandsche schepen en een Engclsche schooner, hel eene met meerhet andere met min der zware bekomen schade, in de haven van Harlingen zijn binnengebragt. B U ITKJN LA IS DSC H E HER IGTEJN ENGELAND. LONDEN, 12 October. Het totaal der staatsinkomsten over het geheele jaar gaat met 235,571 het totaal des vorigen jaars te hoven, maar het blijft 72,612 beneden dat van 1847, welk jaar echter gecne bijzondere welvaart heeft doen zien. De opbrengst der regten op de granen vertoont eene vermindering van 153,21 la@. De belasting op de bezittingen en inkomstenhoewel slechts weinige ver mindering aanwijzende, is ver van de 100 inillioen op te leveren, welke men had voorspeld. Heden avond hebben hier vijf personen in een riool door de stiklucht, het leven verlorendrie hunner waren werklieden die daarin aan den ar beid waren en door de vergiftige dampen werden overmeesterd; de beide an dere slagtollers waren personen die hen poogden te redden. In Rrookslreetwijk Rermoridsey, hier ter slede, heeft heden avond bij een vuurwerkmaker eene ontploffing van vuurwerken plaats gehaddie een feilen brand ten gevolge had, waardoor het huis geheel is vernield, ter wijl vier personen bij dezen ramp het leven hebben verloren. Eenige arbeiders uit het dorpje Grays in het graafschap Essex, hebben jl. Dirfgsdag een walvisch gevangen, die op eene zandbank aan de monding van den Theems gestrand was hij was 58 voet lang en men schat de waarde op 200 (ƒ2400). Te Cheltenham zijn dezer dagen vijf personen door het gebruik van al te adelijk wildbraad binnen weinige uren overleden. Te Liverpool is heden aangekomen het schip Pacha van Richihucto, aan boord hebbende de equipage van het Nederlandsche schip Orion, Kapt. Cornelius, den 17deu Aug. van Wilmington naar Amsterdam vertrokken en op 47° breed te, 39° lengte, in zinkenden staat door het volk verlaten. De pacha van Egypte heeft aan de Jockey-club hier ter stede cene uit- noodiging gezonden, om een wedloop van 10 mijlen door hunne beste paarden te laten houden. Hij wedt 10,000 (ƒ120.000) dat do zijne hel winnen zullen. De wedloop zal in Egypte plaats vinden en de club mag zoo vele paarden als zij maar verkiezen zal, derwaarts zenden, om naar dien vors te- lijken prijs te dingen. BEL» SE. De dagbladen kleuren den toestand van dit Koningrijk geheel verschillend. Terwijl de ministeriële pen steeds met vrij veel ophef van den bloei en de welvaart des lands spreekt, verhellen andere bladen daartegen hunne stem. Zij beweren dat de armoede in de provinciën BrabantLimburg en Antwer pen steeds toeneemt en de eenigzins welvarende dorpsbewoners, op wier schou ders alleen de groote lasten drukken, de wijk naar de steden riemen, ten einde daar van hunne inkomstenal is het ook op zuinigen voette leven. Het Journal de Bruxelles zegtdat er boeren zijndie 's wekelijks aan 350 behoeftigen aalmoezen moeten geven. FKAAKH1JK. PARIJS, 14 October. De Heer Thiers heeft zijn verslag uitgebragt over de aangevraagde credie- ten voor de Fransche expeditie in Italië, waaruit blijktdat de Commissie van onderzoek van oordeel wasdat over het toestaan dier crcdieten geene beraadslaging te voeren viel, maar dat deze gelegenheid geschikt was, om in eene beschouwing te treden over de oorzaken en de gevolgen der expeditie. Het verslag is daaraan dan ook gewijd en komt hoofdzakelijk daarop neder- dat zij was in het belang van Frankrijk in dat der Christenheid en in dat der vrijheid; Frankrijk mogt niet toelaten, dat Oostenrijk alleen, alles in Italië regelde, en daarom was de