HER - IJ ra. digd, dat alle wetten, besluiten, benoemingen ent. welke van de revolu- tionnaire besturen sedert 20 Maart 1848 zijn uitgegaan, voor nietig worden verklaard, al de toen werkzame ambtenaren in hunne bedieningen hersteld en de wapenen moeten afgeleverd worden. De Piemontesche Commissaris welke over die Hertogdommen geplaatst was, heeft tegen bet inbezitnemen door de Oostenrijkers geprotesteerd, omdat bij den wapenstilstand van Novara daar van geen spraak is geweest en dus de handelingen van den Oostenrijksehen Generaal onwettig waren. OOSTENRIJK. WEENEN, 12 April. Z. M. heeft, ter eere van den Veldmaarschalk P.adetzky een gedenkpenning doen slaan, waarvan hem namens Z. M. eene goudenzilveren en bronzen zal worden aangeboden. Uit de laatste legerberigtenwelke echter zeer verward zijn, blijkt ge noegzaam dat het Oostenrijksche leger genoodzaakt is geworden om voor de overmagt der Hongaren tot Pesth terug te wijken, en nabij die stad eene ge concentreerde stelling in te nemen, ten einde de aankomst van versterkingen af te wachten. Bijzondere bcrigten van verschillende kanten medegedeeld, verzekeren dal deze rugwaartsche beweging door onderscheidene voor de Oosten rijksche wapenen ongunstige gevechten is voorafgegaan, en uiten de vrees dat do veel sterkere Hongaren het Oostenrijksche leger met goed gevolg bij Pcsth zullen aantasten alvorens liet versterkingen ontvangen kan hebben. FRANKFORT. 14 April. In de zitting van het Duitsch Parlement van gisteren is de Vergadering omtrent een voorstel van een der leden, om terug te komen op het beslnit, omtrent de afschaffing van de speelbanken, overgegaan tot de orde van den dat>daar zij zich hield aan bet beslotene. De Rijks-Minister heeft bij die gelegenheid gezegd dat thans door de onderscheiden Regeringen inet de hou ders van speelbanken over schadevergoeding gehandeld werd. Die te Wiesba den had 4J, te Mamburg bijna 3 en te Baden bijna even zooveel millioenen guldens te vorderen. Heden middag ten 12 ure hebben de gevolmagligden van acht en twin tig Regeringen een document onderteekendwaarbij die Regeringen verkla ren toe te treden tot de Duitschc staatsregeling en hare goedkeuring hechten aan de overname van het erfelijk Keizerschap door den Koning van Pruissen. Saksen en Wurtemburg zouden waarschijnlijk ook toetreden. De jongst ontvangen Oostenrijksche nota verklaart, aan de rijksverga- dering geen gezag hoegenaamd meer toe te kennende Oostenrijksche rege ring protesteert daarom op nieuw tegen hel daar te stellen centraal bestuur en maakt bekend dal zij den Rijksvoogd volmagl heeft verleend tot het leiden van onderhandelingen met de verschillende Regelingen. RISLAVB. PETERSBURG, 31 Maart. Z. M. heeft eene ukase uitgevaardigd, waarbij »op grond dat het in de tegenwoordige omstandigheden noodig geacht wordt een groot gedeelte van het leger, hetwelk in bet verleden jaar door de cholera eene aanzienlijke ver mindering heeft ondergaanop den voet van oorlog te latenin de weste lijke gouvernementen des rijks eene ligting van 8 rekruten op de 1000 zielen hevolen wordt, welke den 13den Junij dezes jaars afgeloopen zal moeten zijn. Do gouvernementen PskowWitebsk en Mohilew, die van de ligtingen van 1846 en 1847, uit hoofde van het mislukken van den oogst in die jaren vrijgesteld waren zijn thans uitdrukkelijk in dien maatregel begrepen. ©ENE MAR KEN. De Generaal IlansensMinister van Oorlog, heeft te Kopenhagen de vol gende dagorde bekend gemaakt Daar alle Koningen en Vorsten van Duitsch- land den opstandelingen bijstand verleenen, zoo is bevel gegeven om het leger, ten einde nutteloos bloedvergieten te vermijden, en voor overmagt moetende zwigten, terug te doen trekken en op Alsen het voegzame tijdstip af te wachten, waarop men den vijand man tegen man zal kunnen te keer gaan. Deze verklaring doet vermoedendat de Denen het gehcele vaste land zul len prijs geven en zich tot verdediging der eilanden bepalen maar daaren tegen alle Duitsche havens zullen blokkeren en de schepen opbrengen. §TA1S RERI6T. NOTIFICATIE. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS deh Stad LEY DEN, gezien heb bende de Notificatie van Hun Ed. Gr. Achtb. de Ileeren Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, in dato den 9dcn Januarij jl.Provinciaalblad N°. 5) betreffende den Herijk der Maten en Gewigten in Zuid-Hollanden gelet op de voordragt van den Arrondissements-IJker alhier, van den 23sten dezer maand, geven mits dezen den Ingezetenen dezer Stad hunne verpligtirig te kennen, tot bet doen Herijken van al de bereids te voren geijkte Lengte- en Inhoudsmaten en Gewigten, benevens de bij de Inhoudsmaten voor drooge waren behoorende strijkels, waarmede deze, overeenkomstig Art. 8 van Zr. Ms. besluit van den 21ste" December 1822, [Staatsblad N°. 