van contestatie voor den Burgerl. Ilegter kan uitmaken, ook al ware dit van belang voor partijhetgeen het niet is. 3. Wat de niet ontvankelijkheid van Interventie hetreft, uit hoofde dat /Diakenen (gesteld rij waren wettig) reeds partijen zouden zijn in het proces. Dat, indien het genoegzaam was, zich een' naam toe te eigenen en dien dan wettig te voeren om anderen onder dien naamte wikkelen in pro eessen voorzeker Diakenen zouden kunnen gerekend wordendoor de naams- usurpatie van anderenonnatuurlijk te zijn gewikkeld in een proces tegen zich zelvcnmaar dat, zoo lang een valsche naam aan da wezenlijkheid der zaak niet afdoet, ook niet aan Diakenen kan worden tegengeworpen, dat geheel vreemden procederen op naam van een Collegie, dat, zonder Diake nen, onmogelijk hestaan kan. Overigens heeft de Advocaat van Diakenen niet noodig geacht te adstrueren bet verzoek om Acte dat de Diakenen bereid waren de zaak voor den Minister van Financien over te nemen uit hoofde dat dit verzoek alleen was geschied om dadelijk blijk te geven van der Diakenen bereidwilligheid om Z. Exc. te waarborgen voor alle mogelijke gevolgen, die uit de door hen gepro voceerde weigering van uitbetaling der intresten zouden kunnen voortvloeijen. De Advocaat van Diakenen heeft eindelijk alleen noodig geacht bij te voe gen, ten opzigte der kosten van het proces, dat de Eischers niet uitmaken het Collegie, onder den naam waarvan zij waren opgetreden; dat zij persoon lijk door dien naam niet konden zijn gedektevenmin als ieder ander die een valschen naam aannam; maar dat zij in hun privé, zoo als zij ten processe voldoende bekend warenbehoorden te worden veroordeeld tot het betalen der kosten, die trouwens op hen, in hunne geusnrpeerde qnaliteit, nooit zouden kunnen worden verhaald. Den 26sten April had alhier de gewone jaarlijksche Algcmccne Vergade ring van het Genootschap Mathesis Scienliarum Genitrix plaats, die tevens bestemd was tot de uitreiking der cereprijzen aan de Aankwcekelingen. Ka eene voorafspraak door den Medebestuurder P. van Geer, die bereidvaar dig die taak op zich had genomen, over de voortreffelijkheid van den menschwerden aan de navolgende jongelingen cereprijzen uitgereikt, als: In de Rekenkunde: W. UitenhoutM. G. Bentfort, A. van Lith, J. P. Meerburg, H. A. Heykoop, J. J. Labree, H. Visser Cvz., P. 11. Felix en J. Montagne; getuigschriften aan J. Capteyn en A. van Mourik. In de Wiskunde: J. van Lith, M. J. van der Mark, en J. P. Heykoop. In de JlandteekenkundeD. J. Fischer, A. C. van Hoeken, P. Heyde'l- berg, A. Steen w ij kJ. P. Bommezijn, J. E. Vlaanderen, J. Rozendaal en J. G. L. Heykoap. In de DoorzigtkundeW. van Geer. In de Bouwkundige RekenkundeL. G. Riéhter, J. M. P. de Graaf en A. Ligtvoet. In de Bouwkundige TeekenkundeJ. J. van Oerlc, A. Iloiree en IL Steenwijk. In de Tiatuur- en WerktuigkundeJ. J. van Mantgem en P. v. d. Kamp. De Gewone Medaille in het Pleisterleekenen aan II. Rozcndaalen het Accessit aan W. J. II. Rozendaal. De Gewone Medaille in de Bouwkundige Teekenkunde aan C. A. Heykoop, en het Accessit aan A. N. J. G. van Pellecom. Loffelijke vermelding is toegekend aan C. Wassenaar, B. van den Broeck J. de Sauvage, J. Toorns, J. P. de Goey, C. Muller, II. Mathieu, W. F. Woest, J. P. van Brederode, J. C. Wakerlin, M. van Hooidonk J. I'. Smagge, A. van WerkhovenA. KraneveldJ. BovenkerkK. in 't Hol en M. J. Servaas. Gp ecne bevallige wijze werden, zoo voor zich als namens hunne mede leerlingende dankbetuigingen uitgesproken door li. Visser Cvz,, J. Rozendaal, A. tlorree -en C. A. Heykoop. Behalve ecne talrijke