BUITEINLANDSCEÏE BERiGTEfi.
Den 18den iou de Vergadering tot de behandeling van het wets-onlwerp
omtrent de regeling der toelating en uitzetting vreemdelingen overgaan.
In de Zitting van gisteren heeft de Commissie, in welker handen de
rekening van het fonds van het Staatsblad, over 1847, was vastgesteld, bij
monde van den lieer van Voorst rapport uitgchragt.
Tevens heeft de Commissie voor de opgave van de verkochte domeinen bij
monde van den Heer van Doornverslag gedaan. Beide deze stokken zullen
worden gedrukt.
Daarop zijn de beraadslagingen over de voordragt van wet, ter toelating
en uitzetting van vreemdelingen geopend. Onderscheidene sprekers hebben
breedvoerig daarover het woord gevoerd. De beraadslagingen zijn nog niet ten
einde gebragt, en zullen heden worden voortgezet.
Provinciale Staten.
In de zitting van 11. Dingsdag heeft de Heer van den Aardwegh ecne motie
van orde gedaan, strekkende om voortaan de stemmingen over de artikelen der
gemeentewet, of daartoe betrekkelijke amendementen, weder bij hoofdelijke
omvrage te doen plaats hebbenen het nemen van beslissingen bij opstaan
en zitten weder te doen eindigenvindende hij daarin een bezwaar tegen de
bepalingen der grondwet bij artt. 100, 101 en 102 ten opzigte der Staten-
Generaal. Na breedvoerige woordenwisseling brengt de Voorzitter in hoofde
lijke stemming de vraag, of er redenen beslaan en of het noodig is, om
eenig besluit te nemen tot voorziening in het bezwaar, door den Heer van
den Aardwegh geopperdof wel dat men zal voortgaan op den weg, tot
hiertoe gevolgd? Tot dit laatste wordt met 46 tegen 5 stemmen besloten.
Tegen hebben gestemd de Heeren Veder, van Ravenstein Medemblik van
Weel, van den Aardwegh en Nederburgh.
Hierna zijn de beraadslagingen over de gemeentewet voortgezet, waarvan
art. 92 tot 128 meestal onveranderd, sommigen gewijzigd zijn aangenomen.
In de zitting van Woensdag worden de beraadslagingen over de ge
meentewet van art. 128 tot 171 voortgezet en ten einde gebragt. Er wordt
besloten, aan eenen ambtenaar der Vergadering op te dragen, de verschil
lende gevoelens over het ontwerp van gemeente-wet zamen te vatten om aan
het hooger bestuur te worden medegedeeld aan welken arbeid zich een lid
der commissie zal voegen wordende de zorg voor het opmaken en indienen
van het verslag over het geheel daarvan aan Gedeputeerde Staten opgedragen.
De Voorzitter geeft kennis, dat ingekomen is het rapport der Commissie,
in wier banden is gesteld eene missive van Gedep. Staten, omtrent de wijzi
gingen in de Hoogheemraadschappen en Polderbesturen. De beraadslagingen
deswege zullen nader aan de orde worden gesteld.
De Vergadering is hierop tot morgen middag ten 12 ure verdaagd.
Zoo als men weet, liet wijlen de Baron H. J. van Westreenen van
Tiellandt, overleden in de maand November van het verleden jaar binnen
de residentie, eene allerkostbaarste verzameling van oudheden na, zoowel
boeken als anderzins, waaronder vooral uitmunten zeldzame oude drukwer
ken, uit de eerste dagen dier nooit volprezen kunst. De Baron legateerde
dat alles met het huis, op de Prinsessegracht, waarin hij gewoond had, en
waarin de verzameling vele kamers beslaat, aan het land, of bij weigering
aan de stad Maintz. Dezer dagen is deze zaak beslist geworden. Z. M. de
Koning heeft bij besluit gemagtigd tot aanvaarding dier zeldzame verzameling
en zoo doende de eer gehandhaafd van den Hollandschen kunstzin. De quaes-
tie van het collateraal moet, naar men zegt, op eene hoogst verrassende wijze
door Z. M. zclven uitgemaakt zijn. De Koning toch zou, uit eigen fondsen,
de dnizenden daartoe noodig, beschikbaar hebben gesteld. {Zond. bl.)
