Te Pietermauritzburg hebben den 4dfn en l4den Maart zware stormen en onweders gewoed; den 4dl'n zijn verschillende huizen meerder of minder beschadigd, en eenige menschen, hoewel niet doodelijk, getroffen. Den 2dcn heeft de plaats zelve niet geleden, maar op drie mijlen alsland daarvan zijn 6 jongelieden, die zich op reis bevonden, op hunne bedden door den blik sem getroffenvan welke 3 dadelijk dood warenterwijl de andere zwaar werden gewond. i ——bb—b—mm—b1 gTAB§ 113 B SI I Ci TT BURGEMEESTER en WETHOUDERS bee Stad LEYDENbrengen bij deze, ingevolge circulaires van den Heer Gouverneur der provincie Zuid-Hol land, van den 5den en 15den dezer inaand ProvBI. n°. 51 en 54) ter bon der belanghebbenden, dat ten gevolge eener Koninklijke beschikking van den isten jUnij jl. n°. 167, de werkzaamheden betrekkelijk de Certificaten van Nederlandschcn oorsprong, wegens goederen teri uitvoer naar IVeèrlands lndië bestemd, te rekenen van den eersten Julij aanstaande, zullen overgaan bij hot Departement van Koloniën, onder de navolgende bepalingen: Dat de bedoelde Certificaten van dat tijdstip af, door de plaatselijke bestu ren die dezelve hebben opgemaakt, met een geleidebriel regtstreeks naar dat Departement moeten worden gezondenhetwelk deze stukken op den dag der ontvangst, na van een doorloopend register-nominer en van den stempel des Departements voorzien te zijn, aan de plaatselijke besturen, ter uitreiking aan de belanghebbendenzal terugzenden. Dat gemelde certificaten evenwel steeds zullen moeten vergezeld gaan van een duplicaat, geschreven op post- of ander dun papier, ten einde de terug zending der geviseerde originelen te bespoedigen; welke dnplicaten, voor zoo ver zij vóór den 20sten van elke maand zijn ingeschreven, telkens met den Overlandpost naar lndië zullen gezonden worden. Dat aan de Plaatselijke Besturen de meestmogelijke zorg en naauwlettend- heid is aanbevolen, om wel toe te zien, dat de certificaten niet dan volledig, naar waarheid en alleen aan ben die daarop regtmatige aanspraken kunnen maken afgegeven worden. Leyden21 Junij 1849. DU 111 EU. Ter ordonnantie van dezelve, v. PUTTKAMMER. AfiADllHIE-MEVWS. PROMOTIE A AIM DE LEYDSCHE HOOGESCIIOOL. Den 22sten Junij de Heer J. van Leeuwen, van Alkmaar, in de Medicijnen, na verdediging zijner Dissertatie: de Scirrho Cardiae Ventriculiannexa duabus Bistoriis Morborum. Dienzelfden dag de fleer W. F. J. van Pallandt, van Rosendaal, (Prov. Gelderland), in de Regten, met Theses. Dienzelfden dito de Heeren .4. en S. C. H. Ne.lerburgh beide van 'sGra- vesandein de Regtenmet Theses. Den 23sten dito de Heer T. A. Lainbreehtsen uit Middelburgin de Reg ten na verdediging van zijn Specimen de Societate Mutua. Dienzelfden dag de Heer F. B. van Leeuwen, van Soerabaija, in de Reg ten met Theses. PROMOTIE AAN DE UTRECHTSCIIE HOOGESCIIOOL. Den 20sleu Junij de Heer J. W. Foest, van Amsterdam, in de Reglen met Theses. Den 21sten dito de Heer N. C. Lambrecbtsenvan Middelburg, in de Reg ten met Theses. Wij ontleenen deze beschrijving met eenige verkorting uit eerie mededeeling van den Amsterdamschen Hoogleeraar Vethin het Maandblad der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen. I. algemeene beschrijving. Aan den Oostelijken uithoek van Azië, en als cene keten, die Achter lndië aan Nieuw-Holland verbindt, en gedeeltelijk zich voortzet in de tallooze kleine eilandengroepen, die tot het vijfde werelddeel gerekend worden, ligt cene reeks van landen aaneengeschakeld, eenmaal waarschijnlijk lot