LEYDSCHE 1849. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt vit Zuturdag avond. MAANDAG, 27 AUGUSTUS. Bij deze Courant is een Bijvo&gset 9 lielwelk gratis wordt uitgegeven* BINNENLANDSCHli BEKIGTEN. l.EYOElY, 25 Augustus. Wij herhalen hier het verslag uit ons vorig nommeromtrent de cho lera en vroegere besmettelijke ziekten in onze stad, zoo uit hoofde der aanvrage naar exemplaren die niet meer voor handen zijnals ter ver betering eener misstelling in het hoogste getal der aangetasten en over ledenen in 2 dagenop het laatst van Julijdat in plaats van 88 en 41 zoo als in dat nommer staat120 en 63 had moeten zijngelijk hieronder gemeld tvordt. De heerscheude ziekte waarmede onze stad dezen Zomer weder is bezocht geweest, gaf ons eene droevige aanleiding om haren gang eens te vergelijken, inet hel beloop dier ziekte te dezer stede in het jaar 1832, en vervolgens nog cenen blik te slaan op de pestziekten, die in de zeventiende eeuw, meer malen eene vreeselijke slagting onder de inwoners maakte. Dezen Zomer heeft zich de ziekte het eerst vertoond, op het einde der maand Mei en is sedert toegenomen tot op het einde van Julij, wanneer het hoogste getal aangetasten in twee dagen 120 en der overledenen 63 bedroeg, en is daarna langzamerhand afnemende geweest, zoodat nu in de twee laatste dagen als aangetast slechts 2 zijn aangegeven en 1 overleden. Het totaal aangetasten bedraagt alzoo in meer of min drie maanden tot biertoe 1332 en dat der overledenen 750 (dat op de bevolking van ruim 38,000 inwoners, op een T'r gedeelte uitkomt), waaruit bij vergelijking met den tijd en de getallen van het jaar 1832 blijkt, dat de ziekte nu vroeger is begonnen en hoewel nu nog geen vier maanden geregeerd hebbende zoo als de vorige, grooter getal aangetasten en ongunstiger vergelijking van herstelden aanbiedt. Uit eene opgaaf toch omtrent den toestand der cholerawaarmede onze stad in 1832 bezocht werd, blijkt, dat zij toen begonnen is den 411611 Angus- lus en heeft voortgeduurd tot den 22slen November; dat toen de meeste zie ken waren bijgekomen den 21stea Augustus, namelijk 44; dat de meeste gestorven zijn den 23stcD dier maand, namelijk 18; en dat gedurende die vier maanden door de ziekte in het geheel waren aangetast 1087 personen van welke 485 gestorvenen 602 hersteld zijn. Slaan wij nu het oog op de pestziekten, die onze stad in het begin en midden der zeventiende eeuw bij herhaling hebben geteisterd, dan vinden we dat de ziekte van onze dagen daarbij nog in gcene vergelijking komt. Wij ontleenen de volgende opgaaf, zoo uit de beschrijving onzer stad door den Oud-Burgemeester J. J. Orlers in 1641, en uit die van F. van Mieris in 1770 uitgegeven, als uil eenige berigtcn omtrent die ziekten, door den Hoog leeraar Siegenbeek in 1832 medegedeeld. De geschiedenis dan vermeldt, behalve de pestziekte, die ten tijde van het beleg der stad in 1574 woedde, doch waartoe de hongersnood en uitput ting eene bijzondere aanleiding gaf, dat in 1601 en 1602, in 1624 en 1625 en vooral in 1635 de pestziekten vreeselijke verwoestingen aanrigttcn. In het jaar 1624 en 1625 stierven van Augustus tot October 9897, en in het jaar 1635 van 23 Junij tot 27 December, 14,582 menschenhet geen voor onze stad, die toen op 70 a 80,000 inwoners werd geschat, onge veer een zesde der bevolking bedroeg. Het wekelijksche getal dooden klom van 96 in de eerste week, in oe weken van October tot over de 1400; terwijl de laatst opgegeven week er nog 752 telde. De ziekte bepaalde zich ook toen niet tot onze stad maar heerschte mede met groole hevigheid in de overige steden van Holland. Zoo stierven te Amsterdam, dat toen ruim 115,000 inwoners bevatte, in 1635 ruim 8,000, cn in 1636, toen de ziekte hier tot bedaren schijnt te zijn gekomen, ruim 17,000 menschen, dal is meer dan een tiende der bevolking. In het jaar '1655 hrak de pest hier en elders met vernieuwde woede uit, en stierven hier in Augustus, September en October, maandelijks van 600 tot 900 menschen, en klom hel getal der overledenen in dat jaar tot ruim 13,000; zoodat de Regering besloot, om in plaats van een houten gasthuis, dat in 1635 voor 112 bedden builen de Rhijnshurgsche poort was getim merd, een groot steenen gebouw te stichten, waarin vele honderdc zieken