expeditie noodig die dan ook met gema tigdheid maar te gelijker tijd met kracht is volvoerd. De Commissie van onderzoek heeft het motu proprio van den Paus als eene groote weldaad beschouwd; zij zag er de kiem in voor eene reeks van wetten, die aan de Romeinen een vrijzinnig bestuur zullen verzekeren. Frankrijk heeft den H. Vader op den troon willen herstellen en zijne Regering willen verzoenen met het weldenkende gedeelte des Piomeinschen volks, door middel van verstandige concessiënFrankrijk is reeds geslaagd in een gedeelte zijner taak; de Commissie houdt zich overtuigd, dat het ook in de vervulling van het overige niet zal faleD. Het Journal des Débats over het verslag van den Heer Thiers spre kende, zegt er 't volgende van: Wij hadden gedacht dat de Paus, zoowel in zijn eigen belang, als in dat zijner onderdanen uitgebreide vergunningen had moeten doen wij hadden die als noodzakelijk beschouwd voor de handhaving en bevestiging van zijne wereldlijke heerschappij. Hebben wij ons in dat opzigt bedrogen De toe komst zal het ophelderen. De tleer Thiers verzekert ons heden, namens eene Commissie van de uitstekendste leden der parlementaire meerderheid, dat het motu proprio (de verklaring van den Paus), aan al de behoeften van 't oogen hlik beantwoordt dat de door den Paus aan zijn volk toegestane waarbor gen al iswat men voor 't oogenblik in het welbegrepen belang der onder danen van den Souverein moet wenschen. Hel verslag gaat verderhet zegt ons dat deze eerste vergunningen andere zullen aanbrengenhet verzekert dat de vrije instellingen voor gemeenten en gewesten die de Paus beloofd heeft, een eerste trap zijn waar het volk van den Kerkelijken Staat moet overgaan, om tot de volheid der vertegenwoordigende instellingen te geraken. Wij zullen dit niet tegenspreken; wij nemen de hoop aan die men ons schenkt, zonder er over te spreken wij vragen niet beter dan vertrouwen te schenken aan het woord van den doorluchtigen en heiligen Opperpiiester. Wij hadden met betamelijkheid onze twijfelingen uitgedrukt; men stelt er besliste, in drukwekkende overtuigingen tegenwij wenschen in opreglheid dat deze overtuigingen heter gegrond mogen zijn dan onze twijfelingen." De Regering heeft het gebruik van loodwit in het maken van witte vcrw verboden, als te schadelijk voor de gezondheid der bewerkers; voortaan zal zinkwit moeten gebruikt worden. SPANJE. MADRID, 7 October. De Gaceta bevat heden het besluit tot bijeenroeping der Cortes tegen den 30«ten dezeren eene lijst van 38 nieuwe Senatorenonder alle schakeringen der staatkundige opinie gekozen, hetgeen bewijst, dat het ministerie besloten heeft niet af te wijken van zijn stelsel van verdraagzaamheid en verzoening. Deze maatregel is door denzelfden geest ingegevendie bij de uitvaardiging van de amnestie had voorgezeten. De plegtigheid van den handkus, die gisteren op den verjaardag van Z. M. den Koning van Spanje heeft plaats gehad, is zeer schitterend geweest. Eene verbazende menigte omringde het paleisten einde naar de militaire muzijk te hooren en tevens de rijke equipages te zien der Spaansche edelen. Nog nooit zag incn zulke prachtige rijtuigen. Dat van den Markies d'Acani- les, Groot-Officier van den Koning, trok aller aandacht; men schatte de waarde daarvan en van het liverei op dertig duizend guldens. Den 10<l'-n zou weder eene amnestie worden uitgevaardigd voor gewone misdrijven. Het is een bewijs van genade, hetwelk de Koningin op haren geboortedag wil geven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 2