KENNISGEVIJVG. SCI£ UT T E Si IJ. Nationale Vergadering verslag gedaan worden van de uitvoering, die aan de onderhavige wet zal gegeven zijn. Door de Vergadering is thans reeds magtiging aan de Regering verleend om 16 harer leden te vervolgen. De berigten uit Lyon blijven gunstig voor de Regering luiden. Het getal dooden en gekwetsten aan den kant der opstandelingen, wordt op 500 begroot; meer dan 1500 zijn gevangen genomen. De bijouterie- of juweliers-werkers verkeeren thans in de grootste ellende; meer dan 5000 hunner zijn zonder arbeid. Heden heeft de begrafenis van den Maarschalk Bugeaud met veel pleg- tigheid in het hötcl der Invaliden plaats gehad. Het getal sterfgevallen aan de cholera was den 17dcn tot op 211 ver minderd. ITALIË, ROME, 10 Junij. Uit deze stad wordt gemeld, dat het Driemanschap eene Commissie had benoemd, die al de huizen moest onderzoeken, om al het goud en andere edele metalen in beslag te nemen. Men was aldaar bereid otn zich tot het uiterste te verdedigen. Van het Franschc leger verneemt men, dat de bresbatterijen in zoover voltooid waren, dat men meende den 12den of 13den bres te kunnen schieten. Evenwel geven cenige berigten hoop, dat het zoover niet zou komen, omdat de Heer d'Harcourt van wege den Paus zich uit Gaëta naar den Ge neraal Oudinot begeven had, en voorstellen tot schikking overbrengt. De Paus levendig getroffen door het bloedige gevecht van den 3dcn, en van zijnen I kant alles willende doen om verder bloedvergieten te stuitenhad in over- j eenstemming met de Kardinaals Lambruschini en Adobrandini en den Graaf von Spaur, maar tegen het advies van den Kardinaal Antonclli, besloten ecnen stap tot toenadering te doen in den geest van het ultimatum, hetwelk door de Constituerende Vergadering vóór de benoeming van het Driemanschap gedaan was. AVelke echter die voorstellen waren, wordt met met zekerheid medegedeeld. Onderscheiden Fransche bladen trekken echter dit berigtzeer in twijfel. PRITISSEiR. De Pruissische troepen rukken in Rijn-Beijeren wel zegevierend voort, doch ontmoeten heviger tegenstand dan zij verwacht hadden; van daar dat er bloedige gevechten worden geleverd, en steeds nieuwe troepen oprukken om de geteisterden te helpen of te vervangen. Uit het hoofdkwartier te Weinheim wordt van den 15dcn medegedeeld, dat Ladenburg en Kaferthal, welke den vorigen dag door de Pruissische troe pen genomen warenwederom waren opgegeven omdat die plaatsen te vele nadeclen opleverden voor de geringe bezetting die men er konde laten, en dat i de uilslag van het gevechthetwelk den 16dcn des morgens weder was be- gonncn, een oogenblik voor de rijkstroepen twijfelachtig geweest was, doch dat men bij het afzenden van het laatste berigt, des middags ten 12 ure, j wederom naar den Neck ar voorlrukte-, en tot Handschuhsheioi, op 1 uur af- stands van Heidelbergdoorgedrongen was. Het berigt echter, dat die beide eerstgenoemde steden zich weder in de magt der opstandelingen zouden bevindenwordt niet bevestigd. De Pruissische troepen op den linker Rhijnoever hebben, volgens een berigt uit Oggersheim van den 15denLudwigshafen tegenover Mannheim na een scherp gevecht, waarbij verscheiden huizen in brand geschoten werden, dien dag vermeesterden de Rheinschanze bezetwaar zij in den avond van den 15den zwaar geschut plantten om Mannheim te beschieten. WÜRTEMBEKG. STUTTGARDT, 14 Junij. De Voorzitter van het Ministerie heeft zijn ontslag genomen zoo men meentomdat bij zich met den Koning en zijne overige ambtgenooten niet verstaan kon omtrent de houding, die de