FRANKRIJK,
PARIJS, 17 Jul ij.
De Generaal de Lamoricière is door de Regering benoemd lot buitengewoon
Gezant bij den Keizer van Rusland, ter vervulling van eene tijdelijke zending.
De kosten voor de expeditie in Italië zullen vrij wat meer bedragen,
dan waarop zij waren geraamd.
Het smaldeel in de Middellandsche Zee, onder bevel van den Admiraal
Baudin, is den 12dcn op den reede van Toulon ten anker gekomen.
De Colonel Espivent is naar Italië teruggekeerd, met helooningen voor
hendie zich in den jongsten krijg onderscheiden hebben.
ITALIË,
ROME, 10 Julij.
De Paus heeft den Generaal Oudinot en den Heer de Corcelles benoemd
tot Commandeurs der Orde van den H. Gregorius den Groole.
De Pans heeft een cigenhandigen brief aan den Generaal Oudinot ge
zonden, gedagtcekend 5 Julij, waarbij hij hein geluk wenscht met den afloop
der zaak en zich ten opzigte der zwarigheden, die men verder ontmoeten zal,
op de Voorzienigheid verlaat. Voorts zendt hij eenige exemplaren van zijne
toespraak om naar des Generaals bevinding te worden uitgedeeld, en waar
uit, schrijft de Paus, voldoende blijkt, dat de zegepraal van het Fransche
leger op de vijanden van de menschelijke maatschappij is behaald.
De Colonel Niel die mij met uwen brief de sleutels van een der poorten
van Rome heeft aangebodenzal u dezen ter hand stellen." De Paus eindigt
zijnen brief met de betuigingdat hij voor den Generaalvoor het Fransche
leger, voor de Regering, voor heel Frankrijk, onophoudelijk tot den Heer bidt.
Men verzekert, dat de door de stad Rologna aan den Paus gezonden
deputatie, door hem niet is ontvangen, omdat zij ook den wensch moest uit
drukken, dat de vrijgevige staatsinstellingen mogten behouden worden. De
Kardinaal Antonelli had haar alleen te woord gestaan.
De tegenwoordige Regering van Venetië heeft pogingen bij de kabinet
ten van Engeland en Frankrijk gedaan, om door hunne tusschenkomst met
Oostenrijk in schikking te komen. Het antwoord getuigde van welwillend
heid maar bij het Weenerlractaat van 1814, Venetië onder heerschappij
van Oostenrijk gebragt zijnde, zoo heeft het Engelsche Kabinet den Venetianen
geraden om de zaak met Oostenrijk in der minne te zien te vereffenen.
De Oostenrijkers voor Venetië hebben in den nacht van den 6deo de
batterij op den spoorweg dam vermeesterd en zijn, na het geschut te hebben
vernageld, teruggetrokken. Deze onderneming is slechts volvoerd door 70 vrij
willigers onder bevel van den Kapitein Brüllwelke echter daarbij het leven
heeft verloren,
Een zeer gematigd Florentijnsch dagblad geeft het volgende bemt uit
Rome van den 7den
De nacht is rustig voorbijgegaan; maar de door de Franschen genomen maat
regelen en bepaaldelijk het verbod om des avonds na negen ure op de stra
ten te komen heeft algemeen misnoegen verwekt. De inhechtenisnemingen
vermenigvuldigen zich onder degenen die laatstelijk gevat zijn hevindt zich
ook de bekende Cicervacchio. Ook het getal der ambtenaren die hun ontslag
nemen groeit steeds aan al de hoogere ambtenaren der verschillende Minis-
teriën ofschoon dringend aangezocht om hunne posten te behoudenhebben
hunne functien gestaakt. Het Romeinsche leger is wat de Fransche procla-
maticn er ook van zeggen mogentot op weinige honderde manschappen
verminderd. De Opperbevelhebber Rosclli en zijn staf hebben geweigerd zich
aan de Franschen te onderwerpenen de municipaliteit heeft van haren kant
eene bekendmaking uitgevaardigdwaarin zij verklaart dat alle door de
Fransche overheden verordende maatregelen buiten hare medewerking geno
men zijn, en dat, zoo zij nog op haren post blijft, zulks eeniglijk geschiedt
om nog zooveel mogelijk de belangen der ingezetenen te beschermen.
