Voor hebben gestemd de HH. de Monchv, van Nispen, Donker Curtius, Schooneveld, Mutsaers en van Voorst. ■Bij den aanvang der beraadslagingen in deze Zitting heeft de Minister van Binncnlandschc Zaken namens de Begering, op eene deswege aan hem gerigte interpellatie, de toezegging gedaan, dat een ontwerp van wet omtrent de uitoefening van het stem- en kiesregt waarschijnlijk nog deze weck zal wor den aangeboden dat de gemeente-wet nog in beraadslaging is bij den Baad van State, cn spoedig bij den Ministerraad wordt terugverwacht; dat de provinciale wet reeds door den Ministerraad aan den Koning is aangeboden en, naar hij vertrouwt, spoedig in den Staatsraad zal worden overwogen; en eindelijk dat van zijn Departement bereids is uitgegaan een ontwerp op liet lager onderwijs, dat ook bet onderwerp van overweging bij den Staats raad uitmaakt. In de Zitting van de Tweede Kamer van gisteren beeft de Commissie voor de verzoekschriften rapport uitgebragt op oen groot aantal in hare han den gestelde stukken, als: bij monde van den Heer Godelroi, op 16 adres sen, alle bezwaren inhoudende tegen het wetsontwerp, houdende eene buiten gewone belasting cn voorstellen tot dekking van het tekort. Voorts nog bij monde van de Heeren van Eek, Mccuwssen, Dirks en Wintgens, op eenige ndressen over verschillende onderwerpen onder anderen op twee adressen van F. J. Stieltjes, thans zonder beroep te Zutphenvroeger 2d<! Luitenant, houdende bezwaren tegen het eeds-formulier voor het leger, en klagte over het hein verleend ontslag als Officier, wegens weigering van eedsailegging. De Heer Thorhecke vat hierover hct[ woord op. De zaak komt hem van groot gewigt voor; de betrekking namelijk van de gewapende magt tot de Grond wet. Kene eerste vraag is: welk gezdjt behoort zoodanig eedsformulier vast te stellen? Kan, mag dat zijn, hetzelfde gezag aan hetwelk de eed wordt gedaan Maar bovendien dat formulier kan aanleiding geven tot twijfel en strijd. Als gezegd wordt, dat men trouw zweert aan den Koning, de wet ten en de krijgstucht, dan ziet Spr. voor zich zelf geen bezwaar, om dien eed af te leggenmaar de vraag kan rijzenof de gehoorzaamheid aan de ■Grondwet door trouw te zweren in de eerste plaats aan den Koningook ecnigermate geacht kan worden beperkt te zijn. Iin wat is nu hier het geval Een eerlijk en bekwaam officier beeft van •wege den bij hem ontstanen twijfel den eed niet afgelegd, na verzekerd te hebben, dat, als de eed wierd opgevat in den zin, als bij die opvatte, hij hereid was dien te doen. Hij beeft dus alleen eenige verklaring geviaagd aan de hoogcre autoriteit; deze schijnt hem niet te zijn gegeven en nu kan Spr. «liet gelooven, dat de Minister van Oorlog thans bier zwarigheid zal maken, j om eene verklaring te geven, dat door trouw te zweren aan den Koning, daarmede bedoeld wordt de grondwettigen constitutionelen Koning, en dat i die eed in zich bevat trouw aan de Grondwet. Overigens vraagt Spr. of liet niet eene treurige gebeurtenis isdat op het oogenblik cencr Troonsbeklimming, een man, op wien niets te zeggen valt, dan dat hij gemoedelijker is dan anderenuit de dienst ontslagen moet wor denomdat de krijgstucht dit wclligt vordert. De zwarigheid kan uit den weg geruimd worden door de verandering van het cedsformulierdat kan bevorderd worden door de nederlegging ter griffie, en door daaraan te verbinden een' sterken aandrang, tot wegruiming der bezwaren. De Ilceren Vcrwey Mejan, Groen v. Prinstercr en Zuylen v. Nyevelt, 'spre