Regering tegenover het Tiomp-Par- lement moest aannemen. Zijn ontslag heeft hier eenen slechten indruk ge maakt. Heden heeft dat Parlement weder eene zitting gehouden in eene ma nége, welke hiertoe in der haast eenigzins was ingerigt, en heeft de Com missie van vijftienen verslag uitgebragt over het schrijven van den Rijksmi nister von Wittgenstein aan de Wurtembcrgsche Regering, deze uitnoodigende, om aan het door het Parlement benoemde Regentschap, het gebied van Wur- temberg te ontzeggen. Toen is door al de vergaderden en onder luid gejuich van het publiek, het volgende voorstel aangenomen: »1». Het verblijven van den Aartshertog Johann in de bij de wet van 28 Junij des vorigen jaars aan hem opgedragen, en bij de wet van 6 Junij dezes jaars opgeheven betrekking van Rijksstedehouder, is eene onwettige aan matiging. »2°. Geen Duitschc regering en geen Duitsch burger is bevoegd noch ver- pligt om aan den Aartshertog Johann als Rijksstedehouder te gehoorzamen. »3°. Het regentschap wordt gelast om met alle te zijner beschikking staande middelen het aangematigd gezag van den Aartshertog Johann legen te werken." OOSTENRIJK. WEENEN, 14 Junij. Het officiële dagblad van gisteren bevestigt bet berigt, dat de Banus Jella- chich zijn krijgstogt in het Banaat den 5den dezer, met eene belangrijke over winning op de Magyaren geopend heeft. IKGEZOKDEAf. Het is ontegenzeggelijk dat er ter verbetering van het zedelijk en gods dienstig volkskarakter, nog steeds oneindig veel te doen overblijft. Vooral is zulks waar ten aanzien van bet straatgezang. Het is toch indedaad ergerlijk en bedroevend, het zedekwetsend gezang of geschreeuw te hooren, dat langs onze straten vooral 'savonds op de onbeschaamdste wijze door eene menigte kin deren die hunne verblijven of werkplaatsen verlaten, ongestoord wordt uit- BURGEMEESTER en WETHOUDERS bek STAD LEYDEN brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden, dat de alphabetische naamlijst van al de personen, die, overeenkomstig de wet van den llden April 1827, aan de Loting voor de dienst der Schutterij moeten deel nemen, ter visie van een' iegelijk zal liggen ter Secretarie dezer Stad, van den 18den tot den 26slen Junij aanstaande, (de Zondag uitgezonderd) 'smorgens van 10 tot 'snamid dags ten 1 ure; en dat de Loting zal plaats hebben op de Grootc Pers van het Raadhuis, en wel: Op Woensdag den 27sten Junij 1849, 's morgens ten 10 ure. Wordende de zoodanigen, welke na de laatst voorgaande inschrijving zich hier ter Stede met der woon hebben gevestigd, lot eene na-loting opgeroepen, mede op Woensdag den 27ste" Junij aanstaande's namiddags ten 1 ure. Zullende ieder ingeschrevene bij een biljet worden opgeroepenom tot de Loling ter voorschreverie plaatse op te komenop den dag en het uur in deze Kennisgeving uitgedruktterwijl de zoodanigendie verhinderd mogtcn worden zelve tot de Loting op te komen, zich door een gemagtigden kunnen doen vertegenwoordigenof geen gemagtigde comparerende, zal de Loting ge schieden door een' der Leden van de Commissie uit het Plaatselijk Bestuur. Wordende de belanghebbenden tevens verwittigddat bij de genoemde Loting aanteekening zal worden gehouden van de redenen tot vrijstelling, die de ingeschrevenen vermeenen, krachtens het 3dc art. der wet, te kunnen aan voeren waarom het voor hendie zoodanige reden tot vrijstelling meencn te hebben, van belang is, door personele opkomst, of bij volstrekte belet selen, door het zenden van een' met hunne omstandigheden wel bekenden gemagtigdede Loting niet te verzuimen. En wordt eindelijk den belanghebbenden kennelijk gemaakt, dat de vrij stellingen, bij de wet toegekend, zijn de navolgende: 1°. Die met ziekte of gebreken zijn behebtwelke hen tot den wapenhan del voor het tegenwoordig oogenblikof wel geheel ongeschikt maken. 