een groot vast land verbonden, maar thans in hunne oneindige verbrokkeling de spo ren dragende van de vreesselijke krachtende verwoestende omwentelingen der Natuur. Maar geen historisch tijdperk toont ons die landen in de ge daante, die het oog van den natuurvorscher nog in hunne half uitgewischtc omtrekken erkent of vermoedtzoo ver de berinnering der geschiedenis reikt, vinden wij hier cene uitgestrekte eilanden-wereldbevolkt door eene oneindige verscheidenheid van stammen, door zeden, taal en trap van be schaving tot in het oneindige verschillend; terwijl slechts de zeeva irtkunst sinds eeuwen het geliefkoosd bedrijf van de moedigste en krachtigste dier stammen, de gemeenschap onderhield tusschen de afgelegenstc deelen van dezen Archipel. Deze Oostersche eilanden-wereld begint met bet schiereiland Malakka, dat, slechts met cene smalle landstrook aan het vaste land van lndië verbonden, en ver te midden van den Archipel vooruitdringendedoor de Natuur zelve bestemd schijnt om een deel daarvan uit te maken, gelijk de geschiedenis het daarmede in lief en leed verbonden heeft. Eene smalle zee- ëngte, zelve weder met eilanden als met stof bestrooid onder welke het kleine Singapoera in de geschiedenis van den handel tegen koningrijken opweegt (de Straat van Malakka), scheidt bet Maleiscbe schiereiland van bet uitgestrekte Sumatra, dat, door de verscheidenheid zijner bevolking, in afkomst, talen, zeden, regering, beschaving, de verscheidenheid zijner gronden en voort brengselen in alle rijken der Natuur, de maatschappelijke en natuurlijke gesteldheid van den ganschen Archipel als in een' verkleinspiegel terugkaatst. Straat Sunda met bare Duizendeilanden, scheidt Sumatra van liet kleinere, maar door den rijkdom der Natuur en den vruchtbaarmakenden arbeid der menschen het ver overtreffende Java. Bali, met het daaraan cijnsbare Lombok, de toevlugt der Hindoe-bescha ving, die genoodzaakt werd van Java te vlugten, toen daar de volgers van den Profeet van Mekka de leer van den Islam verkondigden, en de talrijke groep der Sumbawa-eilanden de laatste schuilplaats van de eertijds zoo ge duchte magt der Portugezen in deze streken waaronder SumbawaFloris Tjindana of het Sandelhout-eiland, en het uitgestrekte Timor de voornaamste zijn, eindelijk de nog zoo schaars bekende Wester-, Oosler- en Aroë- eilanden, vormen de voortschakeling van deze keten, en verbinden Java met het tot Australië gerekend land der Papoeasdat, wegens de gelijkheid zijner Negerbevolking met die van Afrika, den naam van Nieuw-Guinca draagt, en met zijn Westelijk schiereiland tot in den Indischen Archipel vooruitdringt. Een vaarwater van slechts weinige uren breedte scheidt Timer en de eilanden van het meer zuidwaarts gelegen Nieuw-Holland. Meer noord waarts sluiten zich aan de Westkust van Nieuw-Guinea de ontelbare eilanden van den Molukschen Archipel aan, waarin de aloude specerij-tuinen der Com pagnie, Banda, Amboina en Ternate, wel is waar nog den naam geven aan de drie Residentiënwaarin hij door het Neder!. Gonvernement is gesplitstmaar in omvang oneindig onderdoen voor de uitgebreide gewesten van Coram, Boeroe en Gilolo, die zij in roem zoo verre overtroffen. Eenige kleine eilanden-groepen vormen de schakels, waardoor de Moluksche Archipel aan dien der Manilla's of Philippijnsche eilanden verbonden wordt over welke Spanje zich nog de heerschappij toeeigent, schoon inderdaad een groot gedeelte der inboorlingen vrij cn onafhankelijk onder zijne eigene opperhoof den leeft. Van