De Heeren de Corcelles en de Rayneval zijn heden alhier aangekomen.
t
I'RUISSEX.
BERLIJN, 18 Julij.
Aan het verbond tusschen PruissenSaksen en Hanover opgerigthebben
zich reeds Baden en Anhalt aangesloten, Rijn-Hessen, Saksen-Weimarde
beide MecklenburgenOldenburg en Nassan hebben ook verklaard, te zullen
toetreden van bijna al de overige kleine Staten verwacht men hetzelfde,
Holstein, Limburg en Luxemburg uitgezonderd, die in bijzondere omstandig
heden verkeeren. Men weet nu nog niet wat van een tegenovergesteld Duitsch-
Oostenrijksch verbond zal kunnen worden, waartoe Beijeren en Wurtemberg,
en eenige weinige kleine Staten zouden moeten toetreden, en aldus als hel
ware geheel in Oostenrijk worden opgenomen.
Uit het hoofdkwartier te Freiburg wordt van den 15den gemeld, dat
de onderscheiden legerafdeelingen tot aan de Zwitzersche grenzen waren voort-
geruktmaar nergens meer den vijand hadden ontmoet, zoodat de opstand
als geëindigd moest worden beschouwd. Reeds zijn sommige afdeelingen
van het Pruissisch leger uit Baden teruggekeerd znodat er geen plan schijnt
bestaan te hebben, om ook Neuchatel weder onder Pruissen terug te brengen.
OOSTENRIJK.
WEENEN, 15 Julij.
Den llden dezer hebben de Hongaren uit Komorn eenen aanval gedaan op
de Oostenrijkers bij Acz en Mocsa. Na een langdurig gevecht zijn zij terug
getrokken zoo gemeld wordt, vervolgd door de Oostenrijkers, tot onder het
geschut der vesting. Van beide kanten moet hevig gestreden en veel volk
gevallen zijn.
De gewezen Voorzitter van den Hongaarschen Rijksdag, Pazmandy, in
de omstreken van Komorn gevangen genomenis hier gevankelijk binnen-
gebragt.
Het is bekend dat Kossuth President der Hongaarsche Republiek alle
gouden en zilveren voorwerpen uit de kerken heeft doen ligten om er geld
van te laten slaan. Om een denkbeeld te geven van den rijkdom der kerken
in Hongaryezij het voldoende op te merken, dat onder de opgeligte voor
werpen zich vele kostbaarheden bevinden; als onder anderen: een zilveren
doopbekken, wegende 300 ponden, uit Kaschan een porphyr, waaraan een
gouden lamp was vastgehecht, van 50 ponden; een zilveren beeld der H.
Maagd, van 140 ponden, uit Grosswardeinvier zilveren Engelen, van 150
pondenuit Waitzen een gouden lam en een gouden kistje met 32 edelge
steenten vier gouden kroonenvan 200 ponden een zilveren ketting van
40, vier zilveren altaar-sieraden van 200 ponden, uit Buda en Pesth voorts
300 ponden zilver uit Zatmas, enz.
Ofen is door onze troepen bezet. De Majoor Wussin is den ll,lcn aldaar
aangekomen zonder ecnigen vijand te ontmoetenheeft de stad en het kasteel
bezet, en zijn geschut derwijze geplaatst had, dat hij de brug over den Donau
en een gedeelte van Pesth met vrucht beschieten kon; het was hem echter
gebleken dat hij van die zijde geenen aanval te duchten had, vermits ook
Pesth door den vijand geheel ontruimd wasdie zich naar den kant van
Czegled gewend had. Van de aankomst van Russische troepen in Pesth wordt
nog geen melding gemaakt. Aan de Beurs was intusschen den 14den op nieuw
het gerucht van de aankomst van Vorst Paskewitsch te Pesth in omloop, als-