LEYDSCHE
COURAN
18-19.
MAASDAG, 9 APRIL.
BINSESLANDSCHE BERIGTES.
N°
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar;
de afzonderlijke nummers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, 7 April.
Uit de officiële raededeeling in de Staats-Courant van lieden blijkt, dat
in de grafrede, door den W.-Eerw. Z. Gel. Heer Ruitenschild bij de lijkkist
des Konings gehouden, twee misstellingen waren ingeslopen, moetende geleien
worden in plaats van: de rust is beter en in vrede: de Koning rust beter
en in vredeen in plaats van: gelukkig die den dood vinden op hunnen
postgelukkigen wie de dood vindt op hunnen post.
- Op verlangen van Z. M. is heden namiddag ten 2 ure in de Klooster
kerk te 's Gravenhagedoor den Wel-Eerw. Zeer Gel. Heer Ruitenschild,
Predikant bij de Hervormde gemeente aldaar, de plaats vervullende van den
Hofkapelaanwelke door ongesteldheid verhinderd werd die taak op zich te
nemen, eene lijkrede uilgesproken, ter nagedachtenis van Z. M, den diep
betreurden Koning Willem II.
Bij bet intreden van het Hof in de Kerk, zong de gemeente het 4deen5(Ic
vers van Gez. 160. Bij den aanvang der dienst werd gezongen Ps. 103, vs. 9.
De Leeraar herinnerde de gemeente dat de ontslapen Koning regt en aanspraak
op hare gedachtenis haden zij met de Vorsten die behoeft. Nu volgde
een vurig gebed, waarin des Hoogslen zegen werd afgesmeekt. De tekst was
I Thessalonicensen IV. vs. 18, waarin de Apostel Panlus, na over de hope
der opstanding te hebben gesproken, zegt: zoo danvertroost elkander
met deze woorden.
De Spreker bragt 's Vorsten aandenken en de troost van het Evangelie in
herinnering. Hij stond vooral stil bij de grootheid in menig opzigt, en de
beminnelijkheid van dien door Neêrlands Volk Geëerde. Daarna maakte hij
het gewigtde zekerheid en vruchtbare aanwending der Eivangelie-vertroos
tingen dienstbaar aan opwekking van christelijken zin en wandel. In het
nagebed gedacht hij aan de droefheid van het Koninklijk Huis en ons Volk
en aan het vrolijk vooruitzigt door het geloof en het heil van Vaderland en
Kerk. Ilet nagezang was uit Gez. 182. vs. 1 en 2.
Deze godsdienstige plegtigheid maakte eenen diepen indruk op alle aanwe
zigenHH. MM. de Konir.g en Koningin, II. M. de Koningin-Moeder en alle
de leden van het Koninklijke gezin waren tegenwoordig. Alle tot de Hofhou
ding behoorende Hecrcn en Dames en eene zeer talrijke menigte hadden zich
in de Keik vereenigd.
Het Handelsblad meldt in een bijzonderen brief uit Rotterdam het
volgende: Tot veler ergernis beeft men het legio nachthuizen niet belet,
Dingsdag nacht als naar gewoonte hnnne bachanaliën te houden. Terwijl
de Koninklijke Familie hier vernachtte en bij 's Konings lijk treurde, was
bet in de Zandstraat en omstreken kermis; daar werd publiek gespeeld en
gedanst! Onbegrijpelijke policie-vcrordeningenalle fatsoenlijke verma
kelijkheden, concerten, schouwburgen, alles staat stil, en daar laat men den
beest spelen.
Betrekkelijk het vervoer van reizigers over den Hollandschen Spoorweg,
op den dag van eergisteren (4 April) verneemt men nog de volgende bijzon-
derbeden: Van 'sllage naar Delft zijn omstreeks 30 treinen vei trokken. Het
getal der van 's Hage naar Delft vervoerde personen heeft ruim 4300 beloo-
pen. Van Delft zijn naar de verschillende plaatsen vervoerd omstreeks 9000
personen; van Rotterdam naar Delft ongeveer 4000. In het geheel zijn dien
dag over de spoorlinie van Amsterdam naar Rotterdam omstreeks 20,000 per
sonen vervoerd. Te 10J ure is de laatste trein van 'sGravenhage vertrokken;
te 11^ ure de laatste trein naar Rotterdam. Met deze laatste treinen zijn
al de vroeger te 's Hage achtergeblevene reizigers vervoerd. Niettegenstaande
den grooten toevloed van reizigers, is geen onheil hoegenaamd op de spoorweg
linie voorgevallen. Behalve met de spoortreinen, is ook met andere gele
genheden eene zeer groole menigte personen uit de nabijgelegcne steden naar
en van Delft gereisd.
Gedurende de maand Maart zijn over den Rijnspoorweg vervoerd 23,006
reizigers, en is ontvangen ƒ37,343.17; totaal der ontvangst sedert Januarij
1849 107,794.22.
De Handelmaatschappij heeft 30 schepen bevracht, als 18 voor deze
stad, 10 voor Rotterdam, 1 voor Dordrecht, en 1 voor Middelburg.
's GRAVENHAGE6 April.