konden verpleegd worden, en dat in 1662 voltooid werd. In 1663 brak er andermaal eene pestziekte uit, die voornamelijk te Am sterdam zoo hevig woedde, dat er 24,148 menschen en dus een zesde gedeelte der bevolking stierven. In 1669 vertoonde zich weder eene besmettelijke ziekte in onze stad, die eene menigte menschen ten grave sleepte. Van 14 Hooglcerarendie toen aan deze Hoogescbool waren, stierven er 6, alsmede vele aanzienlijken en leden der Regering. Later is dergelijke besmettelijke ziekte niet meer in die hevigheid uitge broken; althans wij vinden dat reeds in de jaren van den Franschen oorlog in 1672 en 1673, het nieuwe gasthuis als niet meer gebruikt wordende, lot een militair hospitaal werd gebezigd, waartoe bet later bleef dienen, tot het in onze tijden tot eene militaire strafgevangenis werd ingerigt. Verder bleef dan de stad sedert den jare 1669 van dergelijke ziekten ver schoond; terwijl de cholera, zoo als die in 1832 en thans wederom heeft geheerscht, blijkens bovenstaande opgaven, tot biertoe, Gode zij dank! geens zins met zulk eene hevigheid heelt gewoed. Sedert de laatste opgave van Donderdag den 23sten dezer, zijn alhier bij gekomen 2 cholera-lijders, overleden 1, hersteld 32. Totaal 1,332; over leden 750; hersteld 494; in behandeling 88. Te Haarlem zijn den 23sten dezer 12 jongelieden geëxamineerd en 11 toegelatenden 24slen 12 geëxamineerd en 5 toegelaten. Jongstl. Dingsdag avond is nabij de Vogelenzang een conducteur van de Hollandsche Spoorweg Maatschappij van een der wagens gevallen en door den trein overredenten gevolge waarvan hij vooral aan de beenen ernstig is verwond. Handelsbl Den 21slon is te Maassluis een haring-hoekerschip aangekomen, met 7( last baring. •sGRAVENHAGK, 25 Augustus. Z M. heeft den Heer C'. VV. Vinkhuizen, Medicina Doctor alhier, benoemd lot zijnen bijzonderen lijfarts. In deze residentie is aangekomen en aan bet Hotel de l'Europe afge stapt de Heer Pierre Napoléon Buonaparte en gevolg. Die Heer is heden bij den Koning ten gehoorc ontvangen. Reeds gisteren spoedig na zijne aan komst, heeft die Heer een langdurig onderhoud gehad met den Minister van Frankrijk. De Minister van Justitie zal den 28steD dezer geen gehoor verleenen. Het algemeen verslag der Tweede Kamer over de beoordeeling van bet Ontwerp der Provinciale Wet, door de Commissie bestaande uit de Heeren v. Hasselt, Duymaer v. Twist, Winlgens, Thorbecke en VVesterholT, uit de antwoorden van de Afdcelingen opgemaakt, luidt ongunstig. Men zegt daarin dat noch zamenstellingnoch bearbeiding beantwoorden aan de verwachting; terwijl het inderdaad eene meer dan gewone bevreemding rnoet wekken, dat geene enkele aanmerking, geene enkele aanwijzing van gebreken, geen enkele wenk tot verbetering, in het Verslag der kieswet, der Regering waardig heeft geschenen, orn verandering in vele met de kieswet gelijkluidende bepa lingen tol stand te brengen. Deze bedenkingen, ofschoon niet in alle Afdeelingen, als algemeenc beschou wingen vooruitgezet, openhaarden zich echter in den loop van het onderzoek omtrent de bijzondere wets-artikelendaar vele leden zich van beschouwingen in het algemeen, bij het begin van de behandeling van dit wetsontwerp, hadden onthouden. Te vergeefs zocht men naar beginselen in deze wet; geen spoor vond men, dat cr over gedacht was wat bij voorbeeld door provinciaal belang, provin ciaal huishouden, enz. verstaan moest worden: eene zamenvatting en op somming van grondwettige bepalingen, vroegere reglementaire voorschriften, en vertalingen van artikelen uit de Loi Provinciale van België, ziedaar alles wat men vorid. Men vreesde dat hiervan het gevolg zou zijn, dat, met wei nig verandering, de Provinciale Staten zouden blijven bestaan op den ouden voet, en dat de uitbreiding en ontwikkeling van hunne zelfstandigheidwelke de bedoeling der Grondwet met zich brengt, zouden worden tegengegaan en verkort, ten behoeve van cenen nadeeligen geest van centralisatieof ter ver meerdering van magt van den Commissaris des Konings en van Gedep. Staten. Verder wordt onder de bijzondere aanmerkingen onder anderen gezegd, dat De Prijs der Courant is f 12 in het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Cente afgegeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 1