LEYDSCHE COURANT.:; 1849. MAANDAG, 13 AUGUSTUS. V BINNENLANDSCHE BEK1GTEN. jje Courant wordt Maandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag avond. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN, 11 Augustus. Door bijzondere gelegenheid zijn wij in staat gesteld het navolgende stuk nu reeds aan onze lezers mede te deeleri De Algemeene Synode der Nedorlandsche Hervormde Reik aan al de Chris telijke Hervormde Gemeenten in Nederland: Geliefden in Onzen Heer Jezus Christus 1 Terwijl eene vernielende ziekte in vele oorden des Vaderlands talrijke offers eischt, en allerwege in duizende harten schrik en verslagenheid slortdoet ook de wensch zich hooren, dat een dag van openbare Godsdienstoefening worde afgezonderd, om, in nederig schuldgevoel en in ootmoedig opzien tot den Vader van alle barmhartigheidde leniging en afwending van deze ramp, met vurige gebeden, vereenigd en kinderlijk af te smecken en niet minder ook tot verlevendiging en versterking van die indrukken des geloofs, der hoop en der liefde, welke, inzonderheid te midden eener zoodanige be zoeking, den Christen betamen, en in overeenstemming zijn, zoowel met den nood, die drukt of die komen kan, als met de ondervondene bewaring, verschooning en uitredding, in welke zoo velen zieh, door Gods onverdiende goedheid, verheugen. Overtuigd van het betamende en het Christelijke van dezen wenschzoo wel als van de goede vrucht, die zulk eene gemeenschappelijke verootmoe diging, ter afwending van de ramp, welke ons neerdrukt, ter opbeuring en versterking van veler ontroerd en verslagen gemoed, ter algemeene verle vendiging van een' godsdienstigen zinen ter bevordering van een in goede werken zich openbarend Christelijk bestaan en leven, onder den zegen van God kan en zal te weeg brengen, heeft de synode, aan die begeerte gaarne gehoor gevende, met groote eenparigheid besloten, al de Christelijke Her vormde Gemeenten op te wekken en uit te noodigen, gelijk zij opwekt en uitnoodigt hij deze om den Zondaginvallende op den zes en twin tigsten Augustus aanstaande, tot het plegtslatig vieren van een' Kerkelijken Bid- en Dankdag te bestemmen en godsdienstig te heiligen. Met eerbiedig vertrouwen heeft de synode daarbij het oog geslagen op den God van alle goedertierenheid, in wiens Woord geschreven staat: Roept mij aan in den dag der henaauwdlieidlk zal er u uithelpen en gij zult Mij eeren (Ps. LI: 15), op den Heer der gemeente, die sprak: Bidt en u zal worden gegeven (Matth. VII: 7), en op het Apostolisch woord: Een krachtig gebed des regtvaardigen vermag veel (Jak. V: 1G). Maar niet minder ook verwacht en vertrouwt zijzoo van de Gemeenten als van hare Leeraren, dat van dezen te vieren Bid- en Dankdag aller wege zal worden gebruik gemaakt, niet naar hetgeen men in den ouden dag of onder Heidenen pleegdemaar overeenkomstig hetgeen de Heer ons geleerd heeft, en alzoo in dien Christelijken en Evangelischen geest, welke evenzeer verwijderd is van angstige vrees, als van valsche gerustheid; die even weinig verdienstelijkheid zoekt in zijne voor God in de schuld val lende verootmoediging, als hij troost en hoop en uitredding inwacht op Gods dienstige handelingenaan welke niet geheel het hart deelneemt; die met een eerbiedig geloof en een blijmoedig vertrouwen ook stille onderwerping paart aan den ultijd goeden wil der Hoogste Wijsheid en Liefde; die niet alleen aan zich zelf en het zijne gedachtig is, maar niet minder den nood en de behoefte van anderen, ook op verwijderden afstand, in zijne wenschen en vurigste voorbede opneemt; die, waar het schuldgevoel spreekt: om (onze zonde) komt deze henaauwdlieid ons over (Gen. XLII21), o God! wees mij zondaar genadig (Luk. XVIII: 13), ook met innig verlangen naar licht, moed en kracht, tot bekeering van hart en wandel, zich uitstrekt; die, waar bij meest vurig bidt, ook tot ineest hartelijk danken gestemd is; cn, waar Gods bewarende of uitreddende goedheid het gevoel der verpligting en der erkentenis in het hart en op de lippen gebragt heeft, daarmede ook daden der zelfverloochening, der dankbaarheid en der liefde paart, ten troost en heil der ongel uk k igen die, van alles beroofd of minder beweldadigd, in angstigen kommer en, als weezen en weduwen, in treurige verlatenheid en verslagenheid nederzitten. Zoo zij dan de thans verordende Bid- en