menigte en de Leden van het Genootschap, was deze plegtigheid ook weder vereerd met eene Commissie uit de Stedelijke Regering bestaande uit de Ed. Achtb. lieer P. du Rieu Burgemeester met de IIÜ. Wethouders Dr. P. G. van Hoorn en Mr. A. O. Grave van Limburg Stirum alsmede van eene Commissie uit het Leydsche Departement der Nederland- sche Maatschappij ter Bevordering van Nijverheid, door wier invloed en mede werking wederom dit Genootschap, van wege genoemde Maatschappij, is in staat gesteld geworden om meerdere uitbreiding aan het onderwijs in het vak der werktuigkunde te geven zoowel daarin als in andere opziglen worden de bewijzen gevonden van het voortdurend nut dat door deze instelling in onze Stad wordt gesticht. Aangaande den diefstal der 65,000 aan bankbiljetten, waarvan wij dezer dagen melding maakten, vernemen wij, dat de persoon uit Driebergen, die door een ingezeten alhier met de betaling er van belast was en die met de gelden was verdwenen, in Londen is opgespoord, en dat bijna de gansche som, die hij aan een kantoor aldaar wilde inwisselen aan den eigenaar is gerestitueerd. {HM.) De Minister van Financiën heeft ter kennis van de belanghebbenden ge- bragt, dat er thans gelegenheid beslaat om geregeld twee malen in de maand brieven uit dit Rijk over Engeland naar Suriname, benevens naar Cura£ao en onderhoorige eilandente verzenden. De paketbooten met welke de ver zending plaats vindt, vertrekken uit de Engelsche zeehaven op den 2ücn en 17dcn van el^e maand; wordende de brieven voor Suriname te Demerary, en die voor Curasao te Puerto Cavallo, in den Staat Venezuela, afgegeven, van welke beide plaatsen zij verder door vaartuigenuit de Nederlandsche koloniën komende, worden afgehaald. De brieven echter, welke men van hier verlangt op die wijze te doen verzenden, moeten op het adres de aanwij zing bevatten: over Engelanden voorts over een gedeelte van den afstand worden gefrankeerd. Bijaldien het een of het ander door de belanghebbenden verzuimd wordt, geschiedt de verzending niet over Engeland, maar van hier regtstrecks met bijzondere scheepsgelegenheid. Men kent het proces, hetwelk reeds sedert eenige jaren aanhangig is tusschen de erfgenamen van wijlen Z. M. Koning Willem I en den Heer G. van Berkum, ter zake van den opbouw der Aptddoornsche kerk. Thans verneemt mendat de Hooge Raad aan heide partijen heeft aangeraden om de zaak voor ƒ45,000 te schikken, met gelijk aandeel in de kosten. De Heer v. Berkum heeft thans door zijnen Advocaat Mr. P. Blussé, (uit wiens berigt in de N. Rolt. Cour. wij het onze ontleenen,) aan de hooge erfgena men medegedeeld, dat zoo zij zich met dit voorstel vereenigen, hij cr genoe gen mede zal nemen. Men zal zich herinneren dat de vordering des aanne mers eene som beloopt van ƒ80,000. De Hooge Raad heeft zijne uitspraak, op 13 April jl. bepaald, uitgesteld, om af te wachten of deze aangeboden schikking ook tot stand mogt komen. De Zutphensche Courant meldt dat de 2Jc Luitenant T. J. Stieltjes, geweigerd heeft den vernieuwden eed af te leggenbij de troonsbeklim ming des Konings, op grond dat het formulier van dien eed, waarbij men trouw zweert aan den Koning, gehoorzaamheid aan de wetten en onderwer ping aan de krijgstucht drie zaken bevatten die in strijd zouden kunnen ko men, en dien ten gevolge uitstel verzocht en de meening der Regering ge vraagd. Voornoemde Luitenant is daarop bij besluit van Z. M. ontslagen, als heb bende hij zich door zijne handelwijze buiten de mogelijkheid gesteld oin te blijven in den rang en de betrekking welke hij bij het leger bekleedde, 