2°. Die kleiner zijn dan eene Nederlandsche el en 570 strepen. 3°. De Geestelijken van alle gezindheden, zoo lang zij niet van stand veranderen. 4°. De Professoren en Lectoren aan de Hoogescholcn, Athenaea en Seminariën. 5°. De Studenten in de Godgeleerdheid. 6°. Die den rang van Officier in dienst van den Staatte lande of ter zee hebben bekleeden door eervol ontslag de dienst verlaten hebben of gepensioneerd zijnzoo lang zij niet in eenen gelijken of hoogeren rang bij de Schutterijen kunnen worden aangesteld. 7°. Die, wegens verandering van woonplaats, eervol uit de Schutterij zijn ontslagen in den rang van Officier, voor zoo verre zij in hunnen vorigen of in hoogeren rang niet weder kunnen worden aangesteld. 8°. Die in militaire dienst ter zee of te lande zijn waardoor alleen worden bedoeld, zij, die na de inschrijving in militaire dienst zijn gelreden, als rustende op militairen, zoo lang zij in dienst zijn, en dus niet voor ingezetenen eener bepaalde gemeente kunnen gehouden worden, de vcr- pligting nietom zich te doen inschrijven. 9°. De broeder van hem die in persoon voor zich zeiven bij de Schutterij dient; met dien verstande, dat van een gelijk getal broeders altijd de helft, en van een ongelijk getal slechts de kleinste helft tot de dienst zal worden geroepen strekkende deze bepaling zich echter niet uit tot zoodanige broeders, die, om welke reden ook, niet meer bij hunne ouders inwonen. Terwijl zij voorts in tijd van vrede van de active dienst tevens worden vrijgesteld, met de bepaling nogtans, dat zij tot de werkelijke dienst gebraakt. En of zulks nog niet genoeg ware, wordt dat ergerlijke getier vooral op Zondag-avond en gedurende dien nacht door volwassenen, die hunne kroegen verlaten, op zulk eene ergerlijke wijze voortgezet, dat men zich verwonderen moet over de toegevendheid welke de autoriteit voor tucht en orde, hieromtrent schijnt in acht te nemen. Noor het minst moesten kinde ren in het openbaar geen toon mogen geven voor de zedeloosheidvooral als het zoo verre gekomen is, dal de beschaafde burger zich deswege moet scha men voor zijne eigene kinderen. In dagen als thans, waar de roepstem: bereid uw huis o mensch! want gij zult sterven," zoo treffend wordt gehoord, zullen deze of dergelijke op merkingen, immers voor geen huichel- of dweeptaal gehouden worden. Wenken zijn echter nog geene geneesmiddelen. Zoo lang de pogingen ter verbetering van het nationaal volksgezang zoo dikwerf beproefd door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeennog zoo weinig heilzame uitkomsten opleveren, en door zoute- en zedelooze straatgezangen verdrongen worden, zouden de fabriekanten en opzigters van werkplaatsen welligt in veel opzig- ten mede heilzaam kunnen werken op diegenen, welke als uit hunne hand gevoed worden en uit dien hoofde aan hen eenig ontzag verschuldigd zijn. Het mag ten minste voor wenschelijk beschouwd worden met vereenigde po gingen maatregelen te nemen, welke in verband staan met de uiterlijk zede lijke verbetering der lagere volksklasse, opdat niet alleen onze straten gezui verd worden van een zedeloos geschreeuw maar tevens de doelmatige inrig- tingen ook hier voor behoeftigen daargesteld, meer heilzame verschijnsels mogten opleveren. STABS RERIGTEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 3