Dankdagin Gods hand cn door Zijne goedheid, bevorderlijk aan de kalmte, de vastheid, de blijmoedigheid van onze harten door het geloof, en een gezegend middelom het kwade niet alleen van ons maar ook uit ons te verwijderen, ja, om uit hetgeen een kwaad ons toeschijnthet goede te doen ontspruitenvoor ons en onze kinderen na ons! En heeft ons Nederland zoo menigmaal de blijde onder vinding gesmaakt, dat een Bededag, die onder het nijpen der smart of bij het dreigen van gevaar werd verordend, reeds tijdens de viering in een dag van dank cn vreugde herschapen was: schenke Gods ontferming ons ook thans het voorregldat, als die dag over ons aanlicht cn zijne indrukwek kende stem ons tempelwaarls roept, hij dan, in geheel Nederland, eerder nog een Dank- en Bededagdan, gelijk nu, een Bede- en Dankdag zal kunnen heeten. Doch wat er inmiddels ook plaats grijpe, 'tzij het Gods altijd aanbid delijke wijsheid bchage, met de bezoeking van Zijne hand, ter onzer ver ootmoediging, kastijding cn waarschuwing, nog niet van ons te scheiden, of anders dat Zijne ontfermende liefde, na het geween, den toon des gejuichs in onze landpalen, in onze woningen en onze harten doe wederkeeren, altijd zij en blijve het een dag, voor ons en geheel Nederland, gekenmerkt en gezegend onder de dagen, door hartelijke vereeniging met God cn met den Heer, waartoe hij ons dringt; door de vruchten des Heiligen Geestes, die hij in ons cn over ons brengen kan door de overvloedige werken der liefde, waarmede wij hem wenschen tc heiligen; door den rijken zegen over onzen geëerbicdigdcn Koning cn alle andere belangen van het dierbare Vaderland, voor welke wij dan ook ons vurig gebed zullen opzenden; en door de bevordering van al wat strekken kan ter verheerlijking van onzen God, ter uitbreiding van het Koningrijk van Zijnen Zoon onder de inenschcn, cn tol onzer aller zielen zaligheid, Amen! De Algemeene Synode voornoemd I'. A. C. HUGENHOLTZPresident. TEMMERS VERHOEVEN, Secretaris. Sedert de laatste opgave van Donderdag den 9deo Augustus zijn alhier bijgekomen 14 Cholera-lijdersoverleden 5, hersteld 1G. Totaal 128G, overle den 722, hersteld 392, in behandeling 172. Te Haarlem zijn den 9den geëxamineerd 12 jongelieden, en van deze 7 toegelaten; den 10dcn 12 geëxamineerd en G toegelaten. Dezer dagen zijn er weder vijf haringbuizen aangekomen, als twee tc Amsterdam met 113 en 138 ton, en drie te Vlaardingen met 92 cn 35 ton, en met 10 last of 140 ton. Uit deze opgaaf rnag men afleiden, dat de vangst sedert de laatste dagen verbeterd is. 's GRAVENHAGE11 Augustus. Z. Exc. de Minister van Justitie, de Heer Wichers, heeft, uit hoofde van den staat zijner gezondheid, reeds eenige dagen geleden zijn ontslag uit die betrekking aan den Koning verzocht en treedt stellig bepaaldelijk als zooda nig af, zoodra het den Koning behaagd zal hebben, eencn opvolger te be noemen. Tweede Kamer der Staten-G-eneraal. In de Zitting van Donderdag heeft de Commissie, belast met het onder zoek der ingekomen rekening over het pensioenfonds voor 1847, verslag ge daan. Daarna vroeg de Heer Thorbecke het woorden herinnerde dat de leden in den loop der Zitting dikwerf huiswaarts zijn gekeerd, hij gebreke aan werkzaamheden. Nu is alles wat voorhanden was, afgedaan, behalve 1°. de voor eenige dagen ingekomen twee wets-ontwerpenbetrekkelijk de munt; en 2°. de discussiën over de wet tot dekking van het tekort. Nu zijn er nog 5 weken eer de nieuwe zitting geopend wordt. Hij stelt voor, dat de Kamer besluite, dat zij, na afloop van het onderzoek nopens de munt, en de beraadslagingen over de wel op het tekort (zoo die mogten doorgaan), voor 3 weken zal uiteengaan om dan in het laatste gedeelte van het nog loo- pendo zitting-jaar terug te keeren, ten einde alsdan al te doen wat ter afdoe ning nog aanwezig zal zijnalles onder voorbehouddat de President het noodig mogt oordeelen, om, wegens spoed vereischende zakende leden iu dien tusschenlijd op tc roepen. De Voorzitter zegt dat bij hem ook desgelijks dit voornemen bestond. Na eenige woordenwisseling wordt besloten, nadat de muntwet onderzocht zal zijn, en na afloop van de beraadslaging over de belastingwet (zoo noodig) de Zitting voor 3 weken te schorsen, tenzij huitengewone omstandigheden eene vroegere oproeping noodig mogten maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 1