Z. M. heeft den Luitenant-Generaal O. J. H. Graaf van Limburg Stirum,
Opperbevelhebber der vesting Maastricht en buitengew. Adjudant van Wijlen
Z. M. Willem II, benoemd tot Grootkruis der Orde van den Nederl. Leeuw.
Z. M. zal aanstaanden Dingsdag eene groote wapenschouwing houden
op het Alexanders-veld, over de Schutterij dezer residentie, en het garnizoen
in vereeniging met de bezettingen van Delft en Leyden.
H. M. de Koningin-Moeder is voornemens van lijd tot tijd den gralkcl-
dcr te Delft bezoeken. Zij heeft lot dat einde eenen nieuwen trap voor den
grafkelder doen vervaardigen, die met een rouwkleed is overspreid. Zij heeft
echter tevens verlangd, dat de oude trap, die als het ware een deel van
den grafkelder uitmaakt, en waaraan alzoo almede treurige herinneringen
verbonden zijnworde behouden.
De Kamerheer-Ceremoniemeester heeft bekend gemaakt, dat HII. MM.
de Koning en de Koningin, mitsgaders de overige leden der Koninklijke fa
milie, op aanstaanden Woensdag den 1 lden dezer, in het paleis in het
Noordeinde, een openlijk gehoor van rouwbeklag zullen vcrleenen aan
de leden van bet Corps Diplomatique en hunne dames, des avonds kwartier
voor 8 ure, en aan de overige Heeren en Dames ten 8 ure.
In deze residentie is aangekomen en in het hotel den Gouden Leeuw
afgestapt de Commissie, die uit Luxemburg naar den nieuwen Koning afge
vaardigd is, om in hare handen den eed te ontvangen, welke Z. M. Koning
Willem III op de staatsregeling van het Groothertogdom Luxemburg moet
afleggen. Deze Commissie bestaat uit de Heeren: Würtz, de la Fontaine, de
Marie, Wcehl en Eberhard.
Het bataillon 'sGravenbaagsche schutterij, dat eergisteren aan den lijk
stoet deel namheeft zich op eene uitmuntende wijze van zijne taak gekwe
ten en is in de beste orde, 'snamiddags ten 5 ure, in deze stad terugge
keerd. Het was van 's morgens 6 ure onder de wapenen geweest. De Opper
bevelhebber de Luitenant-Colonel van der Oudermeulenheelt aan de man
schappen zijnen bijzonderen dank betuigd, en hun tevens medegedeeld, dat
volgens de bestaande bepalingen, aan hen, wegens dienst buiten de stad
zal worden toegekend eene tegemoetkoming, en wel: aan de onder-officieren
en muzijkanten, ten bedrage van ƒ1.20; aan de korporaals ƒ1.00, en aan
de schutters en tamboers 75 Centen.
Men verzekert dat onze verdienstelijke landgenoot, de Heer van der Ven,
beroemd beeldhouwer, zich thans alhier bezig houdt met het vervaardigen
van een juist afbeeldsel van Z. M. ten behoeve van 's Rijks Munt, en wel,
zoo men zegt, voor de Nedcrlandsche munt, die voortaan geslagen zal wor
den, alsmede voor den gedenkpenning en de strooipenningendie bij gele
genheid van de aanstaande plegtige inhuldiging des nieuwen Konings in de
hoofdstad des Rijks, zullen worden geslagen en verspreid.
Bij het Ministerie van Oorlog zal den 25slen dezer worden aanbesteed de
leverantie van brandstoffen en kaarsen van Julij 1849 tot Julij 1850. Men
kan inschrijven voor één gewest of al de gewesten te zamen. De voorwaar
den liggen van den 12'ler' dezer bij de Provinciale Gouvernementen en Com
mandanten der Hoofdplaatsen der gewesten en aan het Ministerie ter lezing.
UTRECHT, 5 April.
Met genoegen vernemen wij, zegt de Nederlanderdat de lezing voor eeni-
gen tijd te Amsterdam en dezer dagen te Utrecht uitgesproken door Mr. J. van
Lennep, handelende: over de verzoening van Tromp en de Ruyler, in het
eerstvolgend nummer van het Tijdschrift Nederland zal voorkomen, onder
den titel: De twee Admit alenzoo zullen zij, wien het niet mogt gebeuren
deze heerlijke lezing te hooren, in de gelegenheid worden gesteld er kennis
mede te maken.
MAASTRICHT, 4 April.
Het stedelijk bestuur dezer stad heeft opgeroepen ieder die zou wenschen
te dingen naar den openstaanden post van Slads-Bouwmeesler, op eene vaste
jaarwedde van 1000, om zich vóór den 25stcn dezer schriftelijk, vrachtvrij
en onder overlegging van geboorte-acte en bewijs van onbesproken gedrag,
aan te melden hij het Collegie van Burgemeester en Schepenenten einde te
worden toegelaten tot een Concours, in het vervaardigen, ter plaatse, eener
teekening met bestek en begrooting van kosten, voor den bouw van zoodanig
voorwerp, als bij de opening van het Concours (vastgesteld op 1 Mei 1849)
zal worden bepaald.