ken nagenoeg in dienzelfden geest. De Minister van Oorlog vereenigt zich met het nederlcggen ter Griffie waai toe wordt besloten, cn de zitting opgeheven. BUIÏEJNLAJNDSCHE BER1GTEN. ENGELAIVD, LONDEN, 16 Mei. De Koningin heeft het eiland Hong-Kong tot een Bisschopszetel verheven, onder den naam van het Bisdom Victoria, cn tot Bisschop benoemd den Wel- Eerw. Heer Dr. G. Smith. De dag der plegtige inhuldiging van Z. M. den Koning der Nederlan den is II. Zondag alhier plegtig herdacht in de Gereformeerde kerkdoor alle hier aanwezige Nederlanders, voor welke de Predikant der Gemeente Dr. Gchle, eene uitmuntende rede uitsprak. In de Zitting van het Lagerhuis van den 9deD, heeft de Heer Hindley verlof verkregen tot het indienen van een wetsontwerp, ter verhindering van het drijven van niet volstrekt onvermijdelijken handel op Zondag. De Commissie, door het Lagerhuis belast, om het nut te onderzoeken van het oprigten van openbare bibliotheken heeft den gewezen Minister van FrankrijkGuizotdaarover gehoorddie het zeer heeft aangeprezen. In het Hoogerhuis is de tweede lezing goedgekeurd van de wet betref fende de nieuwe belasting ter ondersteuning van behoeftigen in Ierland. Zatordag hebben hier niet minder dan 8 zware branden plaats gehad die veel schade hebben veroorzaakt. Onderscheiden landeigenaren in Ierland hebben de pacht hunner lan derijen 20 pCt. verminderd. Aan die pachters, welke 3 jaren pacht schuldig zijn wordt de gelegenheid gegeven naar de Vereenigde Staten te verhuizen. De verkoop van landgoederen is ondoenlijkdaar er geen bod op gedaan wordt. De verscheping van Groot Britannië bedroeg in 1848 3,817,112 ton- nenlastmet eene bemanning van 229,275 zeelieden. Het kapitaal, daartoe in werking, wordt geschat op 38,171,120 behalve eene som van 15,983,607 gebezigd in onderscheidene bediijven, aan de scheepvaart verbonden, dus te zamen ruim 54 mill. De zamenstelling en uitrusting gaf werk aan bijna 80,000 ambachtslieden enz., cn bijna 11 mill. werden aan boawen en herstel ten koste gelegd, waarvan bijna 5 mill. aan dagloonen betaald ■werden, terwijl de jaarlijksche bezoldiging van zeelieden, met de noo- dige levensbehoeften, 9,218,806 beliep. De geïnde vrachten bedroeven 28,628,299 FRANKRIJK. PABIJS, 17 Mei. De Minister van Binncnl. Zaken L. Fancher, heeft zijn ontslag gevraagd. Hij zal echter voorloopig aan het bestuur blijvendoch zonder zich met de staatkundige aangelegenheden te bemoeijen, tot dat de verkiezingen zullen afgeloopen zijn. Er is door dc Nationale Vergadering een crediet van 5 millioen Ir. toe gestaan voor de zending van 6000 kolonisten naar Afrika reeds hebben zich ruim 54,000 personen aangegeven. De Brusselsche Indépendance deelt een particulier berigt mede uit Marseille van den 13den, hetwelk meldt dat de Fransehe troepen ten getale van 15,000 man onder den Generaal Oudinot met die van Napels sterk 8000 en waarbij nog 10,000 werden gewachtgereed stonden om te zamen den Helen Rome op twee punten aan te tasten. Uit DuitsclilandHongarye en Italië komen duizende vlugtelingcn op Franscb grondgebied aan, alle mannen, die gewoon zijn in bun land ver sperringen op te werpen. Men mag hopen dat de Begering in tijds maatre gelen tegen dat overkomen nemen zaldaar het voor de rast van Frankrijk niet zonder gevaar is. ITALIË, BOME, 8 Mei. Het berigt dat de Oostenrijksche troepen Bologna reeds zouden bezet heb ben, is te voorbarig geweest; thans wordt als zeker medegedeeld, dat zij die stad den 8stcn