Mindanao en Luqoii strekken zich de beide hoofdeilanden dezer groep, en levens haar zuidelijk en noordelijk eindpunt, als twee armen Zuid-westwaarts uit, die te zarnen de Mindorosche zee omsloten houden. Zoowel de meer noordelijke arm, door Mindoro, de Calamianes en Paragoa, als de Zuidelijke, door den Archipel van Solo gevormd, eindigen bij den Noord oosthoek van Borneo, het grootste allee bekende eilanden, zoo gij Nieuw-Hol land den naam van vast land des vijfden wcrelddeels waardig keurt, Borneo, dat Frankrijk in omvang overtreft, maar zeker niet het tiende zijner bevolking telt, Borneo, dat door zijne vruchtbaarheid, en vooral door zijne rijke goud- en diamantmijnen, de begeerlijkheid der Chinezen zoowel als der Europeanen gaande maakt: dat, naauwelijks nog op enkele pun ten voor den invloed der Europcscbe beschaving openslaat. Midden tusschen de genoemde eilanden, met de Sumbawa-groepten Zuiden, den Molukschen Archipel ten Oosten, de Phiiippijnen ten Noorden, en Borneo op geringen afstand ten Westen, ligt het zonderling gevormde Celebes, dat op drie plaat sen den toegang aan diep indringende zeeboezems vergunt, en diensvolgens uit vier smalle landtongen bestaat, die in een gemeenschappelijk middelpunt zamenkomen. Celebes, voor handel en zeevaart als geschapen, telt onder zijne veelsoortige bevolkingen dezulken die alle andere van den Archipel in stoutheid en veerkracht van karakter te hoven streven, cnzeldzaam ver schijnsel in het Oosten, zich tot eene mate van politieke vrijheid hebben verheven, die zonderling afsteekt bij het eenvormig despotisme, dat alle andere nog meer of min van Europesche magt onafhankelijke bevolkin gen dezer gewesten onder zijnen looden schepter ter nederdrnkt. Eindelijk rijgen zich aan de Zuidwestkust van Borneo de kleine Karimata-eilanden Billiton en het tinrijke Banka, dat nog slechts door eene smalle zeeëngte van Sumatra gescheiden is, terwijl zich Noordwaarts van daar, langs de Oost kust van laatstgenoemd gewest, eene nieuwe keten van eilanden, van welke Linga en Bintang of Riouw de voornaamste zijn, tot aan Singapoera vnort- schakelt. De hier in losse trekken geteekende gewesten, maken te zomen de grootste eilanden-groep van den geheelen aardbol uit. Van het Westelijkste punt van Sumatra, dat op 95° lengte gelegen is, tot aan het Oostelijkste der Aroë- eilanden, dat zich juist onder den meridiaan van 135° bevindt, strekt hij zich 40°, dat is, aan de Linie, 800 uren in de lengte uit. De Noordelijk ste punt van Lu^on ligt op ruim 19° Noorder de Zuidelijkste van de Sum bawa-groep op juist 11 graden Zuiderbreedte, hetgeen dus eene breedte van van 30° of rnim 600 uren vormt. De gezainentlijke bevolking kan onmo gelijk met eenige naauwkeurigheid bepaald worden. Die van Java alleen bedraagt zeker ruim 9* tnillioen, en ofschoon dit eiland verreweg het meest- bevolkte van alle is, zoodat bet veel grootere Sumatra slechts op 4) milliocn inwoners geschat wordt, en men voor het uitgestrekte Borneo niet meer dan 2 a 3 millioen mag stellen, kan men wel aannemen, dat de gewone opgave, die de bevolking van a! deze eilanden te zamen op cene ronde som van 20 millioenen brengteer beneden dan boven de waarheid is. Ziedaar eene vlugtige schets van de rijke landen, die te zaïnen den Indi schen Archipel uitmaken. (Van het tweede Hoofdstuk over de Geschiedenis dier eilanden groepen zullen wij nader een uittreksel ten vervolge op de bovenstaande beschrijving medcdcelen.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 3