's GRAVEND AGE, 1 Mei. Z. M. heeft nog benoemd tot Adjudant in buitengewone dienst, den Lui tenant ter zee lstc klasse, Jhr. G. A. Tindal. Z. M. heeft den lste" Luitenant-Adjudant van het regement grenadiers en jagers, Schönstedt, benoemd tot zijnen Secretaris, in plaats van den lieer Bronkhorst, die tot Intendant van Zr. Ms. palcis is benoemd, en tot lstc« Luitenant-Adjudant bij het regiment grenadiers en jagers, den 2jcu Luitenant- Adjudant Nicuwenbuizenvan het 6,le regement infanterie. Z. M. heeft benoemd lot Nederlandsche Consuls in de Fransche depar tementen der Vendée en Ncdcr-Charantcte Archangel en de verdere havens aan de Witte zee, en in Opper- of Nicuw-Californië, de Heeren E. Bonne- mortCarl Brandt en J. P. II. Gildemccster. Z. M. heeft aan den Nederlandschen Gezant te Brussel vergunning ver leend de Orde van den Verlosser te dragen, hem door den Koning van Grie kenland gegeven. H. K. II. Prinses Marianne is van hare reis naar Londen te Voorburg wedergekeerd. Heden is de Erfgroothcrtogin van Sakscn-Weiuiar-Eisenach naar Weimar teruggekeerd. Gisteren morgen is de Minister voor de Zaken der Ilerv. en andere Eerediensten, de Heer van Heemstra, voor het eerst na zijne ernstige ongesteld heid, aan zijn departement gekomen en heeft zijne werkzaamheden hervat. Op aanstaanden Donderdag, den 3lle0 Mei 1849, zal de gewone au- denlie van den Minister van Finantiën geen plaats hebben. Naar aanleiding van art. 83 vari het Reglement van Orde, zijn door leden der Tweede Kamer de navolgende amendementen ter griffie ingezonden op het Ontwerp van Wet betrekkelijk de onvervreemdbaar-verklaring van mi litaire pensioenen, gagementen en soldijen, waaromtrent morgen de beraad slagingen bij de Kamer zullen worden gehouden: I. Een amendementonderteekend ingezonden door den Heer Nedermeijer van Rosenthalstrekkende om bij het ontwerp van wet het volgende nieuwe artikel te voegen Art. 3. De voorschotten, door liefdadige instellingen, hetzij renteloos, hetzij tegen eene matige rente, op de vooromschreven pensioenen, gagemen ten en soldijen gegeven, of nader te geven, en tot zekerheid waarvan de acten van pensioen, gagement of soldij in pand gegeven zijn, of zullen worden, zijn niet onder de bij deze wet verboden beleeningen begrepen, mits de be palingen waarnaar die voorschotten geschieden, door het plaatselijk bestuur goedgekeurd zijn. In de zitting van de Tweede Kamer van heden is het wets-ontwerp, strekkende om ecne bestemming te geven aan het batig slot der rekening wegens het bijzonder fonds voor de uitvoering van werken aan de Dedems- vaartmet algemeene (57) stemmen aangenomen. Vervolgens zijn aan de orde gesteld de beraadslagingen over het wets-ontwerp wegens de onvervreemdbaar verklaring van militaire pensioenen cn gagementen. Na veelvuldige discussiën is dat ontwerp met eenige daarbij voorgestelde amen dementen aangenometi met 51 tegen 8 stemmen. Jhr. Mr. II. L. Wichers, lid van den Raad van State, is den 26slen dezer des avonds, in deze residentie teruggekeerd van de hem in het laatst van 1845 opgedragene zending naar Nederlandsch Indië, alwaar hij het voor zitterschap heeft bekleed van de beide hooge geregtshovencn het bestuur behulpzaam is geweest bij de invoering der nieuwe wetboeken voor de Oost- Indische bezittingen. De Heer Wichers heeft de terugreis over land volbragt en was den 27stcn Februarij van Java vertrokken. In de Ned. Stoompost leest men: De in de vorige week in zulk eene buitengewone menigte gevallen sneeuw heeft veel schade toegebragt aan den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 2