hebben beginnen te belegeren cn te beschietendaar zij wei gerde hun hare poorten te openen. De stedelijke regering heeft daarna eene wapenstilstand van 24 uren verzocht en verkregen. De Generaal Oudinot heeft aan de Fransehe Regering gemelddat 200 man, die krijgsgevangen gemaakt waren, door de Romeinen waren terng ge zonden, om daardoor hare broederlijke genegenheid jegens de Franschen te kennen te geven. De Generaal had daarop aan een bataillon Romeinsche vrij willigers die in Civita-Vecchia gevangen gehouden werden de vrijheid ge schonken, om niet in edelmoedigheid voor de Romeinen te wijken. Hij meldt verder, dat zijne stelling goed, de staatkundige toestand van den Kerkelijken Staat zeer ingewikkeld is, doch dat de tijd niet meer ver afkan zijn, dat Rome Frankrijk als scheidsman zal inroepen, en alzoo de opofferingen die Frankrijk zich heeft getroost, zullen strekken tot bevordering van het belang der menscliheid en tot vermeerdering van den Franschen invloed. De berigten omtrent eene overwinning, welke Garribaldi op de Napel- schc troepen behaald had, moeten in zoover gewijzigd worden, dat hij slechts de voorhoede tot wijken heeft gehragt, en daarna zelf voor de hoofdinagt der Napelschen heeft moeten terugtrekken. Na een bombardement van 24 uren dat weinig schade heeft veroor zaakt, is Livorno den lllle" dezer ingenomen. De Oostenrijkers en de krijgs- magt van den Groothertog hebben wel twee uren in de stad gevochten eer ze de opstandelingen meester waren, van welke er velen gevangen zijn. FKÜISSEN. BERLIJN, 16 Mei. De Koning heeft heden eene bekendmaking aan zijn volk afgekondigd, hoofdzakelijk wordt daarin gezegd «Onder voorwendsel de Duitsche zaak te verdedigen, hebben vijanden des Vaderlands in Saksen cn elders, de oproervaan opgestoken. In dien be- dcnkelijken toestand heb ik een woord tot mijn volk te spreken. »Het aanbod der Keizerskroon heb ik moeten afwijzen, omdat de goedkeu ring der Duitsche Regeringen en eene wijziging der Rijks-Grondwet mij nood zakelijk schenen. Vruchteloos heb ik gepoogd met de Frankforter Vergade ring eene overeenkomst te treffen. »Deze heeft geheel met Pruissen gebroken, nu ze buiten haren werkkring is getredennu ze de volkeren tot weerstand heeft opgeroepen. Daarom heb ik alle Pruissische Afgevaardigden teruggeroepen. Andere Begeringen zullen hetzelfde doen. Mijne Regering beeft nu met de Gevolmagtigdon van de overige grootc Duitsche Staten het in Frankfort begonnen werk der Duitsche Rijks-Grondwet opgenomen. Die Grondwet zal der natie spoedig worden voorgelegd: hare eenheid door een uitvoerend bewind verzekerd, hetwelk de belangen van Duitscliland naar huiten waardig handhaaft, hare vrijheid gewaarborgd door een volks vertegenwoordiging met wetgevende bevoegdheid. De door de Nationale Ver gadering ontworpen Grondwet zal daarbij ten grondslag liggen, en alleen die punten worden veranderd, die met het ware welzijn des vaderlands in strijd zijn. Die grondwet zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan een Rijksdag, bestaande uit leden van die Staten die zich aan den Bond aansluiten. uDat is mijn weg. Alleen waanzin en leugen kunnen daarbij het er voor houden, dat ik de Duitsche zaak heb verlaten. Pruissen is tot eene zware taak geroepen doch het zal die vervullen. Het gevaar is groot, maar dc gezonde zin van mijn volk zal het werk des leugens vernietigen. Sta dus, mijn volk, met mij, zoo als ik in trouw

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 2