54) moeten wor den afgestreken. En worden zijlieden ten dien einde opgeroepenter bezor ging der gemelde Maten en Gewigten, wel schoon gemaakt en gezuiverd aan het Lokaal van den Ijk, in de Lenige Schoolsteeg. Zullende daartoe, tegen dadelijke betaling worden gevaceerd Voor Wijk Iop den 4dcn April II5,lcn April III, 10den cn lld«» April, IV 12deD, 13den en lGden April V, 17dcn13den en 19d"n April, VI, 20ste», 23sten24sten en 26steD April, w VII, 27stc" en 30sten April en den lsten en 2d«n Mei. VIII, 3dcn en 4den Mei; met uitzondering echter van de Goud- en Zilversmids-, benevens de Apo thekers- of Medicinale Gewigtenvoor welker Herijking afzonderlijk zitting zal gehouden worden te weten Voor de Goud- en Zilversmids-Gewigten op den 3dcl1 Aprilen Medicinale Gewigten op den 2dcn April telken dage des morgens van 8 tot des namiddags 2 ure. En waarschuwen Burgemeester cn Wethouders voornoemdallen en een' iegelijk wien het aangaat, met herinnering tevens aan art. 2 van Z. M. besluit, in dato 30 Maart 1827, Slaatshln°. 13) om op bovengemelde dagen, (na welke de Arrondissements-IJker zich overeenkomstig art. 10 der Notificatie van II. Ed. Gr. Achtb. de HH. Ged. Staten van Zuid-Holland, in dato 18 Ja nuarij 1822, tot uitoefening van den Herijk naar de Buitengemeenten van het Arrondissement moet begeven, en alzoo buiten de mogelijkheid is, om gerec- delijk aan het verlangen der verzuimdheblienden te voldoenzich overeen komstig hunne verpligting omtrent dezen Herijk stiptelijk te gedragen ten einde buiten bekeuring te blijven zullende er, na den bepaalden termijn, ingevolge dispositie van H. Ed. Gr. Achlb. de HH. Ged. Staten van Zuid-Hol land, in dato 22 November 1831, geene verlenging van tijd, of zoogenaamde nadagen, gegeven worden. Wordende de belanghebbenden in het algemeen bij deze voorts herinnerd, aan de Notificatie van 11. Ed. Gr. Achtb. Gedep. Staten van Zuid-Holland in dato 4 Augustus 1820, volgens welke de ijkpligtigheid zich uitstrekt tot alle handel- en neringdoende lieden, Fabrikeurs cn Ambachtslieden, die, in hun nen handel of hun bedrijf, eenige Maten of Gewigten gebruiken, en de Apo thekers of Medicijnbereiders in bet bijzonder, aan art. 3 en 5 van Zr. Ms. besluit van 21 October 1819, Slaatshln°. 52) bepalende hunne gehoudenheid tot het bezit van een vol stel gewigten, en medeverpligling tot den jaarlijkschen Herijk van hetzelve, alsmede aan het Koninklijk Besluit van 5 Febr. 1826, n°. 153, volgens hetwelk de, bij derzelver eersten Ijk gestempelde, greinge- wiglen zonder die eene nadere stempeling te doen ondergaan jaarlijks dooi den Ijker moeten worden nagezien en onderzocht. En wordt wijders, door deze, ter kennis van de belanghebbenden gebragt, dat tot jaarletter, gedurende 1849, voor clen Ijk der maten en gewigten bepaald is de letter (j£. Aldus gedaan bij HH. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 26sten Maart 1849. DU RIEU. Ter ordonnantie van dezelve, v. PUTTKAMMER. De Commissie voor de Tentoonstelling van Voortbrengselen van Nijverheid voor de provinciën Zuid- en Noord-Holland, te Delft in de inaand Julij aan staande te houden brengt bij deze ter kennis van de belanghebbenden dat even als reeds vroeger door de Directiën van de Hollandsche- cn Rhijn-Spoor- weg-Maatschappijen en van verscheidene Stoomboot-Ondernemingen is geschied thans ook het vrachtvrij vervoer der goederen bestemd voor de Tentoonstelling van Voortbrengselen van Nijverheid te Delft cn van daar terugkomende, wel willend is toegezegd door de Onderneming der Diligences van en naar Breda en Tilburg en tusschen- gelegenc plaatsen naar en van de Stoomboot de Stad Geertruidenberg te Geertruidenberg; de Directie van de Stoomboot de Stad Geertruidenbergvan en naar die stad cn Rotterdam de Directien der Stoombooten van 's Hertogenbosch op Rotterdam cn Schiedam de Diligence-onderneming van li. Bogaerlz en Comp, te 's Hertogenbosch van en naar Eindhoven Breda en Nijmegen de Directie der Amsterdamsche Stoomboot-maatschappij, voor de Stoomboot Frisovarende tusschen Amsterdam en Harlingen de Onderneming: de Stoomjagten, varende tusschen Rotterdam en Middelburg. En zulks onder voorwaarden 1°. dat de goederen buiten kosten der ondernemingen aan de plaatsen van vertrek der middelen van vervoer zullen gebragt, en evenzoo van de plaatsen van aankomst zullen afgehaald worden 2°. dat deze goederen, zoo op de plaatsen van vertrek als gedurende het transport, bij wegraken of beschadigen, geheel huiten risico of verantwoor ding der ondernemingen zullen zijn 3°. dat al de te verzenden voorwerpen zullen voorzien zijn van een bewijs dat dezelve werkelijk voor de Tentoonstelling bestemd zijn ol' van dezelve zijn teruggezonden. NB. Als bewijs zal gelden: voor de inzending het adres: Aan de Com missie voor de Tentoonstelling te Delftdoor den inzender gelee- kend en voor de terugzending, hot adres aan den inzender, met de kennelijke wooiden: Van de Tentoonstelling te Delft, door den Secretar s der Commissie geteekend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1849 | | pagina 3